1890. No. 84.
Donderdag 17 April.
Vierde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIE#
„Voor mij is de wet heilig."
BUITENLAND.
RECHTSZAKEN.
li EIS li- EN SCHOOLNIEIJWS.
Gemengde Berichten.
DE ZEEUW.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummers0.025.:
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In de wijze waarop de Middelburgsche
Courant zich jegens haren tegenstander
uitlaat, is somwijlen iets onfatsoenlijks.
Daartegen in te gaan schijnt onnoodig.
Het publiek ziet het toch wel. Daarom
verspillen wij ook geen woord aan het
uiterst zwakke gerekte, breedsprakige be
toog van dat blad, waarin het zijnen on-
gemanierden uitval jegens den heer Fabius,
onzen nieuwen inspecteur bij het onderwijs
tracht goed te praten. Ieder heeft zoo
zijn eigen manieren, gel(jk ieder zijn eigen
neus heeft.
Een andere vraag is echterIs er reden
van wantrouwen tegen minister Lohman.
Zal hij bijvoorbeeld bij de uitvoering der
schoolwet 't op het bederf van het open
baar onderwijs toeleggen en zijne hooge
betrekking in 's Konings dienst misbruiken
om de bijzondere school vol te pompen
Bij de interpellatie Van Dedem Tak
heett ZExc. in de tweede kamer het vol
gende gezegd
„Mijnheer de Voorzitter! Voor mij is
de Wet heilig. Ik heb 22 jaren lang de
Wetten helpen toepassen en daarbij steeds
getracht m(jne individuëele gevoelens te
onderwerpen aan de Wet, zooals zij naar
letter en geest moet worden opgevat. Zoo
lang ik ook thans weer zal hebben mede
te werken aan de uitvoering der Wet, zal
ik steeds, met de meerdere kennis toege
rust, die men aan een departement ver
krijgen kan, vragenWat eischt de letter
en de geest der Wet? Ik weet niet of de
geachte afgevaardigde met deze verklaring
tevreden zal zijn eene andere kan ik hem
evenwel niet geven."
Het liberale Kamerlid Roëll, die nog al
met den heer Lohman in de commissie
van voorbereiding voor de schoolwet gezeten
had, meende op grond van eenige uit
het verband gerukte volzinnen uit diens
jongste geschrift «Pacificatie» zijn wantrou
wen te mogen uitspreken. Zjjne ongerust
beid bleek voorbarig te zijn. De minister
toch zeide:
„Zeer billijk schijnt het mij niet toe, dat
de heer Roëll juist op die brochure wijst
als een teeken, dat van mij niet is te
wachten eene billijke uitvoering der Wet.
Juist het tegendeel blijkt er uit! Die brochure
heb ik geschreven om te voldoen aan de
zedelijke verplichting, die op mij lag, ook
tegenover den heer Roëll, en tegenover allen,
die mede hebben willen werken tot het tot
stand komen der Wet. Ik wist dat de Wet
juist van onze zijde vrij grooten tegenstand
ondervondik meende dat zij niet goed be
grepen werd, en daarom juist heb ik die
brochure geschreven, ten einde den vrede
te bevorderen en mijne eigen vrienden vrede
te doen hebben met de nieuwe Wet. Ik
heb aangetoond, wat er goeds in was en
ook wat wij te danken hadden aan de mede
werking der liberale partij. Het kan zijn
dat ik in de eene of andere wetsuitlegging
heb gedwaald, maar de brochure in haar
geheel is volkomen in strijd met de be
wering van den heer Roëllzij is juist het
bewijs, dat ik den vrede in het land wensch.
De reden waarom ik zoo lang voor
de Vrije School heb ge streden, was
niet om verdeeldheid te zaaien,
maar om de klove, die ons volk
verdeeld hield, te dempen, door
middel van eene billijke Wet. En
ik acht het een voorrecht, daaraan te heb
ben mogen medewerken. Overigens gaat het
niet aan om aan elke uitdrukking in een
brochure voorkomende, regeeringsdaden te
toetsen. De heer Roëll is te goed Staats
man om niet te weten, dat het zeer on
voorzichtig zou zjjn, om zich als brochure
schrijver en als regeeringsman op hetzelfde
standpunt te plaatsen. Ais lid eener Re
geering is men altyd beter ingelicht omtrent
vele dingen, dan men als schrijver eener
brochure zjjn kan."
Er is dus geen reden tot wantrouwen.
Een minister, voor wien de wet heilig is.
heeft recht dat men althans het oordeel j
pmtrent hem opschorte. Valt dit een Staats- J
man als den heer Roëll zwaar, moeilijker moet
dit dan aan een krantenschrijver vallen.
Daarom nemen wjj het hun ook niet
kwalijk, dezen discipelen van Thorbecke, dat
zij het wacht op mijn daden van hunnen
grooter meester, op wiens plaats thans de
heer Lohman zit, zoo ten eenenmale verge
ten z\jn. Doch men verge dan ook niet
van ons, dat wij veel aandacht wijden aan
al de voorbarigheden van dergelijke door
clericalenvrees voortgedrevenen.
Onthoudt het voorts welde heer Loh
man, de minister heeft 'tgezegd, en 'tis
een richtsnoer voor zjjne daden
«Voor mij is de Wet heilig
Een Franschman beantwoordde dezer da
gen de vraag hoe men in Frankrijk over
den Duitschen Keizer en diens eerste zelf
standige regeeringsdadi n denkt. De eerste
indruk was die eener grenzelooze verrassing.
Men had zich gewend den jeugdigen mo
narch te beschouwen als een soldatenkeizer
belust op de lauweren van den oorlog, en
alleen door de machtige hand van den rijks
kanselier van gevaarlijke waagstukken te
ruggehouden. Toen men hem plotseling zag
optreden als «en man van vreedzame her
vormingen, als de verdediger der onterfden,
beantwoordde men deze edele bedoelingen
met twijfel en wantrouwen, [en wilde
hoogstens in den keizer een gevaarlijk
idealist zien. Maar met deze voor oordeelen
was het spoedig gedaan. Zeer werkte
hiertoe mede de welwillende ontvangst,
die den Franschen afgevaardigden ter con
ferentie te Berlijn ten deel viel. Die af
gevaardigden hadden van de persoonlijkheid
des keizers een hoogst aangenamen indruk
ontvangen, en daar in Frankrijk de open
bare meening spoedig omslaat, is thans een
geheel ander beeld van den Keizer aan het
licht getreden. Vorst Bismarck was in
Frankrijk gevreesd, maar ook geacht. Zijn
ontslag heett daar evenals elders schrik ver
wekt maar men heeft zeer gewaardeerd
dat de eprste handelingen van den keizer
na den val van den kanselier van bijzondere
welwillendheid jegens Frankrijk getuigden
en men begint Wilhelm II voor een denkend,
politiek zeer begaafd vorst te houden.
Het beroep op de kerk tot medewerking
aan de oplossing van het sociale vraagstuk
de kabinetsorder betreffende het officiers
corps, het ondernemen der maatschappelijke
hervormingen werden hier aanvankelijk
beschouwd als belangrijke vergissingen
Thans echter ziet men in dat deze drie
wilsuitingen eenzelfde doel hebhen de
verzoening der parlementaire oppositie.
Door den eersten stoot te geven voor de
sociale hervormingen tracht de Keizer de
sympathie der volksklassen te winnen, dooi
de zeer democratische getinte order be
treffende de officieren wil hij de burgerij
nader bjj den troon brengen. Met het
beroep op de Kerk wil hij de machtige
Roomsche staatspartij voor zich innemen.
Zoo verliest Frankrijks critiek op Duitsch-
lands regeeringsstaatkunde veel van de
zenuwachtigheid, die haar tot nu toe heeft
gekenmerkt.
De socialistische leden van den rijksdag
hebben aan de werklieden deelneming aan
de betooging der socialisten op 1 Mei ont
raden, wijl zij er 't nut niet van inzien.
16 April '90.
De heer H. Tindal, oud-artillerie-offi
cier en Ridder van de Militaire Willemsorde,
heeft weder een adres aan de Tweede
Kamer gezonden. De heer Tindal heeft
aanhoudend gewezen op de gevaren van
Den Haag als de kern der landverdediging
te blijven houden. De departementen van
oorlog en marine zijn er gevestigd. "Van
daar worden de bevelen tot mobilisatie
gegeven en wordt de landsverdediging ge
leid. Het is de grootste garnizoensplaats
van het, land. De geschutgieterij bevindt
zich er. Het is dus de plaats, welke de
vijand voor alles in zijn macht moet po
gen te krijgen.
„Doch wat ziet men? (alzoo resumeert
de N. P. G.)
„De stad is onbeschermd, onverdedigbaar.
De kern der verdediging ligt buiten de
Amsterdamsche stelling, het reduit, dat
Nederland in stand houdt, zoolang zy van
de Amsterdamsche torens de driekleur-
wapperen laat. En indien men ten laatste
de verdediging der Amsterdamsche stelling
in orde brengt en met gezond verstand
regelt, is die stelling zeer sterk. Ingeval
van oorlog staat men voor deze keuze,
zegt de heer Tindal:
Of wel men verzette zich niet van af
het oogenblik der oorlogsverklaring tegen
eenigen vijandelijken troep, die Den Haag.
mot alles wat het bevat, wil bezetten,
In dit geval is de oorlog voor ons niet vol
te houden, de verdediging is als het ware
verlamd. Of wel men verzette zich wel
tegen de vijandelijke troepen en dan zal de
vijand door een bombardement in korten
tijd hetzelfde resultaat bereikt hebben."
Nu heeft men in Den Haag deze be
wering den heer Tindal zeer kwalijk ge
nomen. Het is tegen het volkenrecht Den
Haag te beschieten, verklaarde men.
De heer Tindal heeft daarom ter wille
van ons land, deze zaak tot klaarheid
willen brengen. Hij heeft geheel Europa
doorreisd en zijne meening onderworpen
aan het oordeel van de meest bekende
autoriteiten op het gebied van volkenrecht
en militaire zaken in Duitschland, Frank
rijk, Engeland, Rusland, België enz.
Zij hebben hem persoonlijk gemachtigd
namens hen de volgende verklaring af
te leggen
„Dat wanneer onder de tegenwoordige
(bovengenoemde) omstandigheden Den Haag
in tijd van oorlog gebombardeerd werd, dit
bombardement, volgens hun gevoelen, niet
in strijd zoude zijn met het volkenrecht."
Deze verklaring is afgelegd door veld
maarschalk Yon Moltke, generaal Brialmont
en tal van de voornaamste gezaghebbenden.''
Koudekerke. Bij de gister gehouden ver
kiezing voor een lid v. d. gemeenteraad zijn
uitgebracht 177 stemmen. Van onwaardel.
Geldige 176. Volstrekte meerderheid 89.
Gekozen L. Vos met 97 stemmentegen
73 stemmen op F. Wielernaker en 2 stem
men op P. de Witte. Voorts bekwamen
J. de Witte, A Wielernaker, L. Jcngepier
en S. Simonse ieder een stem.
MIddelbnrg. Het aantal kiezers in deze
gemeente bedraagtvoor leden van den
raad 1378, voor leden der Provinciale Staten
1381, voor leden der Tweede kamer 1385.
De regeering heeft een buitengewone
subsidie verleend ter bestrijding van de
kosten van het lager onderwijs, en wel
aan Kapelle f1460Nisse f 1000; Ellewouts-
dijk f800 en Heirikenszand f100.
Arrondissements Rechtbank te Middelburg.
Ter griffie dier rechtbank is door den heer
mr. M. J. de Wilt Hamer, als verdediger
van Charles Hoare, 60 jaar, commissionair
te Londen, hooger beroep aangeteekend
tegen het vonnis, waarbij gezegde Hoare
werd veroordeeld tot 18 maanden gevange
nisstraf wegens diefstal van een zakboekje
aan boord van de mailboot Prinses arie,
in de buitenhaven te Vlissingen.
Dinsdag zijn o. a. veroordeeld wegens
mishandelingC. H. 34 j., werkman
Terneuzen, tot 1 5 b. s. 5d. h. en J. deB.
33 j., klompenmaker Stekene (België), tot
7 d. gev.
beleedigingJ. de B. 21 j., werkman
Retranchement, tot 7 d. gev.
diefstalG. J. E. 13 j zonder beroep,
en J. C. B. I2j., fabrieksarbeider, beiden
Middelburg, ieder tot 3 d. gev.
valschheid in geschrifte: C. d. H. 12j.,
zonder beroep, Terneuzen, tot 3 m gev.en
oplichting J. S., 26 j., koopman, Hak-
kum, tol 4 m. gev. (Zooals bekend, was
dat misdrijf gepleegd te Werneldinge).
Allen in de kosten.
Vrijgesproken is F. L., 36 j., werkman,
Vlissingen, beklaagd van mishandeling.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Souburg door D. H.
Teljer te Hellevoetsluisvoor Zaamslag
door dr. C. J. Montijn te Chaam.
- Beroepen te Hontenisse W. j. Coenen
te Drumpt.
Zondag werd dr. G. P. Kruiff van
Domburg, door ds. de Wilde te Schiedam,
in zijn nieuwe gemeente Maassluis bevestigd
naar Joh. 1 8. Hij deed intrede naar
Gal. 6 14.
Het bestuur der christelijke vereeniging
tot /erpleging van lijders aan vallende ziekte
benoemde tot directeur der gestichten den
heer J. L. Zegers, geboren te Middelburg,
sinds 1872 zendeling te lndramajoe.
Velen zullen de benoeming van dezen
talentvollen ijverigen zendeling, met het
oog op de zending, diep betreuren, hoe
uitstekend overigens, voor wat de gestichten
betreft, de keuze mag genoemd worden.
Van de drie zendelingen die van wege
het Rolterdamsch genootschap in 't najaar
1872 naar Java werden uitgezonden, hield
de heer Zegers het 't langst uit. Zijn col
lega's de heeren P. N. Gijsman en S. A.
Schilstra, zijn thans resp. hervormd predikant
te Zoeterwoude; en particulier te Rotterdam.
Benoemd tot len onderwijzer met hoofd-
acte aan de openbare school te Kuilenburg
de heer M. A. de Man, onderwijzer aan
de openbare school te Woltertsdijk.
Vlissingen. Naar wij vernemen is de
jongen, die eerigen tijd geleden bij de
werkzaamheden aan den petroleumtank dien
aoodlottigen val deed, na een smartelijk
lijden, aan de gevolgen van zijne daarbij
bekomen kwetsuren, bezweken. VI. Crt.
Ierseke. Bij den landbouwer C. Poelman
heeft zich het buitengewone geval voorge
daan, dat een sclwap dat Zondagmiddag 2
lamineren wierp daarop gemolken 5 liter
biest gat, den volgenden morgen 2'/a liter
en des avonds nogmaals 2'A liter terwijl
bovendien de jonge schapen ook hun kinds
gedeelte kregen. Het is dan ook een zeer
schoon exemplaar dat ieders bewondering
wekt.
Een ongehuwde half simpele moeder
te Kloetiuge wilde haar kindje vermoorden
door het draadnagels en kiezelsteenen in
te geven de M. C. verneemt dat zij deswege
naar het huis van bewaring te Middelburg
is overgebracht.
In de werkstaking op de fabriek van
Ter Kuile en Morsman te Enschede is eenige
verbetering geki men. Zaterdag zijn eenige
werkstakers toegelaten nog andere werk
lieden van elders zijn aangesteld, zoodat de
zaken weder kunnen voortgaan.
- Te Zutfen heeft een ontzettende ramp
aller deelneming gewekt. Een jonggehuwd
paar, mr. P. en zijn vrouw waren naar
bed gegaan, toen een gasornament zakte
en daardoor een gasuitstorting in de slaap
kamer plaats had. Daar de echtelieden
inmiddels in slaap raakten, bespeurden zij
van het groote gevaar, waarin zij daardoor
kwamen, niets. Ontzettend waren de ge-
gen. Toen de dienstmeid hen des anderen
daags kwam roepen, vond zij mevrouw
reeds gestikt en mijnheer zieltogende.
Spoedige hulp naderde de heer P. wordt
zorgvuldig verpleegden jij thans herstel
lende,