(889. No. 29.
Donderdag 5 December.
Vierde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. I)1liuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENT! EX:
POLITIEKE BEREKENING.
EERSTE KAMER.
DE
ZEEUW.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden iranco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer t> cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel,
meer 10 cent.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Wanneer de Eerste Kamer uit politieke
berekening de onderwijswet van den Minister
Mackay verwerpt dan rekent zij o. i. buiten
den waard.
Ze kan de wijziging vertragen, maar haar
van de baan of haar nog meer overeen
komstig het liberale beginsel krijgen, dat
kan- ze zekerlijk niet.
Gelijkheid en vrijheid op het gebied van
onderwijs en opvoeding wil de meerderheid
daarop heeft zij recht; en zij kan en zal
die ook verkrijgen. Moet de Staat zich
met het onderwijs en de opvoeding be
moeien en het gevenwelnu, dan moeten
die bemoeiingen in dien geest zijn. Van
Staatswege ons te dwingen, neutraal, dat
is godsdienstloos te zijn, gaat niet en mag
niet; het is Spartaansch.
En dat de meerderheid daartegen opkomt
is menigmaal gebleken. Dat is gebleken
bij het volkspetitionnement van '78dat
blijkt bij het petionnement van deze laatste
weken. Het staat in vei houding tot el
kander minstens als vijf tegen één. Het
is jaren aaneen gebleken, zelfs in weerwil
van verknipte districten en zooveel meer,
uit het veel grootere aantal stemmen uit
gebracht op de anti-liberale candidaten. En
het zal blijken, bijaldien de Eerste Kan er
het ontwerp van den Minister Mackay ver
werpt, en dientengevolge eene nieuwe ver
kiezing uitgeschreven wordt.
Het is waar het Ministerie kan drie
ërlei doenhet kan noch ontbinden noch
aftreden, maar eenvoudig blijven, over
wegendedat de Tweede Kamer het ontwerp
met groote meerderheid aannam, er, dies
meer lettend op het votum der Tweede
dan op dat der Eerste Kamer.
Wij zouden dat evenwel betreuren, dewijl
over de kwestie, de groote kwestie, die het
hier geldt, niet mag en kan worden heen
gewerkt, want natuurlijk zou ze in dat
geval moeten blijven berusten.
De beide Kamers ontbinden, kandoch
de Tweede Kamer heeft het, om zoo maar
eens te zeggen, niet verdiend; zij toch
keurde het ontwerp met een flinke meer
derheid goeden alleen de Eerste Kamer
ontbinden baat nietdat geeft geene gele
genheid om het volk nog eens te hooren.
Dat zou alleen baten, indien vooraf of tege
lijk de provinciale Staten konden ontbonden
en alzoo het volk kon gehoord worden èn
over de Staten provinciaal èn over de
Eerste Kamer.
In geval van verwerping zou dat het
meest gewenscht, het meest parlemen
tair zijn.
Men zegge niet het volk heeft nog
pas zich over deze Staten en mitsdien over
de Eerste Kamer uitgesproken. Want ieder
weet, dat die verkiezing slechts over de
helft ging, en ook, dat toen reeds de liberalen
menigen zetel hebben verlorenalsmede,
dat de liberalen by gelegenheid van die
verkiezing het volk hebben wijs gemaakt,
dat de Eerste Kamer zoo kwaad niet is,
dat zij het Ministerie niet lastig vallen zou
in het toen reeds aanhangige onderwijs
vraagstuk. Wij durven over dit vraagstuk
elk oogenblik het volk hooren. Maar kan
de Koning het volk niet hooren door ont
binding van de Prov. Staten en de Eerste
Kamergaat dat op het oogenblik, van de
eventueele verwerping nietwelnu dan
zou de Tweede Kamer moeten ontbonden
worden; niet omdat de Tweede Kamer zelf
het noodzakelijk maakte, maar eenig en
alleen, dewijl door haar te ontbinden het
Nederlandsche volk de gelegenheid kan
gegeven worden, zich uit *e -spreken over
het ontwerp Mackay contra de Eerste Kamer.
We zouden dit dan een noodzakelijk
kwaad heeten. Doch de Eerste Kamer
daarbij te ontbinden zou niet wenschelijk
zijn, het zou verwarring geven. Het zou
alleen goed zijn eu kunnen dienen, om te
doen uitkomen dat de prov. Staten en de
Eerste Kamer niet in en naar den geest
van het volk zijn.
Wil men dat doen uitkomen dan ont-
binde men beide te gelijkmaar moet het
volk gehoord worden slechts over het ont-
werp-Mackay, laat het dan alleen en niet
tegelijk met de prov. Staten stemmen. Het
zal dan toch wel blijken dat de Staten en
de Eerste Kamer het volk niet zuiver en
eerlijk vertegenwoordigen.
Ontbinding van de Tweede Kamer als
noodzakelijk kwaad, ontbinding, omdat dit
onzen Koning cn ook de Eerste Kamer de
gelegenheid geeft de stem des volks te
vernemen, zal bij verwerping van het ont
werp, misschien wel het resultaat zijn.
Er is een derde wegdoch die moet
ook ontbinding van de Tweede Kamer tot
resultaat hebben.
Het Ministerie kan aftreden het kan de
portefeuilles naar parlementair gebruik over
laten aan hen, die den moed hebben ook
weer deze oplossing der groote en moeielijke
kwestie onmogehjk te maken.
Dat een liberaal Ministerie echter zou
moeten beginnen met de Tweede Kamer
te ontbinden, dewijl het zou geboren zjjn
uit eene kwestie, waarin de meerderheid
tegenover hetzelve partij koos, en omdat
het afgedacht hiervan niet in zijn geest
met haar zou kunnen werken, ligt voor
de hand.
Indien dus de anti-liberale partij, zooals
we vertrouwen mogen, flink is en voet bij
stuk houdt, en dies van een vierden weg,
dat is, van geen tusschenstadium, van geen
conservatief geknutsel weten wil, dan loopt
het toch op ontbinding der Tweede Ka
mer uit!
Daarvan nu verwachten de liberalisten
wel wat; en wij vreezen haar niet.
De jongste verkiezing der prov. Staten
toch levert gelukkig geen zuiveren maatstaf.
Bij die verkiezing hadden wij te doen met
allerlei provinciale belangen en met groot
heden, waar wij geen grootheden, tegenover
konden stellendaarenboven met beloften,
die gelogenstraft zijn, zoodra de Eerste
Kamer het ontwerp afstemt. Waar nog
bij komt, dat, indien het op dat oogenblik
eenig en alleen om het Christelijk onderwijs
gaat, honderden «Hervormden» met het
oog ook op hunne christelijke scholen, hun
keikisme en Kuyperophobie, al is het al
zuchtend, op zjj zetten en met ons als wel
eer werken en optrekken zullen.
De afgod, de Dagon der liberalisten moet
vallen. De tijd is gekomen. Verwerping van
het ontwerp vertraagt slechts de oplossing een
weinig, maar geeft ons daarentegen het voor
deel dat we, als hel volk zich for.neel over het
vraagstuk uitgesproken heeft, meer kunnen
bedingenkunnen bedingen ook voor de
on- en minvermogendenhet veordeel
dat we de prov. staten en de Eerste Kamer
eer en gemakkelijker om zullen krijgen;
alsmede dat we langer een goed aaneen
gesloten partij en alzoo een macht tegen
over het liberalisme zullen zijn.
Inderdaad het kan en mij dunkt het zal
ons ten goede keeren, wat de Levy's ons
ten kwade denken en wenschen.
Middelburg. L.
V Mevrouw Beecher Stowe.
De beroemde schrijfster der «Negerhut»
leeft nog steeds in Hartford, Connecticut (Noord
Amerika) als een oud kindseh vrouwtje,
waarin niemand de krachtige scherpzinnige
strijdster van vroeger herkennen zou. Sinds
een jaar heeft zij haar heerlijk verblijf
Magnolia in het zonnige Florida verlaten,
om haar laatste levensdagen in hare ge
boorteplaats te midden van haar kinderen
en bloedverwanten door te brengen. Bijna
voortdurend verkeert zij in een toestand
van kindschheid. In hare gezellige woon
kamer vlamt steeds een vroolijk vuurtje
om 't even of buiten de zon schijnt of sneeuw
buien vallenen voor den haard zit in een
grooten Amerikaanschen schommelstoel
mevrouw Beecher Stowe, een grijs vrouwtje,
wier zijden kleed bij iedere beweging van
den stoel ritselt en ruischt. Op een tafel
in het midden der kamer liggen een aantal
boeken «De Negerhut», «de Parel van het
eiland», en andere werken der schrijfster
die ook bij ons goede bekenden geworden
zijn. Gewoonlijk heeft de oude dame een
i dezer boeken op den schoot liggendoch
zij leest niet; zij kan niet meer lezen,
noch den samenhang begrijpen van woor
den, die zij eenmaal zelf terneerschreef en
de wereld inzond; om hetmenschdom voor
te lichten en te veredelen. Zij is zich alleen
nog bewust dat de boeken haar dierbaar
zijn en een deel van haar zelf uilmaken
daarom liefkoost zij ze met hare zwakke
handen, terwijl zij zachtjes, met bevende
stem, vrome liederen zingt. Dat is haar
liefste bezigheid des morgens des namiddags
speelt zij met hare vriendjes twee honden
en drie kattenof zij gaat een wandeling
doen.
Haar talrijke bezoekers, vereerders en vrien
den uit den ouden tijd herkent zij maar
zelden; soms glijdt een mat lachje over
hare verouderde trekken, een vluchtige
glans komt in de grijze oogen de geestkracht
van vroeger keert voor een oogenblik terug
en dan dwalen de gedachten weer af,
onmachtig om zich langer op een punt te
bepalen.
De gezondheid der schrijfster is in tegen
stelling met haar geestestoestand, zeer goed,
en de berichten omtrent een ernstige on
gesteldheid, die nu en dan tot ons komen,
zijn tot nog toe geheel zonder grond.
De Portefeuille.
4 December '89.
TWEEDE KAMER.
Den minister van koloniën werden eenige
nederlagen bereid, door een samengaan
van eenigen zijner beste vrienden met de
liberalen. In de commissie van rapporteurs
over 's ministers bogrooting zitten 3 libe
ralen en 2 antiliberalen, Donner en v.
Nunen. Eerstgenoemde wist met een groote
meerderheid gedaan te krijgen dat de post
voor oprichting van een gymnasium te Ba
tavia geschrapt werd, op gror.d van den
onze teren toestand der Indische geldmidde
len en het al of niet wenschelijke van
dat gymnasium daarlatendezulks in weer
wil dat deze wenschelijkheid door alle be
kende Indische specialiteiten, nu en vroeger
was uitgesproken en door den minister en
den gouverneur generaal was betoogd.
«Verdiend», dachten wij toen de minister
des heeren Dormers betoog bestreed met
de ondeugende herinnering dat een derge
lijk voorstel als thans deze vroegere Leidsche
afgevaardigde-godgeleerde bestreed, voor twee
eeuwen door de godgeleerde faculteit van de
hoogeschool te Leiden was verdedigd, en wel
merkwaardige datum ook in de geschie
denis der thans op sterven liggende school
wet van 1878 op den 17 Augustus 1616.
Eveneens berustte de minister in terug
neming van den post groot f 5000 ter meer
dere ondersteuning van wetenschappelijke
reizen in Indiëeen terugneming die den
door de liberalen zoo zeer, en terecht, toe-
gejuichten dr. Snouck Hurgronje zeker zeer
ongerijmd zal voorkomen.
Voorts werd, dank zij het samengaan
van roomschen en liberalen, geschrapt de
post uitbreiding van Europeeseh personeel
voorde koffiecultuur op Sumatra's West
kust. De heer v. Nunen, tolk der rappor
teurs, meende dat dit werk veel beter door
mantries (inlandsche werklieden) kon ver
richt worden. Doch nog een andere gele
genheid om den minister een hak te zetten
werd der liberale partij geboden in het
feit dat op de begrooting een post f 20,000
voorkwam, zonder bepaald aangewezen be
stemming. Gevraagd werd waarom dit be
drag voor catechetisch onderwijs aan
Europeesche kinderen het vorige jaar toe
gestaan, niet was uitbetaald. De minister
verklaarde den post verminderd té hebben,
voor zoover het bedrag bestemd was om
openbare onderwijzers te bezoldigen voer
het houden van godsdienstige lezingen, iets
wat in Indië evenmin als hier te pas komt.
Nu was dat geen antwoord, het is klaar.
Maar in strijd met het door hen zeiven
toegegeven recht dat een minister ook later
op een bepaalde vraag mag antwoorden
wilde de liberale partij door een motie
beslissen dat de minister antwoorden moest
en voor en aleer zulks geschied was, de
begrooting niet verder te behandelen.
De rechterzijde protesteerde daartegen bij
monde van dhr. Lohman, en de motie viel.
Doch ook zonder die motie zou de minister
antwoorden. Hij deed het den volgenden
dag en uit zijn antwoord werd door dhr.
Levysolm vastgesteld, dat de minister die
gelden inhield, als er modern godsdienst
onderwijs bevorderd moest worien. »Daar
heb je den aap», voegde ds. Lieftinck, in
modernen kanselstijl er aan toe.
Het protest amendement-v. d. Loeft om
den post te verminderen, dewijl door de
ophelderingen van den minister nog niets
duidelijk was geworden, werd hierop ver
worpen.
In zake Biliton is 's ministers standpunt
bekend. Reeds als kamerlid toonde hij aan
dat de Bilitonmaatschappij tegenover de
regeering geen rechten kan doen gelden
en van dit standpunt uit zal de minister
thans ook met haar onderhandelen tegen
dat in 4892 de concessie ter ontginning
van tinmijnen afloopt. De Biliton-maatschap
pij zal waarschijnlijk procedeeren, en de
minister handhaaft zijn standpunt, dat den
staat in voordeeliger condities brengt en ver
hindert dat voortaan de Billitonmaatschappij
zich verrijkt op kosten van den staat. De heer
Rutgers noemde 's ministers standpunt het
eenig deugdelijke doch de heeren Schaepman
en v. d. Loeff trachtten den minister bang
te maken met de profetie omtrent proces
sen. Doch de minister zal zich wel niet laten
afschrikken.
Gelijktijdig met de behandeling van
Keuchenius' begrooting in de tweede
had Mackay gisteren en heden den strijd voor
onze belangen te strijden in de eerste kamer.
Beide antirevolutionaire ministers stonden
voor heete vuren. De felste partijmannen
toch waren, ook in de eerste kamer, aan
het woord. Palstaanders, als de oude heer
Alberda, die het reeds onder de schoolwet
van '57 zoo gezellig vond, en ook thans
allerlei kernspreuken te borde bracht om
de onzinnigheid van den strijd voor bijbel-
scholen aan te toonen dan de oud-voorzitter
v. Eijsinga uit het liberale tijdperk, die
tijdens zijne vroegere ambtsvervulling, van
den voorzittersstoel zulke partijdige rede
voeringen kon uitspreken, doorspekt met
hatelijkheden aan het adres der clericalen
en die ook thans het met zijn collega dhr.
Alberda eens was, dat de bijbel niet op de
school, maar op den schoot, der moeder
namelijk, thuis behoorten gruwde van
de «opstuwende kracht» derclericale bent,
die steeds meer aan den ondergang der
staatsschool werken zal; dan de jonge heer
v. d. Goes, schoonzoon van den oud-min.
Fransen v. d. Putte, en die zelts de cir
culaire der Augustuscollecte, de Standaard,
den heer Lohman, ja den minister zeiven
in den arm nam, om, dewijl de strijd van
den minderen man uitging en toch niet
heelemaal uit zal zijn, beslist de wet af te
stemmendan de heer Six, die fanatieke
tegenstander der christelijke school, spijt
zoovele voorstanders daarvan, die toch ook
als hij «niet doleeren maar hun kerk ge-