CHRISTELIJK- NÏEÜWSBLAD HISTORISCH VOORZEELAND. 1888. No. 4. Dinsdag 9 October. Derde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, Ie Middelburg. PRIJS DER ADVERTEATIEN: Te laken of te prijzen? lil. Tweede Kamer. Kerk- en Schoolnieuws. ZEEUW elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. f0,95 -0,02^ Pr ij 3 per drie maanden franco p. p, Enkele nommers UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 een Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere rege meer 10 cent. Gelijk we vertrouwen is het onzen lezers eenigszins duidelijk welke belangrijke stappen het waren, toen men in 1688 in Engeland het oog vestigde op onzen Prins Wilem III, ten einde van hem te verwachten herstel ling der zoozeer gestoorde orde, en be veiliging van de grondwettige rechten van het daarop terecht zoo naijverige volk. We kunnen begrijpen met wat een span ning en angstige verwachting iedere nieuwe vrijbuiterij van Koning Jacobus werd te ge- moet gezien. En toen nu tot overmaat van smart den Koning en der Koningin een zoon werd geboren, (welke geboorte men zeer algemeen otschoon zonder eenigen grond in twijfel trok) en de Paus doop- vader van den troonopvolger werd, met den uitgedrukten wil van Jacobus dat de Paus doopvader van geheel Engeland moest worden, toen had de verontwaardiging zulk eene hoogte bereikt, dat op al Ier lippen, uitgesproken of niet de naam van Prins Witlem van Oranje lag, als vah den man die alléén nog in staat was, een zee van jammeren die dreigden Engeland te overstroomen, te voorkomen. Willem III was gehuwd met een dochter van Jacobus, Mat ia, die na haars vaders dood den Engelschen troon zou hebben beklommen; van hen, van Willem eri Maria wist men wie ze warenmen wist dat zij van oordeel waren: a geen christen behoort om zijn consciëntie vervolgd te wor den, b vrije godsdienstoefening zou den roomschen als in de Vereen. Nederlanden kunnen worden vergundc geen protestant die God vreest kan, (overmits de roomschen het uitroeien der protestantsche religie bedoelen) medewerken tot het afschaffen van wetten ter beveiliging van de prote stantsche kerk. Dit had de Prins, hierin gevraagd zijnde, geantwoord. En men wist reeds eenigermate, en zou het nog meer ervaren dat de Prins niet spoedig zijn woord gaf maar dit, eens gegeven, nooit brak. En zieaan de levendigevörige ver wachting, dat die edele telg van Oranje met zijn beminnelijke Echtgenoote een maal zou kunnen herstellen wat Jacobus bedorven had, was nu door de al of niet echte geboorte van den troonopvolger voor goed de bodem ingeslagen. Uit was het met de fiere vrijheid van een volk dat zich uit de kaken van dwin gelandij had losgebroken. Uit was het met de handhaving van recht en gerechtig heid. Het despotisme op den troonhet protestantisme'onder den voet de nationa liteit ten onder gebrachten de fransche geweldenarijen ook ïn Engeland overgeplant. Zie hier wat te wachten stond. Een enkele partij wreef in de handen, en zwom in voor spoed de Roomsche partij. Doch wij weten dat de bezadigdsten onder hen het hart vasthielden over deze bescherming. Wat zou het zijn, als eens de woede des volks zich tegen hen keerde, en de gunst des Konings een rietstok zeu blijken die de hand doorboorde welke er op steunde En waar het toe had kunnen komen, wie zal het zeggen Vervolging, achteruitzetting roept weliswaar den adel van vele geesten te voorschijn, maar maakt ook bij andere minder fijn bewerktuigde naturen het tij- gerbloed gaande. De revolutie van *89 in Frankrijk, in het beschaafde Frankrijk, toont zij niet overvloedig, dat tegen de ontembaar losgebarsten volksrazernij niets bestand is Toont de moord op de De Witten in ons vaderland niet, hoe de uitwerking der volkshartstochten als zij zich op eenmaal op hun vijanden wreken buiten alle be rekening valt? Doch Willem III wordt uitgenoodigd door voorname Engelschen die den volksgeest kenden, naar Engeland over te steken, en de teugels van het bewind in handen te nemen, die het Parlement aan Jacobus we gens diens meineed en woordbreuk uit de handen nemen zal. Willem gaat. Hij zoekt de Kroon niet. Doch hij doorziet het ontzettende gevaar, voor Engeland, voor Europa. Zijn overtocht gelukt. Hij komt in Londen aan. Op de vlag van het scheepje, waarmee hij overkwam las men Voor de protestantsche religie en de vrijheden van Engeland. Ja cobus, achtervolgd door zijn kwaad geweten, vlucht. En de roomschen Vluchten ook zij bij de nadering van den protestantschen vorst Verwachten zij een hevige losbar sting der protestanten, een herhaling dei- gruwelen van den Bartholomeusnacht, dit maal op Roomschen in plaats van Huge noten toegepast O neenEr bestond thans zoo schrijft Macaulay —een algemeen gevoel van veiligheid. Zelfs de klassen die het meest aan den volkshaat bloot stonden, en die de meeste reden hadden een vervol ging te duehten, werden door de staatkun dige vergevensgezindheid der overwinnaars beschermd. Doch geen par ij had grooter reden tot dankbaarheid jegens Willem, dan die der Roomse li- Kat h olieken. Wel kon men nu de strfenge wetten niet afschaffen tegen den, nu meer dan ooit, door Jacobus' verraad verfoeiden Godsdienst. Wetten, die Jacobus op zij geschoven had, werden nu meer dan ooit onmisbaar geacht tot voorkoming van dergelijke ontzaglijke schokken. Doch door 's Prinsen menschlievendheid werden zij prac- tisch te niet gedaan. Op weg van Torbay naar Londen had hij de noodige bevelen gegeven tot voorkoming van alle geweld dadigheden van de personen of woningen van Papisten. Thans te Londen gekomen, vernieuwde hij die bevelen. Zijn vriend, de edele en verdraagzame, doch streng protestantsche Burnet, werd met de strikte nakoming belast. En hij zorgde er uitnemend voor, dat niemands haar werd gekrenkt. De Spaansche minister berichtte aan zijn regeering en door zijne regeering aan den Paus dat geen roomseh katholiek terzake van de jongste omwenteling in Engeland eenig ge wetensbezwaar behoefde te koesteren, dat Jacobus alleen verantwoorde lijk wasvoor het gevaar, waar aan de ledenderware kerk wa ren blootgesteld, en datWillem alleen hen van een bloedige vervolging gered had. Wat zegt een onpartijdig beschouwer hiervan En is het geen alles afdoend bewijs voor de edele bedoelingen van den Wij spatieeren. Prins dat de roomsche Koning van Spanje de roomsche Vorsten uit het Huis van Oosteneijkde Paus van Rome, 20 ver schillende regeeringen waarvan er vele waren die het Protestantisme als gevaarlijke ketterij beschouwden hem,den Protestant, steunden tegen Frankrijks despoot Lodewijk XIV wiens ergernis en spijt geen grens kenden over de omwenteling in Engeland, door welke, zonder bloedstorting, het fonda ment van den Staat weder op hechte grond slagen werd gevestigd, en de nationaliteit, de gewetensvrijheid was gered Dat Willem niet doen kon wat hij gaarne had gewild den roomschen godsdienst gelijk stellen met alle andere wien be vreemdt het Onder deze omstandigheid moet het oog gericht niet allereerst op het goede dat werd nagelaten, maar op het onherstelbaar en onheilspellend kwade dat werd voorkomen. We behoeven dus zoo is ons oordeel - ons waarlijk niet te schamen over onzen Beren Koning Stadhouder Willem III den kloeken Staatsman, den koenen veldheer. Aan zijn edelen naam zijn geen herinneringen verbonden, die ons doen blozen. De ver melding of herinnering aan een wereldge beurtenis, van zoo verreikende gevolgen, kan in ieder constitutioneel parlement plaats hebben. Waarom niet in het onze? We willen gaarne aannemen dat het onmogelijk is dat wij met de Roomschen samengaan ten opzichte der historie der reformatie. Maar op grondwettig terrein, op het gebied van eerbiediging van ieders bij de wet ge waarborgde rechten, wier stipt rechtvaardige handhaving ook de Roomschen zoo zeer ter harte gaat blijkens hun flinken, met talent gevoerden strijd tegen het tyranniek Libe ralisme, kunnen we toch elkaar zeker gerust ontmoeten. En is het dan voor tegenspraak vatbaar dat de kritiek op de rede van Jhr. B. v. B. zeer voorbarig en onbedachtzaam was, en bewijst dat het Ideaal van objec tiviteit in betrekking tot de historie door de Roomschen nog niet is bereikt? 8 October 1888. Over het algemeen ontmoette de over eenkomst met de stoomvaartmaatschappij «Zeeland», waarvan de wettelijke bekrachti ging bij ontwerp wordt gevraagd, weinig tegenkanting in de atdeelingen der Tweede Kamer, op grond dat de gunstige verwach tingen, die men van bedoelde Maatschappij onder de werking van 't postcontract ge koesterd had, op glansrijke wijzen waren bewaarheid en dat na afloop der loopende overeenkomst aan eene niet vernieuwing van het contract niet kan worden gedacht, Da verschillende artikelen van het contract gaven aanleiding tot opmerkingen. Het werd echter niet noodiggeacht om, zooals thans geschiedt, den dubbelen dienst ook op Zondag van Staatswege te bedingen en contractueel te garandeeren. Kan, zoo werd verder door sommigen gevraagd, de Regeering geene maatregelen nemen, dat het personeel althans om den anderen Zondag een rustdag heeft. Volgens sommiger oordeel zou het wen- schelijker zijn geweest zoo den Staat het recht ware toegekend, desvei kiezen'""; de maatschappij te dwingen hare ni we >oten hier te lande te doen bouw wanneer zulks, naar het oordeel der Regeering, eve goed en goedkoop als in het Buitenland ha kunnen geschieden. - Met 1 Nov. wordt L. Hölzenspie; ambtenaar bij de belastingen overgeplaate van Ellewoutsdijk naar BruinisseM. v. d 1 'lasche van Rapenburg naar Ellewoutsdijk B. Talboo van Biervliet naar Sluis, en J Boes van Waterlandkerkje naar Biervliet De nieuw benoemde gouverneur vai Suriname, jhr. mr. M. A. de Savornin Loh man, broeder van ons kamerlid hoopt me December derwaarts te vertrekken. Rilland-Bath. De begrooting dezer ge meente van 1889 bedraagt in ontvangst ei uitgaaf f 11,701,21V2 waarvan voor onder wijs f 4425, dat is meer dan het derde det van de geheele raming. In A pril of Mei 1889 zal een vergelijken; onderzoek plaats vinden van aspiranten voo de betrekking van surnumerair bij het val der posterijen, waartoe 15 plaateen te: vervulling worden opengesteld. Een volgend examen zal eerst in 189( worden gehouden, zoodat gedurende 1881 slechte één examen zal plaats vinden. D; aspiranten moeten zich vóór 28 Februar 1889 bij een op zegel geschreven adres to den minister van binnenlandsche zaker wenden. Vereischten zijn; goed schrijven; kenni' van de Nederlandsche en Fransche tas en van de spraakkunstige regels en lette) kunde Fransch, Engelsch en Duitschre kenen tot de leer der evenredigheden aardrijkskundekennis van de hoofdpunter, der Nederlandsche staatsinrichting wat betreft het bestuur van het rijk der pro vinciën en de gemeenten. De minister van binnenlandsche zaken, heeft onlangs uitgemaakt, dat de gemeente raden bevoegd zijn bij verordening te be palen, dat de openbare onderwijers zich onthouden moeten van privaatonderwijs te geven. «Art. 35 der wet (aldus luidende bet is den onderwijzers op straffe van ont slag verboden handel te drijven of eenigt nering of beroep, behalve het geven var onderwijs, uit te oefenen") zegt de minister, laat den raad bevoegd in het belang van het onderwijs in de gemeente, een beper kende bepaling vast te stellen. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Lutten door A. W. Hotte te Sittardnaar Eist door H. Bax te Doornspijk. Beroepen te Arnemuiden de heer H. Bruijel, predikant te St. Jansga (pr. Fr.) Chr. Ger. Kerk. Beroepen te Meliskerke ds. C. Wij- doogen te Oud Vosmeer. Chr. Ev. Kerk. Goes. Onze beminde predikant ds.ajj Loggers heeft Zondag jongstleden definig- aan de gemeente meegedeeld dat hij wegei. voortdurende ongesteldheid en lichaam* zwakte zijn ambt neerlegt. In de eerstvolgende ledenvergadering op Vrijdag 19 October zal de gemeente h sluiten hoe daarmee en verder te handelt Tot onderwijzer aan de openbare lage, school te Aardenburg werd door den ra'-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1