NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAxVl).
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
1889. No. 54.
Dinsdag 5 Februari.
Derde Jaargang,
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES;
Een opmerkelijk teeken des
tijds
NOG NIET AAN DE OR DE
BUITENLAND.
ZEEUW,
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Pi'ij 3 per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,025
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
familieberichten van 1 5 regeh 50 cent, iedere rege
meer 10 cent.
In de verige week trad het Kamerlid
van Houten te Haarlem op in eene ver
gadering van Volksbelang om den politieken
toestand des lands te bespreken.
Over de tekortkomingen der liberale partij
sprekende zeide deze heer onder meer
«Het is een zachte vorm van voogdij,
«wanneer op dit oogenblik bij de groote
«tweespalt in de Hervormde kerk de Staat
«een millioen toewijst aan de eene richting
«in de Hervormde kerk en de ander daar
van uitsluit».
«Geen wonder, dat doleerenden en af-
«gescheidenen daartegen opkomen. Ernstig
«wil spreker dan ook de liberale partij
«waarschuwen, dat zij zich niet langzamer-
«hand tot een synodale partij transformeere.
«Spreker betreurt het dan ook ten zeerste,
«dat in den laatsten tijd synodale candidaten
«warm zijn aanbevolen door de liberalen,
«en dat zelfs kerkelijke hoogleeraren daar-
«aan hebben meegedaan».
«De Staat moet geen subsidie geven aan
«kerkgenootschappenen al is dit vraagpunt
«een kruidje-roer-mij-niet, toch moet het
«behandeld worden. En de oplossing is
«niet zoo moeilijk, de liberalen moeten slechts
«zijdelings steunen; en de zaak door de
«betrokkenen zeiven laten uitmaken, als
«dezen afschaffing van het budget van eere-
«dienst wenschen».
«Ik acht het een geheel verkeerd beginsel
«bij de liberale partij, om door bevoorrechting
«der synodalen de doleerenden te kortwieken.
«In 1798 is men in de fout vervallen, om
«geen overgangsmaatregelen te nemen,
«waardoor veel predikanten broodeloos
«werden; daartegen moet thans gewaakt
«worden».
Dezen laatsten volzin moet gij nog eens
overlezen, lezer! De heer v. Houten redeneert
hier in zuiver antirevolutionairen geest.
Zoo staat het ook in ons program.
Wat liberale toehoorders toch veel kunnen
slikken, als het hun maar door een geest
verwant ingegeven wordt!
Over de school sprekende, zeide hij dit;
«Het grondbeginsel van art. 194 noemt
«spreker feitelijk illiberaal; daar de over-
«heid oorspronkelijk het openbaar onderwijs
«tegenover het bijzondere heeft bedoeld als
«middel om over het volk te heerschen».
De heer C. V. Gerritsen uit Amsterdam
die ook aan 't debat deel nam, merkte o. a.
dit van de liberale partij op
«Aan de liberale partij kan men krachtens
«haar verleden geen vertrouwen meer
«schenken; .de inleider (de heer v. Houten)
«weet dit zelf zeer goed; het zou hem zelf
«immers onmogelijk zijn b. v. op staanden
«voet een wel omschreven program der
«liberale partij te gevenheel die partij
«gaat gebukt onder eigen beginselloosheid
«en lamlendigheid».
Ook nog andere daar aanwezige liberalen
spraken hunne teleurstelling uit over de
liberale partij.
Ofschoon het nu niet op onzen weg ligt
ons oordeel in die vergadering, thans over
de behandelde punten uit te spreken, kwam
het ons toch belangrijk genoeg voor eens
onder de aandacht der lezers te brengen,
koe sommige liberalen (onder wie een erkend
hoofd zijner partij) over hunne eigen partij
denken.
Wanneer wij vroeger zoo iets durfden
zeggen, dan werd het ons zeer kwalijk ge
nomen en heette het natuurlijk laster.
Maar sterker dan die liberale heeren zich
over hunne eigene partij uitspraken, kan
het wel niet. G.
Nu wij een ministerie uit de rechter
zijde hebben, zouden wij zoo gaarne onze
taak hebben beperkt tot het bespreken
van wat wij aan onze regeering en aan
onze van God verkregen meerderheid heb
ben en bij de bespreking der politieke
vraagstukken alleen willen spreken van
het regeerbeleid, zooals dit van meet af
door Groen v. Prinsterer en zijn opvolgers
is aanbevolen.
Bovendien, er zijn nog zoovele vraag
punten, omtrent welke ons volk dient te
worden voorgelicht; zoovele zaken van
v. eiker waarde en uitstekend practisch
belang alle partijen dienden overtuigd te
zijn.
Ons daarmede uitsluitend bezig te
houden en den tegenstander aan zijn plaats
te laten, ware verreweg het meest wensche-
lijk geweest.
Helaas, de niet altijd even nobele prac-
tijken der liberale pers maken het even
wel noodzakelijk dat wij nog steeds het
oog op haar gevestigd houden.
Zwaard en truffel.
Waarlijk niet uit strijdlust of «recht-
haberei», of uit zucht tot debatteeren met
den tegenstander, is het dat wij zoo dik
wijls zijn naam noemen. En het verblijdt
ons zelfs zeer, dat men van zekere zijde
geen notitie neemt van ons geschrijf; dat
men daar zoo zelden zeilt in principiëele
wateren; en als men het doet, dan nog
zoo weinig roering in de oppervlakte van
den waterspiegel teweeg brengt, dat het
niet noodig is er notitie van te nemen.
Het zal ons aangenaam zijn, als wij het
woord «liberalen» niet meer in onze kolom
men zullen behoeven te doen afdrukken.
Maar de nood is ons opgelegd. Onze
plicht roept ons, bij de voorlichting onzer
vrienden, ook het oog gericht te houden
op hen die ons zij het ook uit kracht
van hun beginsel evenals wij hen, moeten
weerstaan. Wij dienen hen te volgen ook
zelfs in de kleinheid, waarmede zij de
beginselen der meerderheid van ons kie
zersvolk bestrijden.
Neen, niet op het schandelijk onmensch-
lievend geschrijf in de Midd. Crt.
over den Purmerend=chen schutter en
de Zondagsrust wenschen wij in te
gaan. Wij wenschen op een ander feit,
de aandacht te vestigen.
De regeering denkt na de onderwijs-
regehng en de wijziging der kiestabel het
vraagstuk van den persoonlijken dienst
plicht ter hand te nemen.
Ook wij wenschen met ons zwakke woord
de regeering daarbij te steunen. Als 't
zoo ver is, hopen wij met de liberale pers
saam het goed recht van de voorstanders
van algemeenen dienstplicht te bepleiten
mits ook acht geslagen worde op de be
langen der studeerende jongelingschap, der
mannen van het intellect. Daarbij zullen
wij immers op der liberalen instemming
mogen rekenen Hebben niet juist zij zich
meer nog dan wij voor de belangen van
hunne knapste en geleerdste beschermelingen
geïnteresseerd
Om slechts éen voorbeeld uit vele te noe
men. Zou er onder onze tegenstanders een
gevonden worden, die het niet wraken zou,
dat een student in zijn laatste studiejaar,
met een examen dat voor zijn gansche
leven beslist, in het vooruitzicht, opgeroepen
werd voor den wapenhandelen de moge
lijkheid uitgesloten werd dat dit jongmensch
bijvoorbeeld een jaar later onder de wapenen
kwam Zou de partij die zooveel verplich
tingen aan de predikanten heeft, aaD de
Van Veens en Bronsvelds en Buijtendijks
en Van Leeuwens en Bahlers en Klercqs
en zoovele anderen, voornamelijk voor de
theologische studenten niet een wakend
oog en een geopend hart veil hebben
Maar, wij willen niet vooruitloopen. Het
is nog tijds genoeg. Eerst komen onderwijs
en kiestabel voor de provinciale staten en
dc splitsing der meervoudige kiesdistricten
aan de orde.
De persoonlijke dienstplicht heeft nog al
den tijd. Waarlijk de liberale jpartij, die
nu sinds geruimen tijd bezig is wol te spin
nen uit de weinige eenstemmigheid die op
dat punt vooral bij de Katholieken gevon
den wordt, mag haar arbeid wel staken.
Anders loopt zij gevaar, dat hare wol ver
sleten is tegen den tijd, wanneer zij ze noo
dig zal hebben.
Er is voor deze liberale wolwasscherij al
evenmin oorzaak, als voor de bangmakerij
der Katholieken.
Het vraagstuk is nog niet aan de orde.
En als het eenmaal aan de orde komt, dan
zal het in goede handen zijn. Het wets
voorstel zal uitgaan van de ministers va»
oorlog en van binnenlandsche zaken, Ber-
gansius, die zelf roomsch is, en Mackay, dien
alle partijen prijzen om zijne bezadigdheid.
Zij zullen zich niet van de wigs laten
brenge i.
Vergeet één ding niet
De liberale partij die nu zoo'n haast heeft
om dit vraagstuk op te lossen, heeft het zelve
nooit aangedurfd of aangewild.
Ja, wat meer zegt, niettegenstaande
hare meerderheid in beide Kamers heeft
zij in de laatste tien jaren zelfs het regee-
ren niet aangedurfd. Wel verre van zee
te kiezen, bleef zij met de handen in de
zakken aan het strand kuieren. En nog
staat zij aan wal aan lager
Maar daar staan ook de beste stuurlui
ZONDAGSRUST BIJ DE MARINE.
De oud-constabel Kriens, die wel eens
meer den vinger op de wonde lei, wijst er
op, dat de ministers van waterstaat, van
koloniën en van oorlog maatregelen geno
men hebben om de Zondagrust te bevor-
deien, maar dat helaas! bij de marine
daaraan nog niet is gedacht. Hij geeft de
volgende schets van een Zondag aan boord,
die ons overtuigt dat het toch tijd wordt
dat ook onze Janmaat eens wat Zondags
rust krijgt. Een zeeman is ook een mensch.
De heer Kriens schrijft
„Nadat de geheele Zaterdag met schrobben,
schuren en poetsen is doorgebracht, begint
Zondagmorgen het lieve leven weder van
voren af aan.
Na het morgenschaften, begint het ydek -
spoelen, poetsen, aankleeden, kleine inspects i
voor den len officier, daarna groote paradi1
voor den bevelhebber (binnensgaats te 9.3(
of 10 uur, buitensgaats, als men den tijc
heeft, te 10 of 10,30 uur).
Die parade duurt soms een vol uur, a
naarmate de inspecteerende officier een goe
den luim, of den tyd heeft.
Vele kommandanten, die zich de geheeh
week niet met hun schip bemoeien en ziel 1
slechts enkele malen. bijv. met vlaggenparadi 1
en om te straffen, aan hun volk vertoonen
houden zoo'n Zondags- of groote parade vno:
hun „uitgaansdag" en hebben dan volstrek
geen haast met de inspectie van het schip
De equipage staat in dien tusschentyd O]
b et dek, onder tenten waaropde zon me
kracht brandt, te wachten en menigeen word
„flauw gevallen" weg gedragen.' Na die in
spectie volgt „kerk houden", waarbij iedei'.
schepeling, hetzij Christen, Israëliet of Ma
homedaan, gedwongen wordt naar een stich
teljjke preek te luisteren, die de officier var
piket voorleest. Daarna worden eenmaa
in de maand de krijgsartikelen gelezen j
Men bergrijpt, dat dit een slot is, dat niel
erg pakt en op den kerkganger weinig ver
kwikkeiijk werkt. Eerst op zalvende wijzi
Gods Woord te hooren verklaren en daarns1
ongeveer een half uur te staan luisterer j'
naar de verschillende straffen alshangen 1 j
doodstraf, militaire detentie en provoost a
waaraan hij, bij vergrijp, blootstaat, dalii,
klopt niet best.
Na de krijgsartikelen, kerk of parade, is!;
het ongeveer 11 of 11,30 ure geworden er)
wordt er gekommandeerd „zakken uit,',ij
waarop ieder matroos zijn plunjezak kar',
halen, want des middags na half 2 ure (ir!
de tropen een half uur later) wordt hem
gelast zijn beschadigde kleedingstukken tel j'
repareeren.
Dan is het geheele schip in de weer, er
vooral op een schip, waar officieren rechte r
dienstdoeners zijn, is janmaat gedwongen
achter zijn plunjezak te gaan zitten en te!'
doen of hij het erg druk heeft met hei -:
verstellen zijner plunje. Op enkele schepen
waar men minder surveilleert, blijft deze o; v
gene wel eens achter zijn zak een dutje doen
Intusschen wordt er gekommandeerd -
„zeuntjes watermannen" en wordt erin den'!
kombuis, en daar, waar het drinkwatei A
noodig is, door een 20 a 30 personen mei
putsen (houten emmers), water aangevoerd
Vervolgens worden de manschappen, die
mogen passagieren, met sloepen naar der
wal gezonden, of wel, mogen in enkele ge 1
vallen hun kameraden op een ander schil1 1"
bezoeken. Hierdoor is de rest van de be v
manning alweer in de weer.
Veelal, vooral in stations op een gezellig !;i
plaatsje in O.-I. vertoevende, krijgen de
officieren des Zondags bezoeken van parti r'
culiere dames en heeren.
In plaats, dat die bezoeken met eigen o
gehuurde bootjes plaats hebben, worden ei :a'
sloepen gestreken (later weder geheschen) er
bemand en de dames en heeren afgehaald." i f
Dient hierin geen verandering te komen'v
Bij trouwen en bij overlijden wordt ei
het meest gepraat, zelfs ook over vorsten
Ook zij schijnen aan die wet onderworper
te zijn. Zoo doen bescheidene en onbe
scheidene verhalen thans de ronde ovei
den overleden Kroonprins Rudolf van Oos
tenrijk.
Bekend is zijn ongelukkig huwelijk. Gelig l
bjj dat van de meeste vorsten had ook bi
het zijne jnet de jeugdige Steianiq van Bel
e,
in
IC:
iSi
l [l i