m*
P
ri 1890.
'ooien voorraad,
ANDEN:
KAARTJES,
of gestikte
;ny, Goes.
MAAS,
burger
N H UI S,
1889. No. 35.
Zaterdag 19 December.
Vierde Jaargang
ar Die met 1 Jan. zich wenscht
te abonneeren op ons bladontvangt
de in dit jaar nog verschijnende nos.
GRATIS.
I
R GELD
LBURfi.
KLEMKERK.
[MING
ESCH.
ïuur gevraagd
l.b.-rotterdam.
hber.
Itdienst
Ld 22
LEGRAAF."
VERSCHIJNT
F. P. lThuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
VOLKSTELLING.
Warm eten aan Schoolkinderen.
alle Boekhandelaren
Rijks te bekomen
60 cents.
Humoristische
alenders.
E SORTEERING
welke van heden af
)or iedere lamp, die men
gratis een bovenge-
ider.
HT) LANGE DELFT.
iJT. B 116—117.
0(—
worden tot bovenge-
leverd
er naar keuze,
kalender van «FILIP-
verkiezing. Prijs fl.
P R IJ Z E N.
55 ct., Persico 60
let., Citroenlikeur 65
|65 ct., Curasao 65
Jnever 60 ct., Bran-
F 1,25, Medoc 80 ct.,
|AT, MIDDELBURG.
vroeger
ITUIN.
bureau «de Zeeuw»
Zaterdag, Maandag
Jigen 7.15. Van Mid-
Iterdam 8.15.
|g en Zierikzee.
ee Spoorweg Goes,
ter.
Van Zierikzee:
linsd. 17'smorg. 7,30
/oen. 18 7,30
|ond. 19
rijd. 20
lit. 21
laan. 23
6,30
6.30
7,30
6,30
7,30
Ins. 24 'smidd.12,
per-
van Antwerpen
bnsd. 17'smorg. 3.
pnd. 19 3.30
L. 22 5.30
Insd. 24 6.30
elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p.
Enkele nommers.
f0,95
- 0,025
UITGAVE VAN
G. M. Klemkerk, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regelr 50 cent, iedere regel,
meer 10 cent.
De 7de algerneene 10 jaarlijksche volks
telling die dit jaar zal gehouden worden,
heeft ten doel de aanwijzing van allen; die
te middernacht tusschen 31 December 1889
en 1 Januari 1890 hunne werkelijke woon
plaats binnen Nederland hebben.
Deze allen worden aangewezen, onver
schillig of zij op genoemd tijdstip in hunne
woning al dan niet aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zij die zonder wer
kelijke woonplaats binnen Nederland te
hebben, 'op genoemd tijdstip aldaar aan
wezig zijn.
Omtrent deze allen moeten de opgaven
verstrekt worden, die gevraagd worden op
kaarten die tusschen 26 December 1889 en
1 Januari 1890 zullen worden rondbezorgd,
en dadelijk na Nieuwjaar zullen worden
teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zijne woning
worden ingevuld
eene WITTE KAART (voor een man of
jongen) of eene BRUINE KAART (voor eene
vrouw of meisje.)
Bovendien moet door of voor ieder aan
de woning waar hij t ij d e 1 (j k aanwe
zig is, ingevuld worden eene GROENE
KAART (voor een tijdelijk aanwezigen man
of jongen) of een ROODE KAART (voor
eene tijdelijk aanwezige vrouw of meisje.
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder
van iedere instelling, gebouw, gesticht of
schip, waar de kaarten worden bezorgd, is
verplicht voor de behoorlijke invulling zorg
te dragen.
Deze zorge er dus voor, dat aan den
teller, wanneer hij de kaarten bezorgt, worde
opgegeven hoeveel witte, bruioe, groene of
roode kaarten er in de woning noodig
zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffen
de de volkstelling wordt krachtens artikel
20 der wet van 15 April 1886 (Staatsblad
no. 64) gestraft met hechtenis van ten
hoogste veertien dagen of geldboete van ten
hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te
verkrijgen kennis der bevolking is eene
zaak van algemeen belang.
Tot het verkrijgen dier kennis is noodig,
dat alle vragen op elke kaart met de meest
mogelijke nauwkeurigheid en volledigheid
worden beantwoord.
Aan deze kennisgeving, die van wege
de regeering door de burgemeesters tot de
ingezetenen kwam, behoeven wij niets toe
te voegen. Die het bovenstaande met aan
dacht leest, zal wel geen nadere inlichtin
gen noodig hebben. Ook omtrent de invullihg
der vraag omtrent het kerkgenootschap kan
geen onzekerheid bestaan sedert de heeren
Donner en Lohman van den minister
de noodige inlichtingen gevraagd en ver
kregen hebben.
De heer Donner iiad er namelijk aan
merking op gemaakt dat volgens de kaarten
ieder verplicht werd te erkennen dat hij
tot een kerkgenootschap behoort. Hij zeide
„Duizenden zijn er, die tot verschillende
kerken behooren, en die bezwaar hebben
om de nadere begripsbepaling van „genoot
schap" achter hun officieelen titel te voegen.
Zij hebben recht bekend te willen wezen
voor hetgeen zy zijn, leden van een kerk,
en niet vaneen genootschap. Het is velën
zeker niet onbekend dat er tegen dat
woord of liever tegen dat begrip van het
woord genootschap als nadere bepaling
van het begrip kerk bezwaar bestaat.
Het woord kerkgenootschap dag-
teekent uit het laatst, misschien reeds
uit het midden der vorige eeuw, toen bij
velen in Kerk en Staat het zuivere, by-
belsche begrip van het wezen der Kerk
van Christus verloren was gegaan, en men
de woorden keik en genootschap voor
synoniem, gelijkluidend verklaarde. Het
is te verwachten, dat bij deze volksstelling
of velen zullen weigeren die vraag te be
antwoorden, of het zoo zullen doen, dat
men de meest onjuiste statistiek verkrijgt."
De commissaris des Konings in Friesland
was te goeder trouw buiten zijne bevoegd
heid gegaan en had den nederl. gerefor
meerden aangeraden in te vullen adoleerend».
Nu is 'tniet mogelijk van doleerende per
sonen te sprekenzij zijn er ook niet, wel
doleerende kerken. De heer Lohman laakte
deze vergissing.
Ik kom er in de eerste plaats tegen op
dat een Commissaris des Konings op eigei
gezag de wet of de Koninklijke besluite:
aanvultdaarmede heeft hij niets te maken,
In de tweede plaats acht ik het beter
dat die Commissaris des Konings g
advies (althans geen advies in kerkelijk
zaken) geeftuit het advies zelf toch blijkt':
dat hij van deze hoegenaamd geen verstand
heeft. In officiëelen zin zyn er geen do-,
leerenden in ons land, wel doleerende ge
meenten; kerken die hierover doleeren,
dat met behulp der Regeering, van alle
machten in Nederland, inclusieve de rechter
lijke macht aan de oude Gereformeerde Kerk
die vroeger onder een verband hééft gestaan
dat nog bestaat en dat nooit wettig ver
broken is, het recht op hare goederen wordt
onthouden daarom noemen zij zich dolee
rende kerken. Ik geef toe, dat in de volks
taal veelal wordt gesproken van doleeren
de n. Maar dit is onjuist. Er zijn Gere
formeerden, geen doleerenden.
Wanneer gy verklaard hebt, of g(j al
dan niet behoort tot de Ned. Herv. Kerk
zoo had de Commissaris des Konings
evenzeer kunnen gelasten moet gij ook
nog antwoorden op de vraag zijt gij atheist
ultramontaan, synodaal enz. Had hij dat
gedaan, dan zou ieder gevoeld hebben, dat
zulke uitdrukkingen niet passen in een
officieel stuk, uitgegaan van een Commis
saris des Konings.
De minister antwoordde dat de foutief
gestelde vraag afkomstig is van zijne ambte
naren; bureaumannen, die achter hun les
senaar geen gelegenheid schijnen te hebben
te letten op wat in kerk en maatschappij
daar buiten plaats heeft. De minister heelt
echter de fout terstond hersteld door aan
üe commissarissen te schrijven dat zij 'i
niet dat woord kerkgenootschap niet al te
streng rechterlijk moeten nemen dat men
er dus ook kerk of gezindheid door kan
verstaan.
De invulling omtrent het kerkgenootschap
heeft dus geen bezwaar meer. De ned.
gereformeerde behoeft thans niet te vreezen
dat hij onder eene rubriek zal vernoemd
worden met de vrijdenkers.
Te Middelburg worden pogingen aange
wend een vereeniging te stichten, die zich
ten doel stelt een honderdtal arme school
kinderen des namiddags een maal wann
eten te bezorgen.
In een artikel: «de school met den soep
ketel» hebben wij reeds vroeger onze be
zwaren gezegd tegen dezen vorm van barm
hartigheid, wanneer zij namelijk uit de
Staats- of gemeentekas moest worden be
taald.
Nu echter te Middelburg het particulier
initiatief aan het woord kwam, behoeven
wij in de eerste plaats deze bezwaren niet
te herhalen. Wij mogen met dezen tijde-
lijken maatregel vrede hebben. Ook wij
zijn niet doof voor de klachten over de
armoede van zoo velen, die genoodzaakt
zijn hunne kinderen met een leege maag
naar school te zenden. Een hongerend kind
kan niet leeren. Toch geve niemand der
onzen aan deze vereeniging zijn steun dan
op voorwaarde dat de maatregel slechts een
tijdelijke zij. Immers niet particuliere ver
eenigingen met algemeen christelijken, nie^
christelijken of tegen christelijken grondslag
zijn in de eerste plaats geroepen de nooden
van de kinderen onzes volks te lenigen.
Dat moet de Kerk doen. De Kerk heeft
jaren lang haar plicht verzuimd. Op plaat
sen waar de belijdenis der Vaderen geiiand
haafd bleef, was het verval wel zoo groot
nietdoch in gemeenten waar de zooge
naamd moderne god-dienst den boventoon
kreeg, stompte reeds sinds jaren het mede
gevoel af, en verdween allengs de prikkel
tot geven. Er zijn steden bekend, waarin
groote hervormde gemeenten, door moderne
godsdienstleeraars gesticht, de collecten
schrikbarend afnamen. In eene godsdienst
oefening soms dertien cents en twee
kno' pen
Het spreekt van zelf dat bij zulke magere
collecten ook de bedeelingen minder werden.
Hoe kon het ook anders. Immers door
staatshulp verwend, moest bij velen de ge
dachte aan de noodzakelijkheid van het
geven worden prijs gegeven.
Jarenlang waren oogen en harten van
onze goede liberalisten slechts op dit ééne
gericht: Staatszorg voor het openbaar on
derwijs. Goedkoop, kosteloos onderwijs voor
onze kinderen. De kosten te dragen door
den Staat.
Vul de hoofden der schoolkinderen zoo
spraken zij met zooveel kennis als ze
maar immer kunnen bevatten. Laat hen
zooveel wijsheid opdoen in alle mogelijke
moderne talen als het kanbouw maar veel
scholen met ruime lokaliteiten; zorg voor
een goede opleiding van zooveel onderwijzers
als er maar komen willen, en gij zult het zien,
de natie zal haar toppunt van volkomenheid
hebben bereikt, voor den drang der weten
schap zal zelfs de armoede jzwichten. Of liever
men dacht daaraan zelfs niet. Een liberaal
blad merkte het dezer dagen terecht op
«In de politiek van een kwart eeuw zijn
het peil van het onderwijs en de richting
van het onderwijs het middelpunt van den
wetgevenden en van den verkiezingsarbeid
gewee-t.» Slechts op het hoofd der welge-
voeden viel al het licht uit deze dieven
lantaren, en al het andere, ook de maag
der hengerigen bleet dientengevolge liggen
in de treurigste duisternis.
Gelukkig dan ook, dat het nuchtere deel
onzer tegenstanders in tweede en eerste
kamer met dit egoïstische stelsel brak, en
door aanneming van Mackay s schoolwet
de aandacht der publieke meening van
het eenzijdige onderwijsvraagstuk trachtte
af te leiden.
Mede gevolg daarvan is het optreden der
Middelburgsche dames en heeren met hun
streven naar kindervoeding.
H et zou ons dan ook niet verwonderen of
de vereeniging die naar wij hopen er komt,
zal de voorwaarde waarop onze vrienden
baar mogen steunen, billijken. Immers wat
inen ook zegge van de antirevolutionairen,
gereformeerden, christelijk gezinden, geloo-
vigen of hoe men hen noemen wil, aan
de zonde van traagheid in het benaarstigen,
niet ieder persoonlijk, maar en bloc genomen,
hebben zij minder schuld dan de voorstanders
der liberale, der moderne levensbeschouwing.
Aan leunen op den staatsarm werden reeds
in 1836 een zeer groot deel der onzen
gespeend, en een 25 tal christeiijke scholen,
behalve de bewaarscholen, zeggen het dui
(lelijk dat het denkbeeld van particulier
initiatief hunne geheele instemming heeft.
Gezwegen nog van de honderd duizenden,
die zij voor hunne armen, weduwen en
weezen, kerken en pastorieën, hunne pre
dikants- en onderwijzerstractementen en
hunne belastingen, mede tot onderhoud van
wat liet particulier initiatief der tegenpartij
verzaakte, al die jaren hebben geofferd.
Daartegenover maakten onze geachte
tegenstanders tot nog toe een zeer pover
figuur. Echter niet op hun rekening alleen
hebben wij de nooden van onzen tijd te
boeken. Een groot deel der kerk, voor
zoover het aan milddadigheid en wijsheid
in het geven en bedeelen te kort schoot,
heeft mede daaraan schuld. De armver
zorging, die van de kerk dient uit te gaan,
laat nog heel wat te wenschen over. Mede
tegen de zonden van Christus'kerk zijn
deze hongerende schoolkinderen een levend
protest.
Die dit inziet, kan zich niet vijandig
tegenover deze vereeniging stellen, of haar
met koude laatdunkendheid, door eene
misschien op zich zelf verdedigbare doctrine
verblind, voorbijgaan. En zoolang dan ook
van tweeën een niet gebeurd is, liebbe tot
op zekere hoogte ook deze zij het ook
averechtsche vorm van barmhartigheid onze
sympathie. Van tweeën een dat namelijk
öt de kerk hare roeping inzie en zich het
lot niet alleen dezer arme schoolkinderen,
maar ook dat harer broertjes en zusters,
het lot hunner ouders aantrekke; öf dat
de Staat, naar der liberalen en socialisten
wensch, aan alle pauperisme op de openbare
school een eind make en naast de «school
met den Bijbel», een «school met de vleesch-
potten» vestige.
Reeds prof. a. Pierson (de liberale)
schreef dat het ligt op den weg van den
Staat niet alleen voor goed onderwijs, maar
ook voor goed eten, goede kleeding en
goed schoeisel te zorgen.
Geschiedt een dezer twee, dan is de
arbeid ook dezer Middelburgsche vereeniging
overbodig geworden, en kan zij hare taak
neerleggen.
Wij leven in een tijdperk van overgang.
De voortschrijdende elementen in het liberale
kamp zullen het al meer ook met 't warm-
eten-vraagstuk den laatsten kant opsturen,
den kant der Staatsalmacht, terwijl de
echte zonen van Groen van Piïnsterer al
meer zullen trachten te naderen aan de
verwezenlijking van Groens denkbeeld, dat
de kerk ook op dat gebied hare roeping
leere verstaan. Op dit terrein wacht ons
de strijd. Wij durven dan ook profeteeren
dat ook zonder den steun der onzen de
maatregel der Middelburgsche vereeniging
toch slechts een tijdelijk karakter hebben zal.
De denkbeelden gaan door. Op de lange
baan schuiven zal men op den duur dit
vraagstuk de Kerk of de Staat niet 1
Een ieder werke op zijn wijs en in zijne
richting om de oplossing er van te verhaas
ten. En een ieder in zijn kring beginne
alvast met zoo mild en zoo ruim te geven,
dat het aantal kinderen dat van wege de
vereeniging gevoed wordt, zoo klein mogelijk
zij en dat onder de dusdanig bedeelden
geen kinderen van gereformeerde christen
ouders gevonden worden.
Wij zouden ons dan ook sterk verwonderen
zoo de noodzakelijklieid der kindervoeding,
zoo volstrekt als naar verhouding, niet in
meerdere mate op de «openbare» dan op
de «bijzondere» scholen bleek.
Want althans in antirevolutionaire kringen
(wij komen er spoedig op terug) zal men
wel niet blind zijn voor de schaduwzijden
van die kindervoeding buiten den kring des
huizes.
18 December '89.
De minister van waterstaat heeft geen
bezwaar tegen de aanneming van het voor
stel Reekers tot afschaffing van het verbod
om te visschen met de wonderkuilwijl
de wetenschappelijke raadsman aan den mi
nister heeft verklaard dat de regeling van
1884 weinig voordeel heeft afgeworpen.
Door Z. M. den Koning is aan de
Christelijke Normaalschool op den Klokken-
berg te Nijmegen weer een som van f 100
geschonken.
Dinsdag vergaderde de afdeeling Middel
burg van de maatsch. Tot nut van 't alge
meentegenwoordig 40 leden, voorzitter
de heer H. Tak. Gekozen werden: tot lid
van de commissie voor de spaarbank dhr.
I 1