1890. No. 83.
Dinsdag 15 April.
Vierde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKKRK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
RECHTSZAKEN.
KERK- EN SCHORLN1EÏ1WS.
I
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. ƒ0.95.
Enkele nummersƒ0.025.'
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel"
Persoonlijke dienstplicht maar
nog meer.
Artikel 17 van Ons Program, waarheen
ds Littooy in zijn belangrijk schrijven ver
wees, luidt aldus
Kracht tot handhaving van onze nationale
zelfstandigheid zoekt zij in de versterking
van het rechtsbesef; in de bevordering van
kennis onzer historie; in de bevestiging van
onze volksvrijheden; in eene ervarene diplo
matie en voorts in eene wettelijke orga
nisatie van de doode en levende strijdkrachten
te water en te land, die, na verbetering
van het scheeps- en kazern eleven,
met priisgeving der plaatsvervan
ging, bovenal kracht zoeke in het moreel
van den soldaat.
De eischverbetering van het scheeps-
en kazerneleven, ofschoon in het Program
van Actie niet voorkomende, staat dus
duidelijk in «Ons Program». Een deel der
a. r. pers had hierop reeds vroeger gewezen,
en op handhaving er van aangedrongen.
Ook De Graafschapper deed dit, en wees
tegelijk op de volgende bepaling in Het
Reglement van Krijgstucht:
„Daar de Godsdienst de bron is van alle
geluk, deugd, waren moed en troost, moet
ook in den krijgsstand een ieder zich tot
betrachting derzelve en tot een zedige levens
wijze bevlijtigen: de godslasteringen, het
vloeken en zweren moeten worden nagelaten;
en zullen de meerderen hierin en in al wat
de handhaving der goede zeden kan bevor
deren, hunnen minderen met een goed voor
beeld voorgaan, en alle buitensporigheden
algemeen vermeden moeten worden.
Het blad noemt enkele grieven, die bij
beantwoording aan den eisch, zouden ver
vallen. De soldaat moet een betere be
huizing hebben. Het drankmisbruik in de
kazernes neemt toe. Het bezoek van hoere-
huizen moest onverbiddelijk gestraft, ieder
publiek huis in de nabijheid der kazerne
geweerd, ot het bestaan van alle dusdanige
huizen voor goed verboden worden. Het
vernederend uitvloeken der miliciens, door
officieren en kader moet worden tegenge
gaan. Wel is bij reglement het vloeken
verboden, doch de straf ontbreekt. Verder
moet de oprichting en het bezoek van
Militairen Tehuizen worden gesteund en
aangemoedigd.
Het blad merkt voorts op dat uitnemend
heid van geest en gehalte der troepen gaat
voor uitnemendheid onzer kanonnen en
geweren. Een weinig meer puriteinsche
geest zou ons leger sterken en stalen tegen
den tijd dat beveiliging der nationale grens
noodzakelijk bleek.
Eer uw Overheid
In een vlijmend artikel, welks inhoud
door het opschrift «de Lohmannenheer-
schappij» voldoende wordt gekarakteri
seerd, gaf een der liberale bladen dezer
dagen omtrent een onzer ministers eenige
beschouwingen ten beste, die ons voor de
zooveelste maal doen zien op hoe zonder
ling een wijze men van die zijde den eer
bied voor het gezag weet hoog te houden
en hoe het Nederlandsche socialisme, in de
ondermijning van dat gezag, door zijn geeste
lijken vaderhet liberalisme wordt voorbijge
streefd. Ter staving van onze meening riemen
wij de volgende zinsneden uit het door alle
weidenkenden.terecht gewraakte artikel over:
Autocratisch en kleingeestig handelen is
hij voorkeur het streven van jhr. mr. M.
A. de Savornm Lohman, gouverneur-gene
raal van Suriname.
Door inconsequentie en brutaliteit
kenmerken zich de eerste daden van jhr.
mr. A. F. de Savornin Lohman, minister
van binnenlandsche zaken van Nederland.
Waar het heen moet met zulke mannen
aan het roer van staat, wjj weten het niet.
Maar wie zal niet bfj zulk een heerschap
pij, met ons 'thart vasthouden over de naaste
toekomst van land en kolonie
En deze woorden kan men nu lezen, niet
in Recht voor Allen, maar in het def
tige hoofdblad der Zeeuwsche liberalen, de
eej-zame Middelburgsche Courant.
Welk een zelfwegwerping
Wat zou het blad wel gezegd hebben,
wanneer een niet-liberaal blad zich op
dergelijk stuiter.de wijze over een minister
des konings had uitgelaten
Zie, hoe men er op uit is, van socialis-
titche zijde den eerbied voor elk gezag te
dooden en door aantasting zelfs van het
i karakter der regeerenden, van den Koning
af tot den geringsten Huisvader toe, de
natie rijp te maiten voor de anarchie, voor
de regeeringloosheid.
Moest dan de liberalist, wetende hoe
mede door zijn toedoen deze brutale aan
randing van het gezag werd mogelijk
gemaakt, niet alles vermijden, wat koren
op der socialisten molen zou zijn
En wat nu te zeggen van het feit, dat
zonder eenig protest van liberale zijde, door
het orgaan der Walchersche liberalen, het
gezag der Overheid, op zoo stuitende wijs,
zelfs door geen Croll, c. s. te verbeteren,
kon worden aangerand
Het antirevolutionair publiek, dat derge
lijke bladen leest, heeft weer eens iets van
Groens bestreden profetie vervuld gezien,
dat het van het liberalisme tot 't socialisme
slechts eene quaestie van enkele schreden is.
7* Ons Lager Onderwijs.
Ons land telde in 1889 in't geheel 4190
lagere scholen, waaronder 1244 bijzondere.
Deze scholen werden bezocht door 605,659
leerlingenwaarvan 194,476 op de
bijzondere scholen. Dit laatste aantal is
sinds 1888 met 7494 leerlingen toegeno
men het aantal op de openbare scholen
met 1651.
Het aantal kinderen van 6 tot 12 jaar,
dat op 1 Januari 1889 geen onderwijs ont
ving bedroeg ruim 71000.
In 't geheel werd het openbaar onderwijs
in 164 gemeenten kosteloos gegeven, waar
onder Zeeland met 8. Het gezamenlijke
schoolgeld op de openbare scholen bedroeg
f 1.358,900, dat is gemiddeld f 3, per jaar
en per kind.
Het aantal onderwijzers en onderwijzeres
sen aan de verschillende scholen werkzaam
bedroeg 14900, waarvan ruim 10600 op de
openbare scholen. l)e openbare onderwij
zers stonden dus voor gemiddeld 38 a 39
leerlingen de bijzondere voor 59 leerlingen
per hoofd,
Onder de scholen met veel minder dan
42 leerlingen komt Vlissingen voor met
eene openbare school met 18 leerlingen,
waarvan het hoofd der school met f2000
en 2 onderwijzeressen ieder f950 jaar wedde
genieten. Ook Aagtekerke komt daarop
voor met 20 leerlingen.
Ter opleiding van onderwijzers zijn er 7
rijkskweekscholen, die in 1888 110 onder
wijzers opleverden en elk gemiddeld f6000
aan onderwijzers, kweekelingen en materiaal
kosten. Bovendien zijn er 103 rijksnor
maalscholen met 2673 leerlingen. In 1888
deden daarvan 542 met goed gevolg het on
derwijzers examen. Deze aantallen zijn echter
aan 't verminderen. Rijksnormaallessen, die
wegens haar gering aantal kweekelingen
en nietsbeduidende uitkomsten in de termen
van opheffing vielen, heft de Regeering op,
bovendien neemt de begeerte naar het
onderwijzersambt af met de daling der
tractementen. Den len April 1889 waren
er reeds 527 kweekelingen minder dan het
hierboven vermelde aantal. De Rijksnor
maalscholen kostten aan het Rijk de som
van ruim vijf ton, dat is per inrichting
gemiddeld vijfduizend gulden. In 't geheel
betaalt het rijk en de gemeenten voor de
opleiding nagenoeg êen en een kwart
millioen.
De uitgaven voer het toezicht, dat is de
jaarwedden van inspecteurs en districts
schoolopzieners, benevens hunne reis- en
verblijf- en bureelkosten, alsmede de reis-
en verblijfkosten der arrondissements school
opzieners bedroegen een en een kwart ton.
Het Rijk vergoedde aan de gemeenten
de som var, ruim drie millioen.
In 't geheel'betaalde het Rijk voor het
openbaar lager onderwijs in 1888 ongeveer
4 en een half millioen. Het zuiver bedrag
der uitgaven van de gemeenten, dus na
aftrek van alle irkomsten, bedroeg in 1888
ongeveer 7 millioen. In 't geheel is er
dus in 1888 voor het openbaar lager onder
wijs 11 en een half millioen besteed.
Gelijke sommen werden er in de drie
voorafgegane jaren aan ton koste gelegd.
Gemiddeld kostte dus elke leerling aan het
Rijk en de gemeente f28 per jaar.
14 April '90.
Nogmeer dan naar Goes zijn naar Delft
de oogen gericht van alle partijen. Wat de
katholieken doen zullen; zoo luidt de vraag.
De meeste katholieke bladen raden hun
kiezers aan op mr. v. d. Yelde te stemmen.
De a. r.pers kan zich gevoeglijk buiten deze
quaestie houden, naai wat tijdens de Goesche
verkiezing door haar is gezegd. Thans mag
de r. k. pers zich doen hooren. En het moet
gezegd, hare bazuin geeft geen onzeker ge
luid. Men voelt dan ook: de roomschen to
Delft hebben een gewichtige beslissing in
hunne hand. Zelfs het kamerlid Hafifmans
denkt er zoo over. Hij schrijft:
„Dinsdag 22 April is de groote dag. Dan
wordt er over het al of niet voortbestaan
der anti-liberale partij beslist, dan woidt het
antwoord gegeven op de vraag: Zullen
katholieken en anti-revolutionairen nog lan
ger samengaan of voor goed uiteenspatten
Het lot van Nederland is met de verkiezing
te Delft gemoeid.
Weer onder den ouden liberalen knoet en
dan voor goed en onherroepelijk, of nog wat
verademing
Dat is dus de quaestie.
Men zegge niet: De Centrumspartjj in
Duitschland staat toch ook op haar zelve
en dus
Beste vriend, in Duitschland is een aan
eengesloten anti-liberale partij geen vol
strekt vereischte. In Nederland wel. Geloof
me, üe eenige manier om de liberalen in
bedwang te houden is ten onzent het bond
genootschap tusschen katholieken en anti
revolutionairen, dat den 22 dezer maand op
het spel staat.
Wijs mij een ander middel om onzen hals
vrij te houden en ik geef hen gelijk die
zoo ongemakkelijk op hun poot spelen."
Later vernamen wij, dat de r. k. te Delft
op den a. r. candidaat mr. v. d. Velde
zullen stemmen.
Donderdag 17 April, a. s. 16e alge-
meene vergadering van den Nederlandschen
Militairen Bond, te Utrecht in het «Tehuis
voor Militairen» aan het Wed. Belangrijke
mededeelingen mogen zeker wel verwacht
worden van den heer E. R. Boas, verte
genwoordiger van het Bond. Ook zal er
gelegenheid zijn tot bespreking over de
werkzaamheden en vruchten der Tehuizen.
Naarmate de kans op invoering van per
soonlijken dienstplicht grooter wordt, naai'
die mate dient ook de belangstelling in de
zorg voor, en oprichting van Militaire Te
huizen toe te nemen. Een zaak var. algemeen
belang. Gevaar bij uitstel. Zoo moet het
zijn.
Wordt aanbevolen den avond te voren
in de «Tehuizen» een bedestond te doen
plaats hebben.
In het Staatsblad no. 94 is opgenomen
een Kon. besluit van den 3en April 1890
houdende voorscbritten ter uitvoering van
art. 12, 3e lid, sub 2o. der wet tot regeling
van het lager onderwijs.
Dit besluit bepaalt o. m. het volgende
Art. 1, Jaarlijks, in de maand December,
wordt door Ons, tot een'maximum van f 500,
het bedrag der rijksbijdrage vastgesteld,
dat aan gemeentelijke en aan bijzondere
normaallessen en aan hoofden van
scholen zal worden verleend voor elk der
door hen in den loop van het daaropvolgen
de jaar ter opleiding tot onderwijzer aan te
nemen personen, nadat deze akte, bedoeld
in art. 56 onder a der wet tot regeling van
het lager onderwijs, zullen hebben verkregen.
Voor hen, die bij het in werking treden
van dit besluit ter opleiding tot onderwijzer
zijn, en die in den loop van 1890 zullen
worden aangenomen, wordt het bedrag
der rijksbijdrage door Óns vastgesteld vóór
1 Mei 1890.
Onze in dit artikel bedoelde besluiten
worden in de S taats-courant openbaar
gemaakt.
Art. 2. Om voor de rijksbijdrage in aan
merking te komen, wordt vereischt dat de
personen die de akte van bekwaamheid als
onderwijzer hebben verkregen
1. bij den aanvang der opleiding hun
vijftiende jaar waren ingetreden;
2. gedurende ten minste twee jaren
onafgebroken zijn opgeleid;
3. voor het geval de opleiding door het
hoofd eener school geschiedt, gedurende
ten minste t. wee jaren vóór het afgelegd
examen, onafgebroken op denvoet van
art. 8 der wet tot regeling van het lager
onderwijs, in de school als kweekeling
waren toegelaten.
4. De besturen van gemeenten die nor
maallessen doen geven, die van bijzondere
normaallessen en de hooiden door wie een
of meer personen ter verkrijging eener akte
van bekwaamheid als onderwijzer worden
opgeleid, en die voor het ontvangen eener
rijksbijdrage in aanmerking wenschen te
komen, doen hiervan kennisgeving aan den
arrondissements-schoolopziener vóór 1 Juli
1890 of binnen eene maand nadat de lessen
zijn aangevangen.
Bij kon. besl. is benoemd tot notaris
binnen het arr. Zierikzee, ter standplaats
St. Maartensdijk P. F. A. van Seters, can
didaat notaris te Vucht.
Het gerechtshof te 's Hage heeft uit
spraak gedaan in het honger beroep van
J. K. te Kloetinge, die door de Middel
burgsche rechtbank tot twee maanden ge
vangenisstraf was veroordeeld wegens ont
vreemding van een rijtuiglantaarn. Wegens
gemis aan bewijs werd het vonnis ver
nietigd, evenals dat inzake M. R., veroordeeld
wegens meineed. Daarentegen werd bevestigd
het vonnis derzelfde rechtbank, houdende
veroordeeling var. D., ontvangers klerk te
Domburg, wegens verduistering van gelden.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Heinoo ds. L. M v. Noppen
te Zwartsluis.
Bedankt voor Nisse door V, Roos te
Bredevoort,
Waarde. In de Vrijdagavond gehouden
vergadering van kerkvoogden, welk collegie
weder voltallig werd door de benoeming van
dhr. J. J. Mol, is tot president-kerkvoogd
benoemd dhr. H. C. Poieij.
Chr. Ger. Kerk.
Bedankt voor Wissenkerke door ds. A.
Delfos te Kamperland.
Zuidzamle. Naar wij vernemen is het
aantal sollicitanten naar de betrekking van
hoofdonderwijzer dezer plaats vijf, waaronder
één hoofd eener school. Het tractement van
den te benoemen hoofdonderwijzer, hoewel
aanvankelijk op 800 gulden bepaald, is
nader vastgesteld op 850 gulden. Daar de
betrekking sinds 1 Januari vacant is, heeft
de gemeenteraad indertijd den onderwijzer,
dhr. Van Aartsen tot waarnemend hoofd
benoemd en dhr. Verhagen tot tijdelijk on
derwijzer aangesteld. Het plan bestaat om,
zoo mogelijk, geen vergelijkende examens te
houden.