ïmm
Dekens
XSCCMRISTELIJK-
srlrEÜWSBLAD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND.
voor het Leder
NDSCHE
ngen
oenen Dekens,
iet randen voor
AISONS.
J. KOOMAÏÏ,
REN,
JGNY, Goes.
gewoiQB, No. 150.
Donderdag 20 September.
Tweede Jaargang,
Blacking
s. MULDER,
ekroonde Valk'%
HAAN SLEUTELS",
am-Dordreckt.
UËH,
TELEGRAAF."
«ïtShï VKK.StHI.JM
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
De Openingsrede.
Nog wat.
De berri-berri-com missie.
dan Leder-appretuur
esclije te verkrijgen is bij
GOES.
EDERLAND.
e 1 ij k k a p p i t a a 1
Duizend Gulden.
eld ter leen onder
op gebouwde en on-
tnen, tegen matige inte-
Iijke aflossing,
egging uitgifte van
aan toonder of op naam,
100 en 50 tegen eene
rdiger voor Zeeland,
TE GOES,
ads bekende
i'CKSSK)
ON DE VALK en
SLEUTELS,
waardeerde drank voor
ersaizoen.
OUWERIJ
NTENi
Is. SNOEP.
A. DEN HOLLANDER.
L. L. DE HAAN.
C. M. TELLE.
50 en hooger.
KEN.
OrE KEUZE
DELB.-ROTTERDAM.
zonden! Zondags.
Van Middelburg 9.
8.30.
OOT DIENST
burg en Zierikzee.
rikzee Spoorweg Goes,
ptember.
Van Zierikzee
Dinsd. 18'smidd. 3.30
Woen. 19 3,30
Dond. 20 3,30
Vrijd. 21 12.—
Zat. 22 'smorg. 6,30
Zond. 23 7,30
Maan. 24 7.30
25 7.30
Dins.
mber.
van Antwerpen
Dinsd. 18'smorg. 5.
Dond. 20 6.30
Zater. 22 8.
Dinsd. 25 8,30
dat z'
B. wi
werk i.
is over^
twee kc
een uit v
bij B. en
Te
juist toen h<
de gasfabrie
dat onder
huwelijk bij
naar de gevan
Op een
werf te Nieuw
geschoten.
de laatste denG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
deze, die in kt
zijn mes en branden franco P- P- f0>95
wonde in de li- 0,02»
men voor dier
een ruw
M ZEEUW,
UITGAVE VAN
en
PRIJS DER ADVERTENTIES:
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel,
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 0CT0-
BER a. s. op dit blad
wenschen te abonneeren, ontvangen de
nog in deze maand verschijnende nummers
GRATIS.
De volksvertegenwoordigers zijn hun
nieuwe zittingjaar weder ingetreden. Als
alle jaren op den derden Dinsdag van
September, kwamen gisteren de beiae Ka
mers bijeen. De heer Schimmelpenninck
v. d. Oye, voorzitter der Eerste Kamer,
presideerde de vereenigde zitting.
Nu had eigenlijk Zijne Majesteit de Koning
de troonrede moeten uitspreken; doch door
ongesteldheid aan zijn paleis gebonden, gaf
hij den minister van binnenkndsche zaken,
mr. Mackay, last deze zitting te openen.
Deze en de overige ministers begaven zich
op de gewone statelijke wijze naar het
gebouw der Tweede Kamer, waar de ver
eenigde vergadering plaats had en werden
door een commissie uit beida Kamers, in
de vergaderzaal binnengeleid.
Die commissie bestond uit de heeren
Land, Borel, Engelberts en Van Ló'ben
Seis voor de Tweede Kamer; en de hh.
De Bruijn, v. d. Breggen, Rengers en
Huydecoper van Maarsseveen voor de Eerste.
De ministers plaatsten zich daarna vóór
den, nu ledigen, troon des Konings; en nu
hield minister Mackay de volgende aan
spraak
Mijne heeren!
De honing, verhinderd in uw midden te
verschijnen, heeft ons opgedragen deze zitting
der staten-generaal te openen.
De betrekkingen des konings met de bui-
tenlandsche mogendheden waren van den
meest vriendschappeiijken aard.
De min gunstige weersgesteldheid deed
haren nadeeligen invloed op den oogst ge
voelen; de toestand van den veestapel is
zeer voldoende; hetzelfde kan nog niet
gezegd worden van handel, scheepvaart en
nijverheid, al mag, wat den handel betreft,
op eenigen vooruitgang gewezen worden.
In eenige provinciën hadden werkstakin
gen op uitgebreide schaal plaatsdoor gepaste
maatregelen werden grove wanordelijkheden
voorkomen.
De toestand van 's lands geldmiddelen is
niet onbevredigend; bij eeu spaarzaam be
keer bestaat tot het doen van voorstellen
tot versterking van |s rijks inkomsten geene
aanleiding.
Onderscheidene wetsontwerpen, ter uit
voering van bepalingen van de grondwet,
zullen worden ingediend.
Eene gedeeltelijke herzieuing van de wet
op het lager onderwijs zal u worden voor-
Uwe medewerking zal worden ingeroepen
tot splitsing van de weinige nog overge
blevene meervoudige distrieten voor de ver
kiezing van leden van de Tweede Kamer
der staten-generaal.
Een wetsontwerp, houdende bepalingen
tot het tegengaan van overmatlgen arbeid
van jeugdige personen en vrouwen zal U
eerlang bereiken. Uwe hulp waar die noo-
dig mocht blijken, om het onderzoek naai
den toestand van fabrieken en werkplaatsen
tot een goed einde te brengen, zal, naar
wij vertrouwen, niet te vergeefs worden
ingeroepen.
Wetsontwerpen tot regeling van de pen
sioenen d#r burgerlijke ambtenaren en die
van hnnne wednvren en weezen zullen u
weldra worden aangeboden.
De internationale overeenkomst tot af
schaffing der premiën bij den uitvoer van
suiker, mede door 's konings gevolmachtigden
onderteekend, zal, bij bekrachtiging door
de wet leiden tot het voorstellen eener
wijziging der belastingen op de suiker.
Een wetsontwerp van wet op den verkoop
van natuur- en kunstboter is in bewerking
de gelden, benoodigd voor de oprichting van
landbouwproefstations, zullen bij u worden
aangevraagd.
De toestand van het materieel onzer marine
vordert dringend maatregelen om in de aan
vulling daarvan te voorzienop de weldra aan
te bieden staatsbegrooting zijn de noodige
gelden uitgetrokken om daarmede een begin
te maken.
In het westelijk gedeelte van Java hebben,
onder samenwerking van verscheidene oorza
ken, ernstige onlusten plaats gehad. Door het
krachtig optreden van het bestuur en de uit
nemende diensten van het Nederlandsch
Indische leger, werd de rust spoedig hersteld
en de voortgang der oproerige beweging ook
in andere gewesten bedwongen.
Op Noordelijk Sumatra is meerdere ge
negenheid tot toenadering van de zijde der
hoofden merkbaar de toestand kan in zoo
verre meer bevredigend genoemd worden.
De ziekte, waardoor onze krijgsmacht in
Atjeh geteisterd wordt, heeft zich niet uit
gebreid. Eene commissie is bijeengeroepen
tot overweging der vraag, welke middelen
uit geneeskundig zoowel als uit militair oog
punt nog nader zouden kunnen worden
aangewend om hare nadeelige gevolgen te
keeren.
Met de bedo dat Gods zegen moge rusten
op uwe werkzaamheden verklaren wij in
naam des konings deze zitting der Staten-
generaal geopend.
Om thans met weinig woorden ons oor
deel over het gesprokene te zeggen, ver
zoeken wij den lezer wel te willen letten
op bovenstaande, met vette letter gedrukte
volzinnen.
Dan zien wij al dadelijk dat de nieuwe
regeering plan heelt, enkele oude koeien
bjj de horens te vatten.
Van de gelegenheid tot terreinverkenning
L een goed gebruik gemaakt.
Het ministerie, zich vaster voelende ge
worteld in de natie, heeft thans bij zijn
tweede manifest eiken schijn zelfs van onze-
keren gang vermeden.
Op den bescheiden voorjaarsstap volgde een
vrij wat vastere schrede in de richting
van het recht. Adres aan de schoolwet, die
reeds zoo lang de Natie verdeelde en naar
het getuigenis van vriend en tegenstander
veel te onverstandig ingreep, in de beurzen
der belastingschuldigen.
Adres aan de sociale quaestie, die onder
de oogen gezien, en de belastingverhooging
die afgeweerd wordt.
Adres aan de meervoudige districten,
waardoor de liberale partij zich in de tweede
kamer een minderheid wist te verzekeren,
die nog wel zes man te sterk is.
Adres aan de regeling der pensioenen en
weduwen- en weezenfondsen ten bate der
burgerlijke ambtenareneen regeling waar
een der jongste koninklijke besluiten dooi
den minister van koloniën uitgelokt, reeds
heenwees. Adres ook aan de wijziging der
suikerbelasting meer nog aan de veranderde
politiek met Atjeh, die naar wij hopen onder
Keuchenius', door God gezegend, beleid tot
oplossing dezer vreeseljjke quaestie leiden zal.
Adres niet het minst aan de erkentenis, dat
ook in de hoogste vergadering, Gods zegen
dient afgebeden te wordenmoge nu eens
voor goed gebroken zijn met de ellendige
taktiek om de wenschelijkheid van «hoogeren»
zegen, daar bij wijze van tusschenzin als
binnen te smokkelen. De natie hecht in
haar groote meerderheid nog aan de Gods-
regeeriug, en aan het recht Gods dat er
kenning van Zijn oppergezag vordert. Door
daarmede te rekenen, toonde het ministerie,
zich zijne afkomst niet te schamenHet
is uit den boezem van het volk voortgekomen.
Waarljjk, deze tweede stap in de goede
richting was niet ongelukkig.
Natuurlijk zijn wij er nu met dezen twee
den stap nog lang niet.
Het kiesrecht, onze landsverdediging, het
middelbaar- en hooger onderwijs vorderen
dringend herziening. Afschaffing der plaats
vervanging blijft een punt van het anti
revolutionair program.
Een onderzoek naar de wenschelijkheid
van tijdelyke heffing van invoerrecht op
sommige artikelen blijft gewenscht.
Op het program der radicalen en socia
listen staat ook nog wel wat, wat de aan
dacht verdient.
Maar dat alles kan niet op eens komen.
De ministers zijn menschen een jaar heeft
ook voor hen slechts twaalf maandenen
er is zoo veel te doen.
Het is een onafzienbaar veld van behoeften,
dat de liberale party, na een veertigjarigen
arbeid ons naliet
Zulk een veld loopt men, zelfs met de
zevenmijlslaarzen aan, in geen twee stappen af.
Toch gaan wij vooruit. En zoo partijzucht
den tegenstanders geen parten speelt, kan
en zal er in l.et belang van Nederland en
Indië, bij eene verstandige betrachting van
het destine lente (haast u langzaam), door
deze regeering nog menige goede stap ge
daan worden.
Men vergete nietde liberale partij had
zeven jaren noodig om eene ingrijpende
verandering voor te bereiden. Het minis
terie Mackay is nog geen zeven maanden
aan het bewind, en stelt reeds ingrijpende
veranderingen in het verschiet, waaronder
een waarop wij aan het begin dezes jaars
niet hadden durven hopen.
Het program van actie begint tot zijn
recht te komen. Er is een begin van uit
voering. Dit is een bemoedigend teeken.
Het recht herleeft. Het bloeit weêr op
onder de goede zorgen van het ministerie
Mackay-Keuchenus.
Toen de minister gesproken had, gingen
de ministers heen, en werd de vereenigde
zitting gesloten. Terstond vergaderden toen
de tweede en de eerste kamer afzonderlijk.
De tweede kamer onder voorzitterschap van
den heer van der Schrieck, oudste lid in
jaren. De candidatenlijst werd opgemaakt.
Het is dezelfde van het vorige jaar. Zij za! den
koning toegezonden worden. Beelaerts (anti
revolutionair) kwam met 49 van de 84
stemmen no. 1 te staan. Reuther (roomschj
met 48 stemmen op no. 2, terwijl door
alle partijen begeerd werd als 3e candidaat
de heer E. Cremers, oud-voorzitter, liberaal.
De Nieuwe Rotterdammer
erkont het heden volmondig
„Er liggen vele jaren van politieke on
vruchtbaarheid achter ons."
Zaterdagavond kwam de berri-berri-com-
missie te 's Gravenhage bijeen.
Indien de lezer nu onderstaande met
aandacht leest, zal hij bemerken dat er
nog wel andere soorten van berri-berri in
Indië bekend zijn, niet minder schrikbarend
dan de bovenbedoelde, en waartegen geene
commissies iets vermogen.
Over den uitslag dezer eerste bijeenkomst
meldt men, dat van de dertien leden negen
hun lidmaatschap wilden nederleggen, wan
neer de commissie bleef samengesteld uit
de personen, die er thans toe waren aan
gewezen. Wel trachtte minister Keuchenius,
die de samenkomst bijwoonde, hen van dit
gevoelen terug te brengen, maar hij slaagde
daarin niet. De drie leden, die bereid waren
aan hun mandaat te voldoen, waren prof.
Mac Gillavry, prof. Pekelharing en de heer
De Rochemont.
Aanleiding daartoe geeft de benoeming
van den overste De Rochemont tot lid en
secretaris dier commissie. Deze heer heeft
zich namelijk in Indië niet eervol aangesteld
tegenover den heer Verstege.
Van dezen gepensioneerden overste van
het Ned. Indisch leger is een boekje ver
schenen, getiteld «.De Staatscommissie in
zake de berri-berri quaestie, haar ontstaan,
haar doel en haar secretaris. Een onthulling
en een karakterschets.» Het boekje was
aan de reeds vergaderende berri-berri-com-
missie verzonden.
De heer Verstege deelt daarin mede dat
de benoeming van de berri-berri-commissie
een gevolg is van door hem op aanraden
van andere hoofdofficieren met minister
Keuchenius gevoerde besprekingen. Onder
de namen van hen die benoemd konden
worden, kwam die van De Rochemont
niet voor. Verstege schrijft dan ook dat
hij er van schrok, toen hij diens benoeming
las. Die naam toch heeft zoo de schrijver
waarheid schrijft, wat wij niet bevestigen,
doch ook niet ontkennen kunnen, in
Ned. Indië een somberen klank gekregen,
reeds in 1872.
Een treurige vermaardheid verkregen
en behouden, omdat hij zoo nauw is ver
bonden met den Atjeh-oorlog, die onder
genoemden opper-landvoogd en onder den
hoilloozen invloed van onzen toenmaligen
«chef der adjudanten» fDe Rochemont, in
een onzalig oogenblik, zoo ter kwader ure
werd aangevangen. De schrijver noemt
hem den slechten genius van den gouv.-gen.
Loudon.
Hij deelt thans mede, dat hij zich den
majoor De Rochemont, als oppermachtig
adjudant, tot vijand had gemaakt, omdat
hij in 1872 (Verslege was toen kapitein)
ann dezen geweigerd had opnieuw han
delend op te treden ten aanzien van een
reeds lang afgedane eerezaak tusschen een
te Buitenzorg gevestigd kapitein en een
daar mede gevestigd civiel-ingenieur. Later
werd de heer Verstege beschuldigd in zijn
hoedanigheid van militair commandant te
Buitenzorg een verkeerden invloed te
hebben uitgeoefend op de officieren van
het garnizoen ten opzichte van de door
die officieren gevolgde gedragslijn tegenover
den meerbedoelden ingenieur. Den 8sten
April bood hij zijn Memorie van Verdediging
den afdeelingscommandant aan en reeds in
den vroegen morgen van den 9den war