NIEUWS BLAD
VOOR ZEELA xN D.
CMRISTELIJK-
HISTORISCH
1889. No. 7.
Dinsdag 15 October.
Vierde Jaargang
VERSCHIJNT
F. P. D'Iiuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENT1EN:
HET VOORSTEL BAHLMANN.
BUITENLAND
IA
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prij: per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026-
UITGAVE VAN
G. M. Klem.kerk, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel mier t> cent.
Familieberichten van 1 5 regeh 59 cent, iedere regel,
meer iO cent.
(Invoerrecht op de Tarwe.)
Met belangstelling lazen wij dat de com
missie uit de tweede kamer, die dit voorstel
onderzocht, r.iet ongunstig er tegen gezind
schijnt. Dit voorstel toch mag beschouwd
worden als een levensquaestie bevattende
voor geheel Zeeland. Ontkend kan het niet
worden dat deze vroeger zoo rijke en bloei
ende pr>vincie, thans in een staat van kwij
ning en achteruitgang verkeert, en een
zorgvolle toekomst tegengaat. De eenmaal
zoo winstgevende handel heeft opgehouden
te bestaan, de verwachtingen bij het graven
van het kanaal gekoesterd, als zou dit de
handel doen opleven, zijn niet verwezenlijkt.
Rijke kapitalisten, die te Middelburg vooral,
zooveel tot de welvaart dier stad bijdroegen,
hebben zich voor het meerendeel naar elders
verplaatst en daardoor de welvaart belang
rijk doen verminderen, ook in het overige
gedeelte van Zeeland.
De eenige bron van bestaan, die ons over
bleef, is de landbouwdoch ook deze ver
keert in een zeer gedrukten toestand, dooi
den geringen prijs der granen, 'tgeen
zich doet kennen in de herhaalde aankon
digingen van verkoop van boeren-inspannen,
dewijl de landbouwer verplicht is z(jti be
diijf op te geven; hoe treurig dit ook voor
hem zijn mag. Want het is hem onmogelijk
den wedstrijd met de vreemde granen vol
te houden.
Men bedenke toch dat in die landen bijna
geer. lasten voor de landbouwers bestaan,
terwijl die ten onzent door grond- en pol-
derlasten zeer gedrukt wordenen juist de
tarwe, hoofdartikel waarop de Zeeuwsche
landbouw rust, het meest door den invoer
geschaad wordt.
Maar zal men mij toevoegen waarvoor
blijft de Zeeuwsche landbouwer zich hechten
aan zijn stelsel van bebouwing De vrije
invoer van vee naar Engeland doet met
grond verwachten dat de veeprijzen zullen
stijgen. Waarom zich dan ook niet meer
toegelegd op uitbreiding van den veestapel,
en bet bouwland in weiland herschapen?
Doch dit laat zich gemakkelijker zeggen
dan uitvoeren. Men neme vooreerst in aan
merking dat niet alle gronden in Zeeland voor
de vetweiderij geschikt zijn; dat uitbreiding
van den veestapel kapitaal vordert, waaraan
het den landbouwer ontbreekt, en dat zon
der dat de uitbreiding van den veestapel
een te lang tijdverloop vordert, waarin de
landbouwer zich inmiddels niet zou kunnen
staande houden. Maar men lette vooral op
„In die lage prijzen", zoo zeide de heer
van Dedem voor eenige jaren in de Tweede
Kamer, „ligt geen zeer groote reden van be
zwaar voor den landbouw. Twintig jaren
geleden waren die prijzen minstens even laag,
maar de oorzaken van kwijning liggen in de
wijze van léyen gedurende de laatste jaren.
Onder de verschillend#_ standen heerscht te
veel weeldeen de regeering heeft daartoe het
voorbeeld gegeven door buitensporige open
bare werken, ondanks welker aanleg hier ge
tuigd moet worden, dat handel, landbouw en
nijverheid kwijnen. De loonen der arbeiders
zijn, in verband met de lage prijzen der levens
middelen, ook te hoog. Beter zal de toestand
worden, als de openbaro werken zooveel mo
gelijk door Nederlanders worden uitgevoerd
en als men zorgt, dat niet te veel bewerkt
hout en gemaakte kleederen hier worden
ingevoerd."
de gevolgen die deze andere wijze van be
bouwing na zich zou sleepen. De arbeiders
bevolking die door den landbouw gevoed
wordt, zou grooten ieels overbodig worden
wanneer de landbouwer voortaan uitsluitend
aan veeteelt ging doen. Zij zouden broode
loos worden, en tot last van de gemeenten
vervallen en waar zouden dezen de gelden
moeten van doen halen, cm zoovele arm
lastigen te onderhouden Verreweg de
meesten zouden ook voor landverhuizing
niet te vinden zijn.
Nu blijven de tegenstanders der graan
rechten al door dreigen met het schrikbeeld
dat het brood duurder zal worden, wat
ten nadeele van den minderen man zal zijn.
W(j noemen dit een schrikbeeld, omdat het
in wezenlijkheid niet bestaat, daar zooals
door oris vroeger reeds in dit blad is aan
gewezen, zelts een inkomend recht van
f 2,40 per mud en dus het dubbel van hetgeen
de voorsteller beoogt, geen rerhoogirg van
den broodprijs, door de Haagsche Broodfa
briek aangekondigd, ten gevolge zou behoe
ven te hebben. En wij grondden onze
beschouwing destijds op authentieke cijfers
ten jare 1826 van Rijkswege aan de ge
meentebesturen meegedeeld, teneinde daar
naar, in gevolge de beslaande wet op de
geinaalbelasting, den prijs van het brood te
regelen, terwijl het niette betwijfelen valt,
dat deze kosten thans, nu de bereiding
van het brood over het algemeen meer in
het groot geschiedt, nog minder zullen be
dragen.
Doch al ware het ook dat het brood
duurder werd (wat echter niet zeker b)
zou dit, als betreffende slechts het tarwe
brood, daar de rogge onbeL.st blijft, dan
zulk een nadeel voor den minderen man
zijn, die toch door zijne verdiensten evenzeer
in de algemeene welvaart deelt
Het is op grond van dit alles, dat wij
met volle vrijmoedigheid het voorstel van
den heer Bahlmann ondersteunen, en den
wensch uiten dat het door de tweede
kamer moge worden aangenomen.
S. V.
Onze Accijnzen.
Het verloopen jaar levert op het gebied
der accijnzen hetzelfde verschijnsel, dat de
jaren, die daaraan voorafgingen, te zien
geven, n. 1. Jat het Nederlandsche volk
den grootsten cijns betaalt voor 'tgedistil
leerd. Bijna 24 miliioen gulden vloeide in
's Rijks schatkist als accijns op sterke
dranken nf ruim 5 gulden per hoofd. Niet
minder dan vierhonderdduizend hectoliters
d. i. bijna 9 liters per hoofd, werden door
ons volk in één jaar tijds gebruikt. Dat is
een enorme hoeveelheid. En oleef liet
dan nog voor alle plaatsen 9 liter per hoofd,
maar vele gemeenten vooral de steden, en
onder deze nog de fabrieksplaatsen, eischen
veel meer. Zoo hebben Zult-Bommel en
Heusden een drankverbruik van ruim 19
liters per hoofd, Leeuwarden, Sneek, Deven
ter, Enschedé, Goor vin omtrent 18 liters.
Van alle gemeenten staat Almelo in drank-
verbruik boven aan met een verbruik van
21 liters per persoon, onder aan de lijst
staat Achttienhoven in Utrecht, waar slechts
twee maatjes per hoofd geconsumeerd is.
Bij andere provinciën vergeleken steekt
Limburg gunstig af, daar het slechts 3 liter
gedistilleerd per persoon behoeft.
Tegenover dit alles leveren de andere
accijnsen betrekkelijk weinig op. Elke
Nederlander door elkaar gerekend betaalde
in 't vorige jaar voor belasting op liet
vleesch 65 cent, op de suiker 11,84, op
den azijn 3 cent, cp het zout 87 cent, op
het bier 20 cent, op den wijn 40 cent, op
de zeep 44 cent, dat is op al de genoemde
artikelen te zamen f4.43 en op het ge
distilleerd alleen f5.33. Door elkaar genomen
betaalt dus elke Nederlander als belasting
op de eerste levensbehoeften de wijn en
het bier daarondër niet gerekend ruim
7 cent in de week, terwijl hij in denzelfden
t(jd een dubbeltje stort ah belasting op sterke
dranken.
Met het oog daarop zou men geneigd
z(jn te vragen of het werkelijk zoo noodig
is de belasting op de eerste levensbehoeften
af te schaffen of te verminderen, waar men
ziet, dat het Nederlandsche volk uit eigen
vrijen wil nog meer betaalt, voor iets, dat
het missen kan, ja dat het tot verderf strekt.
De keizer van Rusland is Vrijdag te Bel
lijn aangekomen. De Keizer van Duitsch-
land ontving zijn <tneef»allerhartel(jkst; doch
de bevolking van Berlijn gedroeg zich koel.
Slechts een paar duizend toeschouwers, alleen
uit nieuwsgierigheid daar gekomen zagen
de beide vorsten passeeren en hadden slechts
luide toejuichingen voor hun eigen keizer,
niet voor den Rus over.
Deze handhaafde dan ook van begin tot eind
het stroef gelaat waarmede hij gekomen was.
Op het gastmaal bracht keizer Wilhelm een
warmen toost uit op den Czaar en op den
vrede, dat kostelijk erfstuk zijner voorvade
ren, hetwelk hij wenscht te bewaren. Doch
liet antwoord van den Czaar was koel en
kort en algemeen, en slechts zeer moeilijk
verstaanbaar. Het was of hij blij was toen
hij zijne speech, een aanrijging van niets
zeggende plichtplegingen ten einde ge
bracht had.
Ook het publiek handhaafde zijne koele
stemming, zelts toen tegen den avond de
beide vorsten zich nog even op het balkon
van het paleis begaven.
De geestdriftige toejuichingen uit honderd
duizend kelen den vorsten van Oostenrijk en
Italië, bij hun bezoek te Berlijn te beurt
gevallen, maken een scherpe tegenstelling
met het geheel ongerechtvaardigde stilzwij
gen waarmeê men den Czaar ontving.
De teruggetrokken houding van den
Russischen Keizer is overigens te verklaren
uit de volgende feiten, lo. De band tus&chen
Duitschland en Ruslands grootsten concurrent
(Engeland) wordt inniger2o. Duitschlands
invloed over Griekenland neemt toe3o.
Wilhelm, die Londen bezocht, gaat weldra
ook naar Konstantioopeldrie dingen die
bijna de verbazing kunnen wekken boe de
Czaar nog naar Berlijn kon gaan. De ont-
moeiing der beide keizers is dan ook slechts
als een beleefdheid te beschouwen. Zater
dag trokken beide vorsten samen op de
jacht. Of daar de verhouding beter ge
worden is
14 October '89.
1ERSEKE. Gemeenteraadsvergadering van
Vrijdag 11 Oct. des avonds, te 6 uren.
Voorzitter de burgemeester, afwezig de
heeren Van Oeveren en Sauer.
De notulen der vorige vergadering worden
ongewijzigd goedgekeurd.
Ingekomen le van Gedeputeerde Staten
de goedkeuring der verordening tot onbe
woonbaarverklaring van woonhuizen 2e
van den rentmeester van het christ,
krankzinnigengesticht Veldwijk de kennis
geving, dat het tarief niet kan verlaagd
worden, doch dat desniettemin het gesticht
de verpleging van de huisvrouw van A.
Mieras voor f 270 op zich zal nemen. Naar
aanleiding van dit bericht is door B. en
W. rijks- en provinciale subsidie aange
vraagd. £e van het algem. armbestuur de
rekening en verantwoording over 1888 en
de begrooting voor 1890. De heeren Sauer,
Sinke en Schipperworden ber.oemd om
beide voorloopig na te zien. De voorzitter
wenscht 2 ambtenaren v. d. Burg. Stand
te benoemen (één in de plaats van den
heer Lemson, één om, zoo noodig, voor
anderen in te vallen.) Benoemd worden de
heeren Van der Burght (weth.) en Sinke.
De eerste neemt zijne benoeming aan, de
laatste maakt bezwaar, omdat hij op Don-
derdag, den dag waarop gewoonlijk huwe
lijken worden gesloten, steeds afwezig is.
In zijn plaats wordt nu gekozen de heer
Sauer (afwezig). Tot heden zijn de openbare
scholen toegankelijk voor kinderen van 5i/s
tot 16 jaar. (Art. 3 van de verordening
op het lager onderwijs.) B. en W. stellen
voor 16 jaar te veranderen in 13. De heer
Sinke vraagt of de kinderen na dien tijd
dan nog van het herhalingsonderwijs kun
nen gebruik maken. Het antwoord luidt
bevestigend. Het voorstel wordt met
algemeene stemmen aangenomen. Nu stel
len B. en "W. voor, het aanplakken op de
plakkeborden voor particulieren aan een
recht te onderwerpen. Het gebeurt meer
malen, dat er voor gemeen tepublicatiën
haast geen plaats over is. De opbrengst
zal de gemeente ten goede komen, en ook
in andere plaatsen bestaat zulk een recht.
Voorgesteld wordt te heffen voor biljetten
niet grootei dan 5 dM2. 50 cent, voor groo-
tere f 1.
De heer Sinke vraagt of er een raming te
doen is naar de opbrengst en of dat tarief niet
te hoog is
Op de eerste vraag antwoordt de Voorzitter
ontkennend, op de 2e, dat het recht berekend
is voor het omroepersloon.
Verder vraagt de heer Sinke of de genoemde
cijfers betrekking hebben op de 2 borden sa
men en of dat aanplakken tot heden kosteloos
geschiedde. Het antwoord op de beide vragen
luidde bevestigend. Voor het publiceeren
ontvangt, naar de Voorzitter meent, alleen de
aanplakker eenige belooning.
De heer v. d. Burght vreest, dat de heffing
tot vermindering van publiciteit aanleiding
zal geven.
De heer Sinke sluit zich daarbij aan en
noemt o. a. de publication van het vischbe-
stuur als zaken voor de ingezetenen van
hoog belang.
De Voorzitter meent dat men die dan
kan uitzonderen, even als die van het rijk
en de provincie. Alzoo gewijzigd wordt het
voorstel aangenomen met 3 tegen 1 stem.
Daarna zegt de voorzitter dat voor 1
Jan. het tarief der kaai- en havenrechten
moet herzien en aan de koninklijke goed
keuring onderworpen worden. Hij stelt voor-
het weder voor 5 jaar onveranderd vast te
stellen. Hij noemt de cijfers van ontvangst
en uitgaaf voor de kaai on haven gedurende
de 5 laatste jaren. Het gemiddelde daar
van is f2629,67 (ontv.) en f2363,93 (uitg.);
in 1888 bedroegen de cijfers 1543 en 2384
gld. dn opbrengst is sedert 1884 belangrijk
verminderd. Voor 1890 staat weer een vrij
groot werk te wachten. De heer Sinke oor
deelt dat de wijziging van 1884 verkeerd
heeft gewerkt. Toen zijn de kaairechten,
die iedereen betaalt, tot de helft verminderd,
die voor de pannen zijn veel te hoog ge-