1890. No. 101. Donderdag 29 Mei. Vierde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. ÏTHUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTEYT1EN VERPLICRTE INENTING. TRANSVAAL. It E RH-EN SCIIOOLNIEÜWS. ZE elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95. Enkele nummers0.025.|) UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 40 cent. Velen in den lande en ook wij verwachten dat de vaccinedwang nog dit jaar een einde neme. Had de wetgever vroeger aanleiding tot uitstel in de omstandigheid dat de tegen standers van dien dwang voor helgrootste gedeelte tot de heffe des vólks behoordenj: thans bestaat deze aanleiding niet meer, sinds tal van rechtsgeleerden, predikanten en dokters zich aan de zijde dier gemoeds bezwaarden geschaard en onze Regeering uitgenoodigd hebben de bezwaren tegen eiken dwang, doch inzonderheid den vac cinedwang te onderzoeken en weg te nemen. Zelfs voorstanders van de vaccine (als bijv. dr. Simon) noemen jde inenting een gevaarlijke operatie. En waarlijk de prijs op deze operatie is van te twijfelachtig gehalte om er den naam van een dwingen- den Staat voor te begeeren. Ontkennen kan men toch niet dat in zekeren zin de kinderen onzes volks gelijk weleer de knechtjes der Israëlieten slaven geboren wordenen dat het merkteeken dier slavernij hun reeds in de prilste jeugd wordt ingedrukt, waardoor zij geteekend zijn als slaven van de wet op de besmet telijke ziekten. Onder de voorstanders van dezen dwang zijn er velen, die slechts napraten wat de medicijnmeesters der 19e eeuw van het nut der ineuting zonder eenigen wetenschap- pelijken grond hebben gepredikt. Hun is 't dan ook niet kwalijk te nemen dat de Staat, de pokpuisten bestrijdende zonder wetenschap, geen wetenschap duldt zonder pokpuisten. Wat zeggen wil dat de Staat, strijd voerend tegen de kinderziekte geen schoolonderwijs toestaat aan kinderen die niet de noodige pokpuisten hebben gehad, «welke voorbehoeding tegen kinderpokken zooveel mogelijk waarborgen». Tegen de vaccine zelve bestaan drieërlei ernstige bezwaren aan gemoed, staatsrecht en wetenschap (statistiek of geneeskunde] ontleend. En daar de wetenschap nog al gezag heeft in onze dagen, wenschen ook wij op deze wetenschappelijke bezwaren de aandacht te vestigen. Reeds van ouds waren er menschen met een totale onvatbaarheid (immuniteit] voor eenige ziekte. Deze natuurlijke onvatbaarheid wilde men gaarne kunstmatig bij anderen doen ontstaan. En 't is dan ook aan deze proefneming te danken dat wij thans ir. de quaestie der inenting zijn. Men bracht namelijk stof uit een puist van een poklijder onder de huid van een gezond mensch, die daardoor onvatbaar heette te worden voor de pokziekte. Later deed men het met etter van een koe. Het eerste heete inoculeerenhet laatste vac cineeren. De verdienste van Jenner ligt hierin dat hij de etter uit een koepok (op de uiers) de koepokkenlymphe zooals zij genoemd werd humaniseerdedat wil zeggenhij bracht die etter op een mensch over en nam toen etter uit de pokpuist van dezen mensch om die over te brengen op een volgende enz. Nu hebben sinds die uitvinding (1803) de dokters steeds van meening verschild ot de vaccine (koepoketter) en variolae (etter uit een «menschenpok») konden worden ver wisseld, tot het doen ontstaan van de ge- wenschte onvatbaarheid. Hunne onderzoe kingen leidden tot den uitslag dat de mensch, en niet de koe de bron is voor de vaccine en dus een koepok niet anders is dan een door het samenstel van zulk een koe ge wijzigde menschenpok. En zoo kwam men tot de inenting van het kalf. Prof. Voigt verkreeg in 1834 door overdraging van etter uit een puist van een poklijder op een kalf en gedurende een half jaar van kalf tot kalf, de echte vaccine. Maar of dit nu hetzelfde is in uitwerking blijft een open vraagstuk. Vaccinepuisten en variolapuisten zijn niet gelijk. Reden te meer om 't den Staat kwalijk te nemen dat hij bij de weifelingen der wetenschap de natie als een dwang ging opleggen zich en hare kinderen te doen vaccineeren, op straffe van anders dom te mogen blij ven en verstoken van de zegeningen van het onderwijs. Waar nog bij komt dat de wetenschap tot heden toe in gebreke bleef uit te maken waaraan nu de echte goede pokkenlymphe is te herkennen. Hunne geneeswijze is een slag in den blinde. Heden zullen zij u en uw gezin inenten met lymphe (stot) uit een bekend station. Het baat niets. Met dezelfde stof toekomende week inge ënt, zult gij allen flinke pokken op uwe armen zien ontstaan. Dit is iets glad toe valligs, waaromtrent de dokter van te voren niets zelfs maar voorspellen kan. Gelukkig zijn er |in Nederland dokters, die om die reden (Furneé, de Cock, Kaiser en anderen) zich verzetten tegen den vac cinedwang. Hun bondgenootschap is geld waard. De Regeering heeft daardoor een machtig wapen om de lichtzinnige bepaling omtrent verplichte inenting, te kwader ui e door Jonckbioedt en Idzerda in de wet ge bracht, er uit te drijven. Moge 't haar spoedig gelukken 1 Hoe de Transvalere zelf in den heer Dn Toit zich vergist hebben en verontwaardigd zijn over zijne woorden tegen een Engelsch- man gesproken, waarvan wij onlangs melding maakten, bleek reeds uit wat de Volksstem en de Pers over die opzienbarende uitingen schreven. De ontslagaanvrage kort daarop van den heer Du Toit uit zijne betrekking als mi nister van onderwijs gaf menigeen het ver moeden, dat de Heer Du Toit door de verontwaardiging der Boeren verrast niet goedschiks meer in zijne hoedanigheid als staatsambtenaar in de Republiek durfde verschijnen, al gaf hij ook voor, dat het wegens ziekte zijner echtgenoote was. De Volksstem, een Transvaalsch blad. schrijft De heer Du Toit heeft aan de regeering een schrijven gericht, in hetwelk hij, op grond eener ongesteldheid zijner echtgenoote, welke hem vooralsnog verhindert naar hier terug te keeren, aan het gouvernement vrij teid van handelen geeft, in zake de door hem geoccupeerde betrekking van Super intendent van onderwijs. Met zeer veel genoegen constateeren wij het geval, aan gez'en wij uit dit welwillend bedanken van den heer Du Toit mogen verstaan, dat de regeering hem over zijne uitingen te Londen ges .rengelijk heeft geïnterpelleerd en hij thais liever {vrijwillig geeft hetgeen hem anders weldra ontnomen zou zijn geworden». Hetzelfde blad meldt nog: «Op eene politieke bijeenkomst te Lijden burg gehouden, geraakte het bloed aan het gist an, toen het bezoek van den heer S. J. uu Toit naar Europa, ter sprake kwam. Zijne handelingen in het oude werelddeel weiden ten strengste afgekeurd en het algemeen gevoelen was, dat, wanneer mocht blijken dat de verklaringen door hem in een Engelsch blad gedaan, werkelijk door hem gedaan waren, hem dan verboden moest worden deze republiek binnen te komen.» Krasser nog schrijft een «zoon van de Voortrekkers» in een ingezonden stuk in de Volksstem. Wij willen geen persoon aan het hoofd van onze jeugd, die ons voorspelt, dat een Engelschman over twee jaren onze president zal wezen en die zooveel liefde voor onze vrijheidroovers heeft om hen als beschermers aan onze kusten te hebbenals de staten eens mochten vereenigen, dan zullen wij mans genoeg wezen onze kusten zelf te beschermen. Dus ds. Du Toit is voor niets anders goed dan om zijne goudspeculatiën te maken; als zoodanig kan hij voortgaan; doch het ware beter dat hij in Engeland bleef, daar hij de besch ;rming van de Queen zoo hoog waardeertwij zonen van de Vooitrekkers, hebben genoeg van be scherming». Nog voor dat het onderhoud van den heer Du Toit met den Engelschman bekend was, was de achting voor hem reed? zoover gedaald, dat, toen in het begin dezes jaars zijne wederaanstelling als minister van on derwijs bekend werd, verscheidene Trans valere per adres bij den Volksraad ernstig aandrongen deze benoeming niet door te laten gaan. Adressanten meenden dat de heer Du Toit in volstrekten zin onbevoegd was voor die betreking, daar hij haar ten gerieve zijner eigene belangen had nedergelegd. Een schoone Overwinning. Het socialistisch blad «Recht voor allen» van 13 Mei maakte zijnen lezers bekend, dat de mislukking der werkstaking in de venen te danken is aar de Christelijke werk- liedenvereeniging «Patrimoo ium» Het schrijft, in navolging van «de Klok» ook een socialistisch blad, dat wat het lijden niet vermocht, sabel, karaljjn, huurlingen en paarden niet konden bewerkstelligen, wat de honger zelfs niet doen kon, dat deed Patrimonium. Ziedaar een helder getuige nis van den felsten tegenstander van Pa trimonium. Dat Patrimonium reeds iets beteekent ja een machtigen bond vormt onder de werklieden, dat wisten dé socialen zeer goed. Maar dat Patrimonium het onder Gods zegen zoo ver heeft kunnen brengen, om de werkstakingen te oen mislukken, neen dat had het socialisme zeer zeker niet verwacht. En toch is het geschied. Het eenvoudige woord van Parirnonium heeft ingang gevonden in de harten van het volk. Het goede voorbeeld der werklieden, leden van Patrimonium, vond navolging en was oorzaak dat de eenvoudige veenarbeiders, misleid door de opruiende taal der so cialistische aanvoerders, weer aan het werk gingen. Zoo blijkt het dat Patrimonium over heel ons Vaderland verbreid mejr en meer een invloed laat gelden, welke order Gods zegen van onberekenbaar nut kan zijn in deze zoo woelige dagen. Ieder Christen moet voor Patrimonium veel bidden, dat die groote Christen- werkliedenvereeniging bewtard blijve van twisten onderling maar steeds getrouw aan het beginsel in Gods Woord neergelegd zich steeds openbare als eene, o ider Gods zegen, biddende macht tot welzijr van werkgevers en werklieden in ons dierbaar Vaderland. Dit is zeker, het bovenstaand bericht in het Sociaalblad «Recht voo allen» doet elk Christen burger weldadig aan. Laat ieder er eens over oordeelen, wa: het moeielijkst isWerkstakingen in 't leven te roepen door schoone beloften en opruiende taal ot de werkstakers dcor overtuiging, weer te brengen tot hunne gewone werk zaamheden. Naast God komt aan Patrimonium daar voor de dank toe. Maasen Mer webode. Voorzichtig. In de liberale pers doen wederom klachten over den anti-revolutionai.en gouverneur van Suriname, den heer De Savornin L o h m a n de rondte. In een corespondentie uit de kolonie worden omtrent den gouverneur kwade noten gekraakt eu natuurlijk rijst weer de vraag, of de heer Lohinan nog langer gouverneur der kolonie klijven kan. Op dit laatste komt het inderdaad aan; de verwijdering van L o h in q n schijnt het doel te zijn, waarop van zekere zijde met volhaiding wordt aangestuurd. In hoeverre de nieuwe grieven, welke tegen den gouverneur worden ingebracht, juist zijn, weten wij niet, maar na de merkwaardige verklaringen door den oud gouverneur S m i d t over den toestand in Suriname, is het geraden klachten en be schuldigingen, het Nederlandsch gezag in de kolonie betreffend, met nauwgezetheid te onderzoeken, alsvorens daarnaar te handelen. De liberale bladen, die dezen eisch der voorzichtigheid uit het oog verliezen, mochten zich die verklaring wel eens herinneren. Centrum 28 Mei 90. Door den minister van Binnenlandsche, Zaken is, onder dagteekening van 22 Mei jl het volgende schrijven gericht aan de com missarissen des Konings in de provinciën: „Herhaaldelijk komt het voor, dat Neder- landsche werklieden door berichten in de nieuwsbladen of door daartoe uitgezonden agenten, soms met verstrekking van reis geld voor de heenreis, naar Duitschland ten behoeve van industrieele ondernemingen worden gelokt, terwijl bij hunne aankomst ter plaatse blijkt, dat zij daar niet gebruikt kunnen worden. Het is daarom geraden, dat die werklieden, alvorens op zulke be richten en voorspiegelingen der agenten af te gaan, óf zelf, óf door tusschenkomst van den burgemeester hunner woonplaats, zich tot den Nederlandschen consul in de streek, waar die ondernemingen zich bevin den, om inlichtingen wenden omtrent de vooruitzichten in het bekomen van werk, de loonen en de huurprijzen der woningen aldaar. Ik heb de eer IJHEG. te verzoeken, de burgemeesters in uw gewest uit te noodigen, aan het bovenstaande in hunne gemeente zooveel mogelijk bekendheid te geven en hunne bovenbedoelde tusschen komst te verleenen. De St. Crt. bevat de statuten van de vereeniging de Kerkelijke kas te Borssele. Als bestuursleden treden op de heeren L. Boone, G. Hoogerland, M. de Mey en P. Melis benevens J. Walhout, allen wonende te Borssele, uitgezonderd O. Hoogerland, die gevestigd is te Nieuwdorp, gemeente 's Heer Arendskerke. Verder zijn in de St. Crt. opgenomen de wijzigingen in de statuten van de Coöperatieve winkèlvereeniging van het district Vlissingen en omstreken der vereeniging Eigen hulp te Vlissingen. 's Heerenhoek. Het rij kstelegraaf kantoor ingericht met telephoondienst. is voor het algemeen verkeer geopend. De diensturen zijn geregeld als volgt: op werkdagen, van 9 tot 12 uren voor- en van 3 tot 6 uren namiddagsop Zon- en feestdagen, van 8 tot 9 uren voormiddags. Dhr. J. G. van den Bergh, oud-minis ter van Waterstaat in het 3e ministerie Heemskerk is overleden. Bij de te Driewegen gehouden ver kiezing voor een lid van den raad kwamen 43 van de 68 kiezers op. Er moet her stemming plaats hebben tusschen de heeren W. van Loo en J. Steketee die elk 21 stemmen verkregen. De patenten 4a kwartaal dienstjaar 1889/90 liggen ingevuld gereed. Tot afgitte daarvan zal tot 11 Juni ten raadhuize worden gevaceerd, Woensdag en Zaterdag van iedere week van 1012 uur. Z. M. heelt benoemd tot luit. generaal bij den generalen staf den gen. majoor F. M. B. ridder Alewijn, chef van dien staf. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Kerkwerve dhr. P. v. Wil- lemswaard cand. te Schoonhovente Schore en Vlake dhr. G. Broersma cand te Utrecht. Aangenomen naar Katwjjk a. Zee door ds. C, Plug te Oostkapelle.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1