CHRISTELIJK- NIEUWSBL AD HISTORISCH VOOR ZEELAx^ D. 1888. No. 32. Donderdag 13 December. Derde Jaargang, VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. Dhuy, Ie Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES; Keuchenius Van Houten - - llouiela Nieuwenhuis. Buitenland. elken MA.ANfDA.G- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers- 0,028 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel n eer cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer iO cent. De Minister van Koloniën, Mr. L. W. C. Keuchenius richtte in de Kamerzitting van Woensdag 21 Nov. de volgende woorden tot de heeren van Houten enDomela Nieuwenhuis: «Den afgevaardigde uit Groningen, den heer Van Houten, moet ik ten volle toegeven, dat mijn standpunt van het zijne verschillen de, mijne eigenaardige methode van denken hem volkomen de vrijheid en het recht geeft om mij niet zijn onverdeeld vertrouwen te schenken. Onze inzichten en onze methode van oordeelen, onze levens- en wereldbeschou wingen loopen te zeer uiteen, dan dat ook van deze oorzaken niet het gevolg zou moeten zijn, dat wij ons meermalen in twee geheel tegenovergestelde richtingen bewegen. Ik hoop nietten.in, dat de afgevaardigde uit Gronin gen, wien ik meermalen blijken gegeven heb van hooge achting en waardeering niet zal ontkennen, dat ook bij verschil van levens- en wereldbeschouwing, de waarheid dooi beiden kan worden geëerd, en naar mate zij te ernstiger wordt gezocht, zij ook te meer overeenstemming zal mogelijk maken Dit zij dan ook gezegd aan den geachten afgevaardigde uit Schoterland, die evenzeer op dit verschil van levens- en wereldbeschou wing heeft gewezen, en mij gezegd, dat zijn verschil van opvatting ten opzichte van onze verhouding tot Indië voor hem eene aanleiding zal zijn om aan de begrooting zijne stem te onthouden. Maar bijzonder heeft de geachte afge vaardigde uit Groningen de door hem op gemerkte bijzondere methode van denken zoeken te verklaren uit hetgeen door mi] omtrent vaccine,' Heilige Alliantie, grond wetsherziening en veihooging van koffie- plantloon zoude zijn verdedigd of gesproken. Met betrekking tot de Heiligs Alliantie moet ik mededeelen dat, toen ik op den dag na mijn optreden in dit Kabinet, in het hoofdartikel van de Meuwe Rotterdamsche Courant«Het Kabinet M a c k a y-K e u- chenius,» tot staving der daarin ontwik kelde beschouwingen, de door mij in der tyd in deze Kamer als eenvoudig ontwerp medegedeelde, maar geenszins voorgedragene motie, ontleend aan de Heilige Alliantie, in haar geheel zag opgenomen, de moed voor de taak, welke ik schoorvoetend op mij had genomen, bij mij herleefde. Ik meende, wel verre van door de herinnering aan die motie te zijn afgeschrikt of ter neer geslagen, juist versterkt te zijn ge worden in de roeping, welke mij door dit Kabinet was opgelegd. Wat dan ook door den geachten afgevaar digde uit Amsterdam, den heer Rutgers van Rozenburg, den heer van Hou ten of anderen, naar aanleiding van of tegen die motie betreffende de Eeuwige Waarheden van liet Heilig Verbond moge worden ingebracht, ofhoedanook de circu laire aan de zendingsvereenigingen moge worden beoordeeld of de aankondiging van het vertrek van den nieuw benoemden Gou verneur-Generaal, opdat iedereen gelegenheid hadde zijne gebeden op te zenden ten behoeve van hem en van zijn bestuur, ik verheug er mij in tot het een en ander te hebben medegewerkt en ik heb geenszins het voornemen het beginsel dat daarbij heeft voortgezeten te verlaten. Mij zal het steeds eene stof zijn van blijdschap en dankbaarheid, van deze plaats te hebben mogen uitspreken dat er slechts heil is bij en ik daarom vasthoud aan deie beide waarheden docr den grooten Apostel verkondigd: «Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heerevoor Mij zal alle knie zich buigen en alle tong zal God belijden», en deze andere waarheidDe geheele wet wordt in dit ééne woord vervuld «Gij zult uwen naaste liefhebben als u zeiven». Ik heb de overtuiging datnaarmate hetgeen er geschreven is te beter gekend wordt en de ijver om dat geschrevene te onderzoeken, te waardeereti en te behartigen aangroeit, ook de belijdenis van den Eeuwig levenden God, in plaats van weerzin op te wekken of te verminderen, zich onder het Nederlandsche folk en in zijne overzeesche bezittingen zal uitbreiden, maar dat dan ook met die belij denis eene meerdere liefde tot God zal gepaard gaan, en de daaruit geborene toenemende liefde tot den naaste zich zal openbaren in steeds ernstiger en eendrachtiger behartiging van de groote volksbelangen ons hier toe vertrouwd. Die waarheden durf ik vooral aan den geachten afgevaardigde uit Schoterland ter overweging aanbevelen en op het hart leggen, omdat hij in de gelegenheid geweest is, misschien meer dan één onzer, hare kracht te leeren kennen en het voorrecht gehad heeft haar zelf te verkondigen. En zoekt hij nu, bij veranderde levensbeschouwing ook langs anderen weg, het heil des volks, des lands en van Indië te bevorderen, meenpnde daarmede te gelijker tijd voor het recht te strijden en het te handhaven, dan mag ik, met het oog op die waarheden, hem vooral de vraag te stellen, of wij naar recht vragende. Gods recht mogen vergeten; of wij, niet allereerst beginnen moeten met zelve het recht van God op onze gehoorzaamheid, dankbaar beid en liefde te eerbiedigen en of niet deze iedereen er van behooren af te schrikken om, geheel daarmede in strijd, rechtstreeks ol zijdelings, anderen tot opstand en gewelddaden aan te sporen De geachte afgevaardigde uit Schoterland heeft terecht doen opmerken, dat hem bij het doorbladeren van de begrooting het onge- i ijmde van het parlementaire stelsel moest treffen, dat van éen lid allerlei kennis vereischt, terwijl van de twee specialiteiten, die hij zoude willen raadplegen, de eene het nooit eens is met de andere. Het parlementaire stelsel, wanneer het niet door een hoogeren geest geleid en bezield wordt, moet zeer zeker langzamerhand door elke natie worden veroordeeld en afgebroken; maar als iedereen naar waarheid streeft en de waarheid zoekt te putten uit de eenige bron waar zij te vinden is, zal onder de be zieling van haren geest, het constitutioneele stelsel weder in eere worden hersteld, zijne waarde rijzen, en in plaats van in een tot niets doen vervallend en tweedracht en ver warring stichtend parlementairisme te ont aarden, zal het integendeel de gelegenheid scheppen om, onder de vrije uiting van ieders gedachte, in gemeenschappelijken zin, de waarheid na te vorschen, het recht te bevor deren en de middelen tot het verkrijgen van algemeene welvaart uit te vinden.» Welk een verschildeze waardige taal, of de hier en daar al te vurige rede van mr Borgesius. Ook hier was Keuchenius d meerdere. Vooral in zijn antwoord aan Domela Nieuwenhuis was hij gelukkig. Lees dit. De Standaard heeft v y zeiden het vroeger reeds de Zutjensche Courant uit- genoodigd, hare grove beschuldigingen om leent Baron v. d. Borch waar te maken. Aangeboden werd zelfs deze zaak door eene commissie van liberale redacteuren te doen onderzoeken. Doch vergeefs. Nu, het kon onk wel niet anders: wantdeZtitfensche Cou rant had gelasterden op het punt waar over het liep, heeft dan ook niemand het voor haar Opgenomen. Want wel hekelt de Midd. Courant nog de ook naar onze meening ongelukkige mededeeling omtrent zeker debat op de jacht, doch deze zaak was niet in geschil. Aan het eind kan dus worden vastge steld. wat door niemand kan worden weer legd: lo. Dat Baron Van der Borch ziek te bed lag, toen liet strooibiljet geschreven en gedrukt wierd 2o. dat hij er geen kennis van kreeg, eer het reeds ter expeditie gezonden wa' 3o. dat hij, zoodra hij er van hoorde, last gaf om de expeditie te stuiten en io. dit hij, toen de post reeds weg bleek te zijn, voor het publiek de volle ver antwoordelijkheid op zich nam voor een stuk, waaronder volkomen te goeder trouw, zijn naam als voorzitter geplaatst was. In Frankrijk is de band tusschen re- geering en volksvertegenwoordigers nooit hecht geweest. Ook nu weder, tijdens de jongste zittingen der Kamers kwam op bedenkelijke wyze de tweedracht aan het licht. Verschillende afleiders hebben wel dienst gedaan om den levensduur van het radicale ministerie, dat den roodsten nu reeds niet radicaal genoeg meer voorkomt, te rekken, doch het Dam.icleszwaard is reeds opgehan gen, dat Floquet en de zijnen van het staatstooneel verdrijven zal. Wij spraken van afleiders De Fransche re geering had er in korten tijd drie, die haar een pauze bezorgden in den onver- kwikkelijken strijd der partijen. De eerste verschijning was Boulanger, de diplomaat, voor wien half Frankrijk eerbied of atkeer gevoelten die het gemis aan prestige over zijn vrouw, zich vergoed ziet in de hulde die zelfs groote en vrome mannen en kroon-pretendeoten jhem komen brengen. De veinzaard, die als Philippe Egalité en Bonaparte en Bazaine en Gam- betta en zoo vele and ren in Frankrijk, mannen van naam, slechts een nieuwe variatie vertoont in de altijddurende mas kerade. By zijn verschijnen, als ware de balling van Chislehurst, de verrader van Straatsburg uit de dooden opgestaan, b eefde al wat aan de republiek hing en vooreene korte wijle zweeg de partijstrijd. Doch de aanblik van het spook is weder alle- daagsch geworden. De man van de diners en de politieke verkiezingen trad op den achtergrond en de vervolgingen tegen het radicale ministerie werden hervat. Totdat Numa Gilly opstond en zijnen confraters in de Kamer verweet, dat er vele Wilsons, dat wil zeggen vele schurken onder zhen waren. Hij meende het te kunnen bewijzen Welk een beleediging voor deze enrzume zor.en der republiekHet werd een ree ts- quaestie. De jury onderzocht deze zaak en riep Numa Gilly ter verantwoording. Doch deze gaf zoovele algemeenheden op als beweegredenen voor zijne beschuldiging, dat de jury zijne beschuldigingen van onwaarde verklaarde. Gelukkig gaf echter Gilly den strijd niet op, maar gaf een lijvig boekdeel uit, waarin hij zijne beschuldigingen met bewijzen trachtte te staven. De man is maire van Nirnes, en d radicale regeering gaf last hem te schorsen in het belang der gesmade eerzame republiek. Doch ook aan dezen afleider is een eind En zoo doemde er kort geleden een derde op in den persoon van Wilson, den be- ruchten handelaar in ridderordes tijdens het presidentschap van Grevy. De man was door de rechtbank vrijgesprokendoch de vrome republikeinen hadden hem dood verklaard en teen hij dezer dagen weder in de Kamer verscheen, hielden zij zich zeer boos en liepen heen. Doch gelijk het altijd gaat men kan niet altijd boos blijven en zoo keerden ook deze mannen tier wet weder tot hunne beraadslagingen terug, zeer tot ongerief voor dit ministerie, dat zijn leven zeer bedreigd ziet, van de zijde zijner vrien den, in wier oog het nog niet rood genoeg is Scheiding van Kerk en Staat. Ziedaar het program der Fransche radicalen. En ook zij willen dat, Floquet en zijne ambtge nooten. Maar zij meenen terecht, dat men niet mag vooruitloopen op zekere rechts quaesties, die eer t moeten beslist worden. Zij noemt en te recht de Kerk (de fran sche staatskeik) eene vereeniging, die door haar bijzonder karakter niet opgenomen is in het gemeene recht, en die dus bijzondere wettelijke regeling vereischt als zij geheel aan zich zelve wordt overgelaten. Een ministerie moet rekenen met de om standigheden. Het kan niets met den zoo- genaamdon franschen slag d jen. Bovendien net als bij ons heeft ook de fransche regeering te rekenen met een haar vijandige meerder heid in den Senaatwij zouden zeggen eerste kamer. De begrootings-commissie uit den Duilschen rijksdag heeft aan graaf Bismarck gevraagd omtrent het Rijn-Maaskanaalen de uitdieping van den Rijn op Nederlandsch grondgebied, waarop deze antwoordde dat steeds moeite gedaan wordt, doch met weinig gevolg, om de Duitsche belangen te doen gelden. De Nieuw Guinea compagnie te Berlijn ontving de eerste monsters van haar eigen geplante tabak uit Sumatrazaad. Zij levert goede dekbladen op. Daarom zullen weder 600 hectaren met tabak worden beplant. Een reiziger ter onderzoek uitgezonden, ver klaart dat Nieuw Guinea een tweede Java worden kan. Schaamt u, Nederlandsche geldmannen 12 December '88. In de tweede kamer is op het oogen- blik hoofdstuk IV der staatsbegrooting aan de orde. Vele vragen zijn door de leden aan den minister van buitenlandsche zaken gedaan. Onder andereu de heet v. Byland

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1