blauwe en
PRIJZEN
NIEUWSBL AD
VOOR ZEELAND.
iIJmet MELKERIJ,
Y
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
urpoeder
1889. No. 146.
Donderdag 12 September.
Derde Jaargang.
et
EWIJNSE Szn.
oorhanden
'ACHTEN
nevkzaam, dat in
begin zal gemaakt
„GROOTHEID en
^waardig leven van
October, ontvangen
orkomt, gedurende
prk
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. IVliuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Voererwten f6,50
mud.
[oerbloem f3,75
1 van 50 kilo's.
Erwten, Paarden-
ter, Rogge, Zeme-
vve, zuivere Tarwe
oggebloem, bij
J. ADRIAANSE,
vakonderwijs op onze
scholen.
„telegraaf.
Voor allen toegankelijk
BUITENLAND.
RE.
DE
ZEEUW,
E N-
ELKEN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND,
per drie maanden tranco p. p.
Prijs
Enkele nommers.
f0,95
- 0,026
UITGAVE VAN
EN
1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
van
.AND, onmisbaar bij Kin-
In Kramp, Zuur, Koper
en Verstapping enz. In
40 cent met gebruik.
^NSEN-EICHOLTZ Noord-
VAN OYEN LAURENSE,
liden te Middelburg.
azgn GROENEN DRAAK
Middelburg.
inderdijk, Middelburg.
ddelburg.
den boekh. DEN BOER
llDDELB.-ROTTERDAM.
Ijptember.
dag, Donderdag, Vrijdag:
ing. 8.V. Middelb. 9.
insd. 17 van Rotterd. 8.30
Goes.
dBOOTDIENST
eiburg en Zierikzee
ierikzee Spoorweg
rtember.'
Van Zierikzee
Dinsd. 10'smorg. M
Woen.ll tjor,
Woen. ll'smidd.
Don, 12n.Cortg.smid.
5 n. Z.Zee 'smid. b.dw»
Vrijd. 13'smorg.
Zat. 14
t,30 Zond. 15
Krabbeudijke, ook voor Waarde 12 Sept.
namiddag en 13 Sept. Rilland-Bath 14 Sept.
Wij wezen er reeds vroeger op dat de
inrichting van ons openbaar lager en mid
delbaar onderwijs vele gebreken aankleven.
't Is in onze dagen al onderwijs, onderwijs
wat men hoort. Rusteloos jaagt men het
kind, den knaap voort op de baan der
wetenschap. Lezen, schrijven en stil zitten,
ziedaar het resultaat van zooveel arbeids
en hoofdbrekens bij zoo menig leerling.
Lezen om de les in het hoofd te krijgen.
Schrijven cahiers vol, school- en huiswerk.
Stilzittenuren aaneen om aan
dachtig te luisteren naar den onderwijzer
die doceert, want het aantal leervakken is
te groot, om de socratische, de zelfzoekende
of eenige andere leerwijze dan de doceerende,
waarbjj alleen de onderwijzer het woord
heeft, toe te passen.
In de gewone dagelijksche her«enver-
moeiing zou vakonderwijs een aangename
pauze opleveren; het werk zou beginnen
uitspanning te zijn.*
En dat het mogelijk is, leert ons Zweden
en Noorwegen; toont ons de vereenigde
Staten van Noord Amerika, bewijst ons ook
een der scholen te Parijs, door de werklieden
uit Nederland dezer dagen bezocht, en
w aaromtrent de Werkmansbode het volgende
mededeelt.
«De eerste onderwijzer geleidde ons op
verzoek naar de werkzalen. Op weg daar
heen zag ik honderden stukken bewerkt
hout aan de wanden hangen, verder boetseer-
en snijwerk. Het bleek mjj later werk van
de leerlingen te zijn. De nieuwe richting
van het onderwijs bestond in die school al
eenige jaren.
Men bracht ons in de werkzalen, allereerst
in die voor het hout. Ik zag schaafbanken
met schroeven, een .draaibank, kasten, en
drie «bazen» met jongens vlijtig aan het
werk. Het was een vreemd gezicht, die
jongens van 11 en 12 jaar daar bezig te
zien, als timmerlui. Een zaagde er vaneen
plank een stuk hout af, dat hij van te
voren had afgemeten, en niet met de
figuurzaag van de huisvlijt, maar met een
ferme flinke werkmanszaag. Een ander
lei op de schaafbank een stuk plank neer
en schoof het tegen een spijker tot steun,
en begon te schaven en keek er naar of
het glad en effen was, met de houding van
volleerden knecht. Daar waren
1,30
,30
een
nog
,30 Maan. 16
6.30
7,—
7.30
7.30
gustus.
van Antwerpen
Dinsd. 10'smorg.
Dond. 22 3oq
Zat. 14 -
Dinsd. 17
^,30
1.30
5.30
2,30
andere jongens bezig, maar ik keerde mg
tot twee, die bezig waren aan de draaibank.
Be een trapte, de ander hield een beitel,
en ik zag onder zijn handen ontstaan een
rol met verdikkingen er. verdunningen zooals
het handvat van een stoffer.
De bazen vertoonden ons verder een en
ander uit een kast, zooals wij er reeds op
de tentoonstelling hadden gezien.
Naast deze timmerzaal was de smederij.
Het smidsvuur ontbrak nietik zag gloeiend
Inzer smeden, hoorde vijlen en zag de jongens
ezig aan de schroef.
In de klassen, waar de kinderen lezen,
ichrijven en rekenen leeren, stonden wij
minder verwonderd. Kinderen van
legen jaar vertoonden een cahier dat be-
'ekking had op de werkzaal, een teekening
van een stuk hout naar lengte, breedte en
dikte; een berekening van oppervlakte en
inhoudeen beschrijving van 't geen er
aan gewerkt moest wordenen op het bevel
daartoe haalden de jongens het stuk hout
voor den dag, waaraan zij bezig waren.
De directeur bracht ons in een lagere
klas, waar eveneens aan een stuk hout
gewerkt werd. Toen gingen wij naar de
werkzaal waar de hoogste klasse bezig was.
Jongens van 13 en 14 jaar stonden te teeke
nen, te boetseeren of in hout te snijden. Een
had zjjn boetseerwerk in klein aftoen
werd er een laagje gips over gesmeerd, dat
hg verder mocht uitwerkeneen ander was
bezig een gevleugeld paard te vormeneen
derde snoeide in hout, wat hij eerst had
geteekend en toen geboetseerd, enz.
Een merkwaardige eenheid; het theo
retisch en practisch onderwijs vormde één
geheel
het ontwerp werd geteekend;
het werd beschreven;
het werd geboetseerd;
het werd in hout uitgesneden
De jongens moesten hun dagboekje te
voorschijn halen; zij droegen het in den
zak. Daarin stond in het klein het werk
van eiken dag met de pen geteekend, he-
schreven en voor zoover noodig berekend
alles zag er netjes uit,'twas een lust om
te zien
En waartoe dient dit onderwijs
En wat moeten de jongens worden werd
er door ons gevraagd. En het antwoord
luidde
«Het schooltoezicht heeft ingezien, dat
er aan het gewoon lager onderwijs nog
een belangrijk ding ontbrak: Arbeid voor
de handen, arbeid meer dan met pen en
potlood, arbeid met de handen, zooals de
werkman dien noodig heeft, arbeid, waarbij
een stof, een echte stof wordt verwerkt,
als hout, ijzer, klei!
«Toen is er eerst de proef genomen met
ééne schoolhet is deze en gij ziet de
vruchten. En sedert zes jaar zijn wij bezig
met de andere scholen; in meer dan 100
scholen is de handenarbeid of het hand-
werksonderwijs in vollen gangVoorloopig
wordt er hoofdzakelijk gewerkt in hout en
ijzerlater komt de aanvulling
En wat moeten de jongens worden Ik
bedoel, of ze bepaald voor het handwerk
worden opgeleid
De directeur liet ons het werk zien van
verschillende leerlingen
«Deze wordt een kunstenaar, en kan
zich verder bekwamen op de ambachtsschool,
die heeft geen aanleg voor de kunst, en
zal zijn brood moeten verdienen met ruwer
handenwerk, zooals bv. bij het timmeren of
smeden ook te pas komt. enz.maar
vervolgde «Wij geven geen ambachtsonder-
wijs. Wij geven de ontwikkeling, die ieder
mensch in het leven te pas komt!»
«Maar den ambachtsman vooral
«Ook den kunstenaar vulde hij aan.
En wanneer beginnen de schoolkinderen
met dien handenarbeid
Van den eersten dag afaan, wanneer ze
van de bewaarschool komen, er is aan
sluiting I
dit ver"
voor wa'
Wij kunnen niet beoordeelen of
slag niet wat gekleurd is. Maar
de beste leerlingen betreft, zal de slotsom»
waartoe de schrijver kwam, wel waar zijn
Ik zal u zeggen, wat de Parjjsche jongen
op zjjn 14e jaar (ook op zjjn 12e) meer
heeft geleerd, dan de Nederlandsche.
lo. Hij heeft practisch leeren teekenen,
rekenen en stellen.
2o. Hij heeft de elementen van het hand
en ornament- en rechtlijnig teekenen door-
loopen.
3o. Hij heeft de werktuigen leeren ken
nen en gebruiken van den timmerman en
den smid en den draaier en den boetseerder
en den houtsnijder.
4o. Hij heeft leeren werken in houten
jjzer en klei.
5o. Hij heeft allerlei verbindingen en
vormen leeren maken van hout en ijzer
en kiel
6o. In zjjn ziel is ontwikkeld en in
practjjk gebracht al de kunstzin, dien hjj
op dat gebied en op dien leettjjd in zjjn
ziel heeft 1
Voor Nederland wensch ik een dergelijke
richting, maar gewjjzigd naar Nederlandsche
behoeften
Met deze vraag, een vorige maal door ons
gesteld, stemt niemand minder in dan
minister Mackay. In een der jongste kamer
zittingen zei ZExc. er het volgende van
Is het dan niet waar dat van alle rich
tingen in den lande, alleen de moderne
richting volkomen vrede heeft met het
openbaar onderwijs, en dat niet èene van
van andere richtingen daarin voldoende vindt
wat zjj wenscht en begeert -
Dat overigens de Schoolwet van 1857,
en in veel sterkere mate nog de wet van
1878, tegen het positief christelijke inging,
toonde de Minister bjj deze gelegenheid op
uitnemende wjjze aan:
Men heeft gezegd: hoe komt het toch
dat, terwijl de bevolking, die tot nog toe
over het algemeen tevreden was met de
school, die toch ook eene neutrale school was,
men na 1857 een storm tegen die neutrale
school ziet opsteken? Ligt dat aan opruiers
en personen, die de menigte hebben aange
hitst en die gemaakt hebben dat men niet
even voldaan was over de school van 1857
als over die van 1806?
Descbool van 1857 was niet meer de school
van 1806. De school van 1806 was in menig
opzicht nog eene christelijke school. Tot
het jaar 1857 hebben wij dan ook
naast de open]bareschool bijzondere
scholen voor Israëlieten gehad,
waaraan uit 's Ryks schatkist subsidiën wer
den verleend, die na 1857 hebben opge
houden. Toen heeft men eene school gemaakt,
dieniet alleen voor Christenen, maar ook voor
Israëlieten bruikbaar zou zijn. Het gevolg
daarvan was, dat in die school geen onder
wijs in Christelijke waarheden kon gegeven
worden, dat het niet meer mogelijk was om
te spreken van Jezus als den Christus, den
Zaligmaker der wereld.
In het begin waren sommige onderwijzers
en schoolopzieners van oordeel dat op den
ouden voet kon worden voortgegaan. Op ver
zoek van de Israëlieten heeft men daarmede
opgehouden.
Is, wat de Minister hier zeide, tegen te
spreken
Lees eens wat indertjjd prof. Rauwenholf
schreef
«De wereldbeschouwing der Schrift is
geheel tegenovergesteld aan die van onzen
tjjdde Bijbel maakt het godsdienstig
leven arm en ongezond. De begrippen van
eene schuld der menschheid tegenover Gq^
van verzoening daarvoor door Jezus' kruis
dood teweeg gebracht, van eeuwige zaligheid
voor de geloovigen, tegenover eeuwige
rampzaligheid voor de ongeloorigen, al die
begrippen, in ons oog zoo onwaar, zoo scha
delijk voor eene zuivere godsdienstige ont
wikkeling, leert de gemeente altjjd opnieuw
uit den Bijbel. Wij modernen die deze
begrippen verwerpen hebben onder de
onderwijzers een aantal geestverwanten.
Wij kunnen dus op school een niet on-
belangrijken invloed, uitoefenen
Deze verklaring van een modern, gevoegd
bjj de bekentenis van het liberale kamer
lid de Beaufort omtrent Multatuli en zjjn
«aanhang», geef te denken.
Boulanger heeft onder zijn aanhangers
enkele luiden, die zich te voren over hem
niet heel malsch hebben uitgelaten. Men
weet niet over wat zich 't meest te ver
wonderen, over de mogelijkheid dat iemands
afkeer zoodanig in vriendschap veranderen
kan, of dat de ander zjjn vertrouwen schen
ken kan aan hen, bij wie hij tot kort ge
leden nog gezien was als een rotte kool
bjj een groentevrouw.
Wjj nemen ten bewijze een schrjjven
over van den monarchist Paul de Cassagnac,
zeker de voornaamste, de invloedrijkste on
der Boulangers aanhangersen die toch,
niet lang geleden, onderstaande van hem zei
«Een overlooper uit het monarchistische
leger, een verrader van den Katholieken
godsdienst, die zich, nadat hg de dienaar
der prinsen en de dienaar Gods is geweest,
aan de revolutie en aan den duivel heeft
verkocht. Gewetenloos, beginselloos, een
struikroover en dief, die, als hij er kans
toe zag, een 18 Brumaire of een 2 Decem
ber voor eigen rekening zou herhalen.»
«Onmogelijk als minister van oorlog, on
mogelijk als bevelhebberonmogelijk als
soldaat.»
«Ik wensch hem den dood nietgodsdienst
en menscheuliefde verbieden mg dat. Maar
als hem een ongeluk overkwam, dan zou
ik mij troosten met de vaderlandslievende
gedachte, dat de| dood van zulk een Fransch-
man voor ons vaderland nuttiger zou zijn
dan die van millioenen Duitschers, die Frank
rijk niet zooveel kwaad kunnen doen als hjj.»
»Weg met Boulanger, opdat wij ons bf
mogen verheugen over den vrede óf ons ten
oorlog kunnen opmaken. Want den eersten
verhindert hij, den tweeden zou hij niet
kunnen leiden.»
sFrankrjjk, dat op dezen hansworst ver
liefd is geraakt, zal hem spoedig genoeg
stuk slaan, en als het hem den buik open
snjjdt. merken dat er niets dan hooi in zit.»
«Ongetwijfeld heeft Boulanger gestaan aan
het hoofd van het ministerie van oorlog.
Maar juist omdat hij daar was, werd er
niets gedaan en was niets gereed.
»BouIanger heeft niets volbracht van het
geen talrijke domkoppen van hem ver
wachtten.»
»Met Boulanger gaan wij den oorlog te
gemoet, den ondergang der natie.»
»De kameraden van Boulanger, die hem
het kruis van het legioen van eer in diaman
ten hebben vereerd, zullen daarvan thans
diep rouw hebben. De borst van zulk een
lafaard versiert men niet met diamanten
men spuwt er op.»