Idelburg.
Hrzên
-KLEEDING.
CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
Y00R ZEELAxND.
oordstraat m
ASSEN,
[)0 gevraagd
w voordeel!!
N IERS WAREN,
1888. No. 29.
Donderdag 6 December.
Derde Jaargang.
A. MEEUWSE,
T"
„TELEGRAAF."
1011. GEENSEN,
PITTENMEEL,
VERSCHIJNT
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES;
Aangenomen.
I
IG.
itte Suiker 27s, Lichte h
15, dito Pruimen 12, rn
'ermesellie 15, Stroop z
Kaas 35 en 40 J
1 11, Soda 3, nieuwe
ons, Poederchocolaad g
dere soorten Suiker- 5"
udend van af 14 ct, S"
line Boonen 13, beste
mogelijke soorten
chocolade, poeder-
pepermunt, Kng. Bis-
Echte Bredasche
l-
h-
L~
1—
Van Zierikzee
Dinsd. 4'smorg. 7.30
Woen. 5 7,30
Dond. 6
Vrjjd. 7
Zat. 8
Zond. 9
Maan. 10
6.30
6.30
7,-
7.30
7,30
Dinsd. ll'smidd,12.—-
cember.
van Antwerpen
[Dinsd. 4'smorg.6.—
3.iDond. 6 6.30
3,30,Zond. 9 6.30
3,30|Dinsd. 11 3,—
eit en eerste modellen.
?ELS in alle prijzen, zeer
verkoopers groot rabat.
EIIW,
itte Bessenwijn, Kaas,
etartikelen, Tabak,
u de Cologne, Zeepen,
rstelwerk, Zeemleer,
Garen, en Band,
en gew. Lucifers,
oodaard Blauwsteen
der, Olie Loog,
etc., etc.,
prijzen voorhanden.
opers genieten rabat
GOES.
IANCIER VAN
AT TE VLISSINGEN.
EK VERWACHT.
leveren.
iostkerkplein, Middelburg.
IDDELB.-ROTTERDAM.
lecember.
Donderd. en Zaterd.
5. Van Middelburg 8. i5.
e 8.
)insdag 11 v. Middelb. 8 u.
MBOOTDIENST j.
ei burg en Zierikzee.
ierikzee Spoorweg Goes.
December.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers- 0,02®
UITGAVE VAN
G. xVi. Klemkerk, te Goes
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel,
meer 10 cent.
Met algemeene stemmen min een (die
van dhr. Nieuwenhuis) werd de eerste
begrooting van Neerlands eersten antirevo
lutionairen minister van koloniën aan
genomen.
Een debat, dat elf zittingen innam, en
waarin door een twintigtal liberalen het
woord gevoerd werd, ging aan deze aan
neming vooraf.
Op alle mogelijke wijze heeft de oppositie
gepoogd, den minister met zichzelf in
tegenspraak te brengen, hem te pressen
tot het nemen van ondoordachte maatregelen;
of hem eene verklaring te ontlokken, die
haar recht geven zou dezen door en door
kundigen staatsman af te maken.
Door en door kundig. Dit is niets te
veel gezegd. Mannen uit alle partijen ook
in de Kamer hebben het volmondig erkend
en niet minder ervaren dat minister
Keuchenius het van zijne bestrijders wint
in zaakkennis tot zelfs in de kleinste
bijzonderheden.
Ware het een liberaal minister geweest,
die zoo meesterlijk als hij zijne begrooting
wist te verdedigen en te doen aannemen,
de groote pers zou hem ongetwijfeld meer
bewierookt hebben.
Nu het evenwel Keuchenius, de gehate, de
gesmade antirevolutionair was, die de be
grooting verdedigde, nu zal de loftrompet
wel niet zoo luide klinken. Toch zullen
's ministers haters zelfs moeten toegeven,
dat zijn optreden eerbied afdwong; zijne
verdediging hitr en daar meesterlijk was
en zijne naarstigheid moed geeft voor de
toekomst.
Dat de minister hier en daar breedsprakig
wasen ook een enkele maal zijn stok
paardje had meegebracht, doet van de
waarde en de waarheid van dezen welver
dienden lof niets af.
Gole de eer, die hem, den lichamelijk
zwakken man tot deze moeilijke taak be
krachtigde zoodat voor- en tegenstander
huiswaarts kon gaan met de wetenschap
dat met zulk een minister nog wel iets
goeds voor Indië is uit te richten.
Ondervinde minister Keuchenius al meer,
dat «indien iemands wegen den Heere be
hagen, hij ten slotte zelfs zijne vijanden
met zich zal bevredigen».
Niet veel begrootingen zijn er ooit zoo
zonder kleerscheuren afgekomen als de zijne.
Slechts op een punt leed de minister de
nederlaag. Het was bij d j aanneming van
het amendement Zaaijer, door de roomschen
en twee antirevolutionairen gesteund om
gelden toe te staan tot de oprichting van
een pokstofpark zoodat hiermede in begin
sel uitgemaakt is dat de koepokinenting door
de regeering moet worden bevorderd. Dit
beginsel is in strijd met 's ministers gevoelen
waarin duizenden het met hem eens zijn
dat de vaccine allerlei ziekten in de hand
werkt en nooit een goeden afloop waar
borgt zoodat de Nederlandsche regeering
haar althans niet heeft aan te moedigen.
Zoo ook werden, tegen 's ministers raad in,
gelden toegestaan voor de uitoefening van
het gezondheidstoezicht (sanitair) ten be
hoeve der ontucht in Indië, meer bekend
als keuring van publieke vrouwen. De
minister en vele buitenlandsche liberalen,
onder anderen prof. De la Valeye uit Luik
zijn van meening dat de regeering op die
wijze de ontucht niet mag (sanctior.eeren
(wettigen). Doch de heer Zaaijer en de
zijnen dachten er anders over.
Doch wie weet, of dit beginsel van mr.
Keuchenius niet zoo spoedig zal doorwerken,
dat over eenige jaren voor een anderen
minister de ter is weggelegd dezen post uit
de begrooting te lichten, onder toejuiching
zelfs van Nederlandsche liberalen
Wat er gebeurd is bij gelegenheid van
de beantwoording van den heer Donner op
jongstleden Woensdag, hebben wij reeds
meegedeeld.
Nu wij het stenografisch verslag voor
ons hebben van het door den minister
gesprokene, dat aanleiding gaf aan de libe
ralen om toornigen aan de roomschen
om verbaasd te zijn, kunnen wij onzen lezers
het naadje in de kous mededeelen.
De heer v. Baar, roomsch lid voor Hel
mond, had ons Nederlandsche volk «ons
armzalig volkje» genaamd: hierover nu na
men dr. Zaaijer en de minister hem onder
handen. De laatste hield toen de volgende
historische beschouwingen
„Ons volk lieeft juist daardoor een
bewijs van grootheid en kracht gegeven,
niet alleen voor Europa, maar voor de
geheele wereld, omdat het het eerste volk
geweest is, dat de vaan van het Evangelie
hoog heeft gehouden, het Woord van God
als grondslag van alle wijsheid heeft
gehandhaafd en gepoogd heeft de kennis
daarvan te verbreiden."
Veel meer dan noodig was, schijnt zich
dr. Schaepman daaraan geërgerd te hebben.
Hij diende den minister dan ook een
zachte berisping toe over deze woorden,
waarin hij terzijdestelling van de rechten
der roomschen meende te herkennen. De
liberalen juichten zijne rede van harte toe.
Natuurlijk begrijpt een ieder, dat deze
toejuiching niet voortsproot uit bevredigd
rechtsgevoel tegenover de roomschen. De
aanleiding was dan ook tamelijk gezocht,
en zij werd dan ook door den minister ter
stond weggenomen toen hij zeide
„En nu minder dan ooit zou het in my
opkomen mijn Roomsch-Katholieke land-
genooten te willen krenken, waar ik de
geestelijke belangen van Indië besprekende,
niet anders dan hen te roemen heb wegens
hun yver en hun werkzaamheid in Indië
en hun instemming waardeer met de
waarheden, die ik ook belijd en als de
hoogste der wereld schat. Zij hebben in
Indië aan ons Protestanten een beschamend
voorbeeld gegeven ten opzichte van dat
alles, en met betrekking' tot eerbied voor
de overheid en het betoon van werken
der liefde en van waren godsdienstzin,
boven de Protestanten in Nederlandsch
Indië zeer zeker uitgemunt.
De heer Schaepman dwaalt daarom,
wanneer hij meent dat ik den Roomsch-Ka-
tholieken hun aandeel wensch te ontzeggen
aan het Nederlandsche volk."
Een enkele misschien minder gelukkige
uitlating daargelaten, mogen wij den minis
ter gelukwenschen met den uitslag van het
eltdaagsch debat; vermoeiend met het oog
op zekere luisteraars, die vroeger; als de
heer Keuchenius het woord vroeg, met
bedenkelijken haast de koffiekamer opzochten
en hem voor ledige banken lieten redenee
ren, maar thans dubbel scherp toeluisterden
of zij hem ook in zijne woorden konden
vangen. Adres aan den trompetter Goeman
Boi'gesius, die al wat antirevolutionair is
haat met éen haat, en van Indië al even
veel afweet als alle gewone burgermenschen.
Wij laten nu nog eenige liefelijkheden
volgen aan het adres van den minister, uit
liberale monden opgezameld, bij het
jongste begrootingsdebat. Moeilik zal men
kunnen beweren, dat zij er alle mee door
kunnen, al komen sommige ons vrij onschul
dig voor.
Ziehier de BLOEMLEZING.
(De minister heeft) «een eigenaardige
manier van denken, die zich openbaart in
een eigenaardige taal en zou kunnen leiden
tot bedenkelijke daden.»
v. d. Kaay.
«Ik wensch den minister er op te wyzen
dat hij niet meene, dat hij eenigszins de
rol zou kunnen vervullen van aardsche
voorzienigheid, die zich geroepen moet
achten te herstellen alles wat naar persoon
lijke overtuiging niet goed en niet billijk
is geweest.» v. d. Kaay.
«Ik heb verder te wijzen op excentrieke
manifesten ik wil zeggen uitspattingen
van vroomheid bij ministriëele circulaires.
De minst stuitende jwas die, waarin de
minister gebeden en dankzegginged uit
schreef voor de fgoede reis van den heer
Pijnacker Hordijk. Misschien heeft de mi
nister gedacht dat er anders geen zegen
kon rusten op deze uitzending van een
man der linkerzijde in dienst van de rechter
zijde. Welnu de linkerzijde kan tevreden
zijnwant zij moet de voorkeur geven
aan een liberalen gouverneur-generaal, voor
wien clericalen bidden, boven een clericalen
gouverneur-generaal, dien de liberalen moeten
verwenschen. Erger en ergerlijker was de
circulaire, waarbij de minister de zendings-
vereenigingen opwekte tot bestrijding van
den Islam
Deze circulaire was het werk van een
Christen-hadji.
Rutgers v. Rozenburg.
5 [«Tien of elf centen, zegt de minister,
wat beteekent dat? Maar naar mijn opvat
ting is dit voor den inlander reeds volstrekt
geen onverschiliige zaak, en mijn Chris
telijk bewustzijn de heereu der rechter
zijde meenen van Christelijk bewustzijn
het monopolie te hebben, maar tegen een
dergelijke onchristelijke politiek verzetten
zij zich niet komt er tegen in velzet.»
Goeman Borgesius.
«Tegenover de vele algemeenheden die
wij van den minister vernomen hebben, zou
niemand wellicht woorden gevonden hebben,
scherper dan de zijne, om zulk een bedrijf
te hekelen.» Cremer.
«Ik vrees, dat indien deze minister zijne
hygiënische doos van Pandora over Indië
opent, zijn bestuur voor Indië het tegen
overgestelde zal zijn van den [zegen, die in
de openingsrede werd verkondigd.»
Zaaijer.
De grooten en de kleintjes.
Wij hebben laatst gewezen op het on-
heusch geschrijf van dr. Zaaijer in zeker
Kameroverzicht, dat wel plaats laat voor
zelfverheerlijking, niet voor waardeering van
den tegenstander.
Wij hebben toen naar aanleiding van
Zaaijers onverdraagzaam geschrijf over mi
nister Keuchenius gevraagd, wat de kleintjes
toch wel durven zullen als de grooten zo o
gaan doen.
Dr. Zaaijer is namelijk directeur der
hoogere burgerschool te Leeuwarden 1
En ziedaar nu reeds de meester over
troffen door zijne leerlingen.
De jongens uit de 5e klas der hoogere
burgerschool te Groningen hebben nameljjk
een krant opgericht 1 Redacteur is de jonge
«heer» Wouters I Het hoofdartikel is gewijd
aan een der hoogleeraren, die naar Amster
dam vertrekt en een pluimpje krijgt van den
leerling, die notabene aan het eind van
zijn artikel zijn medeleerlingen uitnoodigt,
«gedurende de weinige lessen die de leeraar
nog zal geven, de gewone baldadigheden
na te laten» 11
Risum teneatis amici!
(Lacht niet, vrienden I)
Wat zegt gij van die jongeheeren, van
die krant, van j datfi hoofdartikel,! van die
baldadigheden
Bedenkelijk niet waar?
Maar wat zegt gij dan wel van de volgende
stelling, die onder Varia voorkomt, in het
zelfde nommer van dit blad der jongeheeren
van de hoogere" burgerschool
«De woorden «.Petrus weende bitter
geven ons aanleiding te gelooven dat het
delirium tremens destijds reeds bestaan
heeft.»
Voor hen die de aardigheid niet verstaan,
voegen wij er aan toe dat hier een woord
speling in het spel is, en in plaats van
bitterlijk zooals Mattheus 26 het laatste
vers zegt, door deze hoogere burgerschool
knapen gelezen wordt, als werd er een
sterke-dranksoort (bitter geheeten) bedoeld.
Foeil
Neen, wij willen niet ad omen ad omnes
concludeeren. Eén zwaluw maakt nog geen
zomer. Maar wij mogen dan toch wel
vragen, of dit dan niet de vrucht is van
de prediking van het «christendom boven
geloofsverdeeldheid» en of het beginsel der
valsche neutraliteit, te kwader ure in de
Nederlandsche staatsscholen ingedragen, wel
kwalijk anders kan worden toegepast dan
in rechtstreeksche bestrijding of bespotting
van het heilige?
Och, deze jongens hebben er zoozeer geen
schuld aan. Wat zij publiek in de krant
zetten, dat hadden hunne geestelijke vaders
al sinds lang i.i hunne onder-onsjes gede
biteerd en genoten.
Maar ook die vaders zyn niet in de eerste
plaats de schuldigen.
De geest der eeuw deugt niet.
En dit is het juist wat wij tegen de
«openbare» school hebben, zij heeft niefs
gedaan om dienJ geest der eeuw te be
zweren en wie dien geest te «lijf» wilde,
dien heeft zij het leven moeilijk gemaakt
Het kwaad loont zijn meester.
5 December '88
Nationale Militie. In de maand
Januari moeten zich voor de militie laten
inschrijven alle mannelijke ingezetenen die
geboren zijn in 1870 en zij die na het in
treden van hun 19e, doch voor het volbren
gen van hun 20ste jaar iugezetenen worden.
De inschrijving heeft plaats op de secreta-
riën tusschen 9 en 2 uur.
Goes. De aangeslagenen worden herinnerd,
dat zjj het patentenrecht en personeel# be-.