NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
1888. No. 154.
Zaterdag 29 September.
Tweede Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy, Ie Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Buitenland.
De vrome Anneke.
ZEEIIW,
ELXEN MAANDAG- WOENSDAG- F,N VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,026
UITGAVE VAN
EN
van 1 "5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel,
meer 10 cent.
De Rijkskanselier heeft een brief ge
schreven aan den minister van justitie,
waarin onder anderen gezegd wordt dat
het thans uitgegeven dagboek van keizer
Frederik niet echt zijn kan. Hij toont dit
uit verschillende feiten aan.
Het blad, dat het dagboek publiek maakte,
wordt strafrechterlijk vervolgd.
De Transvaalsche regeering heeft naai
de Avondpost verneemt, weer aanvraag
gedaan om tien telegraafambtenaren.
Naar de Temps weet mede te deelen,
heeft de paus als zijn wensch te kennen
gegeven, dat de plechtigheid der ontvangst
van keizer Wilhelm op het Vaticaan bij
zonder schitterend zij. Alle kardinalen,
bisschoppen en prelaten van het pauselijk
hof zullen daarbij teg-nwoordig zijn. Van
den ingang tot aan de receptie-zaal zal een
eerewaclit zich op een rij scharen, terwijl
een wacht van edelen om den pauselijken
troon zal worden geplaatst.
Zeven kardinalen waaronder deDuit-
sclie zullen rondom den troon staan,
waarop twee zetels worden geplaatstde
hoogste voor den paus en de lagere voor
den keizer.
Kardinaal Pecci, broeder van Leo XIII,
gaat, gevolgd van een aantal grootwaardig-
heidbekleeders, den keizer in het atrium
1.) FEUILLETON.
Het was in het jaar 1534. De Luthera
nen in Duitschland waren al talrijker ge
worden en hadden ook ons vaderland besmet
met de nieuwe leer. Ook Neerlands vrucht-
bre bodem dronk het bloed der martelaren
Keizer Kareis plakkaten tegen de Her
vorming werden streng uitgevoerd, te meer
sinds de secteder Wederdoopers in Duitsch
land met haren vleeschelijken godsdienst en
hare goddelooze staatkunde de zaak der
Hervorming benadeeld en den haat dei-
Vorsten vertienvoudigd had.
Onkunde en misverstand waren oorzaak
dat vele Doopsgezinden in ons land, die
met bovengenoemde secte hoegenaamd niets
uitstaan hadden, wegens «dooperij» werden
verbrand.
Volg mij, lezer 1 naar het vriendelijke
stadje Brielle. Daar woonde een echtpaar
dat uitmuntte door een rechvaardigen wan
del, en gezien was in den ganschen omtrek,
bij roomsch en onroomsch.
Het was de scheerder, tevens chirurgijn,
Arend Jansz met zijne vrome vrouw Anneke
beiden met hun gansche ziel de zaak der
Hervorming toegedaan, dienende den Heere
tan harte.
Anneke Jansz was de eenige dochter,
tegelijk het eenige kind van rijke ouders
en had als zoodanig een godsdienstige tevens
een beschaafde opvoeding genoten. Zij had
bij den dood dier ouders een bibliotheek
geërfd, bevattende tal van geschriften der
Hervormers. Deze geschriften deden dienst
te Brielle. Anneke liet ze aan honderden
lezen. Bij haar aan huis hielden de ketters
hunne vergaderingen. Toch bleven Jansz
en zijn vrouw nog geruimen tijd bij de
moederkerk, zoekende naar vrede, doch zij
vonden die niet. Ook biecht en priesterzorg
baatten niet. Zoo begon Anneke bijna den
van het Vaticaan te gemoet om hem naar
den troon te geleiden.
T Br. Mezger.
De Standaard schrijft:
Het vertrek van Dr. Mezger naar Wies-
baden is te betreurenen vooral na zijn
cordate weigering den vorigen zomer baart
zijn besluit ons teleurstelling.
Toch rechtvaardigt dit o. i. niet den toon,
waarop thans over zijn heengaan geschre
ven wordt.
Wie een vorig maal op zijn blijven hier
ter stede aandrong en blijk van blijdschap
gaf, toen hij Wiesbaden afwees, heeft thans
geen recht om den onverschillige te spelen.
Ongetwijfeld maakt een terugkomen op
een genomen besluit altoos een min be-
hagelijken indruk. Maar om dien indruk
in zijn juistheid te beoordeelen, zou men
alle motieven voor dit veranderen van ziens
wijs moeten kennen. Dat Dr. Mezger aan
een' dagbladreporter niet zijn heele hart
openbaarde, spreekt toch wel van zelf, en
dat hij, om toch een antwoord te geven,
een wat potsierlijk antwoord gaf, stemmen
we aan de Amst. volmaakt toe.
Maar ook zoo blijft zijn heengaan een
verlies.
Een verlies voor ons land, dat door
Mezgers naam in tal van kringen buitenaf
moed te verliezen; toen in het hierboven
genoemde jaar een doopsgezind prediker zijn
intrek nam bij den scheerder en met deze
echtelingen over de eeuwige zaligheid sprak.
God zegende het woord des sprekers, zoo
dat het ingang vond in Anneke's hart. Zij
vond vrede en liet zich op raad des predi
kers, met haren man doopen. Was zij dan
niet gedoopt toen zij nog een kind was
O, gewismaar deze prediker, die zelve
te goeder trauw was, had haar gezegd dat
zij herdoopt moest worden, wijl de doop op
de belijdenis dient te volgen en door een
persoonlijk geloof en zelfovergave aan Jezus
dient te worden voorafgegaan. Verklaarbaar
is het, dat Anneke nu zij dat heerlijk geloof
deelachtig was geworden, en onder den
indruk van de woorden van dezen mennoniet
verkeerde, met zijn schijnbaar bijbelsche
beweegredenen, de blijde, de oppervlak
kig ingewijde, die nog nooit bij de beteekenis
des doops was bepaald geworden, zich doopen
liet, en alzoo den schijn op zich laadde van
tot de secte der wederdoopers te zijn toege
treden.
Dat zij echter den doop niet als grond
slag van hare zaligheid beschouwde, zal ons
later blijken.
Eenige maanden later brak de vervolgings
woede tegen alle herdoopten, die met even-
genoemde liederlijke secte verward wei-den,
met nieuwe kracht los. Velen te Brielle,
op het hooren dier tijding, maakten hunne
goederen te gelde, spoedden zich in alle
stilte naar Vlissingen en staken van daar
over naar Engeland. Onder hen was ook
Anneke Jansz met haren man en haar
eenjarig zoontje.
Het was op een guren Octoberdag van
het jaar 1538, dat eene jonge vrouw met
een kindje van omstreeks vijf jaren op den
arm plaats nam op den wagen die van
IJselmonde naar Rotterdam reed. Beide,
den roep herwon, van te kunnen bieden
wat geen ander land bood.
Een verlies voor onze stad, die om hem
velen trok, die anders zich om Amsterdam
niet bekreunden.
Maar een verlies bovenal voor die velen,
die geen reis naar Wiesbaden aankunnen,
en thans te Amsterdam de gelegenheid
missen zullen om heul bij zijn massage te
zoeken.
Want wel, dit stemmen we toe, zullen
er andere doctoren opstaan, die zijn stelsel
bestendigen, evengoed als Nonhebei dat te
Brussel doet; maar masseerende genees-
lieeren telt ook het buitenland bij menigte
en toch kwam men uit het buitenland steeds
naar Amsterdam.
Mag dan miskend, dat Dr. Mezger voor
de kunst van massage pen zeldzaam talent
bezat en matador in zijn vak was?
En laat hij, bij zijn heengaan, niet een
monument van zijn kunst achter in die
velen in en buiten Amsterdam, die nóg
strompelen en kwijnen zouden, als Mezger's
duim en vinger hun geen verrassende ge
nezing getooverd had
28 September 1888.
TWEEDE KAMER.
Het voorstel tot wijziging van het regle
ment van orde werd ook gisteren weder
moeder en kind waren in een opgeruimde
stemming. Hat knaapje lachteen kraaide,
onderwijl hij een weinig vermoeid het
hoofdje tegen moeders schouder legdeen
de [vrouw zong luide vanWat zaI ik
den Heere vergelden voor de weldaden
aan mij bewezen De eene lofpsalm na
den ander. En zij zong nog door, terwijl
de wagen door Rotterdams straten reed.
Even vóór de wagen aan de poort dei-
stad aankwam, was een reiziger uitgestapt,
die haar gedurende de reis goed opgenomen
had, en van plan was haar als kctterin bij
de inquisitie te gaan aanklagen.
Van den voerman had hij gehoord dat
de vrouw naar Delft moest.
De man volvoerde zijn voornemen. De
vrouw werd achterhaald en, juist toen zij
op de schuit wilde stappen, om naar Delft
te gaan, door de dienaren der overheid
gearresteerd.
Die vrouw was Anneke Jansz.
Met haar man naar Engeland overge
stoken, had zij hem daar al spoedig ten
grave zien dalen, Zij was daarop hertrouwd
en had haar tweeden echt gezegend gezien
met een zoontje, dien zij Jesaias de Lindt
noemdedoch eer het jongske een jaar
oud was, had het zijn vader verloren, en
was de bedroefde Anneke ten tweeden
male weduwe geworden. Thans was zij
op de terugreis naar haar oude vaderland,
waar zij maar al te spoedig ondervinden
moest, dat het vuur van den ketterhaat
nog niet was uitgedoofd.
Daar stond de 28 jarige weduwe, gereed
om te sterven (want zij wist dat deze
gevangenneming voor haar het begin van
liet einde zou zijn) doch nog verlegen
met haar kind, haren Jesaias die, pas jvijf
tien maanden oud, door zijn ivroolijk kraaien
en springen zien deed, dat hij van wat
hem boven het hoofdje hing nog niets begreep.
«Ach mijne lieve Jesaias», gilt de vrouw
aanmerkelijk besnoeid. Het artikel, waarin
staat dat de commissiën van 20 leden be
noemd zuilen worden door den voorzitter
is verworpen met 49 tegen 44 stemmen.
Andere artikelen werden ingetrokken.
Het streven van liberale en roomsche
leden, om het by het oude te laten, gaf
aan deze beslissing den doorslag.
Goes. Gisterenavond waren velen getuige
van een treurige plechtigheid. Het lijk van den
algemeen beminden leeraar der hoogere
burgere school, dhr. J. Kloosterhuis werd
naar het station vervoerd, met bestemming
naar Winschoten. De collega's van den
jeugdigen overledene en vele leerlingen der
hoogere burgerschool liepen achter den lijk
wagen en bewezen hem de laatste eer.
Voordat de kist in den spoor waggon geplaatst
werd hield de directeur de heer v. Cam-
pen een prachtige aanspraak, waarin hy
den overledene schetste als mensch en als
leeraar. Hij wees er op dat de korte ken
nismaking met dhr. Kloosterhuis hem by
leeraars en leerlingen bemind had ^gemaakt.
Was reeds vroeger door zijn benoeming
naar Tiel, nitgesproken, wat de jeugd en
de school te Goes aan hem verliezen thans
is hij ook aan die te Tiel ontrukt en aan
het middelbaar onderwijs. Waarom en
waartoe hij op 25 jarigen leeftijd aan het
onderwijs ontvallen moest, is niet te zeggen
«wat zal er van u worden? O, God, gy,
Vader der weezen, ontferm u over mijn
kind.»
Doch niemand wou of durfde.
En akelig klinkt hetandermaal«Ach,
wie wil zich dan toch met de opvoeding
van mijn armen wees belasten
Daar drong zich een bakker naar voren.
«Geef maar hier», zegt hij, «ik heb
zelf wel zes kinderen, maar het zevende
kan er wel by. Ik kan dit kind niet
naar de koude gevangenis zien gaan.»
Anneke schreide van blijdschap. Zij drukte
een laatsten hartelijken kus op het lieve
voorhoofd, zegende haar lieveling en gaf
hem over.
De bakker verdween onder de menigte
en Anneke Jansz werd naar den kerker
gebracht. Haar lot was als dat van zoovele
barer geloolsgenooten. Het was de bekende
geschiedenis van standvastigheid en geloofs
vertrouwen, van lijden en mishandeling,
van doodsverachting en heldenmoed.
Het eind was, dat Anneke Jansz wegens
ketterij in de Maas geworpen werd.
In den vroegen morgen van den 28
Januari 1539 werd zij met nog eene be
proefde ketterin, Christina Barents geheeten,
door den schout en zijne beulen per schuitje,
buiten de stad gebracht, en daar, waar de
rivier het diepst was, in het water geworpen.
Het graf van Anneke Jansz is op den
bodem der rivier. Van daar zal zij eenmaal
opstaan, als straks de zee hare dooden
wedergeeft, om als de getrouwe dienstmaagd
eeuwig bij haren Heere te zijn.
Wij hopen een volgende maal een der
zendbrieven te doen afdrukkendie zy
geschreven heeft in de gevangenis, nadat
het doodvonnis over haar was uitgesproken
brieven geschreven alzoo in het gezicht
des doods.
Wordt vervolgd