1890. No. 60.
Dinsdag 18 Februari.
Vierde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENT1EN
Nog een getuigenis
DE ZEEUW.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0.95.
Enkele nummers -0,03*.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De Eerste Kamer der Staten generaal
heeft door afstemming der begrooting van
koloniën, met éene stem meerderheid, een
daad verricht die terecht bij velen in den
lande afkeuring vindt. Deze handelwijze
toch is in strijd met onze bestaande Grond
wet, die aan den Koning de macht verleent
zjjne ministers te benoemen, 't geen geheel
illusoir zou worden wanneer de kamer zich
het recht meent te mogen toekennen «om
reden buiten de begrooting» alleen ten gevalle
van den persoon des ministers, die begroo
ting af te stemmen en dus den minister
tot aftreden te noodzaken wat in dezen te
meer afkeuring verdient, daar blijkens de
gehouden debatten zulks kennelijk alleen
geschiedde omdat minister „Keuchenius,
als een christen staatsman, in onze over-
zeesche bezittingen het Kruis van Christus
in eere wenschte te houden tegenover de
vaan van Mahomed; een handelwijs niet
alleen overeenkomstig de roeping van een
christenstaatsman, maar ook alleszins over
eenkomstig de belangen van Indië, zooals
zulks reeds vroeger werd aangetoond door
baron v. d. Cappelle, destijds gouverneur-
generaal van Indië; een man, die door zijn
langdurig verblijf aldaar ten volle bekend
was met de belangen dier bevolking.
Deze, aan zijn vriend Baud schrijvende,
drong ten sterkste aan op de rertaling en
verspreiding van den Bijbel in Nederlandsch
Indië; en hij voegde er bij«Waardoor
kan het besef van liefde tot het vaderland
beter verkregen worden dan door een be
schaving die den christelijken godsdienst
tot grondslag heeft. Die verbinding is ook
nuttig voor de oelangen van ons Gouver
nement, omdat zij een aansluitingspunt
geeft met het doel van den gouverneur-
generaal.»
In dien geest werkte men destijds dan
ook voort door den zendingsarbeid te steu
nen. Welke heilzame vruchten dit destijds
naliet, deed zich vooral ook kennen in de
Minehassa waar door de zendingscholen een
bloei en eene beschaving werden gesticht
die de verbazing van den beschouwer wekte,
en den hoogleeraar de Vrieze, met eene be
langrijke zending door het Gouvernement
naar Indië vertrokken, in bewondering bracht,
bjj het zien van een beschaving, die niet
alleen het geluk van den inlander bevor
derde, maar ook van een weldadigen invloed
was op de daar bestaande koffiecultuur, die
in weinige jaren tot een viervoudige op
brengst gestegen was, zoodat hij bij de
beschouwing van dit alles schreef:
«Van dit standpunt van onderwijs moet
zedelijke beschavingen ontwikkeling uitgaan,
en is men eenmaal tot besef gekomen van
de waarde van het Christendom, dan kan
die heerlijke christelijke godsdienst totont
wikkeling ook strekken van de volken van
den Archipel; en evenals zij, om zoo te
zeggen, moet komen in den grond der
beschaving, zoo ook wordt zij op haar beurt
de bron van zedelijke en maatschappelijke
beschaving en welvaart, en van geluk voor
dit en voor een volgend leven.»
Dus was het oordeel van een man als
de hoogleeraar de Vrieze, toen hjj de heil
zame werking van het Christendom zag,
tegen welks bevordering 20 leden der Eerste
Kamer zich zoozeer meenden te moeten
verzetten, dat uit dien hoofde de begrooting
voor koloniën werd afgestemd.
Maar was het dan zoo noodig dat de
minister Keuchenius als een zoo groot
ijveraar voor het Christendom optrad Om
deze vraag te beantwoorden, moet men na
gaan hoe treurig de toestand van Indië in
de laatste jaren geworden is. Met welk
eene blijkbare onverschilligheid het Chris
tendom er behandeld werd hoe de Zending
er in stede van bevordering, tegenwerking
vond, terwijl de bedevaart naar Mekka op
Allerlei wijs door het gouvernement werd
begunstigd, zoodat het getal bedevaartgan
gers, dat in 1871 reeds 1842 bedroeg, reeds
in het volgende jaar tot 3255 was ge
klommen, waardoor bij hunne terugkomst
een fanatieke geest, vijandig aan het Chris
tendom, werd verspreid onder de bevolking,
waarvan de gevaarlijke gevolgen zich reeds
op Java hebben doen kennen.
En niet alleen dit, maar ten jare 1871
werd onder hot ministerie v. Bosse een
koninklijk besluit in het leven geroepen
waarbij, onder den schijn van neutraliteit,
alle ondersteuning, vroeger van Rijkswege
verleend aan zendelingen en inrichtingen
van onderwijs waar Christendom onderwezen
werd, werd ingetrokken, een besluit dat
aan vele heilzame inrichtingen den nekslag
gaf, en aan de beroemde zendeling- inrichting
in de Minehassa een gevoeligen slag toe
bracht. En tegen dit bedroevende en voor
de belangen van Indië zoo strijdige stelsel,
waardoor het Mohamedanisme op schrik
barende wijze is toegenomen, trad mr.
Keuchenius op door met eerbied voor ge
wetensvrijheid, de vaan van het Christendom
te verheffen, alleen door haar «niet achter
te stellen» aan de leer van Mohamed.
En dit nu wilden de 20 leden der le
kamer niet. Z\j wilden niet dat in Indië
het Christendom bevoorrecht werd boven
(lees gelijkgesteld met) de leer van Mohamed.
En zij die zoo handelden noemen zich nog
ChristenenZoo deed zich weder het libera
lisme in zijne ware gedaante kennen, ook
waar het meent op die wijs de belangen
ven Indië te bevorderenI
Mr. P. H. SAAYMANS VADER.
17 Febr. '90.
Goes. Vrijdag den 14en dezer maand
hield de vereeniging «Samuel», tot steun
van behoeftige kinderen, die de christelijke
school willen bezoeken, hare laatste verga
dering in dit jaargetijde. Nadat de samen
komst met psalmgezang, gebed en het lezen
van Hosea 14 door den voorzitter was ge
opend, trad de heer J. Buijse als spreker
op. ZEd. bepaalde ons bij de verschillende
zinnebeelden, die gebruikt worden in de
H. Schrift om het opkomend geslacht aan
te duiden, om daarna uitvoerig stil te staan
bij de figuurlijke taal ir. Psalm 128 «Uwe
kiuderen zullen zijn als olijfplanten om
uwe tafel.»
«De olijfboom», zoo zei de spreker, was
reeds bij de Grieken gewijd aan de godin
Minerva, een krans van olijfbladeren was
eene belooning voor hem, die bij de Olym
pische spelen overwon, en een olijfblad was
het teeken des vredes. Daarna wees spreker
ons op een tiental eigenschappen van den
olijfboom om daarbij ook telkens de be-
teekenis ervan voor de opvoeding aan te
wijzen. De olijfboom wil gezelligheid, zoo
ook onze kinderen, daarom is het van 't
grootste belang, dat we opletten met wie
onze kinderen omgaan.
De olijfboom groeit het best op een schralen
zanderigen, bodem;zoo ook wordthet karakter
onzer kinderen het best gevormd door
tegenspoed. De olijfboom wil echter een
harden, rotsachtigen ondergrond, zeo moeten
we zorgen, dat ook de opvoeding onzer
kinderen rust op den rotsgrond van Gods
Woord. De olijfboom groeit langzaam en
geeft dan hard hout, zoo ook moet alle
overhaasting in de opvoeding gemeden
worden, anders worden onze kinderen wel
gelijk aan klimopplanten, maar kunnen ze
niet zelfstandig optreden. De gestalte van
den olijfboom is onaanzienlijk, maar toch
geeft deze plant heerlijke vruchten, na
prachtige bloemen geschonken te hebben.
Ook onze kinderen zijn zondaars en zonda
ressen, maar door Gods genade vertoonen
ook zij vaak prachtige bloesem, die echter
helaas niet altijd tot vruchten rijpt. Daarom
moet de opvoeder zorgen, dat hij het kind
goed leert kennen en voorzichtig zijn, opdat
er geen bloesem verloren ga, maar alles
tot vruchten rjjpe. De vrucht van den
olijfboom is saprijk en versterkend en ook
onze kinderen kunnen als gezegende vruch
ten van het huwelijk om onze tafel zitten,
wanneer zij behoorlijk zjjn opgevoed. De
vrucht van dezen boom geeft olie, die tot
verzachting en zalving dient, zoo moeten
ook onze kinderen leeren de olie der barm
hartigheid te gebruiken. De olijfboom wordt
zeer oud en onze kinderen zijn onze eenige
bezitting, die met ons de eeuwigheid ingaat
Eindelijk de olijfboom bezit de kracht om
zich te verjongen als de stam is afgehakt,
kan deze weer opnieuw tot een jongen,
frisschen boom worden. Zoo kunnen ook
onze kinderen door Gods Geest vernieuwd
worden om te leven tot zjjne eer.»
Zeer jammer was het, dat deze leerzame
voordracht niet door een grooter getal toe
hoorders werd aangehoord dan nu het geval
was; maar dit is zeker, de aanwezigen
stemden van harte in met het woord van
dank, dat ten slotte door den Voorzitter
tot den heer Buijse gericht werd, waarna
deze laatste met dankzegging de vergadering
sloot. W.
In het café bjj Hartman op de groote
markt te Goes ligt gedurende 14 dagen
het volgende adres aan de Tweede Kamer
der Staten Generaal betreffende graanrech
ten ter onderteekeniug.
De ondergeteelenden, landbouwers en
belangstellenden uit het Oosteljjk en andere
gedeelten van Zuid Beveland, Provincie
Zeeland, hebben de eer zich tot Uwe Hooge
vergadering te richten ter ondersteuning en
aanbeveling van het wetsvoorstel van den
heer Mr. Bahlmann tot het heffen van in
voerrechten ep granen.
Het is toch een bepaald feit dat de
landbouw in Zuid Beveland, en in deze
provincie, evenals in vele andere gedeelten
van Nederland voortdurend achteruitgaat,
en dat deze achteruitgang voroorzaakt wordt
door de steeds dalende prjjzen der granen
als gevolg van den gansch vrjjen invoer,
voornamelijk uit de Overzeesche Gewesten.
Even zeker is het dat men zich niet helpen
kan door den landbouw op te heffen, en de
bouwlanden in weiden te herscheppen, be
halve dat daardoor de werkeloosheid op de
meest schrikbarende wijze nog zou toenemen.
Er zal dus iets gedaan moeten worden
om den landbouw op te heffen, en dit kaü
niets anders zijn dan het redmiddel dat door
de meeste Rijken in Europa is nangegre
pen het heffen van invoerrechten op granen.
Alle monopolies zijn verwerpelijk en
concurrentie is goed, mits dat zjj mogelijk
zij. De een of andere tak van nijverheid
kan door onmogelijke concurrentie opgegeven
en door andere industriëele ondernemingen
vervangen worden, maar zulks is onmogeljjk
bij den landbouw, de voornaamste bron, ja,
de grondwortel van ons volksbestaan.
Door verbeteringen bjj den landbouw die
altijd meer bedrjjfkapitaal vereischen, ter
wijl het juist aan dezen grooten hefboom
van alle zaken hoe langs hoe meer begint
te haperen, kan men de overstelpende concur
rentie der Overzeesche gewesten niet genoeg
zaam het hoofd bieden.
Hoe kan men toch in een land met vele
en hooge belastingen, met noodzakelijk
hooge produktiekosten, met een sedert
eeuwen bebouwden grond met een ongunstig
klimaat, tegen Overzeesche gewesten con-
curreeren, die zeer geringe belastingen en
bedrijfkosten en een maagdelijken uiterst
vruchtbaren grond hebben, en waar de
oogsten nimmer, zooals hier zoo dikwerf,
door aanhoudend regenweder bij de inzame
ling zeer in waarde verminderd of bedorven
worden - gewesten die Europa buitendien
met hun granen voor lage vrachtprijzen
vaak als ballast, kunnen overstroomen
De toestand hier te lande wordt nog
onhoudbaarder sedert andere ons omgeven^
Europeesche staten den invoer van granen
belast hebben. Nederland wordt daardoor
een vrjj haven en een stapelplaats voor de
mededingers, tegen welke wjj bij geheel
ongelijke wapenen, den strijd niet kunnen
volhouden.
De graanprijzen kunnen op die wjjze
weldra tot dpn produktieprjjs, of wellicht
nog lager dalen, hetwelk den onvermjjde-
Ijjken ondergang van den Nederlandschen
landbouw tengevolge zou hebben.
De schoone theorieën van den vrijen han
del kunnen bjj deze naakte werkelijkheid
niet redden, en kunnen naar onze innige
overtuiging, bij geheel gewijzigde omstan
digheden, niet in alle opzichten meer toe
gepast worden.
Dit heeft men zelfs in die landen in ons
werelddeel begrepen, waar men de vrjjhan-
dehbeginselen zeer is, toegedaan.
Wat nu nog te zeggen van de bewering
dat de voordeelen van graanrechten niet
kunnen opwegen tegen de nadeelen daaraan
verbonden?
Het brood zegt men zal duurder worden
en voor de zuivelboeren zal de prijs van
het veevoeder vermeerderer.
Men vergeet daarbij dat verhooging van
den prijs van het brood van meerdere
faktoren afhankelyk is, zoodat zelfs bij het
heffen van een gemaal belasting de prjjs nog
niet altijd in alle omstandigheden vermeer
dert. Men vergeet ook dat volgens de
ondervinding elders opgedaan, de verhooging
van den broodprijs betrekkelijk gering is,
indien deze plaats heeft, en dat in allen
gevalle het brood, ook bjj eenige verhoo
ging, nog zeer laag in prjjs en veel goed-
kooper dan in vroegere tjjdperken zal zjjn.
Maar ook al mocht de broodprijs voor den
werkman, en voor het algemeen, ietwat
verhcogen, dan zal dit ruimschoots door de
afschaffing van accjjnsen op eerstelevens-
behoeften vergoed kunnen worden. Bovenal
zullen de arbeiders wanneer er door ver
hooging der graanprijzen eenige welvaart
bjj de landbouwers terugkeert, door meerder
werk en door mindere werkeloosheid zeer veel
bevoordeeld zjjn, eene omstandigheid waar
aan niet genoeg gewicht kan worden gehecht.
Daar waar het voortbestaan van den
landbouw op het spel staat en de werke
loosheid steeds toeneemt, is de voorgestelde
maatregel niet alleen in het belang der
grondeigenaren, maar ook der landhuurders
die anders al spoedig ook door de laagste
pachten niet weer geholpen zullen zjjn;
alsmede, en niet het mi-st in het belang
der arbeiders.
De vrees der weiboeren dat zjj door
graanrechten benadeeld zullen worden,
mag voorts als zeer overdreven worden
beschouwd.
Het kracht voeder voor het vee bestaat
toch voor een groot gedeelte uit verschil
lende soorten koeken en dergelijke voe
dingsmiddelen en voor een zeer gering
gedeelte slechts uit tarwe. Daarbjj is het
inkomende recht dat thans op de andere
graansoorten wordt voorgesteld, zoo gering
dat dit wel door de importeurs zal gedragen
worden, zooals in Duitschland het recht
van 1 Mark of f0.60 per 100 kilo geen
invloed op den prjjs heeft uitgeoefend.
Buitendien zullen de zuivelbereiders door
afschaffing van den zoutaccijns gebaat worden.
Van de nadeelen van graanrechten bljjft
dus, ook door ruime compensatie, niet v >el
over, en wanneer men nu nog de groote
voordeelen en de absolute noodzakelijkheid
van den maatregel mocht willen bestrijden
dan wjjzen wjj op het buitenland waar de
voorspellingen der tegenstanders door de
ondervinding gelogenstraft worden.
Levert het naburige Duitschland bjj
voorbeeld niet het sprekend bewjjs dat
daar sedert de invoering van inkomende
rechten, vooruitgang en welvaart toene
men Trekken thans niet jaarljjks duizenden