E N".
CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
VOORZEELAND.
Kerkstraat, Goes.
WEL.
D no. 58 aldaar.
1889. No. 55.
Donderdag 7 Februari.
Derde Jaargang,
ret.
laak-, Domino-
ar Uw voordeel.
RDEN-VLAKE.
een gropte partij
WALRAVEN,
gces.
KOOP
(nieuwe zending
[vangen,
fbootdienst
lendienst.
Ibootdienst
TELEGRAAF.'
VERSCHIJNT
G. Al. Klerakerk, te Goes
F. P. D'huy, te Aliddelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
WELKE ZOU DE BEDOELING
ZIJN
BUITENLAND.
ANDERE
ne keuze aan concurree-
|den
brminderde prijzen.
larder C. A. KOULON te
IHUISD naar de
|kelijke HIT, met veeren
irpe Schroeweg Middelb
de halve kilo.
IROENE WINKEL"
Kerkstraat Goes.
Idag) avond 6V° ure, zal
l'ke in het Evang. gebouw
ds. S. DE JAGER. v
langevangen 1 Oct. 1888.
F E L IJ K S
Jlake vm.6 en 9. nam. 3, u.
lm. 7.30, nm. 1, en 4,45 u.
somst van den correspon-
|den: vm. 7,15, m. l.löu.
lonmiddellijk na aankomst
|2 u. vm. en 5,45 u. nam.
van en naar het Spoor-
[t rijdeD.
)DELB.-ROTTERDAM.
februari,
Dond., Zat.
Van Middelburg 8.-—
Idag 8, Maand. 11 v. Rot-
Midd. 8.15. Dinsdag 12
éiburg en Zierikzee.
erikzee Spoorweg Goes,
pbruari.
Van Zierikzee
Dinsd. 5'smidd. 2, -
Woen. 6'smorg.lO.—-
Dond. 7
Vrijd. 8
Zat. 9
Zond. 10
Maan. 11
Dins. 12
6,30
6,30
7.—
7.—
7.30
7,30
pruari
van
30
30
30
Antwerpen
Dinsd. 5'smorg.6.30
Dond. 7 2.30
Zond. 10 3,30
Dinsd. 12
ZEEUW,
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel ncaer 6 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Onder de redevoeringen, in de Eerste
Kamer gedurende de laatste dagen gehou
den, trekt ook die van Jhr. Mr. W. Six,
oud-;andidaat voor de Tweede Kamer de
aandacht. Niet echter omdat daarin nieu
we gezichtspunten werden geopend ol diep
zinnige quaestiën helder uiteengezet. Hij
erkende zelf«ik gevoel mij vrij van den
waan iets nieuws te zeggen.» Maar waartoe
dan die rede te houden zal men vragen.
Ofschoon mr. Six bij den aanhef zijner
rede zeide, dat hij niet zou spreken van
«beloften tijdens de verkiezingen gedaan,
van uitzichten toen geopend», is die rede
een aanhoudend terugkomen op de gronden
door de staatkundige tegenstanders van mr.
Six bij de verkiezingen aangevoerd. Gronden,
öf door mr. Six niet goed begrepen, óf met
nauwkeurig en daardoor niet juist weerge
geven. Wellicht wegens de bitterheid die
onzes inziens maar al te duidelijk uitkwam,
over de politieke nederlagen door hem zoo
wel hier in Goes als later te Schiedam ge
leden.
Geen enkel feit van het tegenwoordig
Kabinet weri door hem genoemd als grond
voor zijn politiek vertrouwen of wantrouwen.
Neen, na eene herinnering aan- en in
stemming met hetgeen Thorbecke vóór 30
jaren reeds zeide over «een bijzondere trek
«der kerkelijke geloofsbegrippen om
«zelfs buiten den kring der kerkheer-
«schappij te voeren», eene ontboezeming
over de «nagebootste taal onzer vaderen», om
dat begrip levendig te houden.
Maar meent mr. Six dan waarlijk en
moest zijne rede dienen om uitbrei iing te
geven aan die meeningdat de beginselen
van het Christendom beperkt moeten blijven
tot leerstellige kerkelijke begrippen en dat
zij niet in praktijk behoeven gebracht te
worden Niet behoeven toegepast te worden
op het werkelijke leven, ook op het leven
van den Staat?
't Is waar, zulk eene bewering bevat ook
niets nieuws. Reeds jaren lang wezen wij
er op hoe het kenmerkend onderscheid tus-
schen de hoofdrichtingen op staatkundig
gebied is, dat waar de eene richting bij de
inrichting van den staat geene rekening
noodig acht met den godsdienst en de
grondslagen van het Christendom, de andere
richting, waartoe wij behooren, overtuigd is,
dat elke staat, aan welken een Christelijk
fundament ontbreekt, op een zandgrond \s
gebouwddat ook voor het staatkundige
leven »de vreeze des Heeren het begin
sel van alle wijsheid» is. En indien dit waar
is, mogen en moeten wij en onze mede
standers, de kiezers daarop dan niet wijzen?
Met welk recht matigt mr. Six, al staat hij
voor zich op het standpunt dat men in
staatszaken God wel kan ontberen, zich dan
het oordeel aan, dat andersdenkenden, wan
neer zij voor hunne overtuiging strijden, dit
slechts doen om «de eenvoudigen door
christelijke leuzen te verblinden»
Of wel had zijne rede eene andere
strekking? Wilde bij zijne afkeuring
uitspreken over de wijze waarop zijne eigene
candidatuur werd aanbevolen bij de laatste
verkiezing in het district Goes Toen
hoofdzakelijk van «liberale» zijde tot zijne
aanbeveling er op werd gewezen, dat mr.
Six nu eens was «op godsdienstig gebied
een trouw aanhanger zijner kerk», «een zeer
kerkelijk en zeer godsdienstig man», een
«rechtzinnig protestant» en «op godsdien
stig terrein een goed geloovig protestant.»
Zie G. C. 3 Maart 1888.
Een aanbeveling, die,.het zij tussehen
haakjes hieraan toegevoegd, overigens bestond
in eene bloote herinnering aan de betrek
kingen vroeger door mr. Six bekleed.
Aangenomen althans dat in 't district Goes
als aanbeveling kon dienen, de herinnering
dat mr. Six was geweest minister van bin-
nenlandsche zaken, als hoedanig hij de
nieuwe schoolwet heeft ingevoerd op een
wijze, dat «liberalen» soms de handen in
eensloegen, en nu met de handen in het
haar zitten 1 Maar waarom dan deze gods
dienstige leuzen door het Goesche liberale
blad er aan toegevoegd Heeft mr. Six
soms bedoeld daartegen te getuigen
Christendom hoven geloofsverdeeld
heid.
De heer Six prees dezer dagen in de
Eerste Kamer het versleten stelsel der oud
liberalen weer aan, namelijk een «Christen
dom boven geloofsverdeeldheid».
Wat men daaronder heeft te verstaan
Volgens Mr. Groen van Prinsterer is
het niets anders dan «titel en omschrij
ving van maatschappelijke beschaving en
zedelijkheid.-!)
«Christendom boven geloofsverdeeldheid»
is een Christendom waaruit de Christus is
weggenomen, een godsdienst van Natuur
en Rede, waarbij elke positieve godsdienst
als een gevaarlijke bijgeloovige dwaasheid
tegengestaan wordt.
De uitdrukking is eerst sinds 1857 bij
ons te lande in zwang en werd door
Thorbecke gebruikt om de eigenaardige
godsdienstloosheid van zijne openbare Staats
school te verbloemen. Giaafsch
Verschil van smaak.
De rede van jhr. Six, in de eerste kamer
uitgesproken, staat in de Middelburgsche
Courant.
De redactie doet aan de rede een in
leidend woord voorafgaan.
Daarin staat dat jhr. Six niet tot de «dol
driftige liberalen, de ultra's» behoort en
«men hem niet van z. g. ongeloof kan
beschuldigen.»
Of men, wat dit laatste aangaat, veilig
kan afgaan op het oordeel eener redactie,
die den meest tergenden spot over gewetens
bezwaren in hare kolommen opneemt, laten
wij in het midden. Maar dat jhr. Six
niet tot de «doldriftige liberalen» behooren
zou, wagen wij te betwijfelen.
Als uitvoerder der schoolwet toch was
minister Six fanatieker dan een zijner
voorgangers.
Zijne houding tegenover de interpellatie
de Jonge was allerbedroevendst.
Van het bijzonder onderwijs was hij
steeds afkeerig.
Ja zelfs, zoo ver ging zijn fanatisme,
dat hij te Nijmegen, waar door wijlen zijn
oom v. d. Brugghen eene christelijke nor
maalschool gesticht was, op staatskosten
eene dure kweekschool bouwen deed, die
tot nog toe aan de stichting van Oom v.
d. Brugghen, door staatsgeld gesteund, de
meest stuitende concurrentie aandoet.
Dit heeft jhr. Six gedaan.
En dien man rangschikt men nog niet
onder de «doldriftige liberalen.»
Al duidelijker wordt het dat de Kroon
prins van Oostenrijk met bewustheid zelf
moord heeft gepleegd. Wel neemt de kerk
aan dat hij *tin een vlaag van waanzin
deed, zoodat de gewone kerkelijke plechtig
heden konden worden in acht genomen
doch de bewijsstukken voor het tegendeel
zjjn ook aanwezig. Onder anderen heeft
Rudolf een brief geschreven aan een zijner
ambtenarenwaarin hjj zijn testament be
spreekt en hem het gouden sleuteltje toe
zendt, waarmede deze de bergplaats zijner
papieren mag openen. Hij eindigt den brief
met de volgende woorden«Ik moet het
leven vaarwel zeggen. Groet al mijn goede
vrienden. God zegene ons dierbaar vaderland.
De liberalen zijn over dit verlies zeer
teleurgesteld. In de N. R. C. schrijft men
uit Weenen «Kroonprins Rudolf was een
vrijzinnig verlicht manen daarom is bet
jammer dat de erfopvolging waarschijnlijk
overgaat op den clericalen Carl Ludwig en
zijne in die richting streng opgevoede kin
deren, wanneer althans nog niet een
zoontje geboren wordt uit het huwelijk
van Rudolf en Stefanie.»
6 Februari '89.
Goes. Ter secretarie ligt gedurende 30
dagen ter inzage voor de belanghebbenden
een opgave der schatting van perceelen
voor de Grondbelasting. Verzoekschriften
om herschatting kunnen binnen dien tijd
op ongezegeld papier aan Gedeputeerde
staten worden ingediend. Tot Donderd ag
14 Febr. inschrijving van leerlingen voor
de be waarklasse van school A en de be
waarschool voor on- en minvermogenden.
Déclaratiën ten laste van het Rijk,
de Provincie of de Gemeente voor 1888
moeten vóór einde Juni worden ingediend
bij het bestuur, college of ambtenaar, die
daarmele is belast.
Men vraagt ons, wat dan toch de
Midd. Crt. schreef over de zondagsrust,
enz.. Wij antwoorden Lees dan den brief
«uit de Hofstad». Daarin staat letterlijk
het volgende
den Purmerendsehen schutter, die
niet schuttert, omdat men in zijn woon
plaats goedvindt voor die vaderlandsche
oefeningen den Zondag te kiezen. Het staat
wel in de schutterij-wet, dat daarvoor bij
voorkeur de Zondag moet bestemd worden,
maar dit beteekent toch. niets tegenover
het vierde gebod, dat sabbatsrust voor
schrijft. En toch is die dienstdoende schutter,
die geen dienst wil doen maar rustend
schutter wil zjjn als behoorde hjj tot de
rustende schutterij, tot geldboete veroor
deeld. Zoo'n goddelooze schuttersraad, die
de wetten der menschen stelt boven de
voorschriften des bijbelsAlsof de Purme-
render christen niet evenveel recht heeft
om tegen dienstdoen op Zondag op te komen
als een Jood tegen het schutteren op
Zaterdag, een Mohammedaan tegen dat
op Vry'dag, en ieder ander, altijd om reden
van gemoedsbezwaren tegen het op Dins
dag, Woensdag of Donderdag dragen van
het geweer I Wel schieten de gemoedsbe
zwaren, aldus toegepast, een leelijke bres
in de gelederen onzer schutters, op welken
dag der week zij ook bijeenkomen, want
er zouden vele schutters mede vervuld
blijken, maar dit doet er niet toe: beter
Zondagsheiliging dan een wel geoefende
schutterij - gesteld dat deze vatbaar is
om ooit in dien toestand te worden gebracht.
Gelukkig dat wij nu een positief chris
telijke regeering hebben."
Wij zouden zoo zeggen de vrome speech
van Six, en dergelijke onheilige spottaal
in éénzelfde blad sluiten elkaar uit. Toch doen
beiden in het Middelburgsche blad opgeld.
Maar voelt men dan niets van deze twee
slachtigheid
Wat zal Jhr. Six er van zeggenhij die
volgens de Middelburger zegt den hoog-
heerlijken Naam te belijden dat een mede
werker van dit liberale blad, de hooge
heerlijkheid van dien Naam dus aanrandt?
Is niet de Zondagsrust voor den mensch
gebaseerd op het heerlijke feit der verrij ze-
nis van Hem, wiens «hoogheerlijke Naam»
Opstanding is?
Maar daarvan voelt het Middelburgsche
blad blijkbaar nietsen zoo maakte ook
zij door hare instemming met Six' vrome
kamerrede zich schuldig aan datgene, waar
van zij met Six de antirevolutionairen be
schuldigde, van namelijk om politieke rede
nen Christelijke leuzen aan te heffen.
- Volgens opgaven van het Koloniaal
Verslag waren op 31 Oct. 1887 bij de kof
fiecultuur ingedeeld 5469 dessa's met 401,239
gezinnen tegen 6666 met 474,242 gezinnen
een jaar te voren. Bijgeplant zijn 17.473.168
boomen, of 942,213 meer dan bevolen iwas,
doch afgeschreven moesten worden 17.479.875
boomen, zodat het totaal terugging van
118 418.511 tot 117.411.804 boomen. De vrij
willige koffieaanplantingen besloegen 13.471
bouws, behalve 2207 bouws beplante mer-
dika tuinen. Het aantal personen in 't
bezit van vrijwillige koffie-aanplantingen
was 97.799 tegen 78.589 in 1887. Aan 19.031
hunner was gereserveerd Staatsdomein
afgestaan. In den westmoesson 1887/88 waren
de tot stand te brengen bijplantingen eerst
bepaald op truim 15 mihoen boomen, welk
cijfer daarna is teruggebracht op 13.306.788,
waartoe aangewezen zijn 308.397 gezinnen
behoorende tot 4213 dessa's en genoten
dus 92.852 cultuurplichtige gezinnen vrij
stelling van bjjplantingen, deels omdat zij
de minimum levering bereikt hadden, deels
wegens bladziekte of zware heerendiensten.
Het ingesteld onderzoek over de verhouding
tussehen arbeid en loon bij de koffiecultuur
wordt gerekend in 't begin van 1889 te
zullen afloopen.
Het onderzoek der inmiddels ingestelde
Staatscommissie zegt het Regeerlngs-
verslag zal geenszins behoeven te be
letten (zooals ook aan den Gouverneur-
Generaal is medegedeeld) dat het Indisch
bestuur, in afwachting der conclusiën der
commissie, van de reeds opgedane ervaring
gebruik make om, binnen de grenzen zijner
bevoegdheid en met de te zijner beschikking
staande middelen, den druk der bevolking
te verlichten en den aanleg, het onderhoud
en den toestand der koffiecultuur te
verbeteren.
Men schrijft ons uit Waarde. In de
verschillende nieuwsbladen werden in de
laatste dagen berichten geplaatst en ook
door u overgenomen, welke berichten alle
lijden aan voorbarigheid en onjuistheid. Ook
in de bekende treurige zaak heeft de pers
mededeelingen gedaan, die niemand der
betrokkenen zal onderschrijven.