GROOTHEID en VAL.
Bilt la Motthela Motthe en de heer G.
J. v. d. Bosch werden herkozen.
Aan het verslag van den geneeskun
digen raad voor Zeeland ontleenen wij
enkele mededeelingen. Te Domburg heerscht
diphteritus vooral onder de schoolkinderen;
«ontsmetting der scholen is bevolen.»
Naar aanleiding van het rapport der
doctors De Bruijne, v. Berlekom en Callen-
fels omtrent het onderzoek naar aanwezig
heid vaa huidziekten onder schoolkinderen,
besloot de raad vooralsnog in dezen niet
handelend op te treden.
Uit inlichtingen omtrent de geneeskun
dige armenzorging in de provincie blijkt
dat om in de behoefte aan geneeskundige
hulp te voorzien dat St Philipsland, Nisse
en 's Heer Abtskerke een subsidie dienen
te hebben. In beide laatste gemeenten is
het echter wenschelijk een vroedvrouw te
hebben.
Er is vooruitgang te bespeuren op het
gebied van vaccinatie van kinderen beneden
het jaar.
Over trichinosis werd uitvoerig gesproken.
Dr. de Man wees op de noodzakelijkheid
het vervoer van varkens, varkensvleesch, enz.
uit Zuid-Beveland te verbieden. In dien geest
is reeds aan de bevoegde macht geadviseerd.
Dr. de Bruijne bepleitte schadevergoeding
voor den minderen man bij onteigening,
opdat clandestiene (stille) slachting van var
kens worde voorkomen.
Een onoerzoek werd toegezegd in zake
wenschelijk heid van stichting van een krank
zinnigengesticht in onze provincie. Plan
bestaat om in het Zuiden een zoodanige
inrichting op chr. grondslag te vestigen.
Mazelen werden waargenomen te Aarden
burg, Ede, Sluis. Waterlandkerje, Overslag,
Koewacht, Goes, Oostkapelle, Rilland West-
Souburg en Vlissingen. Te Goes was de
ziekte door een schippersgezin uit De Lem
mer overgebracht. West-Souburg werd
uit Vlissingen besmet.
Diphtheritis. Kwaadaardige keel
ziekte werd waargenomen te Arnemuiden,
Huntenisse,Middelburg, Oud-Vosmeer, Scher-
penisse, St. Jansteen, Terneuzen en Veere.
Te Arnemuiden werd de besmette woning
onder toezicht van den geneesheer «ontsmet.»
Te Scherpenisse leed eene lijderes vroeger
ook aan keelziekte. Een kindje in een
ander gezin werd besmet bij gelegenheid
van bezoek aan, of door omgaDg met, het
besmette gezin van hare grootmoeder. Te
Hontenisse kwamen 3 gevallen in een huis
voor.
Typhus en febris typhoïdea.
Febris typhoïdea werd sporadisch waarge
nomen te Rilland, Scherpenisse, Schore,
Vlissingen, Waterlandkerkje en Wolfaarts
djjk. Wat aangaat het plaatselijk onderzoek
en de handelingen ter bevordering der
volksgezondheid, bezocht zijn de gemeenten
Arnemuiden, Goes, Nieuw- en St. Joosland,
Poortvliet, Scherpenisse, Si. Maartensdijk
en Vlissingen.
Te Zaamslag werd een vuile sloot, een
■13. FEUILLETON.
Schetsen uit het leven van Napoleon 1.
Inmiddels werd de vriendschapsband tus-
schen Josephine en de aristocratie al nauwer,
dank zij de schranderheid van beide partij
en, en de aanmoediging van den eersten
consul. Josephine wist van lieverlee de rjjk
geboren en de rijk geworden rijken (de adel
en de parvenu's) tot elkander te brengen
en de scherpe lijnen van afscheiding uit te wis-
schen. Napoleon zelf hielp daartoe mede
en verzekerde zich daarbij de medewerking
van de gravin de Montesson, weduwe van
den hertog van Orleans. Met haar hulp
werd er langzamerhand een «hof» gevormd,
gelijk men dit heeft in en om de paleizen
der koningen.
Nu woonden Bonaparte en zijn vrouw
niet het geheele jaar door in de Tuileriën,
Ook te St. Cloud en te Malmaison, de
laatste het meest geliefkoosde verblijf van
Josephine. Daar was men buiten. Daar
was de tegenstelling met het stijve, hoffe
lijke, officiëele St. Cloud. Daar rustte men
van de inachtneming der vormen. Wat
Dieren en Apeldoorn voor »nze Oranjevorsten
was, dat was Malmaison voor Napeleon.
Daar ging hij met de eenvoudige landlieden
om als waren zij zijns gelijken. Daar moest
zijne gemalin het schitterend tcilet van St.
Cloud verwisselen tegen het eenvoudigste
kleedje.
Als zij daar waren, dan kon de eerste
consul het vaak zoo guitig zeggendat hij
hier met verlof was.
Bij gunstig weder gingen de echtelieden
inel hun gezelschap van generaals en hunne
vrouwen wandelingen maken door het park.
vergaderplaats van allerlei afval ontdekt.
Te Scherpenisse vond men de varkenshokken
binnen de kom der gemeente te dicht bij
de bewoonde perceelen geplaatst.
Eenige kleinkinderschclen te St. Maar
tensdijk werden bezocht, en het maximum
vastgesteld. Er waren te veel kinderen in
verhouding tot de beperkte ruimte.
Wederom werd te Goes trichinenziekte
waargenomen bij een geslacht varken, dat
aldaar was gemest.
Zooals bekend is werd deze ziekte in
1883 te Ierseke en sedert dien tijd reeds
3 malen op verschillende tijdstippen te Goes
bij het varken en bij den mensch waarge
nomen. Eenmaal werd trichinosis door
besmette varkens van Goes overgebracht
naar Krabbendjjke, en zijn toen door het
vleesch van deze ook menschen besmet. Tot
dusverre bleven echter,zoover bekend, andere
gemeenten gelukkig van deze vreeselijke
ziekte verschoond. Niettemin dreigt dit
gevaar van besmetting ook buiten Zuid-
Beveland steeds in hooge mate.
Ritthcm. De heer W. Meijers alhier
heeft tegen 1 Januari 18S0 ontslag als
secretaris en ontvanger der gemeente aan
gevraagd.
Blijkens den staat der rijksmiddelen
hebben de ontvangsten der schatkist in
October jl. f 10,854,480 bedragen, of 5 9 ton
minder dan in dezelfde maand van 1888.
Die vermindering is te wijten aan de
accijnsen, i,l. die op de suiker; en mindere
opbrengst van het successie recht.
In het geheel hebben de rijksmiddelen
thans ruim 94 millioen gulden opgebracht
dat is 18 ton meer dan in hetzelfde tijdvak
van 1888.
-- Naar men verneemt, wordt aan het
departement van waterstaat een wetsont
werp in gereedheid gebracht tot wijziging
der wet van 25 Mei 1880 op de rijkspost
spaarbank. De wijziging zou voornamelijk
beoogen het rentegevend maximum, dat
thans f800 bedraagt, te verhoogen.
li Kit k- EX SCUOOLX1EIJWS.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Wilhelminadorp dhr. E. Sy-
perda, can. te Sneek te Zaamslag en Bier
vliet dhr. K. Loggers Jr., cand. te Goes;
te Hontenisse E. M. v. IJsendijk te Laren.
Bedankt voor Middelburg door W. Ger
ritsen te Wierden.
Chr. Ger. Kerk.
Zierikzee. Zondagmorgen werd ds M.
Keulemans in onze gemeente bevestigd door
ds. P. Siemense van Oosterland naar Filip
pensen 2 29 «Ontvangt hem dan in den
Heere met alle blijdschap enz.» Des avonds
deed Z.Eprw. intrede naar Jak. 1 21b.
Een talrijke schare vulde bjj beide plechtig
heden ons lieve kerkgebouw.
Goes. Gister (Zondagavond had in het
lokaal van Ken den Heer een bidstond
plaats, uitgaande van de drie Chr. Jongelings-
vereenigingen te dezer stede in aansluiting
Dan speelden zjj vaak «stuivertje wisselen.»
(pandverbeuren) een geliefkoosd spel van
Bonaparte. En dan riepen zij de dagen
der jeugd terug, waarmede het tegenwoor
dige leven zulk een schrille tegenstelling
vormde.
Zoo was Napoleon. Inderdaad dikwijls
gedacht hij zijne jeugd. Wandelde bij met
zijn gezelschap door de lanen en hoorde hij
de dorpsklok shan, dan bleef hij staan en
het gezelschap met hemen dan luisterde
hy tot de laatste doffe toon was weggestorven
in de lucht; en dan zuchtte hq, want dan
dacht hij aan zijne school te Brienne, waar
hij als knaap zoo menigmaal de klok had
hooren luiden. Om steeds de herinnerin
gen aan zijn schooljaren levendig te houden,
liet hij een zijner oude leermeesters van de
school te Brienne naar Malmaison komen,
en stelde hem aan tot zjjn bibliothecaris.
Het was de abt Dupuis. Ook de toenmalige
portier van Brienne en diens vrouw, welke
hij eens (ten toegang tot den schouwburg
geweigerd bad, werden door hem te Mal
maison geplaatst.
Was het weder niet geschikt voor de
wandeling, dan kwam het gezelschap in de
zaal bijeen en men hield zich dan bezig
met kamerspelen of met muziekof som
wijlen «onthaalde» Napoleon zijne gasten op
een spookgeschiedenis.
Hij was zeer sterk in het uitdenken van
dergelijke geschiedenissenbij bewoog er
zich gaarne in en speelde graag rr.et de
angstige gelaatstrekken, zijner vrouw die er
zeer atkeerig van was, en van de gasten.
Dan stond zijn gelaat neg somberder dan
anders en dan wandelde hij met afgemeten
pas door de zaal, langzaam en op doffen
toon zijn sombere verhalen doende.
met het Wereldverbond der Chr. Jong], Ver.
Tot dezen bidstond waren ook de eere
leden en begunstigers genoodigd, die goed
opkwamen, zoodat met de leden der vereeni-
gii'gen mede, ruim 100 personen tegen
woordig waren. De heer J. C. Wirtz leidde
de vergadering. In verband met het program
ma wees hij op de vele reilen tot dank
aan den Heere voor de Chr. Jongelings-
vereenigingen, voor hare goede samenwer
king te lezer stede en voorde vele jonge
lieden die zich bij deze vereen, aangesloten
hadden. Ds. W. A. van Griethuizen ging
nu in dankzegging aan den Heere voor zoo
veel zegeningen de vergadering voor. Voorts
sprak de voorzitter over de behoefte aan
bekeering, aan besliste belijdenis van den
Christus, aan onverdeelde toewijding van
hart en leven aan den Heergedacht de
verzoekingen onzer jongelingen in militairen
dienst, wees op de ontzaglijke gevaren waar
in zoovele jongelieden die een christelijke
opvoeding ontvingen, verkeeren sp Gijmna-
sia, H. B. Scholen en Normaalscholen waar
hun geloof aan Gods Woord wordt onder
mijnd en belaagd en gedacht ook aan de
Zendelingen en hun beproevingen waarop
Ds. de Pree voor al deze nooden in het
gebed voorging.
Daarna wees de voorzitter nog op de
beteekenis van Ringen, van het Zeeuwsch-
en van het Nederlandsch Jongelingsverl ond
en van het Wereldjongelingsverbond be
sprak het neodzakelijke en gezegende van
dichte aansluiting en wees er op welken
zegen de Heere in mannen als van Ooster-
wijk Bruijn en Fermand met hun toewijding
van hun geld en tijd en leven aan de
jongelingen en hun vereenigingen had ge
schonken, waarop hij de vergadering in
dankgebed voorging en over deze Ringen
en verbonden des Heeren zegen afsmeekte.
Na het zingen van een lied uit den
avondzang gingen wij nu uiteen, dankbaar
voor al het gehoorde en in de bede dat
het voor leden en vereenigingen rijke vrucht
mocht geven.
Axel. Donderdag 14 November was een
heugelijke dag voor de vrienden van het
christelijk onderwijs, 't Was 25 jaren gele
den dat de christelijke school met een 50-
tal leerlingen was ingewijd. Vriendelijke
handen waren reeds eenige dagen bezig
geweest om op dien dag de school een net
en prettig aanzien te geven, en toen 's mid
dags om halt twee de ongeveer twee honderd
leerlingen, die de school thans telt, binnen
traden, hadden zij oogen te kort om de
versierde school op te nemen. En toen ook
een honderdtal ouders en belangstellenden
plaats hadden gevonden, sprak de President
van het Bestuur, de heer P. Marijs, allen
een kort, maar hartelijk welkom toe, en gaf
na het zingen van P<-alm 77 :7 het woor l
aan Ds. A. v. d. Linde, om de feestrede
uit te spreken. Naar aanleiding van 1 Sam.
7126 schetste ZEerw. het verledenesprak
daarna Bestuurders, het Bestuur van het
Locaal Comité der Unie, het onderwijzend
Vernemen wij een van die avondvertel
lingen zooals Vergers door Bonrienne voor
gelicht, ons die mededeelt
«Wanneer de dood in de verte een door
ons bemind persoon treft, dan verraadt schier
altijd een zeker voorgevoel ons deze ge
beurtenis, en de door den dood getroffen
persoon verschijnt ons op het oogenblik dat
wij hem op aarde verliezen
«Wat is dat akelig valt hem de
bijgeloovige Josephine in de rede.
En dan verhaalt Bonaparte, hoe eenmaal
Lodewijk XIV in de groote galerij van Ver
sailles, het bulletin van den slag van Fried-
lingen ontving, en het opende om aan het
verzamelde hof de namen der dooden en
gekwetsten voor te lezen. Het was stil ge
worden in de prachtig verlichte galerij, en
de anders zoo vroolijke en levenslustige
hovelingen in hunne geborduurde kleederen,
waren eensklaps ernstig geworden. Zij schaar
den zich in een dichten kring rondom den
monarch, die de namen der gesneuvelden
voorlas, en daarbij menig gezicht zag ver-
bleeken. Plotseling zag de graaf de Beaugré
daar aan het einde der galerij langzaam de
bloedige gestalte van zijn zoon verschijnen,
die zijn vader met wijd geopende oogen
aanzag, hem met een lichte hoofdbuiging
groette en vervolgens weder door de deur
verdween. «Mijn zoon is doodriep
de ontstelde graaf en op dat zelfde oogen
blik las de koning zijn naam onder de
gesneuvelden.
Nogmaals beefde mevrouw Bonaparte. Zij
viel haren man om den hals en zeide
«Beloof mij, dat gij nimmermeer oorlog
zult voeren en dat gij vrede met de ge
heele wereld zult houden, opdat ik voor u
niet behoef te sidderen.» «En voorn niet
personeel en de ouders hartelijk toe. Nadat
de kinderen en de opgekomenen een der
nomrnsrs van de expresselijk vervaardigde
feestliederen hadden gezongen, kreeg de
hoofdonderwijzer de heer P van Vliet het
woord. Deze gaf een schets hoe zijn onder
wijs was ingelicht on wees den kinderen
op het voorrecht dat zij genoten en op de ver
plichting die op hen rust. Daarop werden
de kinderen onthaald op chocolademelk en
krentekoeken, die zij zich goed lieten sma
ken. Ondeiwyl zongen zij de oveiige liederen
onder begeleiding van een orgel, dat door een
paar oud-leerlingen werd be'peeld.
Toen de leerlingen rijkelijk onthaald
waren, trad ds. Wolf op om in een kort
woord te wijzen op de toekomst van het
Christelijk onderwijs en drukte de ouders
het gewicht van hun roeping op het hart.
Daarop kreeg de president nogmaals het
woord om alle opgekomenen dank te zeggen
voor hunne belangstelling. Den Burgemees
ter dhr. Jhr. ror. Quarles van Ufford dien
men onder de aanwezigen opmerkte, dankte
hij voor zijne tegenwoordigheid en toen het
laatste der feestliederen was gezongen, werd
dit samenzijn met dankzegging gesloten door
ds. Wolf.
Nadat de kinderen de school verlaten
hadden, werd zij in een feestzaal herschapen
waarin des avonds een 70 vrienden samen
kwamen om de daden des Heeren te her
denken. Onder genoeglijk samenspreking was
het spoedig laat geworden. Toen het uur
van scheiden gekomen was, was aller ge
tuigenis Het was ons goed op dezen dag
aan deze plaats omdat de Heere in ons midden
was. Het Eben-Haözer, één der opschriften,
die den wand versierden, was een woord,
dat hoop geeft om verder de gesluierde
toekomst tegen te gaan.
R EC HTSZ4 K E X
Te Antwerpen is de rechtszaak tegen
Corvilain begonnen. Hij wordt beschuldigd
bij gebrek aan voorzorg onvrijwillig den
dood te hebben veroorzaakt van 70 personen
en v rscheidene anderen te hebben gekwetst.
Voorts zonder verfof kruit te hebben doen
vervoeren, onderanderen op 6 September
een hoeveelheid van meer dan 300 kilo.
Mede zonder verlof een stoommachine en
stoomketel te hebben opgerichten een
fabriek voor het uitdoen van 50 miljoen
metalen kardoezen en het plaatsen van
ovens voor het smelten en gieten van lood
en koper. De commissie van onderzoek
heeft uitgemaakt dat C. zich over 't alge
meen volgens de letter gedragen heeft der
gansch onvolledige voorwaarden, die hem
waren opgelegdmaar dat de overheid
nooit heeft kunnen denken, dat hjj in zijn
magazqn meer dan 25 miljoen kardoezen,
hebben zou.
De aanwezigheid van meer dan 100 dnizend
kilo buskruit, gesloten in gescheurde hozen
van kardoezen, gescheurd door de werk
tuigen, die er de kogels hadden uitgehaald,
maakte van dit entrepot een echt buskruit-
als een spook behoef te verschijnen», voegde
de verharde man er bij. Josephine was
echter zoo van tiaar stuk, dat dadelijk de
lichten moesten aangestoken worden en
men de akelige gedachten door een vroolijken
wals moest verdrijven. Arme menschen,
die niets anders te bedenken wisten dan
de dingen die beneden zijn Men jaagde
allerlei vermaken na, zij het ock dat
kunsten en wetenschappen niet vergeten
werden, doch aan de zonnestralen van Gods
Woord en dienst had niemand behoefte.
Ook Josephine niet, over wier hoofd reeds
zoo menige storm was losgebarsten en die
nog zoovele kommervolle dagen tegemoet
ging.
Een angstig voorgevoel zeide haar steeds
dat een kroon voor haar man haar zelve
ongelukkig zoude maken. Daarom liet zij
zich, die toch reeds in haar harteen Bour-
bonsgezinde was, door de graven van Provence
en Artois overhalen, bij haar man op
herstel van bet stamhuis den Bourbons aan
te dringen. «O,» zeide zjj eens, «ik zou
hem zoo ga .rne overhalen om den koning
terug te roe; en opdat hjj er niet aan denke
zichzelven koning te maken, want de vrees
dat hij dit zou kunnen doen, verwekt altijd
in mijne ziel een angstig voorgevoel van
een ongeluk dat ik niet van mij kan zetten.»
Dat Napoleon voor hare smeekingen en
voor de kuiperijen der zedelooze broeders
van Frankrijks laatsten koning doof bleef,
behoeft niet gezegd te worden.
O Later Lodewijk XVIII en Karei X
koningen van Frankrijk, broeders van den
onthoofden Lodewijk XVI.
(Wordt vervolgd.