EREN, QUIST. CHRISTELIJK- HISTORISCH i DE VEN, nTT 1888. No. 23. Donderdag 22 November. Derde Jaargang. SNGA, f, Goes. iet-Vereeniging, if Faberij de Jonge, ORDEN-VLAKE. NIEUW SBLAD Y 0 0 R Z E E L A N 1). rkstfraat 23, GOES. IEUWÜ 11 E U W ME KEUZE: orbootdienst igendienst. 0,- 1,- „TELEGRAAF." VERSCHUIMT G. Ai. Klemkerk, te Goes F. P. Dhuy, te Middelburg. PRIJS DER ADVËRTEMIEV: Keuchenius en zijn weder- partijders. HINES voor familiën, wollen- op wekelijksche afbetaling portretten voor 506 cab. portr. f 3,50 volgende ijzen van grootere er bovengenoemde bij mij laat maken, verrassen en voor ïuwtje informeeren. C/3 H O 0 f Uï 1 O w a IAP TE MIDDELBURG. Houtkaai H. 118.) in a deposito, 'tzij in eens, lelten opvorderbaar, tegen n rente, bedragende thans i tot Crediet-verleening in f 1500 tot f 60.000. De Agent J. P. FOKKER. int tot ƒ3.00 het paar. GOES. aangevangen 1 Oct. 1888. V G E L IJ K S .Vlake vm. 6 en 9. nam. 3. u. vm. 7.30, nm. 1, en 4,45 u. inkomst van den correspon- orden: vm. 7,15, m. 1.15 u. sn onmiddellijk na aankomst ir 2 u. vm. en 5,45 u. nam. al van en naar het Spoor- ulst rijdeD. dIDDELB.-ROTTERDAM. November. id., Donderd. en Zaterd. 15. Van Middelburg 8.15. te 8. Van Vlissingen 7.30 u. Van 1MBOOTDIENST deiburg en Zierikzee. Zierikzee Spoorweg Goes. November. rg 1- 6- 8- 8.— 1.— 1.— Van Zierikzee Dinsd. 20'smorg. 7. Woen.21 6, Woen.21'smidd. 1,30 Dond. 22 1,30 Vrijd. 23 12. Zat. 24 12, Maan. 26'smorg. 7,30 Dinsd. 27 7. jvember. 5- 6.— 6,30 6,30 van Antwerpen Dinsd. 20'smorg. 6.30 Dond. 22 6.30 Zond. 25 6.3® Dinsd. 27 3, DE ZEEIIVV, elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers-0,025 UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regelt 50 cent, iedere regel, meer 10 cent. Als wij dit opschrift boven ons hoofd artikel plaatsen, dan wenschen wij het woord «wederpartijders» niet anders te bezigen dan ontdaan van de hatelijke bijbeteekenis, die men zou kunnen wanen er in aanwezig te zijn. Ons speelt voor den geest een merkwaar dig geschrift dat'in 1866 het licht zag van nu wijlen mr. Groen van Prinsterer, den grondlegger der anti-revolutionaire partij. Deze brochure droeg hetzelfde opschrift, en zou, uit het stof opgerakeld, ter verge lijking van toenmalige en hedendaagsche partijverhoudingen, uitspraken en strijdleu zen ter opsporing van de oorzaken dei- felle oppositie tegen het kamerlid uit Arnhem van toen en den minister van nu, merk waardige gegevens kunnen leveren, om met behulp daarvan de volkomen eenswe- zendheid van de toenmalige conservatieve en de huidige liberale beginselen te kunnen constateeren. Want ter loops zij het gezegd de felle persoonlijke bestrijding die Keuchenius in 1866 van conservatisve zijde ten deel viel, is dezelfde als die waarmede men van liberale zijde thans dezen minister vervolgt. Ja zelfs zijn de wapenen, die thans in Rotterdam voor den strijd tegen Keuche nius' koloniale staatkunde gesmeed worden, vrij wat scherper dan die in 1866 in Den Haag tegen hem werden uitgedacht. Het Dagblad van toen wordt in felheid en stekeligheid, in fanatieken haat tegen den persoon van mr. Keuchenius door de Meuice Rotterdammer van thans over troffen. De conservatieve en de liberalj beginselen zijn beide al even revolutionair. Zij stoelen op éenzelfilen wortel. Groen toonde dit aan met de feiten. Zijne volgelingen ondervonden het meermalen. En niet het minst wordt onze tegenwoordige minister van koloniën het in zijne betre .king gewaar. Wat de liberale pers al tegen dezen minister ge schreven heeft in de weinige maanden, die verliepen sinds hij den desolaten kolonialen boedel overnam, dat alles zouden wij in één artikel niet kunnen opsommen. Onze lezers, voorzoover zij ook nog andere dan antirevolutionaire bladen lezen, weten er reeds genoeg van. Opsomming is dus on- noodig. Over dat sooi t wederpartijders zullen wij dan ook niet. spreken. Wij hebben thans meer het oog op 's ministers weder partijders in de tweede kamer. Deze toch waren in de laatste dagen aan het woorden 't is dan ook op hen de co//csvertegenwoordigers dat het volk (voorzoover het in politieke zaken be lang stelt en meer wenscht te doen dan eens in de vier jaar een stembriefje naar het gemeentehuis te brengen) de aandacht heeft gevestigd. Voorloopig kunnen ook wij met het oog op de beperkte ruimte van ons blad slechts vluchtig de aandacht doen gaan over het in ons parlement ge sprokene. En dan wensehen wij op te merken dat het eerste optreden der wederpartijders in de kamer, vooralsnog geen gelijken tred hield met de dolle aanvallen der pers. Een van beidenof de eerste aanval was niet gelukkig; of de jongere liberalen, meer van nabij met Indische toestanden bekend dan met de alleen zaligmakende kracht van hun liberalismehebben een meer welwil lende houding aangeromen dan hunne oudere broeders. Wij zijn geneigd dit laatste te onderstellen. De eersten toch, die namens de liberale partij den aanval begonnen, waren de nieuwe leden Bool en Levysohn Norman en het Am- sterdamsche lid Cremer, mannen die Indië goed kennen, dewijl zij er korter of langer tijd vertoefden en er hooge betrekkingen bekleedden. De heer Norman is oud-vice- president van den raad van Indië. "Voor wie op een stormachtigen aanval gehoopt hadden, zal zeker het optreden der beide eersten eene teleurstelling geweest zijn. Immers hun aanval was eigenlijk geen aan val, althans tegen Keuchenius niet; het was een aanval tegen de liberale partij Een aanval, zoo weinig naar den zin van hun coilega van Houten, dat hij er aanleiding uit nam, om tegen Levysohn Normans rede openlijk op te komen. Deze rede toch (die nog al drie uren geduurd had) was volgens Van Houtens meening door en door - conservatief Als dit nu geene teleurstelling moet heeten, ddn weten wy het niet Of de liberale pers niet iets gevoeld zal hebben van wat koning Balak wedervoer, toen hij op hope van vloekspraken uit Bileams mond te zullen mogen opvangen vloekspraken aan Mozes en de Israëlieten gerichtde heerlijkste zegeningen aan hun adres uit den mond van dezen ziener moest aanhooren ja zelfs het scherp ge wette zwaard tegen hemztlven moest zien keeren. Want waarover had vriend Norman het zoo al Over veel. De Rotterdamsche afgevaardigde sprak over belastingen in het algemeenover landrenteover tabaksbelasting over pand jeshuizen over verhooging van inkomende rechtenover eene belasting op lucifers en gambier over territoriale rechten en peper en boschproducten over dobbelspelen over patentbelastingover opium over de op roerige bewegingen te Tjilegon enz.over den invloed der hadjisover de doodstraf door ophanging of door de guillotineover de noodzakelijkheid dat de consul te Djed- da'n met de Moslimsche zaken bekend zij over de noodzakelijkheid het aanzien der dessahoofden te versterken door apanages enz. En bijna in al die zaken plaatste hij zijn meening tegenover die der liberalen en tegenover wat in deze g"daan ol na gelaten was door vorige conservatieve en liberale regeeringen. Wij hopen hierop later terug te komen. En de Leidsche afgevaardigde, de heer Bool Mei hem ging het al niet veel beter. Ook hij veroordeelde op scherpe wijze de koloniaal liberale staatkunde. Want wel bleef hij bij zijne veroordeeling van het cultuurstelsel in de libeiale lijnmaar in zijn eisch dat de Indische begrooting niet langer zou worden vastgesteld bij de wet, maar door commissiën uit en in Indië zelf, plaatste hij zich geheel in de rij der antirevolutionairenen koos hij partij voor het antirevolutionair program van 1878, het program van den gehaten dr. Kuyper. Wel wat laat, mogen wij dus, althans wat dit deel van onzen strijd aangaat, in dezen liberalen kampioen voor Indië een bondgenoot begroeten. En niet alleen hierin, maar ook bij de opsomming der grieven tegen het vorige liberale bestuur, stond hij aan onze zijde. Hij laakte de slappe uitvoering der libe rale regeeringsbeginselenhet gemis aan zelfstandigheid der Indische regeering; ge brek aan toezichtgeneralisatieAtj'eli batige sloten en drong aan op zelfregeering voor Indië dat wil zeggen, dat het Indische bestuur meer vrijheid van optreden hebbe, enz. Het Amsterdamsche lid, de heer Cremer trad meer aanvallend op, doch het bleef bij een vraag naar 's ministers beter te omschrijven program en bij wenken in zake den Atjeh-oorlog. Het lid uit Groningen, de heer Van Houten, bracht evenals de vorige sprekers hulde aan 's ministers zaakkennis, maar ontzegde hem ter oorzake van diens houding in zake Sol en de zending zjjn vertrouwen. Voorts kondigde hij eene motie aan, die wij hieronder mededeelen. Met hem was het lid uit Alkmaar, de heer v. d. Kaay, het volkomen eens. Nog een tegenstander deed zich op in den persoon van het lid uit Schoterland, <len lieer Domela Nieuwenhuis. Deze spreker had een woord van lof voor veel wat deze minister in den dienst van het recht gedaan had en wenschte hem een gelukkige oplossing van de Atjeh- quaestie toe. Toch moest hij van zijn sociaal-democratisch standpunt zich tegen 's ministers begrooting verklaren, dewijl ook zij zich aansluit aan het sinds jaren ge huldigd stelsel van roof en onrecht. Neder land heeft namelijk (volgens spreker) 850 miljoen gulden van Indië gestolen Onder de felste «wederpartijders» rang schikken wij de heeren Mees en Zaaijer. De eerste beschuldigde den minister van voorbelde voor De Rochemontde laatste wees smalend op 's ministers bestrijding van syphilis, beri-beri en vaccineen be twijfelde in verband daarmede eene mo gelijke verbetering van den gezondheidstoe stand in Indië; een aardigheid, die zoo zij als wapen tegen den minister dienst moest doen, zeker niet herr mnar den aanvaller zeiven zal gewond hebben. ««Wederpartijders» in soorten»; zoo heeft zeker de aandachtige lezer gezegd bij de lezing van onze zeer vluchtige opsomming. Wij zijn echter nog niet aan het einde. Zie slechts het telegram. Doch hierover later. Een radicale motie. De heer Van Houten heeft de volgende motie opgesteld De amer. Overwegende dat het kofflemonopolie aan de ontwikkeling der vrije koffiecultuur van de in- landsche bevolking in den weg staat dat de tot dusver gebruikelijkke wijze van betaling der bij de Gou vernements-koffie- cultuur gepraesteerde diensten noch alge meen aan de bevolking een ook zelfs bij be nadering voldoende belooning verzekert, noch haar een voldoenden prikkel geeft, om de best mogelijke opbrengst, zoo in hoeveel heid als hoedanigheid te erlangen dat deze nadeelen en gebreken van het bestaande koffiestelsel door verhooging der betaling per pikol niet worden weggenomen dat, om aan de eischen van het Regee- ringsreglement, van de billijkheid en van goede beginselen van land cul te vol doen, hetzij de voor de Gouvernements cul tuur gepraesteerde diensten naar haar marktwaarde behooren te worden betaald of wel de koffiegronden tegen een be houdens remissie bjj misgewas vaste betaling in geld of levering van koffie aan het Gouvernement, als landrente of pacht, aan de bij hun cultuur betrokken bevolking, af met haar toestemming, waar deze noodig geaeht woidt, aan inlandsche of Europeesche ondernemers behooren te worden in gebruik gegeven noodigt de Regeering uit geleidelijk er naar te streven: lo. dat de kofïie-monopolie worde opge heven, en 2o. dat, met wijziging der thans gebrui kelijke regeling der exploitatie van de koffiegronden, die gronden, naar gelang der omstandigheden op eene der bovenomschre ven wijzen voor den Staat productief wor- deu gemaakt en gaat over tot den orde van de dag. Ongetwijfeld zal de Kamer deze motie niet aannemen, te minder daar thans een koffie-commissie is benoemd en er waarlijk een doortastend minister van koloniën is. De aanneming der motie zou een ver andering in onze koloniën moeten na zich sleepen, waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn. Aan zulke radicale proefnemingen zou minstens een ernstig onderzoek moeten voorafgaan. Met sprongen in 't onbekende kunnen wij ons niet vereenigen. Centrum V De gevolgen. De liberale bladen vermelden met genoe gen, dat voor het volgende tweemaands- tijdvak de afdeelingen in de tweede kamer weder zijn samengesteld, en dat dank zij de slechte opkomst der rechterzijde, in de centrale sectie de meerderheid weer aan de liberalen is dewijl zij in drie van de vijf afdeelingen een der hunnen tot voor zitter konden verkiezen. En dat niet tegenstaande de voorzitter verloopen Vrijdag de leden nog zoo had gewaarschuwd dat de trekking aan d« orde was. Wij kunnen niet nalaten onze ergernis over dit feit uit te spreken. Immers jje tweede kamer lelt 44 liberalen (met Domela Nieuwenhuis incluis) en 56 antiliberalen. Zij hebben nu al zoo vele jaren de meerderheid, ook in de sectiën gehad, dat het tijd wordt, dat, natuurlijk behoudens ongunstige trekking, de meerder heid ook eens aan onze zyde is. Gaat het zoo voort, dan is de regeering toch nog niets gevorderd. De centrale sectie toch bestaat uit den voorzitter der kamer en de vijf voorzitters der afdeelingen. Dezen te zamen regelen de werkzaamheden en kunnen dus een niet gevallig weteont-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1