(8) ;nac christelijk- nieuwsbl ad historisch voor zeelan d, Öoeken od voor iedereen «bozen Limonade, ek EUWE er-Meijler, inkel Goes. NYVIJN, Bessensap Goes. instantané. LD ER, rtretten, 1888. No. 19. Dinsdag 13 November. Derde Jaargang. Bergervoet. LE COINTRE, ÏKE DRANKEN SiNEVER van de -ucas Bols VERSCHIJNT G. M. Kleinkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Opleiding van Werklieden. Fabrieksmerk. en aan. es bij den Heer letten. Voorts aanvrage w H 'franco toege- zonden door O E S. kan G. M. KLEMKERK >verhooging bestellingen .verspreide circulaire van K Zn. voor 1889 voor slechts cadeau zoolang de voor- risch verhaal van het n| den geliefden en Godvr. EGELD, in leven getrouw van Jezus Christus te DE VRIESE. Nieuwe Ive. van dit zelfde boekje ;ehouden boekverkooping betaald 1 Het is dan ïebbers een onmisbaar ir na ontvangst van het p.p. f 0,60 in den Ouden .ndel van te Middelburg. per 11 e s c h. per kruikje per flesch. KEUZE: 5 Q O. ÜRENDE PRIJZEN. 34 MIDDELBURG. AL F standhoudende kleur SHTS a 2.50. ook op feestdagen MS. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers- 0,025 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel ir.eer 5 cent. Familieberichten van 1 b regels 50 cent, iedere regel, meer 10 cent. In steden waar goede burgeravondscholen zijn, zijn deze de aangewezen hulpmiddelen om aan onze jongens, de elementaire ken nis te verschaffen voor de theoretische vak studie. Te meer dewijl zij dan zoo onge veer den leeftijd bereikt hebben om zich te schikken tot het lidmaatschap eener christelijke jongelingsvereeniging of van de werkliedenvereeniging «Patrimonium.» Het lidmaatschap van een dezer vereeni- gingen of van beide, is in het plan van den schrijver in de Delvenaar noodzakelijk. Het spreekt echter van zelf, dat de christe lijke Jongelingsvereenigingen dan eerst moe ten herzien worden. Doch hierover later. Genoeg zij het e.r op te wijzen, dat de schrijver naast liet hoofddoel, ook de gele genheid wenscht te openen voor jonge mènschen om op de chr. Jongelingsvereeni ging hunne vakstudie voort te zetten. Er bestaan reeds christelijke Jongelings vereenigingen, waar de gymnastiek beoefend wordt. Het spreekt van zelf dat hier ge zondheid en aangenaamheid den toon aange ven doch zouden ook leergierigheid en nuttigheid niet een woordje kunnen mee spreken Waar men enkele uren 's weeks wijdt aan lichamelijke of geestelijke ont spanning, zou men daar dan niet een weinig meer verstandelijke inspanning aan kunnen toevoegen En dan nog, welk een inspanning Immers ook voor den jongen werkman die vooruit wil, geldt v. Alphens woord «Mijn leeren is spelen.» Naast het hoofddoel stichting en op- bouwing in de Waarheid, behoort het niet verplichtende bijdoelcollege-geven. Met andere woordenaan de christelijke Jongelingsvereenigingen moet vakonderwijs gegeven worden. Mtn stelle echter de bijwoning dier colleges niet verplichtend, opdat het hoofddoel niet verloren gaen stelle een paar avonden in de wei-k, gedu rende enkele maanden het lokaal voor dit doel beschikbaar. Niet meer dar. twee avondenopdat de jongeling de overige avonden zich tehuis in zijn vak bekwame, door teekenen of anderszins. Dit zal hij, mits de Jongelingsvereeniging of de afdeeling der) Werklieden-vereeniging «Patrimonium» in zijne woonplaats hem de bouwstof geeft, dat hij die kunne verwerken. Alle vakken door, genoemde jongelingen, leden der Vereeniging, uitgeoefend, moeten daar onderwezen wordenGeschiedenis. Aardrijkskunde, Talen, Boekhouden enz Wetskennis voor zooveel noodig b. v. bij handel en nijverheid, het bankwezen, Wiskunde, Werktuigkunde, Teekenen, enz Bij de eerstgenoemde vakken kan worden voortgebouwd op de grondslagen, die geheel of gedeeltelijk op scholen gelegd zijn. Bij de laatstgenoemde vakken echter zal tegen de ge" one gangbare methode in gewerkt moeten worden. Niet van de theorie tot de practijkmaar van de prac- tijk uit tot de theorie. Dit laatste behoorde regel te zijn, doch is het nog niet. De Jongelingsvereenigingen kunnen alvast be ginnen met -en regel in te voeren. Hoe dit gaan zal Hoe aan on wijs te komen Waar vandaah de hulpmiddelen te halen Geld? Ziedaar vragen, die de schrijver beant woordt. lo. Hoe dit gaan zal Van artikel I der statuten mag niet afgeweken worden. Alleen naar dien maat staf moet geschiedenis, aardrijkskunde, enz. onderwezen worden. Het onderwijs in talen boekhouden, handelsrekenenenz. regelt zich aanvankelijk naar de behoeften der leden in 't algemeen, om later voor leden die dat noodig hebben, te worden voort gezet. Wiskunde, hand- en rechtlijnig teekenen, natuur-, schei- en werktuigkunde worden onderwezen in verband met de technische vakken. De volgende leerwijze verdient hierbij aanbeveling. «Gesteld er zijn op de Vereeniging me taalwerkers (smeden, ketelmakers, koper slagers, enz.) Dan is het natuurlijk noodig, dat zjj kennis hebben van werktuigen en metalen wij beginnen dus onze lessen met de behandeling van een eenvoudig werktuig, een pons- of snijmachine b.v. dat zij dagelijks in de werkplaats zien werken. Het werk tuig wordt iu zijn geheel en in détails op groote schaal geteekend, over de wijze van construeeren van het werktuig en de me chanische werking daarvan wordt door den docent, op iedere les, (zoolang algemeene verklaringen noodig blijken) een half uur gesproken, langer niet, daarna wordt ge legenheid gegeven tot het doen van vragen over het onderwerp dat in behandeling is, de vragen worden beantwoord, zooveel mo gelijk door een of meer leden zelve, in elk geval lokt de docent de leden uit tot spreken, zoodat het blijke dat zij alles begrepen hebben. Van de samenstelling van het werktuig (werktuigleer, werktuigbouwkunde) komt men tot het materiaal, n. 1. het ijzer als scheikundige verbinding van ijzer en kool, dat tot gietijzer, smeedijzer, staal be reid is. Een beknopte behandeling dei- ijzerertsen en van de wijze waarop het ijzer uit de ertsen gewonnen wordt en in giet ijzer, smeedijzer en staal wordt omgezet, vindt hier zijn plaat'. Evenals het ijzer worden de andere metalen die in de industrie gebruikt worden behandeld. Na het werktuig in zijn geheel en zijn deelen te hebben besproken komen wij tot de zuiver wiskundige en werktuigkundige stellingen die bij de constructie van het werktuig zijn toegepast. Met het maken van flinke werkteekeningen van het be handelde werktuig, waarbij uit den aard der zaak de theorie tot zijn recht, komt, meenen wij deze schets voldoende te hebben uitgewerkt. Volgens dezelfde methode wordt ook het stoomwerktuig in zijn geheel en Art. I van het Nederlandsch "Werk lieden Verbond „Patromonium" (Vaderlijk Erfdeel) omvat Naam, Grondslag en D o e 1 der vereeniging. Het luidt aldus „Er bestaat in Nederland een Werklie denverbond, onder den naam van Neder landsch Werklieden verbond „Patrimonium" (Vaderlijk Erfdeel), hetwelk in de over tuiging dat Gods Woord en de traditiën onzes volks de vertrouwbare grondslagen eener Christelijke maatschappij uitmaken, zich ten doel stelt, allerwegen de kennis daar van te verbreiden, om de liefde daartoe op te wekken, teneinde op deze grondslagen de belangen der maatschappij in haar geheel, die der werklieden in het bijzonder, door alle geoorloofde middelen te bevorderen." détails met de leden doorgewerkt. Voor timmerlieden, metselaars, de bouwvakken in een woord beginne men met de behande ling van de verschillende wijzen van fun- deeren enz.» Tot zoo ver de bekwame, practische schrijver. Men ziet, hij gaf slechts de lijnen aan van het leerplan. Men neme er de proef mede opdat blijke, dat het uitvoerbaar is. MenWie is die «men?» Dat zijn de onderwijzers. Maar waar zijn dan die onderwijzers? Het antwoord luidt: Zij zijn in uwe Vereeniging. De onderscheidene leden zijn onderwijzers. Aanvankelijk zwak en klein van krachtdoch bij een volharding van eenige jaren best in staat een geslacht te kweeken, dat hen overtreft in kunde en tact, mag het zijn ook in goeden wil, om mede te werken tot de volmaking van den arbeid. Doch hierover later. V «Die goed onderscheidt, wel leert.-» In het jongste nummer van de Stemmen voor Waarheid en Vrede komt een stuk voor van dr. Bronsveld, waarin aan jhr. de Savornin Lobman liet Jehu's kleed wordt aangetrokken en hem de hoed wordt opgezet van den sluwen vervolger der zestiende eeuw; terwijl de «liberalen» heel teederl(jk worden ingewikkeld in het wollig kleed, dat geheel past bij hunne innig tee- dere, vrome schapennatuur Zelfs vertelt dr. B. dat Lohman met «ware woede» is aangevallen op z(jn vrien den Huber en Fabius, iets wat hem, deswege ter verantwoording geroepen, moeilijk zou vallen te bewijzen. Vriend en vijand toch prees I.ohmans kalm betoog, dat o zoo velen weifelaars het ongelijk van genoemde heeren deed- inzien. Doch dit tusschen haakjes. Wij hadden het over Bronsvelds stuk in de Stemmen, dat door de «liberale» pers met ingenomenheid werd begroet, en als hoofd artikel prijkt in het hoofdoi gaan der Zeeuw- sche anti-ministriëelen. Dr B. zegt in bedoeld stuk, dat de anti revolutionairen lijden aan de meening dat wie in Jezus Christus geloott, anti-revolu tionair moet zijn niettegenstaande naar hij beweert Loliu an gezegd heeft, dat zelfs een atheïst antirevolutionair kan zijn. Bovendien zoo gaat hij voort is in Frankrijk de begaafde De Pressensé, een der edelste belijders des evangelies, liberaal, behoorende tot de partij van Gambetta. En ook in Engeland vindt men veel vrome christenen bij de Whigs en bij de Torie's. Natuurlijk worden al deze din gen medegedeeld, opdat de goede lezer zeggen zou En do geloovige Bronsveld is toch ook wel liberaal Het stuk eindigt met nogmaals de ver ouderde Doopei sche weeklage aan te heffen over christenen, die aan staatkunde doen en met de vrome verzuchting over eigen liefelijkheid en eerlijkheid. Nu behoeven wij -- dank zij de goede zorg der liberale bladen en blaadjes in Zeeland het bedoelde stuk niet over te nemen. Daardoor hebben wij gelegenheid, aan de hand van ons hoofdorgaan, onze bedenking er tegen in te brengenwie weet of bovengenoemde onpartijdige bladen ook die niet gratis voor ons willen ver spreiden. lo. In haar program belijdt de anti revolutionaire partij o.a. dat zij noch in den volkswil, noch in de wet, maar in God de 'bron vindt van het souverein gezag, en dies ook op staatkundig terrein de eenige beginselen van Gods Woord belijdt». Hoe kan nu dr. B. beweren, dat mr. L. kon gezegd hebben, dat zulks ook door een atheïst, dat wil zeggen door een Godlooche naar kon werden beleden De heer Lobman toch had alleen beweerd, en wie durft dit afkeuren of tegenspreken dat ook een Atheïst onder een anti revolutionaire regeering volkomen vrijheid van denken en belijden heeft. 2o. Indien regeering iets meer zal zijn dan administratie, dient zij te rusten op een staatsrecht. En hoe wil nu dr. B. den Christus belijden als het persoonlijk begin sel voor alle menschelijk leven, zonder ook op staatsrechtelijk gebied te stuiten op de tegenstelling tusschen een wereldbeschouwing die Hem verwerpt en een die Hem belijdt. Be- heerscht dan de loochening of erkenning van het feit der zonde niet heel uw opvatting van den mensch, en dus ook van uw staats recht En als er gezag zal zijn, wordt dan de theorie van dit gezag, en dus ook van staatsrecht niet een heel ander, naar ge lang ge de souvereiniteit als door God ver leende macht eert, of door contract social (maatschappelijke overeenkomst) ontstaan laat 3o. In Engeland was immers de opkomst eener antirevolutionaire partij niet noodig, wijl er nog een Staatskerk heerscht, en bijna de geheele natie nog metterdaad vast houdt aan de souvereiniteit Gods. 4o. Dat de Pressensé vroom is en toch liberaal, bewijst niets. Eerst zou bewezen moeten worden dat de man doordenkt ook op staatsrechtelijk gebied. Bovendien, laat men toch voorzichtig zijn, De Pressensé en Frankrijk niet als zooi-beelden te stellen en lette men liever op den verderfelijke» weg, waarheen dat onvolprezen Fransche liberalisme Frankrijk heeft gebracht. Een opmerking die wij ons ook veroor loven aan het adres van zoovele Belgsche broeders, die ook in hun nieuwe vaderland voor een liberalisme partij kozen, dat in een Camelinat, een Anseele en een Don ela Nieuwenhuis zijn laatsten mijlpaal nog niet heeft bereikt. 12 November 1888. Niet dat wij Patrimoniumhet blad der christelijke werkliedenvereenigingen opnieuw behoeven aan te bevelen goede wijn behoeft geen krans maar wij wen- schen toch met genoegen te constateeren dat dit blad, dank zij de herwonnen samen werking tusschen den heer Wolbers en zijn ouden vriend Kater, in degelijkheid nog gewonnen heeft. Aflevering 2 van den 3en jaargang ligt thans voor ons. In een nieuw gewaad gestoken zij dit blad profetie van nieuw krachtiger leven. Met genoegen zagen wij ook de rubriek advertentiën in omvang toegenomen. Vinde dit blad zijn weg bij duizenden, en blijke ook uit den geldelijken steun der

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1