BLOEM
JANSE Goes,
raphie Instantané.
ïmportrcttcn,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
ïantels,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
en der nieuwste
GrNY, Goes.
tl KARNHONDEN.
de MESTING:
HELDER,
1888. No. 135.
Donderdag 16 Augustus.
Tweede Jaargang.
Onschuld en Misdaad.
TE KOOP:
0RHA1IDEK:
en kleine Erwten, Gerst,
Haver, Mais, Voer-
em, Rijstmeel enz.
boot TELEGRAAF.'
VERSCHIJNT
elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers- 0,02s
G. M. Rlemkerk, te Goes
EN
F. P. D'huv. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
De Nederlandsche Bank.
MEIJ AARD, 's Heer Abtskerke.
ende merken en nummers.
DELFT I 34 MIDDELBURG.
delburg
riidd. 4.30
4,30
4.30
4.30
norg.11,30
midd. 6.
norg.11,30
8,30
Van Zierikzee
Dinsd. 14'smorg. 7.
Woen. 15
Dond. 16
Vrijd. 17
Zaterd.18
Zond. 19
Maan. 20
Augustus.
terdam van Antwerpen
morg. 8,
9.
2,-
4,
t 5,17
9,35
2,3
9.45
2,14
5 26
9,52
2,21
10,5
2,34
10,14
2,43
5,45
10,22
2,51
10,29
2,58
10,34
34
10,43
3,13
10,49
3,19
11,2
3,32
6,21
11,12
3,45
11,23
3,54
11,32
4,3
6,34
11,50
4,40
6,40
12,40
5,36
7.26
1,8
6,2
7,48
1,18
6,12
7,56
5,52
6,22
6,31
6.39
6,46
6,51
7,—
7.6
7,19
7,29
7.40
7,49
8.7
9,17
9,42
9,51
and, en wacht daartoe de
zigers op en te Vlis9ingen
BW,
TWAALF
jwerkt en standhoudende kleur
R SLECHTS f2.50.
geopend, ook op feestdagen
rd 'sZondags.
JEN-MIDDELB.-UOTTERDAM.
ijks, uitgezonderd Zondags.
Vlissingen. Van Middelburg en
te 9M5.
JTOOMBOOTDIENST
n Middelburg en Zierikzee.
entie Zierikzee Spoorweg Goes.
Augustus.
UITGAVE VAN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cet.t
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere rega
meer 10 cent.
ii.
De Nederlandshe Bank werd opgericht
ii het jaar 1814 met een kapitaal van
5 millioen gulden. Het octrooi dat zij van
den staat kreeg om als circulatiebank
werkzaam te zijn werd verleend telkens
voor 25 jaren en is nu ten einde met
'1889. De wet om dit octrooi weder voor
15 jaren te verlengen is thans door de
beide Kamers der Staten Generaal aange
nomen, en deze wet verschilt daarin met
de vroegeie dat de staat nu een niet on
belangrijk aandeel in de winst zal verkrijgen.
Ter loops mogen we hierbij wel vermelden
dat de wet, waarbij dit voordeel werd
verkregen, op uitstekende wijze, zoowel in
de 2e als in de le Kamer, is verdedigd
door onzen nog jeugdigen minister van
financiën die daarbij getooud heeft vol
komen op de hoogte van deze zaken te
zijn. Wel hadden volgens sommigen de
voordeelen voor den staat nog grooter
kunnen zijn, wanneer de staat zelf tot
het oprichten eener circulatiebank ware
overgegaan, maar onzes inziens is de rege
ling als nu met de Ned. Bank is verkregen
om verschillende redenen te verkiezen boven
een rijksbaDk. In andere landen, Zweden
b. v., waar een rijksbank bestaat, zijn de
20.
FEUILLETON.
7,30
6.
6,30
7.-
7,-
6,30
Maan. 20 'smidd. 3,30
Dins. 21 3,30
Dinsd. 14's morg.
Dond. 16 2.30
Zater. 18 3.30
Dinsd. 21 6,—
Aleida kon nauwelijks ademhalenzij
snakte naar lucht, toen de gruwelijke
misdaad aan het licht kwam. Toen Bella
de gerechtszaal verlaten had, volgde op
nieuw de zelfde stilte. Oogenblikkelijk
begon het verhoor opnieuw. Laura vertelde
het gelieele verhaal op natuurlijke en on
opgesmukte wijze. Nog twee personen
bevestigden dat zij het bal verlaten had
op het uur dat zij genoemd haden
Bertha, die gelijk met haar was thuis
gekomen, gaf hetzelfde verslag niettegen
staande de vele strikvragen, die haar
gedaan werden.
Het geheele vet hoor duurde slechts drie
uur; de leden der jury spraken het niet
schuldig uit zonder dat zij .hunne zitplaat
sen hadden behooren te verlaten de menigte
juichte, en de vrienden van De Witt ver
drongen zich om hein, toen hij Aleida
naar zijn rijtuig had gebracht, en wenschte
hem van harte geluk. Aleida werd door
mevrouw Richardson met open armen
ontvangen, en reed .met haar en Tom
en Agnes naar h 'tjhuis van den generaal,
die te huis was gebleven om den ouden
kapitein Graylynn inoed in te spreken.
De oude man tilde zijn kind uit hot rijtuig
en kort daarna hing zij haar vader om
den hals, terwijl de generaal haar tegen
lachte, en zijn bril afveegde, die waarschijn-
w i?F Z^n tranen verduisterd was.
elk een dag voor AleidaRoemrijk
tiijgesproken; hare vader aan hare zijde;
haar beminde meer dan ooit aan haar
verbonden alle zorgen verjaagd door eene
toekomst vo zonneschijn slechts een oogen-
W «r?r'i toe" de gedachte aan liella
Westerly een schaduw wierp op haar ge
noeglijk bestaan. Tom wenschte haar geluk
en Agnes was uitgelaten vroolijk.
Een feestelijke maaitijd werd tot viering
winsten voor den Staat toch ook al niet
groot. Velen zouden ook gaarne hebben
gezien dat de belangen van den landbouw
bij deze wet wat meer op den voorgrond
waren gesteld ten opzichte van het ver-
leenen van hypotheek of voorschotten maar
ook daaraan waren, naar onze meenirig,
te groote bezwaren verbonden.
Kon er voor de landbouwers in deze
materie iets worden gedaan, dan zou dit
voornamelijk toch den pachters moeten ten
goede komen. Maar onder welke voor
waarden en welk verbar.d zou dan toch
de bank die moeten helpen
Wat kunnen deze als onderpand geven
of verbinden
Hun vee, hun oogst of hun eerlijk ge
zicht? En wat moet dm verbonden blijven
voor de verschuldigd wordende pacht ol
huurpenningen Ieder voelt dat dit niet kan.
Voor den eigenaar van land zal het
toch wel niet zoo moeilijk zijn geld te
krijgen op voordeelige voorwaarden.
Het is bovendien nog zeer (de vraag of
erediet geven op eene gemakkelijke wijze,
voor den landbouwer zelf wel voordeelig
zoude zijn.
Zouden onze kleine boeren door het
voorschotteristelsel, door wat men vindt
bjj het koopen van vlas ot beetwortelen
nog niet meer zijn verarmd?
van dezen dag gehoudeneri voor het eerst
van zqn leven sprak de generaal luide
een vurig dankgebed daarover uit.
Werpen wij nu een blik in de woning
var. Tante Westerly.
Bella was ziek naar huis gebracht, en
geneeskundige hulp was ingeroepen. Akelig
zag zij er uit, toen zij daar in volle lengte
op het rijk gesierde bed lag uitgestrekt,
niet hare lange haren over de kussens.
Hare moeder weende aan haar bed, half
beschaamd, half toornig. Daarna liep zij de
kamer op en neer en bromde in zich zelve
«Slecht en geslepen meisjeZou zij zich
waarlijk tot zulk een laaghartige daad ver
laagd hebben En nu is mijn goede naam
voor altgd bedorven. Waar moeten wij
heen En de dokter die binnentrad, wist
waarlijk niet, of hier de moeder nog niet
dringender diende geholpen te worden dan
de dochter.
«Zij ligt in een volkomen verdooving»
zeide de dokter, toen hij Bella's pols betast
had. «Was zij gewoon opium te gebruiken?»
«O, vraag mij niets omtrent haar, dokter.
De laatste twaalf jaar had ik niets over
haar te zeggen en bemoeide ik mij ook niet
met hare zaken. Ik ben als moeder van
haar vervreemd, en nu zie ik, dat het te
laat is.»
De noodige medicijnen ^werden haar toe
gediend, doch de zieke werd niet wakker.
Wel ijlde zij vele malen, en verwenschte
daarbij beurtelings Aleida en zichzelve.
Zoo ijlde zij den treurigen dag en de lange
nachten dooi-, en het huis weergalmde van
rouwkreten. De morgen kwam, doch bracht
de van schuld bewuste zieke niet tol kalmte.
De middag verzwaarde slechts haar kwalen
en de nacht bracht telkens meer duisternis
en schrikwekkende beelden. Hare moeder
paste haar bijna voortdurend op, daar zij
niet wilde, dat hare angstkreten door
vreemde ooren zouden gehoord worden. Er
was een nienwe dienstmeid in Laura'
De Ned. Bank is een gewone naamlooze
vennootschap, alleen daarin onderscheiden
van eene andere vennootschap dat zij als
circulatiebank mag werkzaam zijn m. a. w.
dat zij bankbiljetten mag uitgeven onder
voorwaarden haar bij de wet opgelegd.
Dit voorrecht heeft geen andere vennoot
schap "f bank van den staat gekregen en
nu spreekt het wel van zelf dat wanneer
de staat dit recht aan haar alleen ver-
leei t, hij ook het recht heeft daarvan voor
deelen te trekken.
Die voordeelen zijn voornaamlijk deze
De Ned. Bank blijf» zich belasten met
de kostelooze bewaring der algemeene
Rijkskas te Arasterdam.
Zij belast zich evenzeer kosteloos met de
waarneming der functiën van Rijks kassier
aldaar, alsmede te Rotterdam en in alle
plaatsen, waar zij agentschappen heeft of
vestigt.
Zij belast zich bovendien kosteloos met
het kassierschap der Rijkspostspaarbank
en met de bewaring van alle geldswaarden
dier spaarbank en van de door deze in
pand genomen waarden.
De Neder). Bank is verder verplicht, om
aan den Staat, telkens wanneer de Minister
van financiën dit tot tijdelijke versterking
van 's Rijks schatkist noodig acht, voorschot
ten in rekening courant, tegen de gewone
plaats gekomen, maar |zij kwam nooit in
de kamer, uitgezonderd dan, wanneer een
of andere boodschap dit noodzakelijk maakte.
Eirideljjk, na eenige dagen, kwam de crisis
de koorts week en daar lag het ongelukkige
meisje uitgeteerd ter neder, zonder zich te
kunnen verroeren, ja zelfs zonder te
kunnen denken. Langen tijd lag zij zoo, en
het was onzeker, of hare krachten nog
voldoende waren om de uitgebluschte le
vensgeesten weder op te wekken. Langza
merhand kreeg zij haar bewustzijn weder
doch spreken kon zij niet zij was
er te zwak voor. Zij wenkte slechts
hare moeder dat deze haar btd nimmer mocht
verlaten. Steeds hield zij de oogen strak en
vragend up hare moeder gevestigd.
«Wilt gij dat ik u iets vertellen zal,
Bella?» vroeg mevrouw Westerly op eens.
Een lichte hoofdknik gaf haar antwoord
voldoende te kennen.
«Wil ik u iets vertellen van uwe ziekte
van het weer; van Aleida?» Alleen op de
laatste vraag gaf zij een bevestigend knikje
tot antwoord. «Aleida is wel.»
Een droevige glimlach speelde om de
lippen van het zieke meisje. Hare oogen
schenen echter nog meer te vragen.
«Aleida is heden getrouwd», ging hare
moeder voort. Hare gelaatstrekken bewogen
zich krampachtig, en hare moeder sprong
verschrikt op. Doch Bella's oogen schenen
te vragen om te blijven zitten en haar nog
meer te vertellen.
«Zij is te Melville bij hare tante», ging
mevrouw Westerly voort, «zij gaat de vol
gende reis met haar man mede.»
Nog keek zij onvoldaan, en hare moeder
gevoelde dat hair geest nog door een on
zekerheid gekweld werd. «Wilt gij nog
iets anders weten vroeg zij. Zij gaf geen
teeken.
«Wil ik u nog meer van Aleida zeggen?»
De zieke gaf gretig hare toestemming.
«Wat zal ik meer zeggen vroeg zic^
beleeningsrente te verstrekken, op voldoend
onderpand van schattingsbiljetten, waarvan
de uitgifte of beleening bij de wet zal zijn
toegestaan
Van de winsten boven 5, tot 7% krijgt
de staat de helft, boven 7% twee derden.
En wat is nu het voordeel van de Bank
Zij mag bankbiljetten uitgeven van '1000,
300, 200. 100, 60, 40 en 25 gulden (tot
een minder bedrag niet, om daardoor de
circulatie van de muntbiljetten en het geld
niet te stremmen). Te dien opzichte is
zij een notenbank. Mair zij is ook leen
bank, disconto bank en deposito bank. Doch
hierover later.
Voor ieder bankbiljet dat zij uitgeeft,
moet 2/5 deel aan goud of zilver bij de
bank aanwezig zijnterwijl het andere s/6
deel vertegenwoordigd wordt door goederen
die tot onderpand dienen als effecten, goe
deren, waren en koopmanschappen enz.
Geeft de bank dus een bankbiljet uit
van f 10(dan moet daarvoor f40 aan
goud of zilver bij de bank aanwezig zijn.
In den regel is dit bedrag veel hooger,
en daarmede doet de bank haar voordeel
en helpt zij op zeer voordeelige voorwaarden
den handel. De rente behoeft immers niet
hoog te zijn, omdat zij biljetten uitgeeft
waarvan de waarde slechts voor een deel
de bedroefde moeder afterwjjl zij nog steeds
in die groote glinsterende oogen bleef staren,
die haar zoo vol verwachting aanzagen
toen haar plotseling een gedachte inviel en
zij vroeg: «Wiltgij Aleida zien?»
Dat was het. Haar oog verloor zijn drin
gend vragende uitdrukking, en zij scheen vol
daan. «Wil ik haar vragen, hier te komen
Een begeerige blik was het antwoord
en mevrouw Westerly schreef terstond eeni
ge woorden aan Aleida, met verzoek spoe
dig bij Bella te komen.
Daarop werd Bella kalmer en verloor iets
van hare gejaagdheidhoewel nog af en
toe hare lippen beefden, er. groote tranen
hare glinsterende oogen vulden. Ten laatste
koD zij uit den bjjbel hooren voorlezen doch
alleen uit den bijbel, ofschoon zij slechts
weinig aandachtig scheen te luisteren. Lang
zaam herstelde zij zoover, dat zij fluisterend
kon spreken. Eindelijk keerde hare stem
geheel terug, maar zonderling genoeg sprak
zij zelden een woord en nooit kwam eene
klacht over hare lippen. Zij wilde steeds
niemand anders zien dan hare moeder. Zoo
sloop de eene dag na den anderen voort.
De vroegere vrienden hadden niets meer met
Bella op. En ook mevrouw Westerley leefde
als een verlatene. De naam van haar kind
ging in de groote wereld rond, gepaard met
harde woorden van verwijt. En zooals
het meer gaat de laster deed er nog heel
wat bij. Niemand toonde meer eenige be
langstelling. Men liet Bella en hare moe
der links liggen.
Al deze dingen wist en zag deze arme
moeder bij Bella's legeren zij overdacht
ze. Zij ondervond thans wie de wereld is
voor hare dienaren. Zij overdacht al deze
dingen, en de slotsom was van al hare
overwegingen, dat zij zelve, door hare slechte
opvoeding en voorbeelden hare dochter tot
dezen staat ven gezonkenheid gebracht, en
zelve in den grond der zaak haar dit lijden
berokkend had, (Slot volgt.)