f Bloot gegeven.', 113*';: 1
Wij vreezer. dat Je eerste kamér, V.tto zij ze
delijk verstrekt uit den strijd vanl4Mei terug
keert, niet zoo gemakkelijk zal omspringen
mét Mack ay's onderwijswet.
Lieftinck, de vroegere moderne dominé,
heeft zich bij zijn jongste verkiezingsrede
te Nieuweramstel zoodanig bloot gegeveri,
dat onze vrees is toegenomen.
Dr. Lieftinck verklaarde n.arpelijjt er
nooit toe te zullen medewerken eenige
dogmatische (bijzondere) school te subsidi
eeren. Verwerping der nieuwe schoolwet
is dus'de leus.
Lieftinck zei het en t staat in het Han
delsblad.
De kiezers zijn thans gewaarschuwd.
Godsdienstig liberalisme.
Stuitend voorzeker is niet minder het yo^
gendc wat, ds Lieftinck, een derjaeste zonen
vtffpiiet fiberafisme, wiens töevSlfige minis-
trieele gezindheid laatst bij de behandeling
der boter svet, doorzijlij geestverwant Mees
als een onnatuurlijkheid werd gebrandmerkt,
të Nieuweramstel sprak. Hij zei \olgens
hetHandelsblad van Zaterdag:
„■Met de Katholieken, die den Vrijheids
boom niet willen met onze ergste vijan
den, doen de Calvinisten mee, de Calvinis-
ten diebeeklen-'Stormden, èn nu alles willen
corsett'eeren in een alles bedwingend keurs
lijf. Tot zelfs de krankzinnigengestichten
moeten nu christelijk worden."
i-Verder zegt de man
„Is de -eerste kamer om, dan is de vrij
heidsbootii óm; Dat moeten we verhoeden.
Als de eerste kamer bestaat uit dezelfde
bestanddeeleri van, het ministerie, dat niet
regeeren kan, dan zyjr wij er bij, dan
komt een politiek, die in den modernen
staat niet past. De kerkelijke» moeten een-
ander land opzoeken, een land waar de aarde
nog njet draaitwaar men Gods water
over Gods akker iaat lo.open. Die ernstig
hét moderne wil, zij sterk in zijn bèginsel,
dat het moderne het beste en dus het gods-
dlenstigste Is."
Wie wordt niet bang vo ir zulk sooi't,"
«godsdienstig» liberalisme
|t .i ij
Beginselen, geen personen.
Hebt deernis. Als :'td«n;,*pn.iliberalen
gelukt,"dan zuHen- zoovele ■personen uit.ile.
Staten gaan, die al zoolang zatendie zoo
goed waakten voor de -provinciale be
langen; om.
Zoo weeklaagt de Midiielb, C;rt.
Is het niet of de,dagen der Ituilebalkèij
zjjn teruggekeerd?
Nu niets overliet landsbelangniets iner
da eerste kamerniets over de regeering
die haar eerste voorproefje van tegenwerking,
reeds gepoot van de moeder der eerité
kamer; bij de behandeling der kiestabel in
Zeelands staten.
Van dit alles nu niets. Alles provinciale
belangenen dan die arme Wagtho en
Hoogenboom en Brevet en nog zoo vele
huileren I j
Ons antwoord luidt:
Wij strijden voor beginselen, niet voor
personen.
Het is ons om het even of Jan ot Piet
of Hendrik aftreedt, mits hij maar drager
z|j der christelijke historische beginselen,
gezind om een andere Eerste Kamer te
kiezen, zooals de liberalen in 1862 dit ons,
zoo meesterlijk hebben voorgedaan.
Dacht de Middelburger er nu ook zoo
over,dan zou zij o-s niet nopen tot de
vraag of van haar standpunt bezien
aan sommige aftredende liberale leden wel
zoo heel veel zou verloren worden ja zelfs
óf er niet een enkele onder de kudde, door
loopt, van wien het zelfs wenschelijk was
dat hjj eens afgelost wierd?
tVrijheid; gelijkheid en broederschap
Aldus profeteerde de Fransche revolutie
va* 1789.
Is echter ooit zoo zeide Dr. Kuyper
in zijne redevoering van jl. Vrijdag - de pro-
- fetje bitterder gelogenstraft
Of is er een land, dat in de eeuw die
verliep, wreeder door innerlijke onrust ge
schokt en geteisterd wierd, en meer dan
Frankrjjk de belichaming scheen van poli
tieke zelfver Jwazing
Frankrijk dat alle staatsvormen doorliep
en ze om het sneltst versleet.
Frankrijk, dat'in Caesalisme'zijne vrijheid,
in WiDonisme zijn parlementaire eere te
grabbel wierphet constitutioneele staats
recht door z(jn eindeloos wisselende minis-
teriën tot een belaching m'ïiakte; nu, als
in 1852, gereed staat zich een gelukzoekend
generaal in dé armen te werpenen als
laatste stuiptrekking Vitn dit dreigend gevaar-
af te wenden, hefii zoekt'in ëxëeptioneele
rechtsspraak, een wapen aan het tuighuis
juist van het ancien régime ontleend.
Vrijheids was de leus, waaronder men
te hoop liep, en beurtelings ziet de grens
wachter tie èène groep burgers ria de
andere over de grenzen uitwijken.
«.Gelijkheids zou het tooverwoord zijn,
en nooit schriller gaapte de tegenstelling
tusschen het lijdende volk e.i de 'macjhtige
geluvorsten, die met miiüoenen kegelen
Broederschaps zou, al wat burger heet,
verbinden, en waar was ooit een natie,
die, gelijk thans het Fransche volk, in eigen
ingewand wroet?
13 Mei '89.
Z. M. de Koning heeft de volgende
proclamatie aan het NederDndsche volk
gericht
Geliefde Landgenooten en Onderdanen 1
Heden zijn veertig jaren -voorbijgegaan,
sedert den dag waarop Ik plechtig de
Regeering over liet Neder landsche volk
heb aanvaard.
Zal Mijn Volk van Mg getuigen, dat Ik
Mijn Koninklijk woord heb gestand ge
daan, Ik weet dat in lief en leed, in blijde
en droeve dagen. Mijn Volk getrouw is
gebleven aan Mij en Myn Huis.
Ik heb er- steeds naar gestreefd, de wel
vaart en den bloei van ons Vaderland
te bevorderen.
Met innigen dank jegens den Almachtige
zie Ik op bet vervlogen tijdperk terug.
Zijn zegen heef' het oud verbond van
Oranje en Nederland bevestigd.
Oxer,, de toekomst van Mtjn Huis en
Mijn Volk roep Ik op dezen plechtige:)
dag dienzelfderr zegen in.
De herinnering aan het "verleden is My
een waarborg voor' de toekomst
Oranje en Nederland onder Gods zegen
één, krachtig en vrij
Z. M. heeft by gelegenheid van zyn
jubrïé eenige ridderordes weggeschonken,
waaronder aan enkele bekende personen.
Benoemd zyn namelijk tot ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw onderanderen
ds. J. W. Felix te Utrecht, dr. A. Kuijper te
Amsterdam ën dócent H. dé Cock te Kampen.
Alle drie vertegenwoordigen een der groote-
"re of "k lei uérögereformeerde groepen, de eerste
de gereformeerde groep ih' het hervormd
kerkgenootschap, de tweede- de nèd. geref
kerk doleerende de derde- de christelijke
gereformeerde kerk. Onnoodig te zéggen
.dat wij deze daad van onzen Vorst toejui-
etren. De gereformeerden zyn al zoo vaak
qqhter ijïtgestéld, dat liet wa nlijk aangenaam
aandoet eens op deze bijzondere verassing
të mogen 'wijzen. Vooral in de riddering
vart docent de Cock; den zoon van wylen ds.
H. de Cock - die in 1834 te Ulrum uit
zjjn ambt werd ontzet en de eersteling
was dier vele afgescheidenen, wien onder
de regeering van 's Konings Grootvader
ohrecht werd aangedaan. Dien smaad
had onze Vorst reeds in 1874 bij gelegen
heid van zijn 25 jarig Kroningsfeest aan
vanjtelijk weggenomen dopr de riddéring
van .Kampens oudste docent, ds. v. Velzen.
De ri ldering van den zoon van den eersten
«afgescheiden» dominé neemt, dunkt ons,
dien smaad geheel weg. Waatlyk, wij
gaan vooruit. «Afgescheiden» Kamerleden
en ridders. Den «doleerende» geridderd.
Fen ridderorde voor Dr. Kuyper I Zou dit
onder een liberaal of een conservatief minis
terie mogelijk geweest zijn
Een ieder weet overigens dat dr. Kuyper
voor zich geen ridderkruis begeert. Een
christen, geroepen het kruis van Christus
te dragen, heeft met zulk een lintje nirt
veel op. Toch verheugen wij ons over 't
feit. Immers alleen verdienstelijke mannen
worden door den Koning geridderd. Indien
Z. M., dank zij de voorlichting zyqer mi
nisters, niet overtuigd was, dat dr. Kuyper
Staat of Kerk of Wetenschap aan zich heeft
verplicht, deze eminente leider der antire
volutionaire party zou zeker overgeslagen
zijn. De geheele antirevolutionaire partij
en de christelijke historische pers 1 lebben
zich over het bovengenoemd onverwachte
feit te verheugen. Wat voor personen geldt,
geldt ook voor een par tij die de vreeze Gods
het hoogste acht, namelijk dat de Heere
«genade en eere» geeft. In den persoon
van Dr. K. ontving deantirev.partij en ook onze
pers een bewysvart 's Konings aandacht voor
haar, wenschen en strev en. Zij deze daad des
Konings een aansporing voor zoo menigeen
die eigenlijk bij ons behoort, doch thans
nog wantrouwend van verre staat, om zich
bij de antirevolutionaire par tij aan te sluiten
in deo kamp tegen de «goderi van den Tijd.»
Nog werden door Z. M. geridderd onder
anderen ds. L. Overman secretaris der synode,
J. P. Havelaar minister van Waterstaat
de' Iedén/ der 2e kamer A., van Déffcm, Seret,
ilaflmans, Bóol, RoosebóomSchépel en dr.
Vermeulen, Jhr. mr. P. J. v. Swinderen,
commissaris des Konings in DrenteG. J.
v. d. Bosch burgemeester van Kattendijke,
te WilhelminadorpA. Moens, inspecteur
van het lager onderwijs; C. L. v. Woel-
deren directeur der stoomvaartmaatschappij
Zeeland, en zendeling Jansz.
Van dr. Schaepman leest men het vol
gende kniedicht in het Centrum:
Daar ging een treurmare over 't land
De Koning sterft in N< derland
's Volks mam en spraken droef en stil.
Zij bogen voor des lieeren wil
't Was stil in kamer, huis en hof,
Bij 't onheil dat den volke trof.
Daar klinkt een büjmare, onverwacht:
De Koning leeft, herwint in kracht
Geprezen zij des Heeren naam
Zoo juicht geheel het volk te zaam.
En hooger juicht het op den dag,
Die veertig jaar vervullen zag,
Daar 't bidt en weet dat ééne band
Steeds hinde Oranje en Vaderland.
Scharendijke. Ingeleid door Ds. J A
Goedbloed trad voor de kiezers op de lieer
D. Mulder van Zieiikzee om de antirevolu
tionaire beginselen te bepleiten. Keurig,
duidelijk en zaakrijk was het woord, dat
hy sprak. Van de gelegenheid tot debat
werd geen gebruik gemaakt.
Brouwershaven. Tot het uitspreken dei
ofïicieele feestrede op heden 13 Mei in
het hotel Kloet, is door de commissie uit-
genoodigd rJs. J. W. Gunst.
Wij lazen Vrjjdag in een liberaal blad
dat de kamer de behandeling der, Arbeids
wel heeft voortgezet.
Is dit nu «onkunde of misleiding Geen
van beiden 't is een vergissing, misschien
wel van den zetter. Zie-laar alles.
Laat men toch niet altijd het kwade
denken van zyn tegenstander.
Dit zeggen wij tevens aan het adres van
zeker blad dat in een artikel van 8 Maart
in de Zeeuw vermeld zag dat de arbeidswet
nog niet door, de eerste kamer behandel-1
was. En toch was dit 3 Maart reeds ge?
schieJ. Was dit dan geen «onkunde of
misleiding
Geen Van beiden. Bedoeld stuk was door
onzen medewerker V. voor 3- Maart inge
zonden, en, eerst 8 Maart geplaatst, ver
zuimde de corrector den volzin, die op het
oogenblik van afzending nog waar was, te
schrappen. Ziedaar alles.
Naar aanleiding van het wonderlijk
besluit der Middelburgsche katholieken om
de antirevolutionaire candidaten niet te
steunen en dus den liberalen candidaten
de overwinning te bezorgen, sehrijft het
Centrum terecht
«Wij achten het onbegrijpelijk, dat men
allerlei plaatselyke en persoonlijke muize
nissen hooger kan achten dan het belang
van den Staat; zy die ze veroorzaken, la
den eene zware verantwoordelijkheid op zich.
Van hen die op 12 Mei 1849 bij de
inhuldiging des Konings, leden waren van
de Eerste Kamer is geen enkele meer in
leven. Van de toenmalige leden der tweede
kamer zijn nog 7 leden in leven Hengst
en baron v. Zuylen beiden thans leden der
le kamer, mr. J. Dirks te Leeuwarden
mr. W. Wintgens en mr. D. v. Eek te
"s Hagemr. A. Engelen te Tiel en mr.
H. J. Smit.
-- De heer J. G. Gerritsen te Groede
wenscht niet in aanmerking te konten voor
eenige candidatuur voor 't lidmaatschap der
Staten /an Zeeland.
KEltK- KV SCHOOLV1EUWS.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Kats A. J. Noteboom cand.
te Rilland-Balh P. N. Gijsman cand.
(oud-zendeling te Tjandjoer); te Nieuw-
vliet J. v. d. Bergen te Gelselaar.
Bedankt voor Renswoude door G. B
Fynvandraat te Stavenis-e.
Goes. Zondagmorgen werd onze nieuwe
leeraar in zijn dienstwerk ingeleid door Ds.
W. A. v. Griethuizen met een prediking
naar Joh. 202lb. Des n.imiddags verbond
Ds. P. N. Pikaar zich aan de gemeente naar
1 Cor 2:2.
Het provinciaal kerkbestuur van Zee
land heeft den ouderling C. J. Sakko, van
de Ned. Hervormde gemeente te Poortvliet,
«wegens verstoring van orde en ru.-t en
wegens verzuim en vergrijp in de uitoefening
zijner kerke'ijke bediening» ontzet van zyn
kerkelijke betrekking, vervallen verklaard
en hem de bevoegdheid tot het uitoefenen
van kerkelijke rechten en het 'aanvaarden
van kerkelijke bedieningen en ontzet van
zijn lidmaatschap der Hervormde Ker k.
GEMFAGDK BEIUCHTEV.
Op de trekschuit van Delft naar
Maassluis heelt een man de onvoorzichtig
heid gehad het hoofdj builen het raampje
te steken, juist toen de schuit onder een
brug zou doorgaan. Dienteugevolge raakte
zijn hoofd beklemd, werden hem de ooren
zoo goed als van liet hoofd afgescheurd en
bekwam bij ernstige kneuzingen.
Brutaal. Zondagnacht is de Oranje
vlag, die van den Haagschen toren uitstak
door personen, blijkbaar socialisten, die den
toren zijn weten binnen te dringen, ver
wisseld voor een roode vlag. Vóór 9 uur
wapperde echter weder de Oranjevlag van
den toren; de politie zorgde daarvoor.
Men meldt van Hot Loo. Teneinde alle
onderlroorigen van Het Loo in de gelegen
heid te stellen d n gedenkdag der40j:irige
regeering van Z. M. den Koning met
hunne gezinnen feestelijk te vieren, heeft
H. M. <le Koningin Zaterdag aan iederen
arbeider zes llessclien bier, een grooten koek
en een pond tabak doen uitreiken. De
werkvrouwen ontvingen ieder een geldstuk
dat haar door H. K. H prinses Wilhelmi-
na met den koek in persoon wer d ter hand
gesteld. De verschillende ba/en, parkwach
ters en jachtopzieners ontvingen elk 5 fles-
sclien wijn en een kistje sigaren. De kin
deren van het personeel werden aan de
boerderij in het park onthaald op choco-
iade en krentenbrood,sinaasappels en goochel
toeren van Bamberg.
Bij het inhalen der netten voor de
ansjovischvangst bij Medemblik, zyn twee
visschers, door het overslaan der boot in
zee geraakt. De een zonk dadelyk in de
diepte; de ander werd gered.
Het wetsv (Kristel tot het herroepen
van het verbod van huwelijk van een man,
met de zuster zijner overleden vrouw, is,
als alle jaren, door het Engelsche Hooger-
huis verworpen.
Uit Napels komt het bericht, dat de
uitbarsting van den Vesuvius in hevig
heid toeneemt. Zy dreigt dezelfde afmetin
gen aan te nemen als in 1822 en 4872.
De lavastroom rolt, ter breedte van 25
meter, langzaam voort in de richting van
Pompéi. Er bestaat ernstige vrees, dat deze
stad der oudheid opnieuw zal bedolven
worden, hetgeen voor de wetenschap een
groot verlies zou zyn.
Uit Westphalen komen eenige be
richten van bloedige botsingen, welke aldaar
tusschen de werkstakers en de militairen
plaats hebben gehad. Zoo kwam het onder
Brackel, in het district Dortmund, tot een
gevecht, daar de arbeiders aan de aanmaning,
om urteen te gaan, geen gevolg wilden
geven. Drie mijnwerkers werden gedood
en eenigen gekwetst.
Omtrent de botsing teBochuin wordtgemeld,
dat zij het gevolg is geweest van een nood
lottig misverstand, dat geheel voor rekening
komt van een jong, onervaren luitenant.
Op den avond namelijk, dat het betreurens
waardig voorval plaats had, waren juist
eenige troepen opgeschoten jongens door
de soldaten uiteengedreven. Zij vluchtten,
door de militairen gevolgd, in de richting
van het station, waar op hetzelfde oogenblik
twee volle personentreinen aankwamen.
Zonder iets kwaads te vermoeden, kwamen
de reizigers de vluchtelingen tegemoet. De
officier echter zag hen in de duisternis voor
werkstakers aan, die een bende gevormd
hadden en de uiteengejaagde onruststokers
wilden ondersteunen. Hij gaf het bevel
vuurVan deze treurige dwaling werden
eenige onschuldige reizigers en spoorweg
arbeiders het slachtoffer.
In de nabijheid van de mijn Graf Moltke
te Gelsenkirehen, hadden wanordelijkheden
plaats, welke geheel en al door toedoen der
werkstakers ontstaan zyn. Eenige duizen
den van hen hadden zich verzameld, om
het groote ketelhuis te vernielen. Dit werd
met revolvers verdedigd door de beambten
die bovendien onmiddellijk om hulp uit
Gelsenkrichen seinden, van waar sp-edig
troepen kwamen. Het was hoog tijd. Op
het oogenblik, dat een soort van besto rming
zou beginnen, verschenen eenklaps de blin
kende helmen dér soldaten. De menigte
begroette hen met eert hagelbui van steenen
zoodat eenige soldaten erustig gekwetst,!
werden. Na herhaalde aanmaningen, ont
uiteen te gaan, volgde het bevel te schieten.
Een geweersalvo daverde,, en 12 mannen wer
den gedood en 22 gewond. Menige oogen-
blikken heerschte stomme ontzetting, toen
echter brak de menigte in een onbeschrijf-
lyken kreet vol vertwijfeling los, terwijl een
voorwaartsche beweging gemaakt werd.
Doch de soldalen stonden met gevelde ba
jonet in gesloten gelid in den wegde
menigte weifelde, deinsde terug en sloof