1890. No. 98. Dinsdag 20 Mei. Vierde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTED HEN GROOTHEID en VAL. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. /0.95. Enkele nummers0.025.: UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel' meer 10 cent. Extra vergunningen. Het beginsel der drankwet is het aantal herbergen te doen zjjn in verhouding tot de bevolking. Een herberg op de zooveel of zooveel zielen. Alleen is aan Burgemees ter en Wethouders toegestaan, in bijzondere gevallen, na machtiging door Gedeputeerde Staten, ook extra vergunningen te geven boven het wetteljjk aantal. Nu dient zoo'n extra vergunning een extratjeniet al te dikwijls verleend te worden, zal zij haar teederen naam kunnen behouden. En toch bestaat voor dit laatste gevaar. Immers het getal extra vergunningen be draagt sinds de wet ingevoerd werd acht honderd-, dat is gemiddeld 100 extratjes per jaar. 't Is de heer Berdenis van Berlekom die 't meedeelt. Genoemde heer schrijft naar aanleiding van de eindelooze lijst van dingen, die in ons land niet zonder «vergunning» schenen te kunnen bestaan „Schouwburgen en concertzalen, eenmaal zelfs de wachtplaats bjj eene spoorweghalte, onbestaanbaar zonder drankgelegenheid 1 Geene badplaats denkbaar, of eerst moet er een zeker aantal drankgelegenheden be staan om het publiek te lokken. Groote en kleine tentoonstellingen, schietwet- strijden en harddraverijen, ijsfeesten en muziekfeesten liepen gevaar te mislukken, indien de onmisbare factor, de sterke drank, niet aanwezig was. Geen spoorweg- of stoomboot- of tramwegstation van eenige beteekenis, of eene vergunning tot drank verkoop mag niet ontbreken. Het moge inderdaad wenschelijk zijn om bij eventueele spoorwegongelukken sterken drank in de stations aanwezig te hebben, doch waartoe die vergunningen tot drankverkoop bij het glas, waardoor het publiek, dat korter of langer wachten moet op aankomst of ver trek der treinen of stoombooten of aan het veerhuis, zich den tijd kon, met sterken diank te drinken Hoe zijn deze vergun ningen te rijmen met het beginsel van den wetgever: „verminder het aantal drankge legenheden en het drankgebruik zal minder 52. FEUILLETON. Schetsen uit het leven van Napoleon I.j Aan de Hollanders schreef hij »Geplaatst als gjj zjjt tusschen de door de Engelschen gesloten zee en het door de Franschen gesloten vasteland, zult gij weldra blootgesteld zijn om van ellende te sterven, en in elk geval tot machteloosheid veroor deeld zijn onder 't gewicht eener verbazend groote schuldwordt gij daarentegen met het grootste keizerrijk der wereld veree'nigd, dan zult gij ten minste het vasteland ge durende den oorlog; en gedurende den vrede de zee en bet land voor u open vinden zoodat uw handel grooter uitbreiding zai erlangen dan op het tijdstip van uw schit terendsten voorspoed het geval is geweest. Gevoegd bij die van Frankrijk zal uw thans vernietigde marine de roemrijke dagen te rugzien. toen gij, aangevoerd door Tromp en de Ruijter, aan Groot Bi ittannié de heer schappij der zeeën betwisttet. Dat het heel anders uitkwam, is bekend. Otis bestek laat niet toe stil te staan bij de verschillende gebeurtenissen van 1810 tot 13, die ons land al meer in ellende dom pelden. Wij deden dit reeds bjj een andere gelegenheid in het feuilleton «Nederland in 1813». Wij stippen dan ook slechts aan. Amsterdam werd tot de 3e stad des rijks verklaard. Parijs was de le, Rome de 2e. Een hooggeplaatst persoon zou er gevestigd worden, in schijn om het gemis van het koninklijk hof te vergoeden, in werkelijk heid om het volk te beter in toom te houden. Holland kreeg zes leden in den Senaat, zes in den raad van statevijf en twintig iu het wetgevend lichaam en twee raads- worden!" Wat te denken van bedevaart gangers, die het gemis van sterken drank zoozeer gevoelen, dat eene drankgelegenheid by de kapel noodzakelijk wordt geacht; of van reizigers, die by het oponthoud der visitatie sterken drank onontbeerlijk achten? Is het in overeenstemming met het begin sel van den wetgever om op plaatsen, waar toevallig veel handel in vee, of in hooi of in steenkolen bestaat, nieuwe drankgelegen heden op te richten, omdat de naastbjjzynde twintig minuten of een kwartier verwijderd zjjn, of om nieuwe kroegen op te richten voor doortrekkende polderwerkers, of in de opzichtershut van den polder of bij den hooibouw gelegenheden tot het gebruiken van sterken drank in het leven te roepen omdat de naaste herberg een kwartier ver wijderd is?" Velen zijn het ongetwijfeld met dhr. v. B. eens. Het is treurig dat zoo tal van ondernemingen niet bestaan kunnen, of met verlies werken zoo de «vergunning» er ontbreekt. Een beleediging is 't. In de eerste plaats voor de sociëteiten, waar kranten,- geoorloofde spelen en ontspanning in de tuinen onvoldoende bleken op den duur klanten te lokken. Een beleediging ook voor onze tentoon stellingen dat zij, hetzij met of zonder ver pachting, den drankduivel noodigen op hunne terreinen. Te betreuren ook voor onze badplaatsen, die jmet den zegen der eene .vloeistof |ook den vloek der andere te koop aanbieden. Wat toch hebben de meeste der door dhr. Berdenis genoemde inrichtingen met «vergunning» te maken? Gaan de verschillende stedelijke en gede puteerde overheden, door de wet gedekt, voort met het verleeneu van dergelijke extra vergunningen «bjj uitzondering», dan bestaat er kans, dat de extra vergunningen boven het wettige aantal, meer zullen zijn dan het aantal «vergunningen» dat de wet toestaat. Zjj maken de drankwet tot een wassen neus. Deze «bijzondere vergunningen» zijn dan ook door hun aantal, nu reeds beeren in het hof van cassatie. De hollandsche koninklijke garde werd bjj de fransche keizerlijke garde ingelijfd. Lebrun, hertog van Plaisance, een zacht moedig rondborstig man. werd, in we- rwil van zijn verzet, naar Amsterdam gezonden om daar de herinneringen aan het oude hofleven levendig te houden. Hij ontving den titel van gouverneur generaal. By zyne komst werd de jonge prins, de zoon van koning Bodewijk opgelicht en naar Parjjs gezonden, waar zijne moeder Hortensia hem verder moest opvoeden. Napoleon paaide hem met den titel van groothertog van Berg. Over de verschillende andere veranderin gen van namen en titels en toestanden in ons vaderland, evenals over de onmensche- lijke wreedheden door de periecten van Den Haag (de Stassart) en van Amsterdam (de Celles) gepleegd, wenschen wjj verder het stilzwijgen te bewaren. Wij deelen nog slechts het volgende mede Zekere Frans Stargart, ook wel Frans met de kruk genoemd, was een schamel en ge brekkig koopman te Amsterdam. Eens stond hij op de markt een viseh te kerven, en zeide daarbij tot de omstanders«Ik wou dat ik Nappie zoo onder handen had.» Du man zei overluid wat in de harlen van duizenden leefde. Een stille verklikker bracht een en ander aan, de politie kwam en sleepte den onge lukkiger! gebrekkige naar buiten de stad, «vaar hij als een hond werd doodgeschoten. Was het wonder dat velen den overwel diger haatten, en het gebed vermenigvul digde«Heere, wend onze gevangenis, gelijk waterstroomen uit het Zuiden.» XLIH. EEN KEIZERLIJK BEZOEK. Iu September 1811 weid Nederland door de beste parodie op het dwaalbegrip da1 de zonde door een «et te beperken is< een onwederlegbaar protest te -en de valsche philosophie die leert dat vermindering der drinkgelegenheden tot vermindering der drinkgewoonte-- leidten eene belaching van het dwaze stelsel volgens hetwelk zelfs de onfatsoenlijkste dingen fatsoenlijk worden, zoo slechts de Nederlandsche wetgever met zijn «vergunning» ze als zoodanig stt mpelt. V Om ter voogdij. Als er geen sterke drank was, hadden de rechters bijkans niets te doen. Want verreweg de meeste misdaden die zij te berechten hebben, wordeu onder den in vloed van den sterken drank bedreven. Zoo verzekeren u, niet gemoedelijke fi lantropen, die met den werkelijken toestand op hun studeerkamer niet in aanraking komen, maar leden en presidenten van recht banken zelf. Dit getuigenis zal elk dus als onwraakbaar moeter erkennen. Het komt ons voor dat daarom in Neder land een wet behoorde te worden gemaakt, die den sterken drank eenvoudig verbood. Dan bleef verweg het grootste deel der misdrjjien, dat toch immers alleen onder den invloed van den sterken drank plaats heeft, naar den mensch gesproken achter wege. Welk een moreele aanwinst en welk een bezuiniging op de rechterlijke macht zou dat geven De lezer glimlacht Het is toch indeidaad geen parodie wat we bedoelen. Wetten zjjn in zekeren zin een peilschaal, waaraan men den staat van het moreel eener natie kan leeren kennen, Nu schynt de Nederlandsche natie, die helaas uit dit oogpui t in het buitenland als de jenevernatie bekend staat, te dezen aanzien op zoo laag peil van moreele energie zich te bevinden, dat men gerechtigd is te adviseeren haar om haars zelfs wil onder curateele te zetten. den Keizer en de Keizerin bezocht, 't Was op denzeltden tijd dat Janssens, Daen lels' opvolger, Indië's laatste bolwerk, Batavia, aan de Engelschen overgaf. Napoleon stelde zich in 't oog loopend zachtmoedig aan. Dat de Nederlanders hem overal luidbundig toejuichten, was bewjjs genoeg dat de wanbegrippen en wanbe- ginselen der revolutie diep wortel geschoten haddenen het gif der valsche vrijheid en van het ongeloof tal van de beste karakters bedorven, het nationaliteitsgevoel gedood had. Dezelfden die eens den Prins van Oranje hadden toegejuicht, dansten later op den Dam onder den Vrijheidsboom de Carma gnolelegden zich neder bij de verheffing van Schimmelpenninsk, haalden daarna met geestdrift hun koning in, en verheugden zich thans in hun keizer. Dit is inderdaad bedroevend, ook al mag voor velen tot ver ontschuldiging dienen dat vrees voor dood of gevangenis hen tot deze karakterloosheid had gebracht. Napoleon had zijn tocht gemaakt over Boulogne, Ostende, Breskens, Vlis ingen, Middelburg, Veere, Terneuzen, Bath, Ant werpen; en van daar naar Willemstad, Hellevoetsluis, Dordrecht en Gorkum. De keizerin reisde van St. Cloud (Parijs) over Brussel, Antwerpen en Breda naar Gorkum. Vandaar reisden de echtelieden samen naar Utrecht. Dirk van Hogendorp, broeder van Gjjsbert Karei, vergezelde den Keizer op zijn rit door deze stad. De Keizer luisterde met belangstelling naa'r de verschillende mededeelingen, die de heer van H. omtrent Utrecht en hare omstreken deed. Terwijl Napoleon te Utrecht wa» maakte de maire (burgemeester) Van Amsterdam de schitterendste toebereidselen tot zjjn ont vangst. In zeer opgeschroefde manifested Onder curateele. Dat wil zeggen de wetgever moet haar eenvoudig verbieden jenever te drinken, te inaken, te koopen of te verkoopen, en te schenken, anders dan als medicijn. En dan moet de jenever als medicijn be waard worden waar zij thuis behoortniet in de tapkast van den kastelein, maar in de apotheek, onder strenge controle der geneeskendige wetenschap. Zulk een wetgeving zou onze natie niet verlagen, maar eenvoudig afdalen tof den onmondigen toestand, waarop wij blijkens de ondervinding en de werkelijkheid, ver menigvuldigd met honderdduizend onvrucht bare klacfuen en verzuchtingen, in dezen staan, en dus alleszins doeltreffend mogen heeten. En daar de voogdij ophoudt, zoodra de pupil mondig is geworden, zou dit misschien juist de weg zijn om ons op dit punt tot zelf beheersching en mannelijke energie terug te brengen. Welke minister durft zulk een wet nu eens aan N. P: G. C. Liberaal en Modern. Dat het liberalisme in zjjn tegenwoor- digen vorm minstens niets anders is dan eene vermomde moderne theologie, was reeds (zoo zegt de Oranjevaan) jaren ge leden vo r ons eene uitgemaakte zaak. Toch werd het bestreuen. Het liberalisme is niet ongeloovig, is ook niet modern. Staatkunde heelt met Godsdienst niets te maken. Zóó beweren de echte liberalen, de zich noemende vrjjzinnigen en enkele ethische predikanten hebben zich daarbjj aangesloten. Het is misschien daarom niet onnuttig onder de aandacht onzer lezers te brengen wat Busken Huet, de overleden ge vierde letterkundige en gewezen modern predikant, van de liberale partij (de partij zjjner vrienden) zeide. Men kan dit lezen in den Bundel brieven, onlangs verschenen; „Als modern theoloog', zèö schreef hjj, trachtte hij (v. Brienen van de Grootelindt) de burgerij op te wekken om (door kunst matige of' natuurlijke toejuiciiingen) den keizer bljjk te geven van hare blijdschap over de eer zijner komst. Het lust ons niet al deze opgeschroefde uitnoodigingen en walgelijke maatregelen van den maire en de door hem of anderen ingeblazen pers uit die dagen te volgen. Het wóurd was dat de keizer veertien dagen te Amsterdam zou blijven. Daarom zond hij den groot hofmaarschalk Ducros vooruit om de ver blijven in gereedheid te brengen Het oude stadhuis >p den Dam, laatstelijk tot paleis voor koning Lodewijk ingericht geweest, zou insgelijks, in weerwil van zijn zeven kleine deuren, en het gemis van een hoofd deur den keizer tot tjjdelijk verblijf ver- strekktn. Maar er waren geen stallen aan dit oude paleis verbonden. De stallen van koning Lodewjjk stonden zoo ver van 't paleis dat Ducros het onraadzaam vond ze voor den Keizer in gebruik te nemen. Als de keizer rijden wilde, moest hjj niet zoo la g behoeven te wachten, 't Was dus noodig loodsen op te slaan op de bloemenmarkt. Maar hoe die te ontruimen Met geweld, dat ging nietwant de Keizer had gezegd dat men de bevolking zoo min mogeljjk overlast zou aandoen en daar stonden nog tal van bloemenhandelaars met hunne waar. Doch Ducros wi-t raad. Hij kocht al de bloenen op, die op de maikt uitgestald waren en gat ze weg aan de toeschouwers, op voorwaarde dat zij er dadelijk mee naar huis gingen. En zoo deden zij. In een oogenblik was de markt ontruimd, en eenige honderden werklieden begonnen loodsen op te slaan die dienen moesten voor 's keizers stallen. Wordt Vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1890 | | pagina 1