>ntoir,
Z.,
A R,
Markt
fc Zonen,
le firma,
Winkel
ITE 8A-
z.
|4 blauw
ÏATOEN
EN,
BBE,
BIJVOEGSEL.
anböd!
11.15,
bedrag per
net etui,
arloges enz. enz.
dam.)
a f 1,80.
vikbaroineters,
ier-Thermometers,
soorten
De Psalmen. (Slot.)
KERK- E\ SCIIBOLAIEUWS.
RECHTSZAKEN.
GEMENGDE BERICHTEN.
■p
tting)
1
Bergen op Zoom.
het leveren van
OEDER-
LAVEMENTSPUITEN
Spirituswegers.
'DOUZEN, WIND-
'IEKE KOUSEN.
ia.n artikelen voor
'LEGING,
en Kinder
'2KMKKRS.
Zilveren-, Stalen-,
ildpadden-
INCE-NEZ.
en op voorschrift
H.H. Doctoren.
voor zich reizen.
•uezfud
0p jor ua|0nijj®
10 6 mnunedoj
MH3WSGN0H "3 M
MH3WSQN0H 3
Wat de psalmen voor Israël waren dat
waren zij ook voor de Hugenoten in Frank
rijk, de Puriteinen in Engeland en voor onze
vaderen in den strijd tegen Spanje. Zelfs
onder den geweldigen beeldenstorm zong
men den llöden Psalm.
De zangwijzen bij de Joden en eerste
christenen waren zeer eenvoudig en over
het geheel kunstloos.
Gnostieken en Arianen hebben hierin veel
verbetering gebracht. Aan Gregorius de
eer die ze tot volkomenheid wist te brengen.
Na Calvijn komt zeker aan Petrus Dathe-
nus de dank toe voor de schoone woorden
en me lodieën, die hij het verdrukte volk in
zijn berijming heeft aangeboden. In het
gezicht van schavotten en brandstapels ge
dicht en onder duizend dooden en vreezen
gezongen konden zij niet anders dan uit
drukking zijn van het geloof dat de mar
telaren bezielde.
Ten slotte wees spreker op den rijken
troost die ook in onzen tijd, in eiken toe
stand des levens in de Psalmen te vinden
is en vatte zijn oordeel samen in onderstaand
woord van Auguslinus
«Het zingen der Psalmen stilt den toorn,
bedwingt de hartstochten, temt de twisten,
bluscht de gramschap uit, herstelt den
vrede, versterkt de liefde, verzoent de
vijanden, doet den tegenstander wijken, jaagt
Satan op de vlucht, verheerlijkt God en
brengt ons den he nel nader.»
Na het eindigen zijner uitnemende lezing
die door allen met ademlooze stilte werd
aangehoord, dankte ds. Littooy als tolk der
gemeente in hartelijke woorden den geach-
ten spreker voor het genot dat h\j verschaft
had, en voor het voorrecht dat ZHG. aan
onze school wenscht te blijven, uitte den
wensch dat God hem verder tot een rijken
zegen stelle, beval krachtig de collecte
aan voor de Jongelingsvereeniging en noo-
digde allen uit den spreker van dezen avond
staande toe te zingen Ps. 1333.
Ook de heer de Rjjcke, eere-voorzitter der
Vereeniging dankte namens de Jong. Vereen,
evenzeer Dr. Bavinck en hoopte dat hetgeen
gehoord was, zoo mocht gezegend worden,
dat wij onze heerlijke Psalmen te meer leeren
bestudeeren en waardeeren.
GEMEENTERAAD van VLISSINGEN.
Zitting van Vrjjdag 3 Mei, 's namiddags
te half 2 uren.
Voorzitter de heer Van Uije Pieterse,
waarn. burgemeester.
Afwezig de heer Winkelman.
De notulen der vorige zitting worder.
gelezen en goedgedeurd.
Na mededeeling van eenige door gedep.
staten goedgekeurde raadsbesluiten en de
vastgestelde rekening van de ontvangsten
en uitgaven der gemeente over 1887, slui
tende met een goed slot van 16235,70
worden overgelegd de ingekomen gemeen
teverslagen van Delft en Tholen, alsmede
de 135e rekening van Zeemans- en Vis-
schersbeurs sluitende met een batig saldo
van f 1200,92*.
Tot leden van het stembureau voor de
aanstaande verkiezing van leden der Pro
vinciale Staten van Zeeland worden benoemd
de heeren F. H. J. Wibaut en C. A.
Kalbfleisch tot hunne plaasvervangers de
heeren J. van der Beke Callenfels en Jos.
van Raalte.
Op het daartoe strekkende advies wordt
besloten eervol ontslag te verleenen aan den
heer J W. C. Bosman als le onderwijzer
aan school E, ingaande met 1 September a
Van de geldieening, groot f 400,000 a
3 pet. worden uitgeloot zes aandeelen, a
f 1000 en wel de No. 06, 209, 325,
338, 281 en 16.
Op voorstel van burg. en weth. wordt
aan dat collegie een crediet verleend van
f 1000. voor de gedeeltelijke vernieuwing
en herstelling van den klinkerweg naar
Oost- en Westsouburg.
Op advies van de commissie voor de bad
plaats Vlissingen wordt het tarief voor de be
diening der zeebaden verhoogd en van f '1,50
gebracht op f 2; voor de bediening der abonne
menten ad f6 en van f 1.50 voor de verminderde
minder abonnementen, blijvende het bestaan
de tarief voor het te verstrekken badlinnen
c. a. gehandhaafd.
Op het vroeger ingediend verzoek van J.
van der Vrie om als pachter van de zee
baden te worden ontslagen, wordt alsnu
op advies van de commissie voor de bad
plaats gunstig beschikt en in diens plaats
benoemd H. de Wagemaker Huibregtse,
die zich zal moeten verbinden, om, onder
behoorlijke borgstelling de met J. van de
Vrie gesloten overeenkomst met alle baten
1 en lasten tot den tijd der expiratie over te
nemen.
Wordt besloten aan C. P. Kuijper geb.
Koole ontheffing te verleenen van het be
talen van f 1 jaars en alzoo de met adres
sante gesloten overeenkomst tot afstand
plantrecht te ontbinden. Idem tot het toe
kennen eer.er vergoeding voor geleden scha
de aan J. van de Vrie besloten.
Op het daartoe ingediend adres van de
heeren J. D. Peters en G. Boogaart uitvoer
ders van het pachtcontract betreffende den
beer, wordt besloten aan de bezwaren van
adressanten te gemoet te komen en hun
toetestaan den beer in den put te nemen
tegen den prijs van fl,50 per M3 voor
zoolang ei in de bestaande lading plaats of
haven geene verandering door uitbaggeren
der haven is geschied.
Wordt besloten den voorgenomen school-
bouw aan te besteden en tot af en over
schrijving van eenige posten op de gemeen
ten-begrooting van 1888.
Ten stotte wordt het kohier van den
hoofd. O nslag voor 1889 vastgesteld.
Staande de vergadering wordt aan Z. M.
den Koning een telegram van gelukwen
sching gezonden wegens H. D. herstel.
Depulatenvergadering. Men seint ons
van daarHeden kwamen wij te Utrecht
in het gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen bijeen onder voorzitterschap van dr.
A. Kuijper. Er waren ruim 400 deputaten
waaronder 234 stemhebbenden. Dvoor
zitter opende de vergadering met eene har
telijk welkomswoord; en bepaalde haar
in een keurige rede bij den eisch voor de
christelijke historische partij «niet de Vrij
heidsboom maar het Kruis I» Niet de begin
selen van 1789, bij dien Vrijheidsboom
bezongen, die de naiie, zoo godsdienstig
als staatkundig, ten ondergang voerden,
maar de christelijke historische, naar Chris
tus en Zijn Woord, vernedering en lyden,
het kruis vertoonend, maar ook de kiem der
overwinning in zich dragend.
De vergadering stemde blijkbaar in met
dit bezielend woord, dat luide werd toege
juicht.
Op voorstel van het Centraal Comité
wordt namens de vergadering, terwijl alle
aanwezigen als blijk van instemming op
stonden van hunne zitplaatsen en een her
haald Leve de Koning uitriepen, een tele
grafische gelukwensch verzonden aan Z. M.
den Koning met H. D. herstel.
Ook werd op voorstel van prof. de Sa-
vornin Lohman een telegram van adhaesie
finstemming) verzonden aan het heden gelijk
de vorige da; en der week te Amsterdam
vergaderend nationaal congres tegen de pro
stitutie (hoererij.)
De verkiezingen voor de Stalen werden
provinciesgewijze besproken.
Biggekerke. In plaats van wijlen dhr.
L. de Visser is tot wethouder dezer ge
meente gekozen dhr. D Coppoolse.
Ned. Herv. Kerk.
Ds. F. Hagete Wolfertsdijk herdacht
Woensdag onder vele blijken van belangstel-
ling zijn 25 jarige evangeliebediening.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Zeeland zijn tot de bediening toegelaten
de hh. O. Bokma en H. J. Noteboom, can-
didaten te Utrecht.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heder. Vrijdag, zijn veroordeeld wegens
mishandeling van ambtena
ren: H., 25 j., arbeider, Westkapelle,
tot 3 m. gev.
wederspannigheid; M. 'tG., 29
j. en C. W., 23 j., werklieden, Axel, de
lste tot 14 d. en de 2de tot 7 d. gev.
beleedigi ng: H. P., 34 j., herber
gier en koopman, Graauw, tot f8 b. s. 6
d. h.en
schennis der eerbaarheid:
J. O., 18 j., boererknecht, Oudelande, tot
6 d. gev.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken zijn H. J., 22 j., jbak
kersknecht, J. M., 23 j smidsknecht, en
P. B 23 j. slachter, allen Oudelande bekl. van
schennis der eerbaarheidA. d. M., 27 j.,
schoenmaker, Biezelirige, beklaagd van be-
driegelijke bankbrenk, en C. J. P. H., 55
j., wed. B. H., zonder beroep, Middelburg,
beklaagd van valschheid in geschrift.
De landbouwer J. v. E. te 's Heeren-
hoek gaf een bijna levenloos kalf aan een
zijner arbeiders, die dat geschenk gaarne
aannam en in de schuur van J. van E.
slachtte. Een der rijksambtenaren die juigt
den arbeider spreken moest maakte tegen
den landbouwer voor het geven zijner schunr
en tegen den arbeider wegens het dachten
van het kalf proces-verbaal op. Het kalf is
in den put gestopt.
Een persoon, in 't bezit der akte van
onderwijzer in Friesland woonachtig, heeft
thans, na 70 malen te vergeefs gesol citeerd
te hebben, zich verhuurd als bakkersleerling.
Te Rotterdam is een schippersknecht
op de Prins Wilhelm overboord gevallen
en verdronken. Te Onderdendam is een
achtjarig knaapje dat bij het verhuizen
zijner ouders naar een naburig dorp, van
een volgeladen wagen viel, overreden en
aan de gevolgen gestorven. Te Traan is
uiteen sloot opgehaald het lijkje van een pas
geboren kind, met eenige steenen in een
■roeden zakdoek gewikkeld.
Dezer dagen liep een man met een
zak gesmokkeld zout in eene der straten
te Breda. Op het zien der ambtenaren ont
deed Ij ij zich van zijn vrachtje er sloeg
ijlengs op de vlucht. De zak werd nu door
de kommiezen in bezit genomen en op eene
volgens hunne meening goede plaatsgeborgen.
De smokkelaar scheen echter berouw te
hebben dat bij zijn buit achter had moeten
laten, keerde teiug, stal den zak weg en
verkocht hem in een winkel. Dit was door
eenige jongens gezien, die het gebeurde aan
de politie mededeeld\ De slotscène was
echter, dat tegen den smokkelaar werd ge
verbaliseerd lo wegens ongedekt vervoer
en 2o wegens diefstal, terwijl ook de win
kelier werd bekeurd terzake van het koopen
van een artikel, waarvan hij wist dat de
accijns niet wa» betaald.
(N. B. C.)
In de Luxemburgsche Kamer werden
gisteren de volgende brieven voorgelezen
le. Van hertog Adolf aan Willem III
«Uwe Majesteit weet thans dat uw ernstige
ziekte gedurende de laatste weken het
regentschap noodzakelijk heelt gemaakt voor
Nederland en acht dagen daarna voor het
Groot-Hertogdom. De gehechtheid van regee-
ring en volk aan Uwe Majesteit is onwan
kelbaar gebleken. De grondwet van Luxem
burg en het familie-verdrag hebben mij
den plicht opgelegd, naar Luxemburg te
gaan; en na aldaar den eed van trouw
aan den Koning en de grondwet te hebben
afgelegd, heb ik het regentschap moeten
aanvaarden. Heden, nu Uwe Majesteit Hare
krachten herkregen heeft, haast ik mij Haar
te komen vragen of Zij besloten heeft de
teugels van het bewind opnieuw in handen
te nemen, dan wel of Zij wenscht, dat ik
regent blijve totdat het Haar behage anders
te beslissen.»
2e. Van Koning Willem III aan Adolf
«Waarde Oom en Neef, Met levende be
vrediging heb ik Uwen brief van den 27en
April ontvangen, meldende dat Uwe Hoog
heid het regentschap moest aanvaarden
gedurende mijne zware ziekte, en dat Zij
heden mijne voornemens wenscht te weten.
Uwe Hoogheid aanvaarde de verzekering
mijner diepe erkentelijkheid voor de diensten,
door Haar aan het land bewezen. Nu ik
mijne krachten heb herwonnen, heb ik
besloten zelf wederom de regeering over
het Groot-Hertogdom op mij te nemen op
denzellden dag als in het Koninkrijk der
Nederlanden. Ik verzoek Uwe Hoogheid
de betuiging aan te nemen van mijne
onveranderlijke gehechtheid en van mijne
volkoming toewijding.»
De minister zeide daarop tot de Kamer:
«lk heb gemeend U zonder verwijl te moe
ten doen bijeenkomen, om opelijk te ver
klaren dat de Koning niet meer buiten
staat is om te regeeren, zoodat er geen
reden bestaat om artikel 7 der grondwet
en de artikelen 32 en 33 van het familie
verdrag toe te passen. Ik verzoek de Kamer
na onderzoek, zoodanige maatregelen te
willen nemen als in deze omstandigheden
noodzakelijk zijn, onder dankzegging aan
de Voorzienigheid, die den Koning behou
den heeft voor zijn getrouwe onderdanen.»
HERTOG ADOLF VAN NASSAU.
De I ndépendance Beige gaf' dezer
dagen het volgend artikel dat zeker ook
onzen lezers belang inboezemen zal.
„Aan den vooravond van een gebeurtenis
die ten gevolge zal hebben dat niet alleen
het Groot-Hertogdom Luxemburg eene andere
regeering zal bekomen, maar zelfs dat,
door het uitsterven der mannelijke linie van
het huis van Oranje dat thans den troon
bekleedt, een nieuwe linie op den troon
van Luxemburg zal komen is het zeker
voor onze lezers niet onbelangrijk eenige
aanwijzingën te ontvangen van jde betrek
king waarin de nieuwe tak. die over Luxem
burg gaat regeeren, staat tot de oude
die uitsterft.
Het geslacht der Nassau's klimt op tot
Otto van Luxemburg, broeder van Koning
Koenraad I. Zijn nakomeling Walram I,
die in 1020 stierf, liet twee zonen ha. De
een, Walram II, stichtte de Laurenburgsche
linie die later (1160) den naam van Nassau
aannam. De ander, Otto, was de stichter
van de linie Nassau-Gelderland, die in 1423
uitstierf.
I'n 1255 had er eene verdeeling plaats en
er vormden zich twee nieuwe liniënde
linie van Walram en de linie van Otto,
waarvan de eerste in Nassau regeerde tot
1886, en de tweede waaruit de thans re-
geerende Koning Willem III der Nederlan
den is voortgekomen.
Het congres van Weenen erkende het
recht van opvolging der lijn van Walram
over Luxemburg, als de linie van Otto zou
uitgestorven zijn.
Het is dus de oudere linie van Walram
waartoe de toekomstige Groot-Hertog van
Luxemburg, Adolf van Nassau behoort.
Men ziet uit deze geslachtsrekening dat
de bloedverwantschap tusschen Koning
Willem III en Adolf van Nassau opklimt
tot het jaar 1255. Maar als deze laatste
zeer verre verwant is aan Koning Willem
III, zoo is hij zeer van nabij yerwant aan
Koningin Emma. De moeder van deze laatste,
die kort geleden gestorven is, was de eigen
zuster van Hertog Adolf.
De familiebanden schfjnen zeer hartelijk
te zjjn. Verleden jaar toch is Hertog Adol
met zijn zoon gedurende drie dagen gast
op het Loo geweest van den Koning en de
Koningin der Nederlanden.
Zijn er toen beschikkingen genomen met
betrekking tot de opvolging [in Luxemburg?
Dat is r.ooit uitgelekt.
Men weet dat Hertog Adolf van Nassau
bijna even oud is als Koning Willem III.
Geboren in de maand Juli van 1817, in het
kasteel van Weilburg, heeft hij een groot
deel van zfjn leven doorgebracht in Oosten
rijk, waar hij in Militairen dienst was
getreden. Toen hij 22 jaar oud was, werd
hij geroepen om zijn vader Willem op te
volgen op den troon van Nassau. In 1849 maakte
hij den veldtocht mede tegen Denemarken
en in 1866 verbond hij zich met Oostenrijk
tegen Pruisen.
Men kent de droevige gevolgen welke deze
oorlog had voor den Hertog van Nassau.
Hij werd onttroond en zijn land ingelijfd
bij Pruisen. Adolf van Nassau trok naar
Weenen, waar hij woonde tot in dezen
laatsten tijd. Lang bleef hij zeer koel tegen
Duitschland en nooit heeft hij Keizer Wil
lem I willen ontmoeten, die hem zijn land
ontnomen had. Eerst verleden jaar he»ft
de verzoening plaats gehad tusschen de
huizen van Nassau en Hohenzollern.
Eene eerste toenadering had plaats gehad
in 1885, bij gelegenheid van het huwelijk
van Prinses Hilda, de dochter van Hertog
Adolf, met den Erfprins van Baden, klein
zoon van Wilhelm I van Duitschland. Ver
leden jaar in de maand September werd de
verzoening volkomen, toen de Hertog van
Nassau, met zijn Zoon Prins Willem, Keizer
Wilhelm II een bezoek bracht op het eiland
Mainan. Nog denzelfden dag bracht de Keizer
een bezoek terug aan den Hertog te Constanz,
en voortaan was het verleden vergeten.
Sedert dien tijd heeft steeds de beste ver
standhouding bestaan tusschen den Keizer
en den Hertog.
Al wat men van dezen laatste verneemt,
is geschikt om hem de sympathie te doen
verwerven van zijn nieuw volk. Begaafd met
een edel en welwillend karakter, verstaat
Hertog Adolf de kunst om de harten voor
zich te winnen.
UIT ARGENTINIË
Als een nieuw bewijs van de lauwheid
en het weinig degelijke zijner landgenooten,
deelt de naar Argentinië vertrokken medewer
ker van het «Nbl. v. Ned.» mede, dat in
een kaarsenfabriek, op een half uur af-
stands van Buenos Ayres door een geboren
Nederlander, den heer J. Cohen, geëxploiteerd
onder de ongeveer 100 werklieden zich geen
enkele Nederlander bevindt. De directeur,
de heer Weve, mede een Nederlander, naar
de reden hiervan gevraagd, gat als zooda
nig op, dat Nederlanders veel praats hebben,
maar tra jg zijn in het werken. Ook kan
men niet op hen rekenenzonder te waar
schuwen blijven zij op een goeden dag
eenvoudig weg. Meermalen had hij het
geprobeerd, doch evenzoovele malen had hij
zich voorgenomen, dat het thans voor het
laatst was geweest. Intusschen, ook nu
weder was hij van dit telkens hernieuwd
besluit teruggekomen en had hij 4 tusschen -
deks passagiers van de Schiedam in dienst
genomenzij lieten zich echter wachten.
Met een klein beetje goeden wil, klaagt de
heer Van Waalwijk, konden in de fabriek
alleen Hollanders (Nederlanders) zijn, want
de heer Weve zou niets liever dan zijn
landgenooten vooruit helpen; nu is er niet
één Ware de directeur een tiran en het
loon gering, 't ware nog te begrijpen, maar
de heer Weve is een uitermate vriendelijke
man, en het loon is goed.
Op die wijze laten de Hollanders tal van
gelegenheden, om een goed stuk brood te
verdienen, ongebruikt en snijden door hun
houding ook voor anderen den pas af. Bjj