NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
1888. No. 13.
Dinsdag 30 October.
Derde Jaargang
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Denota van denheer Vermeulen.
Buitenland.
DE ZEEUW,
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van
meer 10 cent.
1 5 regel* 50 cent, iedere regel.
De heer Vermeulen, lid der Tweede Kamer,
behoorende tot de Katholieke partij, heeft
bij het Voorloopig Verslag een afzonderlijke
Nota gevoegd, waarin hij zijne denkbeelden
ontvouwt aangaande het Hooger-, Middelbaar-
en Lager onderwijs. Met belangstelling hebben
we gelezen, wat hij van dit laatste «chrijft.
Zooals ieder weet of dient te weten, heelt
de liberale partij bij de laatste grondwets
herziening het onveranderd behoud van het
Onderwijsartikel gehandhaafd. Het huidig
Ministerie wil blijkens de troonrede de
Onderwijswet van 1878 herzien, doch is
daarbij aan de grondwet gebonden. Het
kan dus zijn wieken niet vrij uitslaan, en
mag dus niet meer geven dan de grondwet
toelaat. Toch laat art. 192, vroeger art. 194
nog wel eenige mogelijkheid open om aan
de bestaande rechtsongelijkheid een einde
te maken. Ten minste de heer Vermeulen
schijnt daar kans toe te zien. Zijne denk
beelden daaromtrent geeft hij in de volgende
zes stellingen weer
le Dat de overheid behoort te zorgen
voor gelegenheid om voldoend Lager On
derwijs te genieten in alle gemeenten des
Rijks, zonder dat iemand gedwongen worde,
zjjne kinderen te zenden naar eene school,
waar eene andere godsdienstige meening
geleerd of gehuldigd wordt dan de zjjne is;
2e dat die zorg zich echter zooveel mogelijk
heeft te bepalen tot het houden van toe
zicht en het subsidieeren van onderwijs,
verstrekt aan kinderen van on- en min
vermogenden
3e dat onderwijs direct door het Rijk
of de gemeente alleen behoort verstrekt te
worden, voor zooverre het bijzonder onder
was te kort schiet
4e dat het onderwijs van overheidswege
zoodanig moet verstrekt worden, dat de
godsdienstige overtuiging van geene ouders
van schoolgaande ,kinderen gekrenkt worde
5e dat van vermogende ouders mag ge
vorderd worden dat de kosten van het lager
onderwijs hunner kinderen door hen zal
vergoed worden
6e dat de voorkeur door min- of onver
mogende ouders gegeven aan eene bijzondere
school, hetzij deze een confessioneel karakter
drage of niet, geen reden mag zijn voor
Rijk of gemeente, om finantieele tegemoet
koming voor het onderwijs hunner kinderen
te weigeren.
Wij zullen niet zeggen, dat al de denkbeel
den van den heer Vermeulen geheel onze
sympathie genieten«De Vrije School in
den Vrijen Staatziedaar onze leuze. En
o. i. levert het subsidie verkenen van den
Staat aan particuliere inrichtingen, vooral
waar dit de scholen geldt, gevaar op. Het
komt er n. 1. maar op aan onder welke
voorwaarden en op wat wijze die subsidie
verleend wordt. Zoolang het tegenwoordig
Ministerie, welks hoofd een leerling der
christelijke school is, regeert, zal ,dat gevaar
zoo groot niet zijn, maar als er na dezen
andere mannen mochten opstaan, die dit
Ministerie niet gekend hebben, zal dan de
Christelijke Vrjje School niet tot een diena
resse van den Staat verlaagd zijn Zal dan
de veerkracht der christenen niet in lauwheid
veranderd zijn En zal dan ook de leuze
«De Vrije kerk in den Vrjjen Staat I» geen
afbreuk toegebracht zijn?
De heer Vermeulen stelt de minst ge
vaarlijke wijze van subsidiëering voor. Hij
wil niet eene subsidie aan eenige school als
school, maar verlangt dat de overheid sub
sidie uitkeere voor onderwijs, verstrekt aan
kinderen van on- en minvermogende
ouders. Mocht dit wet worden, dan zouden
de gemeentebesturen moeten bepalen, welke
ouders on- of minvermogend zijn. Doch
hoe zal dat geschieden door gemeentebe
sturen, die zoodra er eene christelijke school
in de gemeente verrijst aanstonds het school
geld op de openbare scholen afschaffen
En zoo zijn er. Ja er zijn zelfs ge
meentebesturen, die de openbare scholen in
hunne gemeente voor alle leerlingen koste
loos toegankelijk maakten, omdat er in eene
naburige plaats eene christelijke school werd
opgericht. Waarlijk wij zijn geruimen tijd
dooa de liberalen «zóó eerlijk, vaak zóó
voorkomend» behandeld en «onze individu-
eele vrijheid is in zooveel gevallen» door
de liberale partij, «die zulke goede eigen
schappen bezit» het Weekblad van
Zeeuwsch Vlaanderen Westelijk Deel zegt
dit geëerbiedigd, dat er bij ons haast
geen greintje vertrouwen overgebleven is in
de liberale gemeentebesturen. Vooral niet,
waar deze een gunstige gelegenheid hebben
om ons den voet dwars te zetten.
Toch zal de Regeering tot het een of
ander moeten besluiten. Wij bidden haar
wijsheid toe om deze zaak tot een goed
einde te brengen, opdat de rechtsongelijk
heid worde weggenomen, en de christelijke
school niet geschaad.
De heer Vermeulen voegt aan zijne stel
lingen nog enkele opmerkingen over de
onderwijzers, het Schooltoezicht en de kos
ten van het onderwijs toe. Over de onder
wijzers zegt hij ongeveer het volgende:
Hij wil vierderlei acten uitgereikt zien,
le die van adspirant-onderwijzer, die aan
kweek,dingen zouden uitgereikt worden,
welke minstens een jaar in de school werk
zaam zijn geweest en een gunstig getuig
schrift van hun hoofdonderwijzer hebben
verkregen. De schoolopziener in wiens ge
bied de kweekeling woont, zou dat moeten
uitreiken. De tweede staat gelijk met die
van onze tegenwoordige hulponderwijzers.
Voor het verkrijgen van de derde, die on
geveer aan de tegenwoordige hoofdonderwij
zersakte, gelijk zou staan, zouden de vakken
Wiskunde en Nederlandsche letterkunde
vervallen terwijl voor de vierde de wiskunde,
de Nederlandsche letterkunde en een der
levende talen vereischten zouden zijn.
De vergelijkende examens zouden dan
vervallen.
Voorts geeft de heer Vermeulen aan par
ticuliere opleiding van onderwijzers de voor
keur en wil zelfs voor den hoofdonderwijzer
die een jongeling tot onderwijzer opleidt,
eene gratificatie van rijkswege toegekend zien
Het Rijkstoezicht wil de heer Vermeulen
alleen door Inspecteurs en Schoolopzieners
vervuld zien, dus geen disti r is- en arron-
dissements schoolopzieners afzonderlijk meer.
De heer Vermeulen gaat voorts, wat de
kosten van het onderwijs betreft, van het
beginsel uit, dat alle gegoeden de kosten
voor het onderwijs hunner kinderen geheel
betalen. Alleen de on- en minvermogenden
mogen ondersteuning erlangen.
Het normale schoolgeld wordt berekend
door de som der uitgaven, gedurende het
vorige schooljaar gedaan voor onderhoud
der gebouwen, onderwijzers-traktementen
en leermiddelen, te deelen door het gemid
deld getal der schoolgaande kinderen.
Om te bepalen, wie on- en minvermo
gend zijn, zou de heer Vermeulen een daartoe
gemachtigd gemeente-ambtenaar willen aan
gesteld zien, die dat zoude doen in overleg
met de hoofdonderwijzers. Hooger beroep
is daarvan toegestaan bij de gemeenteraden.
Tot zoover de Nota. Wij zullen er wei
nig meer bij doen. Wanneer het Ministerie
de herziene wet indient, is het tijd genoeg
om over de verschillende hoofdstuliken onze
gedachten te zeggen. Toch kunnen wij bij
voorbaat den heer Vermeulen dankbaar zijn,
daar hij lijnen getrokken heeft en daardoor
heeft getoond, dat de denkbeelden der anti
liberalen op onderwijsgebied voor verwezen
lijking vatbaar zjjn, wat de liberale.i vaak
ontkend hebben. V.
Twee Vrienden
In zekere raadsvergadering zei onlangs
een lid, dat hjj zeer voor het onderwijs was,
en er gaarne meer voor wilde toestaan dan
b. v. zijne minder liberale collega's.
Nu kon het raadslidditgemakkelijkzeggen,
want de gelden, die hij er meer voorover
had, werden toch genomen uit de gemeente
kas 1
Maar nu lezen wjj daar een ander voorbeeld,
ook van een vriend van het onderwijs.
«Daniel Hunt, van Clinton, Conpecticut,
een voormalig koopman in de Zuidelijke
Staten van Amerika, heeft voor het onderwijs
der negers in die Staten ongeveer twee
millioen dollars geschonken.»
Welk een verschil tusschen dien een, die
zijn portemonnaie trekt, en den andere,
wien het nog geen knoop van zijn jas kost
en daarenboven nog gaarne wat geeft uit
de beurzen zijner belasting-betalende mede
burgers!
Y Weer een veêr.
De befaamde Schoolwet van Kappeijne,
«de wet van '78» zal weer een veer uit
haren staart verliezen. Er is een vergadering
gehouden van de vereeniging onder den
weidschen titel van «den bond van hoofden
van scholen tot verbetering van de wijze
van benoeming van hoofden van scholen,»
te Utrecht. Er werd besloten bij minister
Mackay aan te dringen op sehrapping van
artikel 20 van bovengenoemde wet. Zelfs
Kamerleden sloten zich bij dien wensch aan.
Let dus wel. De hulp van een antirevolu
tionair minister wordt ingeroepen door
hoofden vanstaatsscholen, troetelkinderen van
Kappeyne's schoolwet, om de fouten in die
wet van een liberaal minister, te verwijderen.
Reeds vroeger hadden twee andere anti
liberalen, Lohman en Vermeulen, deze wet
een weinig van haar draconisme ontdaan,
en minister Heemskerk had er ook nog wat
aan geschaafd. Waarlijk, op die wijze zal
het nog eens kunnen gebeuren, dat Vader
Kappeyne zijn eigen kind niet meer herkent.
Evenwel zoo komt alles terecht. Jammer
maar, dat er eerst zoovele miljoenen voor
weggeworpen zijn 1
Walgelijk gedraagt zich toch de generaal
Boulanger met zijn aanhang. Nu zijn zij
weer bezig door het gansche land liedjes te
verspreiden, waarin de regeering gesmaad
wordt, en op bekende volkswijsjes gezet,
ze ingang te doen vinden bij de oppervlakkige
menigte.
Ook heeft men lui gehuurd, die hem in
den schouwburg toejuichen en bewierooken.
Weer andere ridders uit de achte'buurt
worden met grof geld betaald om op ver*
gaderingen klappen uit te deelen. Bjj de
jongste verkiezing van Boulanger in het
departement de Charente liet zjjn partij een
waren zilverregen op het volk nederdalen.
Velen hebben toen op Boulanger gestemd
en nog vijf francs toe gekregen. Ook is
Boulanger beginselloos genoeg de monar
chalen, die hem op hun schild geplaatst
hadden, te prijzen of te verfoeien, al naar
dat het pas geeft.
Waarlijk de radicale regeering in Frank
rijk heeft haar handen vol aan dien man
Reeds sinds jaren was het bekend dat
zekere heer Naundorf te Delft de eigenlijke
Lodewijk XVII was. Die ooit zijn levens
geschiedenis las met zijne eigene mededeelin-
gen er bij, over bijzonderheden ook met
zijn zuster voorgevallen, alvorens zij in de
Bastille van elkander gescheiden werden,
die heeft zeker ook neiging gevoeld de
rechten van dezen pretendent te erkennen.
Die hem en zijn nu overleden zoon
Adelberth gekend hebben, meenden ook de
trekken der Bourbons, de trekken van Lo
dewijk XVI, in hen te herkennen.
Maar zooals het altijd gaat men
heeft met zulke pretendenties niet veel op.
Een fransch geschiedschrijver Herison, heeft
thans een nieuwe poging gewaagd, op de
waarheid en echtheid van deze aanspraken
het volle licht te doen vallen.
Hij tracht te bewijzen, dat de ware dau
phin (kroonprins) in de vorige eeuw uit de
gevangenis ontsnapt is, met behulp van de
gravin de Beauharnais, later keizerin Joséphi-
ne, (vrouw van Napoleon I,) en dat deze,
toen de verbondenen in 1814 te Parijs
kwamen, plan heeft gehad, den waren,
en wettigen pretendent der koninklijke
familie aan de bescherming van Keizer
Alexander van Rusland aan te bevelen.
Joséphine woonde toen op Malmaison,
een buitenverblijf westelijk van Parijs. In
1814 nam echter de politie plotseling al
hare papieren in beslag, en den 29 Mei 1814
stierf Joséphine onverwacht. De schrijver
zegt, dat Lodewijk XVIII, de gewetenlooze
broeder en opvolger van Lodewijk XVI,
haar heeft doen vergfftigen, uit vrees dat
de doodgewaande neef terug zou komen,
om hem den troon te ontnemen.
Hertog Adolf van Nassau heeft ver
klaard van zijn erfrecht op den Luxem-
burgschen troon, wegens zijn hoogen leeftijd
te hebben afgezien, ten gunste van zijn
zoon, den erfprins Wilhelm, commandant
van een Oostenrijksch regiment huzaren.
De Keizer van Duitschland ontving Vrij
dag een gezantschap uit den Berljjnschen
gemeenteraad, dat hem feliciteerde met zijn
behouden wederkomst. De Keizer betuigde
daarvoor zijn dank; maar gaf den lieden
tegelijk een berisping, dewijl de Berlijnsche
bladen het gewaagd hadden, tjjdens zjjn
afwezigheid, van een lid zijner familie iets pu
bliek te maken, een feit, waarover ieder burger
zoo het hem overkwam, toornen aou. Hg