CHRISTELUK-
NIEUWS B L A D
HISTORISCH
VOOR ZEELAxN D.
I
1889. No. 113.
Donderdag 27 Juni.
Derde Jaargang.
f
VERSCHIJNT
Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
„PROTËSTAlNTSCBE" ERNST.
Paul Rabaut
i.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
P.'ip per drie maanden franco p. p. 10,95
Enkele nornmers- 0,025
UITGAVE VAN
G. ,\J. Klemkerk, te
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regel- 59 cent, iedere regel,
meer 40 cent.
De rede, door Dr. Kuijper 2 Mei jl. op
de Deputatenvergadering gehouden over de
beginselen der Fransche revolutie, die onder
den titel: «Niet de vrijheidsboom, maar
het kruis» het licht zag, heeft heel wat
pennen in neweging gebracht, en zal dit
waarschijnlijk nog doen.
De liberale protestant Dr. Lieftinck, lid
der Tweede Kamer, was zoo beleefd de
kiezers te Haarlem een kijkje in zijn pro
testantsch hart te gunnen, en heeft enkele
gevleugelde woorden gesproken, die wij als
bijdrage tot juiste kennis van liberalen
godsdienstzin en verdraagzaamheid onzen
lezers wel eens bij gelegenheid zullen
voorleggen.
Meer dan de uitspraken van de/.en ex-
predikant is de beschouwing van Mr. W.
H. de Beaufort in de Gids de aandacht
waard. Deze bekwame en waardige volks
vertegenwoordiger is een der weinigen die
steeds in gekuischte taal en beschaafde
vormen hun tegenstander bestrijden is een
dergenen die tot de «godsdieristigen» wordt
gerekend, en die nimmer vergeten wor.lt
door dat smaldeel der orthodoxe prote-
stantenjhetwelk in Utrcchfzijr. hoofdkwartier
heeft, als er sprake is van den godsdienstzin
der liberalen.
Van dezen afgevaardigde zou men dus
kunnen wachten [een sympathie-betui
ging met het uitgesproken beginselniet
de vrijheidsboom van 1789, maar alleen
het Kruisniet de 'evolutie, maar het
Evangelie is het geneesmiddel voor de zoo
kranke maatschappij.
-
De prediker der Woestijn, of getrouw
tot in den dood.
XXI.
AANGENAAM BEZOEK
«Sinds twee dagen is pater Bourgues niet
bij ons geweest,» zeide de prediker.
Men wate dat deze pater in last ha 1 gevan
genen tot het Roomsche geloof te bekeeren.
«Gister was hij bij ons,» zeide de oudste.
«Maar nimmer heb ik hem zoo in ver
warring gezien als eergister,» sprak Rochette.
«D ;arom heeft hij u zeker maar inet
rust gelaten sinds merkte de middelste op.
«Zou hij hopen, het bij ulieden makkelijker
te hebben
«Wanneer hij dat heeft gedacht,» ant
woordde de jongste, «heeft hij kunnen on
dervinden dat hij ons niet kende.
En nu verhaalden zij elkaar hun gesprek
ken met pater Bourgues, en hoe die ein-
delijk op hun afdoende, uit de heilige
Schrift waarmede zij alle van der jeugd
aan bekend waren, genomen bewijzen tegen
dwalingen en misbruiken der room-che kerk
geen woord meer had weten in te brengen.
Rochette had nog nauwelijks geëindigd,
t>en de cipier binnentrad
«Nu, mijne heeren» zeide hij, «heden
heat ge u toch gewis niet te beklagen.
Men heeft u |ang genoeg alleen gelaten,
denk ik.»
«Hartelijk dank er voor» was het ant
woord der gevangenen, «Inderdaad een
heerlijke dag!»
«Hij is nog niet ten [einde,» hernam de
ci nier.
Maar die dit mocht verwachten wordt niet
weinig door Mr. de Beaufort teleurgesteld.
In betrekking tot een volledige onder
werping van den Staat aan God, door Dr.
Knijper als beginsel der antirevolutionaire
partij genoemd, zegt deze «godsdienstige
liberaal
„Die uitdrukking moge liefelijk klinken
iii de ooren van godsdienstige menschen,
die over staatkunde weinig nadenken, voor
den ernstigen protestant, dio zich reken
schap geeft van de beteekenis van elk
woord, kan zjj inderdaad geen zin hebben.
Van een volledige onderwerping van den
Staat aan God, kan voor hem geen sprake
zjjn; niet eerst sedert de Fransche revolutie
maar sedert de kerkhervorming der zes
tiende eeuw. Het protestantsch beginsel,
,dat geen aardsch gezag het recht geeft
aan het menscheljjk geweten datgene op te
leggen, wat het niet na eigen onderzoek
kan aannemen, sluit elke onderwerping uit
aan een gezag, dat zich voordoet als ver
tegenwoordiger van Gods wil op aarde.
De protestant wil niet onderworpen worden
aan God door middel van de overheid, die
hem regeerthij kent geen andere onder
werping aan God dan die het eigen geweten
hem gebiedt. Een onderwerping van den
staat aan God heeft voor hem, óf de be
teekenis dat de Staat tusschen hem en zijn
geweten zal staan, óf in het geheel geen
beteekenis. Zjj is óf het oude roomsch-
katholiek beginsel, óf eenenietszeggende leus."
Deze woorden brengen ons een heel eind
op streek in het zoeken naar kennis van de
liberale beginselen.
«Ernstige» protestanten hechten dus geen
zin aan dit woord, dat de Staat aan God
zou onderworpen zijn.
neg eens
Als een
«Wij hopen het ook.»
«En als het einde er van
schooner was dan het begin
uwer vrienden
«Wie riepen allen. Heden is het toch
geen dag waarop bezoek veroorloofd wordt.»
«Hooger verlof
«Dan zal het zeker een bekeerde zijn.»
«O neen uw bezoeker verkeert in het
zelfde geval als gij
«Hoe weet gij dit?»
«Wel, zijn gansche uiterljjk beeft het mij
gezegd. Da»r is hij.»
Het was Rabaut die binnentrad, van een
jongeling vergezeld. De cipier trad terug en
sloot de deur achter zich.
Rochette wierp zich in Rabauts armen.
Langen tijd omarmden zij elkander, zonder
een woord te spreken, maar zij lieten bun
tranen den vrijen loop. De drie broeders
en de jongeling stonden met diepe aan
doening deze lange en st' mme omarming
aan te zien.
«Zijt gij het» bracht Rochette eindelijk
snikkend uit. «Gij gijhier
Wel sprak een stem in mijn binnenste ge
durig, dat ik niet zou sterven voor u nog
eenmaal omarmd te hebben maar ik durfde
het niet gelooven.Dank, dank!»
«Mijn zoon... mijn geliefde broeder...
sprak Rabaut gij hier, in deze gevan
genis, en met zulk een spoedigen dood
voor oogen! Ook bij mij was een voorgevoel
dat ik u nog eenmaal in deze wereld zou
zien en spreken. En ik kon eralihansom
bidden. En nu ben ik hier, ben bij u. Gij
hadt mij niet noodig om getrouw te blijven,
ik weet bet wel. Mij was het eene behoefte
Wel leert ons de Heilige Schrift door
Ruilus dat alle macht is van God, eu de
machten die er zijn, zijn van God geordi
neerd, maar, dan was Paulus geen protestant.
Want sinds de 16e eeuw, sinds de Her
vorming, is er geen sprake meer van, dat
de Staat aan God kan onderworpen zijn
Dit verbiedt bet protestantsch beginsel,
«dat geen aardsch gezag het recht geeft
aan het menschelijk geweten datgene op te
leggen, wat het niet na eigen onderzoek
kan aannemen.»
Dit is alles heel wat lichter gezegd dan
bewezen. Met dit protestant-ch beginsel
wordt wel wat véél gesold. Een weinig
meer historische consciëntie zou inderdaad
niet overbodig zijn. Want wie het protest
van Spiers leest, kan van dit vrije onderzoek
weinig vinden.
Wel verklaarden de protestanten van 1523
zich alleen te willen houden aan Gods
Woord«In vergelijking met dat woord
zoo zeiden zij is alle menscheiijk
woord en leering ijdel, dwaas en verwerpelijk.
Van dat vrije onderzoek echter geen spoor
Maar leert soms Gods Woord dan dat
Ie Staat, de vergadering van huisgezinnen,
buiten het rijksgebied des Heeren ligt
Als dat waar was, dan zou «een Staat»
een rijk, in de zelfde positie verkeeren als
Kain, volgens Byron's gedicht, vertaald door
L)a Costa, vóór deze nog zijn Messias had
gevonden. Kain zegt daarin tegen zijn
vei leider zich nimmer aan God te hebben
onderworpen en dit ook niet te zullen doen.
Wat nu antwoordt Lucifer, de duivel
daarop
leeren, getrouw te zijn, om het hem te
leeren.» Hij ging by deze woorden op den
jongen man toe, die diep geroerd aan de
leur was blijven staan.
«Mijn zoon» zeide Rabaut «gij
liebt mij hierheen willen begeleiden, gij
hebt Rochette willen zien. Uw begeerte is
vervuld. Gij zult dezelfde loopbaan loopen,
die hij als overwinnaar, als martelaar ver
laat. Hij is slechts 5 of 6 jaar ouder dan
gij... en hij was een onzer trouwste
arbeiders. O, dat zijn bloed voor u, mijn
/.non, een doop zijn mocht, die u met moed
en geloof vervulle.»
De jonge man, Saint Etienne Rabaut,
een begaafd student van liet theologisch
Seminarie te Lausanne, wilde Rochette te
voet vallen maar deze weerhield hem.
«Wat 'ijtgij veranderd, St. Etiennejsprak
hij gij zijt ook niet alleen lichamelijk
maar in geloof en kennis opgewassen; want
wij hebben dikwijls van u hooren spreken.
Toen ik u de laatste maal zag, waart gij
een kind, nu zijt gij een manJa uw
vader heeft gelijk, in den dienst van den
Jleere Jezus komen geen ledige plaatsen
voor. De eene valle, de andere vervangt
hem. Maar mij als voorbeeld stellen! llij
die het mijne geweest isO, zeker ik zal
voor ons geloof moeten sterven, maar wat
is eenmaal sterven tegen zijn martelaars-
iichap in hetwelk hij 20 jaar lang elk uur
zijn leven heeft op liet spel gezet Wat heb ik
gedaan dat uw vader niet duizend wei f deed?
Als de Heere mij verwaardigt, standvastig te
zijn tot het einde, zal ik zeker kalmer ster
ven dan ik menigmaal was op mijn reizen.
Zoo sprak Rochette, met dien ootmoed,
u nog te zien, en van uwe volharding te die het bewijs is van den standvastigen
j „Gy boodt geen hulde aan God?
Zoo ben ik daardoor reeds de
meester van uw lot."
En zoo is het.
Wie geen hulde aan God biedt, niet
ondergeschikt aan God zijn wil, is knecht,
is slaaf des duivelsvan den overste der
wereld. Zoo althans leert het Protestan
tisme aan alle ernstige protestanten, die hun
eigen vrij onderzoek te'onbetrouwbaar ach
ten om er op af te gaan en zich daarom
houden aan het Woord var. den Levenden
God, den Heer der Heeren en den Koning
der volken.
Toch heeft Mr. de Beaufort eensdeels
gelijk. De moderne Staat toch, die geen
gezag kent dan van de helft plus een,
onderwerpt zich niet aan Gods gezag, maar
staat daar in vijandschap tegenover. Dit is
de oorzaak dan ook van den rampzaligen
toestand der maatschappij. De moderne
■Staat kent geen geweten, cn kan dus niet
toestaan dat een «ernstig» protestant «geen
indere onderwerping aan God kent dan die
liet geweten Item gebiedt.» 't Zou fraai
/.ijn! Als de Nederlandsche regeering, de
Staat, daar eens mede had moeten rekenen
in zake de Afscheiding in 1834in zake
de vaccine in 1874 in zake de school in
1857 tn 1878. Wat had er van de re
geering moeten komen De- minderheid
moet immers maar onderdrukt worden
Neen, een Staat die zich van Gods gezag
lus maakt en zichzelven ten wet is, kan
geen andere protestanten dulden, dan die
hun zelfstandigheid, hun geloof, hun ge
weten ten offer brengen aan het gezag van
moed in zijn levenseinde zag hij een vergelij
kenderwijs lichte zaak voor hetwelk hij
reeds nu rijk beloond was.
«Maar reeds te veel sprak ik van mij zelf»
ging gij voort. «Ben ik hier de eenige,
lien de dood bedreigt? Hier zijn nog lieve
broeders, drie vrienden die mij misschien
op hst schavot zullen volgen, misschien
zullen voorgaan. Martelaars voor ons ge
loof zullen zij tegelijk als offer eener dwaling
of eener leugen vallen. Mij zal men als
prediker veroordeelen, en ik ben hetzij
zullen als oproermakers veroordeeld worden
en zij zijn bet nooit geweest.»
Rabaut naderde de broeders. Hij sprak
tot hen woorden rijk van troost, zooals
niemand ze meer gepast kon spreken
«Moed gehouden lieve broeders. Moed 1
God heeft u niet tot dit lijden geroepen,
zonder voor u uit den schat zijner erbarming
de kracht gereed te houden, die gij van
uoode hebt. Bidt er hem om, lieve bioeders
en Hij zal ze u geven, maar wat zeg ik,
gij hebt er hem reeds om gebeden, gij
hebt ze reeds ontvangen.»
Daarop deelde Rabaut hun mede, wat
liij in het belang hunner vrijlating gedaan
had. Hij verheelde hun zijne vrees niet,
of liever de zekerheid dat niets te veran
deren zou zijn aan het over hen genomen
besluitden dood op het schavot.
Maar inet hun alle hoop op dit aardsche
leven af te snijden verlevendigde hij in
hunne h irten door zijn vertroostende woor
den het verlangen naar de vreugde en de
heerlijkheid des hemels. Van tijd tot tijd
staakte men het gesprek om voor elkander
te bidden.
Wordt vervólgd.)