FKENS,
she Boot
CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
V 0 0 R Z E E L A N 1).
rtretten,
itverkoop.
IS IS TE KOOP.
TEN,
elde.
NNAMEN
KOUSEN
ozen Limonade,
NAC
3 Instantané.
LD ER,
in, Vlissingen,
ooraatten, Mos-
sche
artikelen
SIEBRKCHT,
ikel Goes.
WIJN,
KE-DRANKBW.
NEVER van de
ucas Bols
Bessensap
Stoomtjalk
11,-
6,—
door
1888. No. 31.
Dinsdag l| December.
Derde Jaargang.
VERSCHIJNT
elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026
EN
F. P. D"huy, te Middelburg.
RRIJS DER ADVERTENTIES:
Goeman Borgesius en Domela
Nieuwenhuis.
Suikerbietenteelt.
34 MIDDELBURG.
1ALF
standhoudende kleur
?HTS f2.50.
ook op feestdagen
igs.
raat no. 4, Goes.
3 DES
it ontvangen van
1
n
Werkenden stand, als-
or den Kerstboom aan-
nai'kt Middelburg.
per flesch.
er kruikje.
er flesch.
naar ROTTERDAM
r 's morg. 4.u.
ERDAM naar GOES
ber 's morg. 11.u.
naar ROTTERDAM
'smorg. 10,u.
TTERDAM
's morg. 10,30 u.
Rotterdam bij den
LANGE, op 'tHa-
BOUWMAN.
BOS,
ectie.
Aterdam Nieuwe
cenbrug.
u. m. u. m.
-12,30 3,45
1,— 4,15
Woensd. en Zat.
7,30 2,20
7,50
10,30
2,40
12,30
12,50
UITGAVE VAN
G. M. Klemkerk, te Goes
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 S regels 50 cent, iedere regel,
meer iö cent.
lopers groot rabat.
iurkalcnder.
(Het catheder-socialisme en de sociaal
democratie in de tweede kamer.)
Deze twee beginselen zijn in de tweede
kamer slaags geweest. De verdediger van
elk der twee waren mannen van het woord,
eerstgenoemde man van de theorielaatst
genoemde man van de praktijk.
U Een roomsch blad «.Het Centrumzegt
er het volgende van
Het steekspel tusschen de heeren Goe
man Borgesius en Domela Nieu
we n h u y s.
Een steekspel was het niet, het had weinig
ridderlijks. Het was een echte woordenstrijd,
een kibbelen, somtijds een schelden. Verma
kelijk als het dikwijls wezen mocht, op den
duur was het minder verkwikkend. De
Kamer, de Staten-Generaal hebben een zeke
ren toon te bewaren, en tegen dien toon werd
gezondigd en grovelijk.
De heer DomelaNieuwenhuys
had in een eerste rede, die niet bijzonder veel
om het lijf had, eenige harde woorden over
de liberale partij gezegd en eenige hervor
mingsplannen, die de hooge ambtenaren
afschaften en de lageren beter bezoldigden,
ten beste gegeven. De heer Goeman
Borgesius ging daarover den Schoter-
landschen afgevaardigde te lijf. Nu heeft de
heer Borgesius bij zulke gelegenheden
een geheel eigenaardigen toon. Hfj is goed
hartig en zijn goedhartigheid openbaart zich
in iets, dat men even goed moederlijk als
vaderlijk kan heeten. Men ziet nu den toe
stand. De heer DomelaNieuwenhuys
is de stoute jongen. De heer Borgesius
is beurtelings moedertje, dat half-huilend den
bengel haar verdriet toont en vader, die ern-
M stig redeneert en ernstig dreigt. Want voor
den heer Borgesius is de heer D.
Nieuwenhuys een stoute jongen, een
bengel, maar, zij het dan ook in dien vorm,
altijd een mindere. De heer Borgesius
twijfelt geen seconde aan zfjne hoogere intel
ligentie en zijn breeder dieper inzicht. Hij
vermaant nog meer dan hfj strijdt.
Nu is de heer DomelaNieuwenh uys
alles behalve geneigd, om zich als een stouten
jongen of als een bengel te laten beschouwen.
Het stoute of het bengelachtige is voor hem
van minder beteekenis, maar hij wil niet het
jongetje vertoonen. De wijze, waarop hfj
zich daartegen verzet, bewijst dan ook vol
dingend, dat men met geen kwajongen te
doen heeft. Met een misdadige ijdelheid en
een grenzelooze vermetelheid heeft de heer
Domela Nieuwenhuys zijn rol
als wereld- en menschenhervormer aanvaard.
Zonder eenige wetenschap van middelen of
doel heeft hy een nieuwe toekomst gepredikt.
Den strijd tegen het bestaande heeft hij
aangebonden zonder het bestaande ook
maar oppervlakkig te kennen. De phan-
tastische begeerlijkheid van den minderen
man heeft hfj vooral door zinnelijke voor
spiegelingen geprikkeld; hfj heeft hem ge-
vleid en van den eenen waan in den
anderen geworpen. Wat het laagste van
j allen is hfj heeft den achterdocht, het wan-
trouwen van den kleinen man een
achterdocht en een wantrouwen, die altijd
bestaan niet alleen gekoësterd, maar hij
heeft al de voorstellingen van dien achter
docht en dat wantrouwen tot granieten wer
kelijkheden, tot onfeilbare waarheden ge
maakt. Dit alles is waar en nog meer.
Maar dit neemt niet weg, dat in dien man
die de ijdeltuiterij tot een misdaad heeft uitge
dijd, krachten en gaven schuilen van niet
geringe, van groote beteekenis. Somtijds
breekt de man van geletterde beschaving door
den hervormer heen en deze beschaving is van
beter gehalte dan die van zijn vaderlijk-moe
derlijken tegenstander. Vlugger in vorm en
in gedachtenwending dan de heer Goeman
Borgesius is de heer Domela
Nieuwen hu ij s voor onzen Nederland-
schen Schultze-Delitsch wat Lassalle voor
den Duitscher was een doorn in het vleesch.
Het is voor de recaterzjjde geen onver
makelijk schouwspel als de heer Domela
Nieuwenhuijs de liberale partij haar
huichelstreken voorhoudt. Het is evenwel
voor den toon in onze Staten-Generaal
te hopen, dat dergelijk schouwspel voor
eerst niet weder zal worden vertoond."
Een radicaal blad, De Amsterdammer,
noemt het een kibbelpartijen het liberale
Handelsblad zegt er dit van
«Daarop heeft de lieer Borgesius eene
karakterteekenirig gegeven van het commu
nisme en van den verdediger dezer leer
hier te lande, die voor beiden alles behalve
gunstig uitviel. Nu, dat was ook niet noodig.
Maar wij zouden toch willen vragen of het
wel eigenaardig tot de algemeene beraadsla
gingen over de Nederlandsche staatsbegro
ting behoort eene tamelijk uitvoerige, maar
toch, voor het omvangrijke onderwerp, uit
den aard der zaak nogal oppervlakkige,
critiek te geven van socialistische of com
munistische stelsels Waarom die dingen
opgehaald in ons parlement waar zij niet
aan de orde waren, en uit een wetenschap
pelijk oogpunt toch nooit tot hun recht
konden komen Doch en dit vooral
waarom een geheele reeks van persoon
lijke aanvallen tegen een lid der Kamer
wegens handelingen, redevoeringen ot ge
schriften buiten de Kamer? Ons dunkt de
president had ook den Winschoter afge
vaardigde binnen de natuurlijke perken van
het debat kunnen terugvoeren.»
De Standaard eindelijk, ons anti-revo
lutionair hoofdorgaan zegt in een zijner
uitmuntende kamerverslagen, welke in
pitigheid en aangenaamheid die der N. R. G.
verre overtreffen, er het volgende van
Op alle manieren is de dag van gisteren
voor de liberale een pijnlijke geweest. Niet
dat de Minister of de leden der rechterzijde
hun zulke harde waarheden hebben toege
voegd dat ware nog te overkomenmaar
er is een broedertwist gevoerd links, waarbij
de jongste broeder overwinnaar bleef. De
heer Boigesius bleek tegen den heer Domela
Nieuwenhuis niet opgewissen, met wien hij
te kwader ure den strijd aanbond, terwijl
de liberalen nog een andere onvoorzichtig
heid hadden begaan met bijzonderheden uit
den jongster) verkiezingsstrij 1 op te delven
een strijd, waarin de houding der liberale
partij door den spreker uit Schoterland zeker
niet onaardig werd weergegeven met van
Alphen's rijmpjePietje, zoo gij niet wilt
deugen, dan verschijnt de zwarte man Dat
was immers heel de politiek der liberalen
geweest, dreigen met het zwarte spook, de
priesterheerschappij, gelijk Mr. Gleichman
zoo welsprekend deeden hoe gelukkig
waren de liberalen dan hadden ze ook
nog het roode spook, het socialisme en
eindelijk in navolging van de leuze, die in
Duitschland reeds uitgediend heeft, het
monsterverbond Wat zich zelf en de volks
partij betreft, ontkende de spreker pertinent
eenig bondgenootschap met de «clericalen»
wat van de liberalen niet kon worden ge
zegd, daar een kerkelijke fractie, door pre
dikanten aangevoerd openlijk in Groningen
den heer Veegens had aanbevolen, met de
liberalen in Utrecht was in bond getreden
en omgekeerd de liberalen daar waar hun
dat paste een vroom manteltje hadden
omgehangen en zelfs onlangs in Schiedam
de tale Kanaans hadden nagebootst, waar
van eenige stuitende staaltjes werden
voorgelezen. Tegenover dat bondgenootschap
stond de volkspartij alleendoch by her
stemming volgde zij liet voorbeeld van
anderen, den eenig mogelijken wegn.l. van
twee kwaden het minste te kiezen.
Neen, aan de rechterzijde zou zich de
socialistische spreker niet tehuis gevoelen,
maar hij gevoelde zich nog minder op zijn
plaats onder de liberalen, omdat hun politiek
hem huichelarij toeschijnt: zij belijden de
volkssouvereiniteit, maar als het er op aan
komt handhaven zij slechts eigen gezagzij
verwijten aan de rechterzijde van slechts
in den schoolstrijd één te wezen, terwijl
het van de liberalen bekend is, dat zij in
alles verschillen, behalve juist in dien ijver
voor de neutrale school, waarvan spreker
hun reeds jaren geleden gezegd had, dat dit
de strop was, waaraan de liberale partij zich
zou ophangen. Die schoolstrij 1 was haar
wapen, gelijk hij nu het wapen der tegen
partij isdie schoolstrijd was de kapstok
waaraan alle hervormingen werden opge
hangen, ook die van socialen aard, terwijl
inmiddels de liberalen hoog bleven opgeveu
van hun liefde voor het volk, voor de
vrijheid maar aan dat andere liberale be
ginsel, de gelijkheid, daaraan dachten zij
niet; en Mr. Borgesius, die zelf wijn drinkt
en sigaren rookt, maar tegen de jenever
als volksdrank ijvert, had stellig wijzer ge
daan met de levenswijze van den heer
Nieuwenhuis, die noch wijn drinkt noch
sigaren rookt, niet ter sprake te brengen.
De heer Van Houten zweeg wijselijk
en de heer Borgesius zou wijs gedaan heb
ben met dit voorbeeld te volgenwant
wat men te hooren kreeg was niet een weder
legging van hetgeen in de Kamer door den
heer Nieuwenhuis was gezegd, maar een
bestrijding van de stellingen der sociaal
democraten in het algemeen, en daarbij me
nigmaal van zoo persoonlijken aard, dat zij
zeker niet de strekking had om den socia-
listischen tegenstander op dit punt, een goed
voorbeeld te geven. Tusschen katheder-socia
listen en sociaal-democraten kiezen wij geen
partij evenmin als de heer Domela Nieuwen
huis partij koos tusscben linker- en rech
terzijde, welker gedragslijn hij meende te
teekenen met de vervoeging van het werk
woord gij deedt niets, gij doet niets, om
zich ten slotte tot de Regeering te wenden
met de herhaling van de vraag der liberalen
zult gij niets doen Maar jui't onze on
partijdigheid tegenover de meer voortva
rende en meer tamme belijlers der volks
souvereiniteit maakt het ons gemakkelijk
om te verklaren, wie in dit debat overwin
naar bleef. Voor Keuchenius moest de so
cialistische leider de vlag strijkenvoor de
liberalen blijkt hij weer en meer een ge
ducht en gevaarlijk j tegenstander te zijn;
en de strijd kan scherp worden, gelijk dit
bij broedertwist gemeenlijk het geval is.»
Door daling der graan- en veeprijzen leg
den de landbouwers zich in de laatste jaren
meer toe op de suikerbietenteelt, die min
der uitgaven vorderde en meer voordeel
afwierp.
Eene geheele ommekeer in de wijze van
grondbebouwing was hiervan het gevolg en
vooral de van ouds gevolgde vruchtwisseling
onderging eene gevoelige verandering. Oude
weiden werden gescheurd. De grond be
stemd voor granen werd minder, die voor
suikerbieten meer bemest, ten einde de op
brengst dezer laatste zooveel mogelijk te
verhoogenin een woord, de grondbebou
wing verkreeg bij velen slechts éen doel,
en het hoofdproduct, de beetwortel, besloeg
in vele gemeenten een derde van de geheele
oppervlakte van den bouwgrond.
Geen wonder derhalve, dat eene misluk
king van dit gewas den ondergang van
menigen landbouwer moet tengevolge heb
ben. En toch, ondanks de veelvuldige zor
gen, welke de landbouwer aan de beet
wortelteelt besteedde, bracht deze dit jaar
slechts de, helft op van een middelmatig
gewas.
Hoe dit komt Door het uitzaaien van
een edeler bietensoort, zegt d« landbou
wer. Door den ongunstigen zomer, zegt
de suikerfabrika it. Door beidezegt de
onpartijdige beoordeeler. Dat is zeker dat
de zorg en opofferingen des landbouwers
gezegend zijn met een bijzondere veredeling
van de suikerbiet. Vergelijk slechts de te
genwoordige bieten met die van vóór zeven
jaren. Bijna elk jaar wordt een andere
bietensoort uitgezaaid die niet in otnvang en
gewicht, wèl daarentegen in suikergehalte
wiat. Gevolg ook weer van de strijdige
belangen van de landbouwers die op hun
land veel bieten willen zienen der sui-
kerfabrikanteri die liefst kleine bieten koopen
met veel suikergehalte en tegen lagen prijs.
Nu wordt reeds vóór het uitraaien de koop
prijs der suikerbieten door het bond der
suikerfabrikanten bepaald, en de landbouwer
verplicht het zaad te zaaien dat de fabrikant
hem levert. Deze heeft dus alle voordeel
in zijn machtwant hij kiest het zaad
dat kans geeft op kleine bieten, met veel
suiker er inen de boer heeft t.iets
geen voordeel in 't verschiet. Het contract
bindt hem. Hij is in de macht van den
fabrikant. Een strijd om het bestaan dus,
maar met zeer ongelijke wapenen. Dat
moet op ondergang van den landbouw uit-
loopen. En met de vroegere wijze van
beetwortelgrondverhuring gaat ook de fa
brikant er onder.
In dien geest schrijft een landbouwer in
De Zoomen terecht. Maar hij voegt er
tevens het middel bij om de tegenstrijdigheid
in de belangen der landbouwers en der
fabrikanten te doen ophouden en de beet
wortelteelt ook ten voordeele van den
landbouwer te doen voortbestaan. Namelijk
de landbouwer koope goed zaad van eene sui-
kerrljke beetwortelsoort, desgevorderd in
overleg met «Het Bond der suikerfabrikan
ten», zaaie dit voor eigen rekening en ver-
koope zijn beetwortelen niet, vooraleer ze
gegroeid zijn.
Zoo toch meent de schrijver krijgen
wij een zuiveren gewonen handel. De
landbouwer verkoopt zijne suikerbieten vol
gens kwantiteit en kwaliteit en bedingt
daarvoor een prijs, welke, evenals bij alle
andere waren, door vraag en aanbod be-
heerscht wordt, De concurrentie en naijver