NIEUWSBL AD
YOOR ZEELAND.
CH RIST ELI JK-
HISTORISCH
1889. No. 56.
jdingeii.
Zaterdag 9 Februari.
Derde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'liuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTËNTTEN:
LET OP.
RAADSLEDEN.
NEUTRAAL.
I
4
,hi'
:dam, 5 Feb. 1889.
mingen.
Vorige.
2% 763/8
8 91%
3% 102%
3% 102?<1
8% 101%
5 76%
5 9.1%
83%
4% 97
5
5
5
4
91%
89
69%
92%
64
5
['18 5
5
5
5
6
5
5
1023/g
63%
101%
190%
10H/4
62^
991
100%
4% 98
4 88%
5 91%
5 81%
15
4% -
4 84%
5 102
5 101%
43A 29%
4 53%
767/»
91%
102%
102%
77%
953/4
841/4
69%
65
102%
1021/.
63%
101%
1001/2
1011/4
1011/4
100%
98
88%
91%
603/4
81%
15%
IO21/4
853/4
101%
30%
53%
Idelijke Leeningen.
3% 100% 1001/j,
31/2 101
bieeZe Ondernemingen
113 113
147
br. 41/2 102 102
4 102
2 52
41/2 101
4 100% 100%
Id. 53 531/2
4% 102
31/0 983/4 99
41/o 1023/4 IO2S/4
54
41/2 IO21/4 102
5
41/3 89 89
7 121/2
leerlingen.
ad.
150
hg-
3
93
93
14
4
102
102
273/4
27%
5
103
5
833/4
3
60%
61
112%
113%
150
5
102
102%
5
H9%
1191/g
3
583/8
58%
5
103%
103
5
04%
941/,
6
m
99%
3
65%
651/2
5
73%
733/1
5
61
60%
ld.
35%
353/8
6
80%
803/4
6
79%
5
89
893/4
7
122
1221/4
34%
347/a
113%
4
99%
13%
13%
7
913/4
91%
6
58%
26%
293/4
591/2
6
107%
107%
1
1023/4
7
113%
6
111%
111%
3)1.
63%
63%
6
1121/o
1121/4
5
991/3
991/4
ltschappijen.
187
4
102%
57
- 597/8 -
4% 993/4 993/4
leningen
100
100
100
100
100
I» 250
500
L 100
L 100
I. 100
100
I fr 100
400
873/4 877/8
110
1103/4
llGi/o 117
147% -
152 152%
169% -
156
443/g 443/g
101/4 -
109% 1093/a
107 IO71/3
z
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer cent.
familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Kiezers, die met een ander samen wonen,
of bij een ander in de kost liggen of e. n
kamer in huur hebben, of een deel van
het huis, en die daardoor verleden jaar
kiezer zijn geworden, moeten vóór 15 FE
BRUARI zich aangeven op het Secretarie,
of aan het Gemeentehuis.
Doen zij 't niet, dan worden zij geschrapt
vari de lijst. Dus opgepast, wilt gij, lodger
KIEZER blijven, ga dan even naar het
Secretarie en dien dan uw verzoek in.
Men zal u dan een formulier geven en
dat moet gij invullen en terugbrengen.
Ons zijn gevallen bekend dat verleden
jaar sommigen onzer vrienden niet op de
kiezerslijsten zijn geplaatst, dewijl zij ver
geten hadden op het gemeentehuis te gaan
zeggen, dat zij op de grondlasten zijn inge
schreven in meer dan éene gemeente.
Wjj raden dien vrienden aan dit nu te doen.
Betaalt gij bijvoorbeeld te Waarde f7
in de grondlasten en f3 te Krabbendijke
dan zijt gij kiezer, mits gij dit gaat opge
ven, en uw aanslagbiljet meebrengt. In
elk geval raden wij alle belangstellenden
aan, zoo zij weten willen of zij kiezer zijn
of kunnen worden, meteen vertrouwd vriend
van hunne richting, of met den secretaris
der gemeente er over te spreken.
Let welDe man wordt geacht in de
grondbelasting te betalen voor zijn vrouw
de vader voor zijn minderjarige kinderen,
wegens goederen waarvan hij het vruchtge
bruik heeft.
Wilt ge weten ol gij lodger en tevens
kiezer zijt
Dan moet gij zijnmannelijk inwoner der
gemeente, die, hetzij hoofd van een gezin
of alleenwonend persoon, in huur hebt
een deel van een huis, dat voor het andere
deel bewoond wordt door den eigenaar of
den huurder op wiens naam het belasting
biljet is ingevuld.
Dan moet het huis minstens f 48 aan ge
schatte huurwaarde doen. (Voor
steden is het iets meer.)
Ook moet het door uw gehuurde deel
van het huis minstens f 1,20 aan geschatte
huurwaarde doen. Gij gaat dus op het
Secretarie kosteloos schatting aanvragen.
En eindelijk, gij moet het in huur hebben
negen maanden vóór 15 Februari dat i
sinds Mei 1888 of vroeger.
Ook mannen, die mede-eigenaren van
onverdeelde goederen zijnde, voor hun aan
deel minstens f 10 in de grondbelasting be
talen, zijn door de burgemeesters uitgenoo-
digd, zich vóór 15 Februari te komen
aangeven en de bewijsstukken mee te
brengen.
Dit -wil zeggen: Als bijvoorbeeld drie
broeders samen één stuk land bezitten,
dan kunnen zij alle drie kiezer worden op
bovengenoemde voorwaarde, en wel voor
dat eene stuk land als gij maar de for
mulieren daartoe noodig op het secretarie
afhalen en vóór 15 Februari ingevuld
terugbrengen wilt.
De modellen voor de aangifte, aanvrage,
of hoe men het noemen wil, zijn kosteloos
op 't secretarie verkrijgbaar, en worden
kosteloos ingevuld.
sommige
Kiezers die verhuisd zijn van de eene
gemeente naar de andere, moeten zich in
die nieuwe gemeente aanmelden op het
secretarie en daarbij overleggen het belas
tingbiljet, waaruit blijkt dat zij ir. de an
dere gemeente hun belasting ten volle be
taald hebben. Verzuimt dit niet; anders zijt
gij een jaar lang geen kiezer.
En nu een woord aan de minderjarigen.
Mannen, die vóór 15 April 1889 meer
derjarig worden, kunnen kiezer worden als
zij het door hen bewoonde kwartier laten
schattenzijn zij in de grondbelasting in
andere gemeenten aangeslagen, dan dit te
gaan aangeven.
Wij geven gaarne kosteloos nadere in
lichtingen.
Wij wenschen nog een enkel woord
te zeggen over onze raadsleden.
Wij weten dat de Raad de overheid is
in de gemeente. Dit is een recht haar
door den Koning verleend bij de Wet.
Ook aan de belasting-betalende kiezers gaf
de Koning het recht zelf deze overheid
te kiezen. In hoever dit r,u rijmt dat
het volk zelf zijn overheid kiest, zullen
wij daar laten. De Koning heeft eenmaal
aan het volk dit recht gegeven, en zoo
wordt dit recht een plicht, dien niemand
der kiezers mag verzaken.
Laten wij ons daarbij goed doordringen
van het onderscheid tusschen het kiezen
van afgevaardigden ter tweede kamer en
het kiezen van leden van den Raad.
De Tweede Kamer is geen Joverheid, de
Raad wel. In de tweede kamer worden
mannen gekozen, die bij de Kroon de
rechten van het volk bepleiten, I olks-
vertegenwoordigers dus, geen regeerders.
Er staat wel in de Grondwet dat de Koning
met de tweede en eerste kamer de wet
gevende macht deelt, dus dat de tweede
kamer ook wetgeefster is, maar daar is
niets van aan. De koning alleen is wet
gever, spijt de revolutionaire bepaling die
liberalen van 1848 en 1887 in de Grond
wet hebben ingedragen.
Want dit zal ieder moeten toegeven, dat
de koning met v. Houten en Loiiman en
Vermeulen en Roëll en Six en Fransen
v. d. Putte en Domela Nieuwenhuis en
al die andere kamerleden samen over ons
regeert, dus de vorst een beetje, en het
volk een beetje, dat is geheel mis; dat
is de revolutie ten top; dat is geheel in
strijd met Gods ordinantiën, zooals zij door
Mozes en Calvijn en Willem III en Groen
v. Prinsterer en anderen beschreven en
betracht zijn.
Neen, de kamerleden zijn slechts advo
caten voor het volk; zij hebben slechts te
pleiten, te smeeken, toe te lichten bij onzen
Koning, en te waken dat het gezag, zoo
als dit door de ministers des Konings
namens Dezen wordt vertegenwoordigd,
niet buiten zijne oevers trede.
Nu gaat men meenen, dat de Raad ook
zoo iets is. De burgemeester een soort
koninkje; gesteund door zijr.e dienaars
(ministers) de beide wethouders; en dan
zijn de raadsleden een soort vertegenwoor
digers des volks bij die regeering; een
soort pleitbezorgers, niets meer.
E« toch is dit in lijnrechten strijd met
de wet en met den eisch vati een gemeente
raad. Integendeel, de Raad is de overheid,
de wethouders zijn de vertegenwoordigers
van den Raad, bij het afdoen van loopende
zakenen met den burgemeester de ver
antwoordelijke dienaren van den Raad.
Zij moeten den Raad met alles wat zij in
hunne betrekking-uitvoeren, op de hoogte
stellen. Niet alle raadsleden hebben na
melijk den t(jd om al deze zaken met
behoorlijke studie na tel gaanen om voor
iedere bagatel saam te komen, is nog min
der mogelijk; dus doet hst dagelijksch
bestuur de zaken zonder hen af, mits
behoorlijke verantwoording en rekening.
De Raad echter is aan niemand ver
antwoording schuldig. Hij vergadert in
't openbaar de leden zeggen hun meening
in 'topenbaar; alle besluiten worden ge
nomen in het openbaar. Doet een raads
lid niet naar den zin van zijne kiezeis,
dan staat htin niets anders te doen, dan
dat zij hem bij zijn aftreding, aan zijn
lot overlaten en een ander in zijn plaats
stemmen.
Dat ris de weg.
De raad heeft echter (en dat is goed)
een zeer beperkte oppermacht. Tegen
wicht tegen onbesuisd ingrijpen in bestaan
de wetten en verordeningen is de burge
meester, die ten allen tijde, met een beroep
op art. 70 der gemeentewet kan weigeren
een door den raad genomen besluit uit te
voeren. In dat geval onderwerpt deze dooi
den Koning benoemde ambtenaar het geschil
aan het oordeel des Konings. En is Z. M.
het met hem eens, op advies van den
minister van binnenlandsche zaken, dan
vernietigt de Koning zulk een raadsbesluit.
Men heeft dit gezien bij de bekende
eedsweigering te Goes; en bij de tracie-
mentsverlaging der in functie zijnde onder
wijzers te Smilde.
Tegen een grilligen burgemeester is de
raad gedekt door den minister van binnenl.
Zaken. Deze toch zit iederen Zaterdag om
12 uur op het Binnenhof te 's Hage aan
zijn bureau, om klachten tegen dergelijke
mannen aan te hooren en om recht te
doen. Maar tegen een grilligen raad is de
burgemeester niet minder gewaarborgd door
zijn beroep op den Koning.
Nu moet een gemeenteraad ten platten
lande zich nooit laten afschrikken door een
dreigement van zijn voorzitter, «dat hij naar
den Koning gaan zal.» Meent de raad
recht te handelen, zooals hij doet, welnu
dan hebbe een zijner leden den moed om
tegen zulk een dreigenden burgemeester te
zeggen: «Welnu, burgemeester dan gaan
wij saam.» Want men moet niet gelooven
dat de Koning het altijd eens is met zijn
klagende ambtenaren. O, neen, een raad
wordt wel eens in 't gelijk gesteld. Is er
in een raad een meerderheid en een min
derheid, dan wordt de minderheid ook wel
eens in 't gelijk gesteld. De koning doet
recht, recht tegenover denRaad, maar recht
ook tegenover den burgemeester.
Een raadslid behoeft zich ook niet te
laten doodslaan met de boodschapdat is
tegen de wet. Hij raadplege dan liever
een vertrouwd wetskenner, dan toe te geven
als hij overtuigd is van zijn recht en dat
der gemeentenaren.
Geen raadslid die den burgemeester naar
de oogen zietechter ook geen raadslid die
zijne kiezers of eene partij of een leider van
zekere partij wil believen. Een raadslid
moet zelfstandig en onafhankelijk zijn.
Niet de kiezers, God is de bron van het
gezag, ook van het gezag van den ge
meenteraad.
Voorts is de raad daar om wetten uit
te voeren. Dit is hij verplicht. Het komt
echter slechts aan op de wijze waarop,
zulks geschieden zal. De een kan het doen
met wijsheid en gematigdheid de ander kan
op het gebied van geldmiddelen eens niets
schikken. Aan de kiezers het recht daarop
van deger toe te zien.
Komt er daardoor wat] wrijving in den
Raad dit hindert niet. Ja-knikkersjzijn er ge
noeg in onze gemeenteraden; en du
choc des opinions jaillit la vérité. (Uit den
strijd der meeningen komt de waarheid te
voorschijn).
Is de Staatsschool in Indië neutraal
Och, het gaat er al net mee als in
Nederland.
Op Zuid-Bevelat.d orthodox «openbaar»
onderwijs; in Noord-Holland zoo modern
mogelijk.
Zoo is het ook in Indië.
Te Batavia, blijkens mededeeling uit
achterstaand ingezonden stuk van ds. E.
Haan bepaald modern en weelderig; in
de Minehasse waar vóór 1871 het Ned.
Z. Genootschap uitstekende scholen had, is
het na dien tijd op last der regeering «neu
traler» geworden.
De heer Fransen v. d. Putte, lid der
Eerste Kamer, is bijzonder gesteld op die
neutraliteit. Hij en de geheele oud-liberale
Indische coterie is er tegen om zelfs maar
een cent toe te staan voor de bijzondere
scholen; niettegenstaande het Mohameda-
nisme aldaar steeds meer wortel schiet.
Maar dergelijke neutraliteit straft zich
zelf. Een modem predikant in de Oost,
ds. v. Hasselt, een vertrouwbaar man dus
bij de liberalen, heft daaromtrent, in het
tijdschrift Geloof en Vrijheidden na
volgenden klaagzang aan
„Voor 1871 werden de scholen op Ambon
dan ook al bijzonder trouw bezocht. Sinds
het Gouvernement in 1871 alle godsdienst
onderwijs uit de school heeft verbannen,
door het besluit uit te vaardigen, dat het
onderwijs neutraler moest z(jn, is de belang
stelling in het onderwijs bij vele Inlanders
gaan kwijnen en het schoolbezoek aanmer
kelijk minder geworden, bladz. 170.
Ik kan gerust verzekeren, dat bij geen
der Amboneezen ook maar de wensch naar
neutraal onderwijs ooit is opgekomenin
tegendeel het is hun opgedrongen, het heeft
hen verrast en verbaasd. Zij begrepen vol
strekt niet, wat het Gouvernement nu weer
wilde, bladz. 171.
Bfj de lagere klasse leed het lager onder
wijs schade door dien maatregelen bij de
hoofden, de onderwijzers en andere beambten
der regeering werd aan de belangstel
ling in den godsdienst een zware
slag toegebracht, bladz. 171.
Let vooral op deze laatste woorden.
Dus volgens dit getuigenis van een voor
stander der openbare school is het neutrale
schoolonderwijs, ook in Indië niet voordeelig.
En toch gaan mannen als Fransen r. d.
Putte in de eerste kamer voort dit onzij-
i
I
tl
li F
8; I
ih
j
i!*J
h
:e,,
i
i
I C
}si