TMANN. Artikelen, ETTERS, I ;he Boot e u. OBBE, YENS 1889. No. 25. Dinsdag 26 November. Vierde Jaargang. den niet meer even. uur tot Middelburg, i. v. p. m Barometers, Kamer-Thermometers VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Ainerikaansche Brieven li 7Bergen op Zoom ide soorten POEDER- SI LAVEMENTS PUITEN. n Spirituswegers. GDOUZEN, WIND- .STIEKE KOUSEN, ile, dubbele en Kinder- artikelen voor VERPLEGING, ierdoozen, losse Passers kpennen, Tooverlantarens, iteit in PINCE-NEZ. iilen op voorschrift van H.H. Doctoren. and voor zich reizen. runnen wegens hunne de T. Z. Medaille.) UALITEIT per ons, bij ZWEEDliN, 34 GOES. naar ROTTERDAM morg. 4,- u. ERDAM naar GOES 's morg. 8,u. Rotterdam bij den LANGE, op 'tHa- BOUWMAN. BOS, ectie. otterdam Nieuwe jenbrug. DE Z1Ew. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. f 0,95 - 0.026 Prjjs per drie maanden franco p. p. Enkele nommers UITGAVE VAN en van t 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel, meer 10 cent. V Ambachtsscholen. In de Dinsdag te Amsterdam gehouden alg. vergadering van het werkliedenverbond «Patrimoniums is langdurig beraadslaagd over een voorstel der afd. Utrecht, om de noodzakelijkheid uit te spreken dat de am bachtsscholen beter worden georganiseerd, om bevorderlijk te zijn aan de vorming van degelijke werklieden, maar niet optreden als concurrenten tegenover de werklieden, en daarbij de middelen besproken, die aan gewend mogen en kunnen worden om deze grieven weg te nemen. In de toelichting deelde de afgevaardigde mede, dat veel werk aan de ambachts school te Utrecht wordt gedaan voor Va van hetgeen een bekwaam werkman daar voor ontvangt. Het onderwijs op de school is goed, maar er heerschen vele misbruiken, die opgeheven moesten worden, zeide hij. De Haagsche afgevaardigde kon de am bachtsschool niet roemen. Hij wilde die wel zien verdwijnen. Het onderwijs is er z. i. slecht, want de jongens leeren er wel aan de schaafbank werken, doch vsor buitenwerk zjjn zij meestal ongeschikt, beweerde hij. De afgevaardigden van Middelburg en Groningen waren 't daarmede vrjj wel eens. De afgevaardigde van Leeuwarden nam de ambachtsschool in bescherming. Hij deed de voordeelen van het onderwijs op die school uitkomen tegenover de vorderingen, die de jongen in denzelfden tijd op een winkel opdoet. Hfj drukte-er vooi al op, dat op die scholen goed teekenonderwijs moet gegeven worden, en raadde ten slotte jjaan, dat de afgevaardigden, die in hunne steden een ambachtsschool hebben, in dit jaar eens goed letten op het teekenonderwijs aan die scholen. De afgevaardigde van Dordrecht hield een lang betoog over de kwalen en gebreken, die aan de Rotterdamsche ambachtsschool kleven, en eindigde reet als zjjn meening uit te spreken, dat deze scholen geen enkele reorganisatie zouden kunnen ondergaan, alvorens kamers voor den arbeid zijn op gericht. Een der Amsterdamsche afgevaardigden meende, dat men moest onderscheiden tusschen concurreerende en niet concur- reerende ambachtsscholen. Wat de reor ganisatie betreft, verwachtte ook hjj alleen heil van kamers voor den arbeid. De alg. secretaris Poesiat stelde hierop de volgende motie voor «De vergadering spreekt hare afkeuring uit over sommige ambachtsscholen die in concurrentie treden met de werklieden, en vertrouwt dat een goede reorganisatie alleen van een arbeidersraad kan verwacht worden». De afgevaardigde van Kralingen meende, dat men te veel de schaduwzijde van de ambachtsschool had laten zien. Hjj geloofde, dat men in drie jaren veel meer leert op de ambachtsschool dan in den winkel. Maar ook moreel geeft de ambachtsschool voordeeleen knaap leert op den winkel in de eerste jaren veel kwaad, waarvoor hij op de ambachtsschool niet in de ge legenheid is. Hij stelde deze motie voor: «De ^vergadering, betreurende de mis bruiken die aan sommige ambachtsscholen heerschen, door in concurrentie te treden met den werkman, erkent dankbaar den steun die den werkman door de ambachts school wordt geboden.» Door het bestuurslid van Vliet werd daar op een derde motie voorgesteld «De vergadering spreekt met dank voor de ontvangen inlichtingen hare afkeuring uit over de concurrentie van sommige scholen en spreekt den wensch uit, dat de afdeelin- gen dit onderwerp, met het oog op de r plaatselijke behoeften, in de huishoudelijke vergaderingen aan de orde stellen, opdat deze belangrijke zaak praetisch behandeld worde en de resultaten van dat onderzoek worden bijeen verzameld en in het orgaan worden medegedeeld, tot grondslag van verdere besprekingen op een volgende bondsvergadering». Nadat hieruit bij amendement het woord «sommige» was gelicht en de beide andere waren ingetrokken, werd deze laatste motie aangenomen. V De balanceerstok. Tal van »liberalen», Levy voorop, verzet ten zich tegen de aanneming der schoolwet. Dat is hun recht. Elk standpunt, ook al staat het lijnrecht tegenover het onze, dient geëerbiedigd. Mits het niet 't stand punt van den balanceerstok zij. Prof. Buijs bijv. zei in 1887 dat de Grondwet geen subsidie aan de bijzondere school toestaat; en nu zegt hij dat zij dat wel doet. En het Kamerlid v. Houten, de realist, maar die soms nog zoo dwepen kan, sprak zich laatst ook weer heel anders uit dan vóór twee jaren. Zie maar: De heer van Hou ten in 1887. „Dien lof zal nie mand {onzer aan de overzijde kunnen ont houden, dat zy even sterk strijdt tegen on kunde en gemis aan beschaving als de lin kerzijde (de liberale partij) zulks doet." „Niet hier alleen, ook in anderelanden,waai de Katholieken mees ter zijn, tracht men evenveel voor het katholieke onderwijs te doen als wij trach ten voor het onze te doen." „Zoo is het met onze antirevolutionai re richting. Zij heeft wel altijd getoond, waar zij meester is.in den gemeenteraad dat zjjtegen on kunde en gemis aan beschaving strijdt, evenzeer als w\j." Er ligt in art. 194 der Grondwet geen waarborg tegen ker kelijke scholen; men kan nevens het open baar onderwijs met volle recht de schatkist openstellen voor de bijzondere scholendat is niet verboden." „Onze hand blijft tot u uitgestrekt, om met elkander een meerderheid te ma ken, die het volk een betere vertegen woordiging zal ver schaffen, en aan de betere vertegenwoor diging des volks ook de vrijheid geven om haar eigen schoolre- geling te kiezen." Nu, die is ook wel veranderd, zal men zeggen. Een eenvoudig man zegt er van, dat hij zijn rok heeft omgekeerd. In twee jaren tijds zulk een sprong van Ja naar Neen te doen, grenst dan ook haast aan het wonderbare, zoo niet aan wat ergers. V Obstructionisme. De schoolwet van 4878, die volgens art 93 in werking moest treden op een door «Ons» te bepalen tijdstip, en die door de Tweede Kamer was aangenomen den 18 De heer van Hou ten in 1889. „Wat kan men zich ergers denken van wat deze wet beoogt en bewerkt?" Beter onderwijs geeft de voorgestelde nieu we wet niet (ofschoon een derde deel van de bestaande scholen, wil het uit de Staatskas steun ontvangen, ver plicht is het onder- wijs-personeel aan zienlijk te vermeer deren.) „Het doel van het ontwerp is geen ander dan scholen te doen verrijzen waarin de ontwikke ling van het kind bij zaak is." „Dat de meerder heid der Tweede Ka mer het niet nauw zou nemen met de bepalingen van art. 192 (oud 194) der Grondwet, was te voorzien." „Als de Eerste Ka mer zich tegen eigen overtuiging in onder werpt aan de uit komsten van een en kelen verkiezingsdag, dan kan men haar wel missen." Juli 4878, werd reeds den 7 Augustus daar aanvolgende, dus slechts 20 zegge twintig dagen later, door de Eerste Kamer, aange nomen, terwijl het aanhangige wetsvoorstel «Mackay», dat reeds op 4 Januari 4890 in werking moet treden, door de Tweede Kamer werd aangenomen den 28 September 4889, terwijl op heden dus 58 zegge acht en vijftig dagen later de openbare behan deling nog niet is aangevangen. De gemeenteraden zoowêl als de Bestu ren der Ohr. scholen zullen bij eventuëele aanneming de laatste dagen des jaars han den vol werk hebben om aan de eischen der wet te kunnen voldoende eersten met het invoeren van schoolgeldheffing, de laatsten met het aanstellen van onderwij zers, de regeling der schooluren enz. En toch durven de liberalisten het mi nisterie beschuldigen van werkeloosheid Gelukkig dat het anti-liberale deel des volks niet zoo dom is om alles voor «zoete koek» op te eten wat de liberale bladen opdisschen. H. Een normale arbeidsdag. De werkstakingen alom zijn vele. Onder de «wenschen» komt geregeld voor die ééne, om den arbeid slechts te doen duren een aantal uren. Men wil Zondags rust en korter arbeid op de dagen der week. Nu, dat de werkman zyn vrijen Zondag heeft, dat hij althans een paar uur op den dag gelegenheid heeft om te verkeeren in zijn gezin, om ook zijn kinders te leeren kennen wie zal dat wraken? Indien nu de werkman meer vrijen tijd krijgt vzat zal hij dan daarmede doen Indien hij nu dien vrijen tijd besteedt aan «uitgaan», aan het bezoeken van de kroeg, eilieve zijn zjj, is de maatschappij er dan niet veel slechter aan toe? Zoo ziet men alweer, hoe bjj de oplossing der sociale moeilijkheden allerlei toestanden van godsdienstigen en zedelijken aard den doorslag geven. Een wenk aan onze Christenen om tegen over revolutie en ongeloof het Evangelie niet te vergeten, om het te brengen ook in de woningen onzer werklieden. (Patrimonium.) Wat voert ds. du Toit in 't schild1 De Vaderlander die, dank zij de onnoo- zelheid der Goesche liberale pers, voor anti revolutionair wordt versleten, hoewel 't evenals zjjn redacteur dr. Bronsveld, steeds liberaal was, schrijft onder meer In het in de Kaapstad verschijnend blad de „Volksbode" van 10 Oct. leest men onder het opschrift PRETORIA o. a. het volgende„Er is groote behoefte alhier aan een krant inden geest van de „Volksbode" met een weinig meer politiek. De dwalende Ds. S. J. du Toit is nu geheel uit het pad. Wat zal nog van dien man worden? Op Zondag houdt hij, de orthodoxste aller orthodoxen, een toespraak over geld en emi gratie, en hij die bekend wil staan als de meest Pro testantsche leeraar in Zuid- Afrika, moedigt Room schKa tholieken ten sterkste aan om naar de Transvaal te komen. Hoelang zal hij het met dezen uithouden Het was hoofdzakelijk aan hem te wijten dat Hollanders ibjj honderdtallen hierheen gekomen zijn en nog steeds komen. En ware het nu in zijne macht, dan zou hij weer eiken Hollander uit het land willen drijven. Hij is dan ook de meest inkonsekwente man een ware paradox." De vraag is gewettigd, vooral nu de heer du Toit in ons vaderland weder verschil lende betrekkingen tracht aan te knoopèn of en in hoeverre eene beschuldiging als in de door ons gespatieerde voorlaatste zinsnede,waarheid bevat. Wat de laatste beschuldiging betreft, heeft Dr. Bronsveld, of liever de Vaderlander, geen recht van meespreken, sinds, hij open lijk het liberalisme steun en hulpe bood, de beginselen der revolutie (erger nog dan Rome) helpt verbeiden en vroegere vrien den vervolgt met lasteringen. Doch op het eerste punt staan wij be slist aan dr. Bronsvelds zijDs. du Toit ontheiligde door zijn optreden den Dag des Heeren, terwijl zijn ijveren voor schouw burgen in de Transvaal schade doet aan de achting, waarop deze altijd veel nader bij Bronsveld dan bij de gereformeerden staande kanselredenaar, om vroegere ver diensten aanspraak heeft. 25 November '89. Staventsse. Naar wij vernemen zal het kantoor van den rijksontvanger, dat voor ruim drie jaren in deze gemeente gevestigd werd, weder naar St. Maartensdijk verplaatst worden, waar het ook vroeger was, doch wegens woningnood door den ontvanger niet langer kon gehouden worden; thans schjjnt dit bezwaar opgeheven. Men meldt uit Den Haag aan de Stan daard, dat minister Mackay zich verklaard heeft tegen de opheffing der godgeleerde faculteit aan de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, als strijdig zijnde met de wet, die voor hoogeseholen met het jus pro movendi gelijke eischen stelt. Middelburg. Tot rijksboekhouder ten kantore van den ontvanger voor de dir. belas tingen alhier is benoemd de heer H. J. de Weille, thans kl. bij de contróle dier be lastingen. M. C. Kalamazoo, 40 Nov. '89. Mijn Vriend In de hoop dat mijn vorige brief door u in goede orde zal ontvangen zijn, schrijf ik u ditmaal eens iets over de Hollanders in Amerika, voor zooverre ik er mede be kend geworden ben. Hollanders die reeds lang hier zijn geweest, zijn over het algemeen welvarend te noemen. Velen zijn aanzienlijke burgers, en onder hen vindt men kooplieden en fabrikanten van aanzien. Zij, die echter in de laatste jaren hier gekomen zijn, kennen niet zoo algemeen dien vooruitgang, dien men vroeger waarnam. De prijzen van landerijen zijn gestegen, en de dagloonen verlaagd. Nochtans erkennen verreweg de meesten hunner, dat zij het hier beter hebben dan in het oude vaderland. Velen vergenoegen zich met eene eenvoudige wo ning, wanneer zij vooreerst maar genoeg spek en vleesch kunnen eten, en het dient gezegd dat levensmiddelen in dit land goed en goedkoop zijn. Ik betwijfel of men in Nederland wel zulke zuivere tarwebloem bereidt als die waarvan hier het alledaagsche brood gebakken wordt. (Onze goede Hol- landsche blom gaat naar het buitenland de slechte buitenlandsche, waarvan het Nederlandsche brood gebakken wordt, komt van de fabrikanten. Er zijn plaatsen, ook in Zeeland, waar de bakkers geen Nederlandschen, enkel slechten buiten- landschen blom verwerken. Op de dorpen durft men het zoo grof niet aan en bakt daar half van Nederlandsch, half van buiten- landsch fabrikaat. Inlassching van een opmerkzaam lezer.) Heeft de Hollandsche werkman het geluk dat hij vast werk be komt voor 4 dollar per dag van 40 uren, dan gevoelt hij zich bij den aanvang rijk. Het neemt echter gewoonlijk niet lang, of hij hunkert naar hooger dagloon, terwijl zijne vrouw uitziet om (door het voorbeeld van anderen aangesp >ord) haar huisraad wat te verbeteren en te vermeerderen en zoo mogeljjk ook iets voor gemak en sieraad te bezitten. De kinderen die schoolgaan, en ook zij die iets verdienen kunnen, achten het wenschelijk ook wat beter gekleed te

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1889 | | pagina 1