CHRISTELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH VOOB ZEELAND. 1889. No. 52. Donderdag 31 Januari. Derde Jaargang. VERSCHUIMT elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Prjjs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers-0,028 G. M. Klemkerk, te Goes EN F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: GEMEENTERADEN, ZEEUW, UITGAVE VAN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 ceni Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, ieder» reg» meer 10 cent. Het gros van het Nederlandsche volk bemoeit zich weinig met de publieke zaken. Velen meenen, als zij af en toe eens hun stembiljet in de bus geworpen hebben, dat zij er dan mee klaar zijn. En toch is dit niet zoo. Een Nederlander dient er belang in te stellen, hoe hij geregeerd wordt, en de hooge en de lage overheid gade te slaan bij hare daden. Wij kiezen tot voorbeeld de lage Over heid: den gemeenteraad. Hoe weinig in gezetenen eener gemeente wonen af en toe de raadsvergaderingen bij De zooge naamde tribunes in de meeste raadskamers staan in den regel ledig. De vroede vaderen vergaderen, beraadslagen, nemen besluiten, alles in de stilte. Zij zitten daar voor het algemeen belang, doch het algemeen Iaat hen praten. Hoe- velen zjjn er niet, die nog nooit een ge meenteraadsvergadering hebben bijgewoond zjj laten de vroede vaderen voor ledige banken delibereeren. De een zegthet gaat toch goed. De ander meenthet gaat niet goed. Maar wie zal het kromme recht maken En weer een ander oordeelt, dat het onbe scheiden is daar te staan luisteren. En toch is het waar, dat de meeste raadszittingen in het openbaar worden ge houden; en dat openbare vergaderingen ook voor de gemeenteraden een prikkel zijn tot nauwgezette behandeling van zaken. In de gemeenteraden treffen wij aan een burgemeester (die ook lid van den raad kan zijn, maar het niet altijd is), twee wethouders (tevens raadsleden) en de overige leden van den gemeenteraad. Over alle drie een woordje. BURGEMEESTERS. Als er in een gemeente een burgemeester noodig is, gaan enkele ingezetenen of niet- ingezetenen even naar den minister van binnenlandsche zaken om te solliciteeren naar de open plaats. Of ook de gemeente naren zenden een verzoekschrift aan dien minister, waarin zjj hem zeggen, dat zij een bepaald door hen aangewezen persoon gaarne voor die betrekking benoemd zagen. De minister is echter aan die aanwijzingen niet gebonden. Hij is geheel vrij, wien hjj voor deze gewichtige taak zal aanwijzen en dien hjj wenscht benoemd te zien, dien draagt hij aan den koning voor, en de voorgedragene wordt in den regel benoemd. In vele gevallen zal dit iemand uit de gemeente zelve zjjn. Maar zooals ik reeds zei het kan er ook een van buiten de gemeente wezen. En dat is goed. De minister moet een ruime keuze kunnen doen. Wel zijn wij het met het kamerlid v. Kerkwijk eens, dat het wensche- Üjk is zooveel mogelijk iemand te benoemen op voordracht van den gemeenteraad der plaats. Doch wij zouden de beperking er bij willen voegen, dat de minister ook buiten die voordracht om, een burgemeester Ier benoeming aan den koning kan voor dragen, Stel dat de minister gebonden ^are aan een voordracht van den raad. Nu is door buitengewone omstandigheden zulk een gemeenteraad in zijn meerderheid antirevolutionair, terwijl nochtans de meer derheid der ingezetenen het niet is. Wat zal men dan krijgen? In de meeste gevallen een voordracht van partijdige samenstelling, drie antirevolutio nairen en zoo kon een gemeente wel eens gezegend worden met een burgemeester, dien zij niet begeerd heeft; een man die daarenboven, op voordracht van den raad tot zijn hooge waardigheid geroepen, niet zelfstandig genoeg tegenover den raad kan optreden, wijl hij aan dien raad of aan de vriendjes zjjn betrekking indirect dankt. Dit zal ook in het omgekeerde geval ge schieden als de meerderheid in den raad - tijdelijk of niet uit liberalen bestaat. Wat is b.v. een gemeente er mee gebaat dat zij een burgemeester uit de ingezetenen rijk wordt, en deze door zijne zucht voor bouwen of verfraaien enz, enz. de gemeente op allerlei onnoodige kosten jaagt. Wij hebbeD hier en daar nog al eens een schoolpaleis zien verrijzen, dank zij het optre den van een buiten af ingebrachten, een geïmporteerden burgemeester. Maar hebben ook niet burgemeesters-ingezetenen dien de raadsleden niet durfden weerstaan soms dure staatsscholen, raadhuizen of burgemeesterswosingen gebouwd, en de lasten der gemeente onnoodig verzwaard? Tot nog toe wordt echter de burgemeester rechtstreeks door den Koning, op voordracht van den minister van binnenlandsche zaken benoemd. Of nu de minister bij het doen der voordracht, ook eerst te rade gaat met de commissarissen des Konings in de provin cie, wie zal het wraken Deze toch is meer dan eenig ander bevoegd ondershands een woord mee te spreken. Wel heeft zich daardoor wel eens het geval voorgedaan, dat hier of daar een ingezetene geen burgemees ter werd om politieke redenen bjj voorbeeld omdat hij het christelijk onderwijs liefhad; maar dergelijke gebeurlijkheden zijn in onze menschelijke maatschappij niet altijd te vermijden. De burgemeester eener plaats vindt in zich twee functiën vereenigd. IIvj is namelijk hoofd der politie en heeft der halve de taak van de vroegere schouten maar hjj is ook voorzitter van den gemeen teraad en doet daarbij denken aan den vroe- geren oudsten burgemeester, die met de overige burgemeesters en schepenen de vroedschap uitmaakte, zoo is ook thans de burgemeester rijks- ofregeerings ambtenaar en heeft dus in de gemeente de hoogste mschtmaar hjj is ook de dienaar van den Raad, wiens besluiten hij heeft uit te voeren. Bovendien is de burgemeester, bij al zjjn macht in de gemeente, toch steeds verantwoording schuldig aan den minister en kan ten allen tijde door Z. M. den Koning worden ontslagen. De gemeentewet bepaalt dat hjj zal benoemd worden voor zes jaren. Raadsleden doen altijd goed, als zjj die tweeërlei positie van den burger vader goed uit elkaar houden. Maar nu heeft de Koning het recht een raadsbesluit niet uit te voeren en zich te beroepen op den Koning, die dan beslist of de raad dan wel de de burgemeester geljjk had. Nooit echter mag men een burgemeester aanspra- keljjk stellen voor de hooge uitgaven. Dit ligt aan den raad, die de te hooge posten goedkeurt. Want de raad is volgens de gemeentewet de overheid der gemeente De raad machtigtde burgemeester viert slechts uit. Het spreekt van zelf dat een burgemeester een onpartjjdig man moet zijn. Hjj mag geen dwingelandje zjjn. Hjj dient zich buiten de verkiezingen te houden. Hij neme als voorzitter van den raad een onzijdig standpunt is. Hjj trachte niet de minder met de wetten vertrouwde land bouwers raadsleden te overvleugelen met het gezag van zjjn meerdere wetskennis. En dit zal hjj ook niet doen; vooral niet als de raadsleden karakter genoeg hebben om desnoods met den burgemeester van meening te verschillen altijd waar het een zaak van recht geldt. De leden van den raad moeten niet vergeten, dat de minister van binnenlandsche zaken iederen zaterdag om twaalf uur te spreken is, ook voor hen. En als dus de burgemeester eens wat wilde doordrijven, wat hun voorkwam onrecht! te zijn, welnu, ginds ligt 's Gravenhagedan maar eens een retourkaartje naar Den Haag. Gelukkig zjjn in Zeeland dergelijke maat regelen zelden noodigen de burgemeesters, voor zoover ons bekend, veelal modellen van onpartijdigheid. Toch is het in Nederland vaak noodig geweest, dat raadsleden langs den weg van wederstand en klacht bij de Regeering, aan hun burgemeester moesten leeren, dat hij ja, wel hoofd der gemeente, maar ook dienaar der overheid, c. q. van den gemeenteraad is. V Schuttersquaestie. Een schutter te Purmerend. die uit ge houdenheid aan het 4e gebod, verklaarde op Zondag niet te kunnen schutteren, is door den schuttersraad gevonnisd. Van dat vonnis heeft hij bjj den Minister ontheffing aangevraagd. Maar bij missive van 47 Januari heeft de Minister van Justitie dit geweigerd, en wel bjj een schrijven onderteekend, namens hem, door den secretaris-generaal P. J. van Beyma. Kan dit nu zbo bljjven De overheid zelf verbiedt diefstal omdat God hei verbiedt in gebod acht; en dezen schutter straft zjj met boete, omdat hjj trouw wil blijven aan gebod vier. Standaard. 30 Januari '89. Goes. In de raadsvergadering van Vrjj- dag a. s. om 2 uur zjjn aan de orde 1. Notulen. 2. Medeelingen. 3. Inge komen stukken. 4. Onderzoek van de geloofs brieven enz. der nieuw gekozen leden v.d. Raad. V. Ontwerp-beriuiten omtrent de Be grooting van Uitgaven voor 4888. VI. Re kening der Bank van Leening over 4888. VII. Gewjjzigde begrooting van de ontvang sten en uitgaven der gasfabriek voor 4889 met voorstel tot verlaging van den gasprjjs. VIII. Verzoek van A. Foudraine om afstand van grond. IX. Voorstel van Burg. en Weth. om afstand grond aan J. Zandee. X- Adres v. d. Commissaris van Politie om verhooging zijner jaarwedde. XI. Benoeming van een lid der openbare gezondheidscommissie. XII. Aanvrage van J. Adam om eervol ontslag als gemeente-apotheker en beslissing om trent de gemeente-apotheek. Met ingang van 4 April a. s. is het tractement van den Brie-, engaarder te Krab- bendijke met f50 verhoogd. De eerste Kamer heeft al de hoofd stukken met algemeene of met bjjna alge- meene stemmen aangenomen. De begrooting van koloniën nam zjj aan met 34 tegen j stemmen. Onder de tegenstanders be hoorden de heeren Six, die mirabil dictu 1 geklaagd had over het bezige» van godsdienstige termen bij de verkiezingen en Alberda, de laatste vertegenwoordige: van het verstoktste oud-liberalisme, een mai die nog droomt van een neutrale schoo met een godsdienstloos onderwijs dat dei ouders van alle schoolgaande christenkin dertjes bevredigt. Onder de voorstemmers was ook de heei Fransen v. d. Putte, die van minister Keuche nius de verzekering gekregen had, dat hj geen subsidie zal verleenen aan zuivei mohamedaansche scholen. Op het eigenaardig standpunt van der heer Six komen wjj; later terug. Wjj zuller weldra de gelegenheid hebben uit zjjne rede in de Eerste Kamer een en ander over te nemen, dat het vermoeden wettigt, dat deze man van het doleert niet, maar bleef zijn kerk getrouw)) bij de samenstelling zijner politieke redevoering door de kerkelijke familie Schellevis schjjnt geholpen te zjjn. DE TOESTAND DES KONINGS. De gisteravond verschenen Staatscourant bevat het volgende bericht Z. M. de Koning heeft de laatste nachten goed doorgebrachtvolgens verklaring van professor Rosenstein en van de geneesheeren des Konings is de toestand der krachten van Z. M. bevredigend. De geringe verschijn selen van hartzwakte, die zich verleden week voordeden, zjjn gelukkig weder geweken. Indien zich geene ongustige verschijnselen voordoen, zal het eerstvolgende bulletin in de «Staatscourant» van 5 Febr. 4889 ge plaatst worden. Prof. Rauwenhof is op 70 jarigen leeftjjd te Meran overleden. Hjj was een van de baanbrekers voor het modernisme in Nederland. De heer Domela Nieuwenhuis, van meening dat zjjne kiezers de souvereins zjjn, aan wie hjj jaarljjks verantwoording schuldig is van zijn doen en laten in de tweede kamer, treedt in verschillende plaat sen van Schoterland met dat doel op. Zaterdagavond hield hij te Gorredijk eene rede, waarbjj ongeveer 300 personen tegen woordig waren. Allereerst sprak de heer D. N. over het feit zjjner verkiezing. Hjj ontkende, dat een verbond tusschen radica len en clericalen van zjjn zjjde was uitge lokt; bjj eene herstemming kiest elk het minste kwaad. Zjjn afkeer van het parle mentarisme, omdat het hervormingen tegen houdt, is door zjjn lidmaatschap der Kamer niet verminderdhjj heeft dat lidmaatschap alleen aangenomen om te pogen beterschap aan te brengen, doch alleen kan hjj dat niet doen. Geljjk te verwachten was, is hij niet met sympathie in de Kamer be- begroet, maar bovendien nam men tegen over hem als afgevaardigde niet de burger lijke beleefdheid in acht. In de afdeelingen komt hjj niet, omdat zjj niet openbaar zjjn en hjj vreest zich daar te kunnen vergeten, wat menseheljjk is. Hjj herinnerde aan zjjn ontwerp op de gedwongen winkelnering «waarvan in de afdeeling geen stukje goed bleek». Hjj ver wacht nu, als de Kamer laat bijeenkomt, een ontwerp van de regeering, wie hjj eer gaarne gunt, als de misbruiken maaaft worden tegengegaan. 1 2 l.p'. "f. r'| r 1 'Si

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1889 | | pagina 1