♦a
CH RIST ELI JK-
HISTORISCH
/erjassen en
rjasj es,
1889. No. 42.
Dinsdag 8 Januari.
Derde Jaargang,
III
1
jet, te Goes.
ilift Boot
Stoomtjalk
IEN-VLAKE.
ïlde.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
VERSCHIJNT
elken MAANDAG- WOENSDAG- EN "VRIJDAGAVOND.
EN
F. P. Dliuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTEiNTIEN:
BELKftFD VERZOEK.
Paul Rabaut
STENDft
ïemelijk bod opgeruimd.
GOES.
ar bij den heer
naar ROTTERDAM
's morg. 6.u.
fERDAM naar GOES
Sin 'smorg. 10.u.
naar ROTTERDAM
I's morg. 9,u.
PTTERDAM
's morg. 10,u.
iRotterdarn bij den
LANGE, op 'tHa-
BOUWMAN.
BOS,
bectie.
lotterdam Nieuwe
tenbrug.
Mdieiist
jjevangen 1 Oct. 1888.
|L IJ K S
1 vm.6 en 9. nam. 3, u.
7.30, nm. 1, en 4,45 u.
|st van den correspon-
lienst.
vra. 7,15, m. 1.15u.
aiddellijk na aankomst
vm. en 5,45 u. nam.
en naar het Spoor-
tjdeo.
then Middelburg en
■gen
lende plaatsen.
evangenlOct. 1888
bf,8,-,9,15t,10,-
[un. l,40f ,2,30, 3,30f
-, 9,-f 10,-11.-,
1.30, 3,30, f 4,30,6,—
len aan waarbij aan
Iwordt aangelegd,
ggen aan de Keersluis
u. m. u. m.
12,30 3,45
1,— 4,15
Woensd. en Zat.
7,30 2,20
DE ZEEUW,
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers -0,025
UITGAVE VAN
G. M. Klemkerk, te Goes
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regelv 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
t
7,50
10,30
11-
b,—
door
2,40
12,30
12,50
Onzen abonnés op Zuid- en Noord-
Beveland, Staatsvlaanderen en el
ders, behalve dien op Walcheren, wordt
beleefd verzocht het verschuldigde abonne
mentsgeld over het 3e halfjaar, of geheel het
jaar, te voldoen.
Voor wie per jaar betalen, is het bedrag
f3.80 of f2.60; voor wie met Juli betaalden
f 1.90 of f 1.30.
Den 16en Januari zal bij hen, die een half
jaar of meer schuldig zijn, over het bedrag
worden beschikt.
Dit alles geldt evenwel niet den abonnés
in Walcheren, dezen gelieven alle opgaven en
betalingen te doen aan den Uitgever F. P.
DHUY te Middelburg, doch alle andere
abonnés aan den Uitgever
Goes, i Jan. '89. G. M. KLEMKERK
'j De boeman van dichterbij bezien.
Wij hebben indertijd bij de liberale pers
in ZeelaDd er op aangedrongen wat minder
hard te schreeuwen over de verkiezing van
Domela Nieuwenhuis, dat voortvarende
geesteskind der liberalenwij gaven daartoe
de reden op. Doch de verschrikte kinderen
waren voor geen reden vatbaar.
Thans echter hebben zij den boeman van
naderbij gezien, en wat is; dej slotsom
Lees het in de Middelburgsche Courant:
«Overigens had het optreden van den heer
Domela Nieuwenhuis in de Tweede Kamer
zijn goede zijde; ook zijn party heeft recht
zich te doen hooren in 's lands vergaderzaal.
Wij gelooven dat zijne niet te verdedigen aan-
en uitvallen voor het vervolg zullen uitblijven,
nu hij heeft ingezien dat er tegenover hem
staan mannen van ernstige overtuiging, van
bekwaamheid, mannen die hem aandurven
en zijne theorieën bestrijden. Onbillijk zou
het wezen wanneer men echter ontkende
De prediker der Woestijn, of Getrouw
tot in den dood.
III.
Deze kranke zoo vervolgde Rabaut
behoorde tot de laatste j overgebleven leden
onzer ongelukkige gemeente. Hij kon
zich nog de herroeping van het edict van
Nantes herinnerenonze zwaarste beproe
vingen had hy mede door gemaakt, en
nog zoo even, naar ik hoorde, een laatste
pijniging doorstaan. Een fanatiek roomsch
priester had zyn bed belegerd. Maar noch
de bedreiging dat, gelijk de wetten bevalen,
zyn lijk met schimp en smaad, als van
een misdadiger zou worden ter aarde besteld;
noch dat zyn vermogen zou worden ver
beurd verklaard, had hem kunnen doen
wankelen. Op het eerste dreigement had
hij geantwoord dat hem het lichaam weinig
zorg baarde als slechts de ziel tot God
ging op het tweede hadden zijne kinderen
in zijn plaats geantwoord, dat zij veel
liever hun vaderlijk erfdeel verliezen zouden,
dan het door zyn afval bevlekt, ontvangen.
Doch deze strijd had des lyders krachten
gesloopt. Hem bleef slechts over testerven
maar hij wilde in mijne armen den geest
geven. Sinds lang, zeide hij mij, was dit
zijn wensch, sinds drie dagen was het
zekerheid bij hem geworden. En ik kwam
te rechter tijd, ik was daar Verstaat gij
mij? Meent gij nog, dat er behoefte be
staat aan een toekomstig loon, als God
dat zijn optreden niet zijn nuttige zijde had
het kan geen kwaad dat soms eens, zij het
dan ook wat al te ruw en te hard, worde
geklopt aan menige doovemans deur die,
waar het volksbelangen betreft, in onze
Kamers al sedert jaren meer dan eens werd
aangetroffen. Gelouterd door de ervaring,
zal de eerste baanbreker der sociaal-demo
cratische beginselen in onze Tweede Kamer,
voor wier aanhangers het jaar 1888 uit dat
oogpunt belangrijk was, zeker niet nalaten
zichzelven op menig punt te herzien.»
Terloops merken wij hierbij op dat zoo
ongeveer hetzelfde door ons reeds negen
maanden geleden beweerd, toen voor ketterij
werd uitgekreten.
Wij voegen eruit hetzelfde Middelburgsche
blad dit gulden woord by, in de hoop dat
van de regeering uit de rechterzijde en van
hare partij nooit iets dei gelijks gezegd worde
«De liberale partij heeft in ons land ook
een goeden leeftijd bereikt; maar zij heeft
niet altijd haar tijd nuttig gebruikt. Er
is nog veel in te halen, veel te verrichten.»
V Onze jongens.
Men herinnert zich, dat onlangs door
leerlingen van de hoogere burgerschool te
Groningen een blad werd opgericht, waarin
door deze knapen op zoo stuitende wijze
werd gespot met het huwelijk, met den
bijbel en andere ons heilige zaken.
De directeur heeft daarop aan deze dwaas
heden een einde gemaakt, door de uitgave
van dit blad te stuiten. Wij zijn dien heer
daarvoor dankbaar, maar betreuren het toch
dat zijn gezag zoo weinig erkenning vond.
Want als een phoenix uit zijn assche
verscheen van diezelfde knapen een nieuw
blad, Onze Phoenix.
u op deze wijze stap voor stap iederen
vervulden plicht, eiken geschonken troost,
ieder in Zijn Naam verkondigd woord heeft
vergolden
Toch moet ge niet gelooven dat onze
vreugde zichjalleen daartoe bepaalt,'geloovigen
te zien sterven, en het geluk te smaken
met hen verbonden te zijn. O neen Zoo
spoedig de vervolging ons eenige dagen
met rust laat, gevoelen wij ons gelukkig-
Wij weten wel degelijk het schoone weder
tusschen twee stormen te waardeeren even
als een soldaat tusschen twee veldslagen
terstond zijn onbezorgd gevoel, zijn vroolijken
moed terug voelt keeren. Maar onze on
bezorgdheid rust in het vaste vertrouwen
op de waakzaamheid van Hem, wiens
krijgsknechten wij ons beroemen te zijn;
onze moed is altijd meer of min als die
der oude bloedgetuigen, wien het op den
dag hunner terechtstelling nog eenmaal
vergund was, zich aan een broederlijk feest
maal te vereenigen. Ja, ook wij hebben
onze feesten, maar zelden zonder dat de
aanleiding ernstig en diep aangrijpend is.
Daar brengt ons b. v. een vriend berichten
uit Duitschland, uit Engeland, uit Zwitser
land. Moet hij niet onzen voortvluchtigen
broeders aldaar kunnen mededeelen dat
hij aan onze tafel heeft aangezetenom
later, als hij bij hen te gast is, ons in den
geest hun voor de ongen te voeren, gelijk
hij dat hen voor onze oogen heeft gedaan
Een anderen dag daar is een onzer
bewoners van het gebergte van de galeien
teruggekeerdwaar hij tien, twintig,
In dit nummer wordt wel minder gespot,
maar de inhoud is en blijft al even be
denkelijk als het feit, dat zulke knapen,
in plaats van te studeeren, opgaan in allerlei
dingen, die met hunne studie niets te maken
hebben en tot de competentie behoorcn van
meer bejaarden.
Er staat in het blad onder anderen een
verslag van een soireé door de leerlingen
gehouden, en waarin wy onder meer het
volgende lezen
„De avond werd op aangename wijze
besloten door een allergezelligst bal, dat
tot laat in den nacht, tot ongeveer vyf
uur, duurde."
Meisjes en jongens van 15 17 jaren,
die tot 's Zondags ochtends 5 ure dansen I
Zoo is de geest van den tegenwoordigen
tijdeen geest die door de richting van
het onderwijs, door de romans van deze
dagen, niet weinig bevorderd wordt.
Voorts wordt in dat «blad» nog mede
gedeeld, dat dien avond eene operette
doleeren getiteld, was opgevoerd.
In de laatste dagen hebben professoren
en andere geleerden zich vermoeid met het
maken van voorstellingen aangaande orize
Regeering en de rechterzijde. Zouden zulke
mannen als Buijs en Spruijt en v. Leeuwen
en v. Houten niet wijzer doen, indien zy
de ministers en de anti-liberale afgevaar
digden eens voor een poos lieten rusten
en zich eens bezig hielden met de vraag:
wat er toch wel van «Nêerlands hoop en
toekomst» moet komen, wanneer jongens
als de bovengenoemde, bij hunne groote-
menschachtigheid nog de kwade gewoonte
invoeren van te spotten met de heiligheid
van het heilige, en met den ernst van het
over hen gesteld gezag
dertig jaar om des geloofs wille is ge
vangen geweest
Men is moede hem voedsel te geven en
veroorlooft hem zijn dorp weer te zien.
Moet men zijn terugkomst niet vieren? Is
hij niet een overwinnaar, die tot den
huiselijken haard terugkeert? Een ander
maal zal het een bruilofsfeest zijn maar
daarop wordt gezang noch gejubel vernomen.
Wat zouden onder ons die luidruchtige
vreugde en alledaagsche wenschen betee-
kenen Hangt niet elkeen der gasten het
zwaard boven het hoofd en het bruidspaar
meer dan ieder ander Het heeft zoo
juist door zjjn huwelijksinzegening in de
woestijn een dier misdaden begaan, wel
ke onder de wetten, die ons regeeren, het
onverbiddelijkst worden gestraft.
Hoevele echtelieden zyn niet van elkander
gescheiden op denzelfden dag, die hen had
vereenigd. Neen, geen wenschen die de
wereld op zulk een dag pleegt uit te spre
ken. Men bidt, men is vroolijk, maar juist
omdat men veel gebeden heeft. Niet naar
de aarde naar den hemel strekken zich
onze wenschen uit.
Maar onze eigenlijke, onze grootste feesten
zijn onze godsdienstige vergaderingen in de
woestijn. Men moet onder ons geleefd heb
ben om een denkbeeld te krijgen
van wat in de oogen onzer ge-
loofsgenooten zulk eene godsdienstoefening
is, waar zy met elkander kunnen bidden en
zingen, waar een prediker is, waar men elkan.
der kan opbouwen in het geloof. Nooit was
een feest op het koninklijk paleis te Versailles
Een rechtvaardig oordeel.
Het Weekblad en andere liberale bladen
wezen er op dat het Kamerlid de heer
Glinderman by de beraadslagingen over de
belangen van zijn district het stilzwijgen
bewaard of door afwezigheid geschitterd
heeft. Onder anderen by de besprekingen
over de los- en laadplaats te Terneuzen
sprak niet hij maar wel de heer Walter.
De tram SchoondijkeEecloo werd wel
besproken door een liberaal den heer Bool,
niet door den heer Glinderman die ook
zweeg, toen de verbinding tusschen "Vlissingen
en het «4e en 5e district» in de Tweede
Kamer werd ter sprake gebracht.
Naar aanleiding daarvan veroorloven wij
ons de volgende opmerkingen.
't Is waar. De heer Glinderman heeft
by het openbaar debat over deze quaestiën
niet gesproken. Maar is nu de slotsom
juist, die het Weekblad en andere bladen,
zich naar aanleiding daarvan veroorloven,
als zou de heer Glinderman de belangen
van zijn district niet behartigen en het
«aanzien» dat we in het kiesdistrict Oost
burg «versukkeld worden»
Er ligt soms meer blyk van behartiging
in met openbaar over eene zaak te zwygen,
dan met openbaar over haar te spreken.
Openbare bespreking doet zelfs in sommige
gevallen schade. Tegenover een minister die
niet jopenbaar de belangen van Oostburg
verzaakt had, was openbaar optreden niet
noodig.
Zoo dacht er ook de heer Glinderman over.
Toch meene niemand dat genoemde heer
dan niets gedaan, dat hy gezwegen heeft.
Reeds dadelijk na de bijeenkomst der
Kamer in Mei heeft de heer Glinderman
die quaestie met den minister besproken
in zulke mate een oorzaak van verlangen, van
toebereidselen, en voor alles van ongeduld,
als zulk eene eenvoudige godsdienstoefening
die zeer dikwijls den prediker op het scha
vot, de mannen op de galeien, de vrouwen
in de gevangenis of in het klooster, en dat
levenslang zal brengen. Soms beginnen we
twee, drie, zes maanden te voren met de
toebereidselen tot zulk een godsdienstoefening.
Allen moeten er van op de hoogte gebracht
worden doch niets mag uitlekkenhet is
ook noodig, dat als men kennis van een
mogelijk vijandigen overval krijgt, iedereen
dit eens wete, opdat niet de een of ander,
gelyk vaak geschiedde, in plaats van broeders
soldaten vinde. Van daar een organisatie
onder ons, die zeer vernuftig en wel door
dacht schynt, en die zich evenwel ais van
zelf in den loop der tyden, alleen onder den
invloed van het gevaar heeft ontwikkeld.
Doch ofschoon wij somtijds maanden ge
bruiken om het plan tot een godsdienst
oefening uit te voeren, gebeurt het ook wel
eens dat zulk een vergadering in weinige
uren wordt samengeroepen en gehouden.
Dikwyls heb ik ongedacht in een onzer dor
pen aangekomen, slechts een enkel woord
te spreken gehad, om kort daarop in een
afgelegen dal 12000 geloovigen om mij
heen te zien. De oproepingen geschieden
naar alle zijden in de volmaaktste ordede
keuze der plaats, de verdeeling der schild
wachten, alles is met een overleg of liever
met een instinkt geregeld dat bewondering
wekt.
Wordt vervolgd.