CHRISTELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH V 0 0 R Z E E L A N 1). 1388. No. 6. Zaterdag 13 October. Derde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: De toestanden in Indië. 5, elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. Enkele nommers f0,95 - 0,025 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regeta 50 cent, iedere regel, meer 10 cent. i Bij dit rummer behoort een Bijvoegsel- De goede richting. In de jongste openingsrede heeft minister Mackay een gedeeltelijke herziening der wet op het lager onderwijs toegezegd. Dit is een stap in de goede richting. Waarlijk wij kunnen op het gebied van lager onderwijs, gezwegen nu nog van het middelbaar- en hooger onderwijs nog heel wat bezuinigen. Bezuinigen, niet dewijl wij tegen het on derwijs zouden zijn, ot gelijk de tegenstan der beweert het volk dom willen houden. Onder de oprechte belijders der antirevo lutionaire beginselen is er niet een, die tot dien duren prijs de vermindering der lasten voor de kosten van het onderwijs zou willen koopen. De .ton gouds die jaarlijks, als protest tegen Kappeyne's wet in de kassen der chris telijke scholen vloeit, is daarvan het beste bewijs. Bovendien, niemand in Nederland offert zooveel in het belang zijner kinderen als de voorstander van christelijk onderwijs. Hij zorgt voor zijn eigen kinderen, en waar 't kan ook voor die van zijn armen mede strijderom daarna nog eens in den vorm van belasting en hoofdelijken omslag bij te dragen in de kosten van het «open baar» onderwijs. Niet daarom dus juichen wij 's ministers bezuinigingsmaatregelen toe, maar alleen omdat wij overtuigd zijn dat er, zonder schade voor het onderwijs, nog wel wat te bezuinigen valt. De opleiding der aanstaande onderwijzers is hier en daar te weelderig ingericht. Daarvan zijn ook onze tegenstanders, on der anderen de redactie van de Wekker, overtuigd. Reeds nu bezuinigt de minister 130 duizend gulden op den post onderwijs. Mogen wij iets overschrijven, uit de toe lichting die de minister Mackay ditmaal bij zijne begrooting gaf «De Regeering», zoo heet het in die toelichting. De regeering, die voornemens is in de richting van vermindering der buitensporig hooge bydraqen, die in de laatste jaren voor de opleiding van onderwijzers werden bestemd met kracht werkzaam te zijn, heett, in af wachting der resultaten van het overleg, daar omtrent met de inspecteurs van het lager on wijs gepleegd, den post van de normaallessen in de begrooting uitgetrokken, voor het jaar 1889 met f 50,000 verminderd. En voorts .Onder de uitgaven ten behoeve van het lager onderwijs hebben de buitengewoon hooge kosten voor de opleiding van onder wijzend personeel en wel in de eerste plaats de opleiding aan de Rijkskweek scholen voor onderwijzers bijzonder 's Minis ters aandacht getrokken. De opleiding van eiken onderwijzer die aldaar gevormd is, kost, blijkens de resultaten van de laatste jaren, den Staat f3500. Ernstig wordt overwogen of reeds bij het einde van den thans loopenden cursus eene dier scholen zal kunnen worden opgeheven. Blijkens de toelichting acht de minister het ook wenschelijk, met ingang van den cursus 1889-1890 geen toelagen voor huis vesting en verpleging van kweekelmgen, opgeleid bij de Rijkskweekscholen voor on derwijzers, meer beschikbaar te stellen, met dien verstande, dat de thans aan wezige kweekelingen de bun verleende beurzen behouden, totdat zij de inrich tingen verlaten, en de toegelatenen tot den cursus 1888—1889 daarvan alsnog in liet bezit worden gesteld." De buiterisporig hooge uitgaven voor het onderwijs zijn derhalve een doorn in het oog van den Minister. Welnu, waarom zouden we dan geen goeden moed hebben, dat eerlang flink bezuinigd, en de natie van te hooge be lasting ontheven zal worden? Hoe gering de bezuiniging ook genoemd wordt, die nu door den Minister is aange bracht zij dient toch te worden medegedeeld. De vermindering op het lager onderwijs bedraagt nutusschen de 129 en 130 duizend gulden. Geschrapt worden door den Minister de toelagen voor huisvesting en verpleging aan de leerlingen der Rijks-kweekscholen. De kweekelingen, welke dit jaar worden aangenomen, zullen zich me' kostelooze opleiding van Rijkswege moeten tevreden stellen en voor huisvesting, kleeding enz, zeiven moeten zorgen. Reeds in den loop van het dienstjaar '1888/89 zal daardoor f 28.000 bespaard worden, een bedrag, het welk volgende jaren aanzienlijk zal stijgen naarmate de kweekelingen, welke thans in het bezit van Rijks-toelagen zijn, hun be stemming zullen bereikt hebben. Geschrapt wordt voorts op het artikel normaallessen niet minder dan f 50.000. Ingetrokken worden de subsidiën, tot dusver van Rijkswege verleend aan de kweek scholen voor onderwijzeressen te Arnhem en te Haarlemen aan de kweekschool voor bewaarschoolhouderessen te Leiden. De bezuiniging, daardoor reeds voor het volgend dienstjaar gekregen, bedraagt f 10,666,66V2. Wijl de verleende subsidiën nog tot 1 Sept. 1889 verleend worden, zal de bezuiniging op dit artikel voor volgende Begrootingen f 25.000 beloopen. Het Dagblad rekende dezer dagen uit, dat wij in 1890 een vijftigtal onderwijzers te veel zullen heboen, wanneer alle onder wijzers zullen geplaatst zijn onder de toe passing der wet van '78. Dus als elke klasse niet meer dan 45 leerlingen zal tellen, dar. nog in ons land vijftig onderwijzers te veel Dit getal zal elk jaar toenemen. Wordt het geen tijd, dat aan deze weelde paal en perk gesteld wordt Wij spraken van een stap in de goede richting. En zoo is' het ook. Heeft eens het liberale kamerlid De Beaufort in een open bare vergadering gezegd: de regel van de tering naar de nering te zetten is in de Staatshuishouding niet van toepassing zijn anti-revolutionaire bloedverwant minister Mackay zal hem toonen, dat het tegendeel niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzake lijk is. P. S. In 1864 telde ons land 8 rijks kweekscholen, die der schatkist jaarlijks f32,933,27 kostten, terwijl in 1884, toen wij ons reeds in de 7 thans nog bestaande kweekscholen mochten verheugen, dit bedrag tot 1 182,242,04. was gestegen. Dat is bijna zesmaal zooveel 1 De Locomotief schrijft De paniek der laatste dagen is bedaard de gemoederen zijn tot kalmte gekomen' Wij zullen dat teedere punt laten rusten. Slechts een paar eindopmerkingen over de beteekenis van de thans in haar geheel be kende, bewegingen op Java mogen hier hare plaats vinden. Wat in Bantam gebeurde had, o. i. hoofd zakelijk een godsdienstig karakter; wat in Kediri ontdekt werd had hoofd zakelijk een staatkundig karakter wat de Vorstenlanden, met name Solo, verontrustte, had hoofdzakelijk een rooverij- karakter maar voor al het gebeurde te zamen was de vruchtbare grondslagarmoede der bevolking. Het is thans niet wel meer aan te ne men, dat eene afspraak heeft bestaan tus schen West-, Midden- en Oost Java. Wel heeft het gebeurde in Brntam waarschijn lijk de werkzaamheid in de Vorstenlanden en te Toeloong Agoong verhoogd of verhaast wel was het godsdienstig element overal van invloed, en staan vele geestelijken waaj- schijnlijk met elkaar in minder onschuldige briefwisseling; maar dat een bepaald plan, een soort levée en masse in het voornemen zou hebben gelegen, achten wij reeds daar om onwaarschijnlijk, wijl het organiseerend talent van inlandsehe onruststokers daar voor tot heden immer onvoldoende is ge bleken. Wanneer men dus de zaken op zichzelf beschouwt, achten wij, na den schoonmaak die in Bantam heeft plaats gehad, en den daardoor in het Westen teweeggebrachten schrik, op het oogenblik den staat van zaken in de Vorstenlanden het ernstigst. Wij hebben herhaaldelijk betoogd, dat de oeconomische toestand van de massa dei bevolking aldaar niet houdbaar is, en te eeniger tijd op ongeregeldheden moet uit- loopen. Men wil op deze viool niet hooren spelen, noch de landhuurders, noch de Re geering. Zoowel de eersten als de laatste duiden het ons euvel, wanneer wij deze kat de bel aanbinden. Niettemin herhalen wij het hier met de meest innige overtuiging het kwaad, dat zich. in de vooze toestanden der Vorstenlanden ontwikkelt, zal Indië te eeniger tijd ten ongeluk zijn. Wij wilden wel, dat een invloedrijk man te Batavia of in de Vorstenlanden opstond, om het den nieuwen Gouverneur-Generaal, als het eerste woord bij zijne aankomst, toe te roepen: «Hervorm de Vorstenlanden, onteigen het recht tot heffing van belas tingen en heerendiensten, geeft den grond, voor zoover die niet dienstbaar wordt ge maakt aan de Europeesche industrie, aan de bevolking tegen betaling van matige lasten zoo niet, dan zullen die Vorstenlanden een donkere bladzijde vullen in het geschiedboek uwer landvoogdij 11 October 1888. De heer Huber heeft aan de heeren De Wijs en Diepenheim een open brief gericht waarin wij het volgende lezen Mijn bedoeling was even eenvoudig als mijne woorden. De vergadering van eenige ridders, in de aangelegenhsid-De Rochemont samengeroepen, kon geen ander doel hebben dan om samen te beraadslagen, over de gemeenschappelijke belangen die der orde, of hare eer en hare waardigheid. Welnu, een dergelijke vergadering kent het statuut der orde niet. Zoo het noodig is kan de koning daarvoor een kapittel benoemen, doch dat kapittel bestaat thans niet. De koning acht en terecht door de individueek leden de eer en de waardigheid der ord< genoegzaam verzekerd. Doch nu dit kapittel niet bestaat, mogeit. eenige ridders maar niet samenkomen om de belangen der orde te behartigen. Daar om noemde ik het een irreguliere vergade ring. En ik sprak de woorden openlijk uit omdat ik meen, dat het ook de plicht van den Volksvertegenwoordiger is de Regeering in-' dachtig te maken op irreguliere zaken, die inl- de samenleving voorvallen. Wanneer toch der gelijke vergaderingen meer geschieden en ei alzoo behoefte bleek te bestaan aan eei kapittel, was het de taak van de RegeeringJ om voor de benoeming van een kapittt zorg te dragen. In de verschillende commissies tot ori derzoek der begrootingen zijn door de sectiën der Tweede Kamer 3 leden der rechter er 2 der linkerzijde gekozen, zoodat in al deze oommissiën een ant. lib. voorzitter is. p Op den 30 Oct. a. moet te Lochei gestemd worden voor een lid 'der 2e kameifl in plaats van den heer A. baron Schimmel- penninck v. d. Oye die door den Koning in een andere betrekking benoemd is, en dus moest aftreden. Van antirevolutionaire zijde noemt men daar F. A. J. baron v. Aylve v. Palland, oud-lid voor Tiel. De heer v. Assen, eenigen tijd gele den door den minister van koloniën uit Indië" ontboden om inlichtingen te geven over de> Atjesche toestanden, hoopt 3 November» naar Indië terug te keeren. De heer J. de Vlieger geboren ta. Zierikzee, commies der 3e klasse bij 's rijks-? belastingen, is als zoodanig verplaatst vaig. Sint Maartensdijk naar Middelburg. Bij kon besluit is jhr. mr. A, F. de Savornin Lohman, lid van de Tweede Kamer bei' staten-Generaal, benoemd tot lid deij commissie, belast met het afnemen deij. biplomatieke examens. j, Wolfertsdijk. Tot Ontvanger-Griffier vanr bet waterschap: de Sluis Üosterland, des- polders Westkerke en Westerland, is be noemd de heer C. Koert; terwijl als zoo» •buiig voor de polders OudWoLfertsdijkrm Oost-Nieuwland, lleeren, en Nieuw Sab-„ binge, is benoemd de heer W. F. Kr Lenshoek. Te Biervliet is tot lid van den gef. meenteraad gekozen de heer A. Maatmö?, 55 stemmen tegen 38 op den heer C. Jfi Sturm. Fijnaart. Onze burgemeester M. v. Dis» Jz. is met 58 van de 94 stemmen tot lid-S van den gemeenteraad gekozen; de hr. C.S Vissers had 36 stemmen. - Aan 16 Atjehsche hoofden zullen over 1889 toelagen, tenbedrage te zamen van* 145.000 worden uitbetaald. Als nieuwe* toelage komt daaronder voor een van f 480C* aan Toeankoe Pangeran Abdoel Midjid die een neef is en tevens schoonvader van den* /.oogenaamden pretendent sultan Toeakoe* Daoed, en die in het vorige jaar in onder-' werping is gekomen. De regeering koestert van deze onderwerping gunstige verwach-" ringen MDor de verbetering der toestanden* :r> Atjeh. Nog een lid der oude sultan familie in Atjeh geniet een toelage var f 4800.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1