T Goes. CHRISTELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH VOOR ZEELAND, nenr mi\ af f 17. t Zoon, iddelburg. 1888. No. II. Donderdag 25 October. Derde Jaargang, Nederland in 1813. urg. Ploegen. Geest. Liederen, lootdienst RDEN--VLAKE. elijks endienst. /TELEGRAAF." VERSCHIJNT G. AL Klemkerk, fe Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: EI zijn onovertroffen in vakoffie65, witte Suiker el 11, Zeep 14, Soda 3, O, Komijne 15 cent de heerlijke grove Thee 14, Zweedsche Lucifers 5 15, pakjes Peekoffie 25, doozen Schoensmeer (24 4 kleine doozen 175, 12 cf. de 6, niet zout. Olie 1KERK te Goes is steeds ideltjes lische Gemeenten in ge zangen of 100 Chr. Lie- d en verzameld door Ds. Op 4 stemmen gezet. m prjjs 1. angevangen 1 Oct. 1888. ake vm. 6 en 9. nam. 3. u. 7.30, nrn. 1, en 4,45 u. omst van den correspon- len: vm. 7,15, m. 1.15u. onmiddellijk na aankomst u. vm. en 5,45 u. nam. van en naar het Spoor- t rijdeD. IDELB.-ROTTERDAM. Donderd. en Zaterd. Van Middelburg 9. 8.-. OOTDÏENST Iburg en Zierikzee. rikzee Spoorweg Goes. October. Van Zierikzee Dinsd. 23'smorg. 6.30 Woen.24 6,30 Woen.24'smidd. 3. Dond. 25 3, Vrijd. 26 3. Zat. 27 12, Zond. 28 12,— 10 Maan. 29'smorg.lC, ober. van Antwerpen Dinsd. 23'smorg. 7.30 Dond. 25 7.30 10 Zond. 28 2.30 10 Dinsd. 30 3,30 DE ZEEUW, elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. Enkele nommers f0,95 - 0,02 s UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 meer 10 cent. 5 regeh 50 cent, iedere regel. 24 October 1888. Oostburg. Benoemd tot deurwaarder der belastingen in het kantoor Oostburg dhr. H. K. Juch van Harderwijk. Nogmaals herinneren wij er aan, dat de Unie «een school met den bijbel» niets te maken heeft met het kerkgenootschap, waartoe de leden van het bestuur behooren. Toch willen wij gaarne mededeelen, dat van de jongstleden donderdag gekozenen twee tot de «syno.lalen» behooren, namelijk de heeren Oppedijk, en dr. L. de Geer. De de; de, A. Elshout te Lollum, is, zoo wij het wel hebben, «doleerend.» Zoo blijft dus de verhouding, geljjk wij die vroeger reeds aangaven vier doleerenden en negen niet-doleerenden. Strekke deze mededeeling tot geruststelling van hen, die vreesden, dat het bestuur der Unie in handen van dr. Kuijper was, of van «mario netten van dezen.» Bij kon. Besluit is mr. Van Hoytema te Zierikzee benoemd tot schoolopziener in het arrondissement van dien naam. Omtrent sommige der te behandelen voorstellen in de aanstaande najaarsverga dering der provinciale staten van Zeeland geven gedeputeerde staten adviezen. FEUILLETON. li. Napoleon Bonaparte was in 1769 te Ajaccio op het eiland Corsica geboren, en ontving zijn militaire opleiding aan de krijgsschool te Brienne. Moedig en eerzuchtig, wist hij zich spoedig een rang in de ge lederen te verzekeren, en een zedelijk over wicht over officieren en krijgsvolk te hand haven, waardoor hij groote overwinningen mocht bevechten. In tal van veldslagen versloeg hij Pruisen en Oostenrijkers, Sar- diniërs en Napolitanen. Zijn optreden als generaal, als eerste consul, en later als Keizer, bracht een geheelen ommekeer teweeg in den alge- meenen toestand des lands, ja van die van geheel Europa. Ook Nederland ondervond er al de gevolgen van. Het is ons onmo gelijk, die alle in een klein bestek op te noemen. Zoo versterkend zijn optreden was voor Frankrijk, zoo doodelijk was het voor ons land. Nederland toch werd van zijn duren bond genoot al meer afhankelijk. De geldmid delen waren in den allertreurigsten toestand. Jaarlijks waren er 70 millioen noodig, en er was een te kort van 40 miljoen. Zaken die vroeger door gemeente of pro vincie werden afgedaan, moesten nu tot het algemeen bewind worden gebracht, een centralisatie-stelsel, dat tot opeenstapeling van onafgedane zaken leidde. Een bieuwe Staatsregeling werd doorge dreven. In plaats van ministers, kreeg men thans Raden van Oorlog, Marine of Dinnenlandsche Zaken, aan het Staatsbe wind ondergeschikt. Tot tweemalen toe in een oorlog met Engeland gewikkeld, ver loren wij de rest onzer oorlogs- en koop vaardijvloot. Jaarlijks moesten millioenen geofferd worden aan den Franschen alleen- heerscher, om hem te helpen zijn ontzaglijke krijgsmacht op de been te houden. Voor het dwaze plan, Engeland te ver overen, moest de Bataafsche republiek Omtrent het verzoek tot calamiteus-ver- klaring van den Sophiapolder zegt de hoofd ingenieur van den prov. waterstaat «dat het provinciaal- en het rijksbelang bij de calami- teus-verklaring niet genoegzaam betrokken zijn, om de belangrijke lasten te wettigen die daardoor op de provincie zouden worden gebracht. G. St. zijn het daarmt eens. Bij onderzoek van het verzoek der afdeeling Bruinisse van de \ereeniging ter bevorde ring der Nederlandsche visscherij is G. St. gebleken dat de heffing van steigerr echten aldaar te hoog is. Soms brengen de hoog aarzen slechts enkele balen mosselen aan, en dan is een heffing van 20 cent niet zonder bezwaar. Hebben zij een groot aan tal balen aan boord, zoodat zij gedurende een uur van den steiger gebiuik maken, dan is de heffing van 40 cent wel minder drukkend, doch het tarief is te hoog, vooral omdat van de balen, die aan den steiger door de stoomboot worden geladen, ander maal wordt geheven, en welk 5% van de de vrachtpenningen volgens tarief voor de stoomboot verschuldigd. Sommige visschers betalen op die wijze maandelijks f4 stei- gergeld. G. St. stellen nu voor te bepalendat 34000 man en een vloot van 350 pl rtboomde vaartuigen, vijf fregatten en even zoo veel linieschepen leveren. Wel was er een korte tijd van verademing gedurende de kortstondige regeering van den bekwamen raadpensionaris Rutger Jan Schim meipen ninck, den grootvader van het tegenwoordige kamerlid van dien naam, doch om Nederland uit zijn verval op te heffen, zou bekwamer dan hij, heel wat langer dan elf maanden hebben moeten regeeren. In 1816 werd Schimmelpenninck door Napoleon, die inmiddels keizer geworden was, ontslagen en de republiek, onder den naam van: Koninkrijk Holland, met een broeder van den overweldiger als Koning begiftigd. «Uw eerste plicht», zoo had Napoleon tegen dezen gezegd, «is jegens mijuw tweede jegens Frankrijk; al de overige zijn daaraan ondergeschikt.» Zoo aanvaardde koning Lodewijk de re geering over Holland. Een regeering, die veel gelukkiger had kunnen zijn, zoo Lo dewijk geen Napoleon boven zich had geplaatst gezien. Deze laatste had het besluit genomen, dat alle Engelsche waien die in onze havens binnenkwamen, moesten verbeurd verklaard worden. Het Engelsche kabinet liet weder- keerig alle havens, die de Engelsche vlag uitsloten, blokkeeren, en de derwaarts zei lende schepen aanhalen, wanneer zij geen rechten betaald hadden in een Engelsche haven. Bovengenoemd «.stelsel van liet vaste land» waarmede Napoleon beoogde Engeland van alle gemeenschap met het Vasteland uitte sluiten, werkte vernietigend op het laatste overblijfsel van handel en vertier in Ne derland. Nederland werd tot zelfmoord gedwon gen, toen het den handel met Engeland opzeide. Een heirleger van tolbeambten bezetten onze kusten, om voor de handhaving der verbodsbepalingen te zorgen. Toch werden moet betaald worden voor elk vaartuig zon' der passagiers aan de provinciale steigers aanleggende, ook zonder te laden of te lossen voor het eerste halfuur 10 en voor elk volgend halfuur 5 cent. Ook stellen G. St. voor in te willigen de aanvragen van Kattendijke, Kapelle en Wemeldinge om den Wemeldingsoheu Zand weg te begrinten en een renteloos voor sshot van f3000 daarvoor af te staan en dat de eerste jaarlijksche teruggave plaats hebbe vóór 31 Dec. van het jaar volgende op dat waarin het renteloos voorschot is verstrekt. Onder voorzitterschap van den heer I. van Houte, burgemeester, heeft zich te Oostburg voor de a. s. Zeeuwsehe tentoon stelling een plaatselijke Commissie gevormd bestaande uit de hh. J. Otto Risseeuw, F. Plarikeel, M. Luteijn Mazure, A. J. Brons wijk, K. A. Sanderse, M. M. Meijer, Mr. F. J. N. van Dam, Mr. B. H. Carp, G. L. Pr van Ham en L. Theri Mz. Bij kon. besluit is ds uitbetaling van vervolgingskosten aan de denrwaarders der directe belastingen nader geregeld. O. a. is bepaald, dat hun maandelijks zeven ten nog vele goederen ter sluik ingevoerd; en koning Lodewijk deed opzettelijk niets om dien «sluikhandel» tegen te gtan. Tot overmaat van ramp werden Zeeland, Z.Holland en Gelderland door zware water vloeden geteisterd en richtte het springen van een kruitschip te Leiden, belangrijke schade aan. De ledige schatkist werd weer wel door leeningen op orde gebracht, doch het tekort van 21 millioen tot het aflossen van renten keerde ieder jaar weder, en de bronnen van inkomsten waren opgedroogd. Wel werd een inval der Engelschen op Walcheren door Gods genadige tusschen- komst in tijds verhoeddoch zij was het sein voor de voltooiing onzer ellende. De overweldiger nam er aanleiding uit, om Nederland bij Frankrijk in te lijven. Koning Lodewijk, des tergens moe, legde kroon en schepter neder en begaf zich naar Italië, Holland berooid en ontmoedigd achterlatende. Den 9 Juli 1810 werd Neerlands naam uit de rij der volken uit- gewischt; de Nederlandsche vlag verdreven van de zeeën de Nederlandsche taal ten doode gedoemdNederland, of liever «het Koninkrijk Holland» tot een wingewest van Frankrijk verklaard. De provinciën kregen nieuwe namen. Men sprak voortaan van het departement van de monden van de Schelde, daarmede het oude Zeeland bedoelende. Zoo was Holland het departement van de monden van de Maas; zoo had men ook dat van de monden van den Rijn, van den boven- IJsel; de Westereems, enz. Ook de Nederlandsche rechtspleging werd afgeschaft.De rechtbanken werden opgedoekt en door een groot gerechtshof, te Den Haag, vervangen. Le Brun, een niet onwelwillend man, werd uit Parijs hierheen gezonden, om ons land als gouverneur-generaal te besturen. Doch macht bezat hij niet. De eigenlijke macht berustte bij de Prefecten de Stassart te Den Haag en de Celles te Amsterdam, twee kwaadaardige handlangers van het honderd wordt uitbetaald van het vermoede lijk bedrag der kosten wegens het uitbren gen van waarschuwingen en aanmaningen en het beteekenen van dwangbevelen, welke het loopende jaar voor elk hunner zal op leveren, de vergoeding van reiskosten daar onder niet begrepen. Het meerdere wordt na afloop van het jaar verrekend. Het besluit treedt in werking 1 Januari 1889, doch betreft niet de beloonirg wegens werk zaamheden voor dat tijdstip verricht. Voorts zijn bij resolutie van den minister van finantiën nadere bepalingen vastgesteld nopens de benoeming en belooning der genoemde deurwaarders. Behoudens de daarbij gestelde eischen van bekwaamheid en geschiktheid, waarvan bij een jaarlijks te houden examen moet blijken, zijn in de onderstaande volgorde tot gemelde betrek king benoembaara. klerken van provin ciale inspecteurs en van controleurs en ont vangers der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen b. klerken van ontvangers der registratie en domeinen, van notarissen advocaten of procureurs of werkzaam op de griffie van een der rechterlijke colleges binnen het rijk. Z. M. de Koning heeft opgaven ge- despotiek geweld, die niet zelden de van Napoleon gezonden geeselen, tegen schorpi oenen verruilden. Helaasdit was nog het ergste niet. Het was of de armoede met geweld moest binnengevoerd worden. Met éen pennestreek verklaarde de Keizer, dat alle beleeningen ten behoeve van den lande waren ver nietigd dat de bezoldigingen niet meer mochten worden uitbetaaldde interessen slechts gedeeltelijk moesten worden voldaan. De Staatsschuld werd door hem slechts voor een derde erkend, getiërceerddat wil zeggende eigenaars van Nederlandsche schuldbrieven kregen slechts fl van de f3 uitbetaald. Die dus f3000 rijk was, als hij zich des avonds ter ruste legde, werd des anderen daags met f2000 minder wakker. Door dezen maatregel werden vele wel gestelde gezinnen tot armoede gebracht. De rijkste steden werden dientengevolge ont volkt en in de drukste steden van voorheen groeide het gras tusschen de straatsteenen. Lusthoven van welgestelde kooplieden werden, de een voor, de ander na aan sloopers verkocht, en in weiland herschapen. Zelfs de waterstaat, het dijk- en polderwerk werden op een zorgwekkende wijze ver waarloosd. Het eens zoo bloeiende Nederland, voorheen zoo gezien en gevreesd, vertoonde niets meer dan de puinhoopen van vroegere grootheid. Het was, als Jeruzalem in Jeremia's tijd «Ons erfdeel is tot de vreemdelingen ge wend onze huizen tot de uitlanders. «Wij zijn weezen zonder vader, onze moeders zij n ais de weduwen. «Ons water moeten wij voor geld drinken ons hart komt ons op prijs te staan. «Wij lijden vervolging op onze halzen; zijn wij moede, men laat ons geen rust. «Wij hebben den Egyptenar de hand ge geven, en den Assvriër om met brood verzadigd te worden. «Knechten heerschen over onser is niemand die ons uit liunne hand rukke». Klaagliederen 52 enz.) Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1