nboekjes, NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH 1888. No. 117. Donderdag 5 Juli. Tweede Jaargang. Sesquièrre, 1 f AND-TEGELS ïttegels ATERI ALEN, KOOMAN, IDEN-VLAKE. traat, wijk o. 96 oorsteenmantels lardsteenen- en Re Tegels, KKEN TEGELS ngplinten MEKTEN IKERK, Goes, bootdienst endienst. VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, fe Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Het Wetsvoorstel Domela Nieuwenhuis. eekende, gedurende bij- m geweest zijnde bij de Jonge alhier, heeft in de N REKENING HET enen. Hij beveelt zich an bij het publiek en ;e en soliede bediening- OES. tot de meest sierlijk be ers van vele marmer- mor bekleeding van mu- bloembakken, waschta- enz. ORPELS, NEUTEN enz 40 c. M., in allerlei euren. Deze zijn vocht- lezen boven houten be- oor champignons wordt >nderhoud vereischt. llerlei grootte en fraaie vloeren bestand in de -anda's; stoepen, gangen, openbare gebouwen, |EN isolen, kroonlijsten, voor ieringen. ALLERLEI m IJselsteen, Dakpannen ksche Kalk, Eng. Aarden ;n, Eng. Cement, Kel- ers, modellen en afbeel- irider voorradig ten kan- Van Gend Loos. INDEN BIJ E L IJ K S akevm.6, nam. 1,30,6 u vm. 8 40, nm. 4,40, 6.5 len: vm. 4,20 en m. 12 u- onmiddellijk na aankomst 10 u. vm. en 6 u. nam. 0. van en naar het Spoor- rijden. ODELB.-ROTTERDAM. j zonderd Zondags, en. Van Middelburg eo 100TDIENST ilburg en Zierikzee- irikzee Spoorweg Goes- u 1 i. Van Zierikzee Dinsd. 3'smidd.l-;-'' Woen. 4'smorg. V" r; n b,-' Dond. 5 Vrijd. 6 Zaterd. 7 Zond. 8 Maan. 9 Dinsd. 10 6.- 6.30 7.- 6,- 6,30 6r BE ZEEUW, elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers-0,025 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dinsd. 10 ;vö Din«d. 10'smidd. Blijkbaar verwacht de heer D. N. niet veel heil van zijn wetje, want in de Me morie van Toelichting betuigt hij niet zoo naief te zijn om te meenen, dat door zijn wetsvoorstel een einde zal komen aan alle misbruiken; dit kan z. i. alleen door op heffing der kapitalistische productiewijze. Echter, gaat hij voort, zou er voor het oogenblik reeds iets gewonnen zijn, als er aan vele misbruiken een einde kwam. Metterdaad er zou iets gewonnen zijn de menschen zouden vrijer staan tegenover hun. winkeliers ef liever leveranciers; zij zouden niet meer gedwongen kunnen worden hun winkelwaren bij hunne bazen te halen. Men kon hen niet noodzaken, de waren duurder te betalen dan andere menschen. Maar dit zou alles zijn, wat er te winnen viel. Tegenover die kleine winst staat echter een veel grooter verlies. Dit zal blijken bij de korte bespreking der artikelen. Art. 1 luidt: Zij, die personen in dienst hebben, zijn verplicht het volle bedrag van het bedongen loon wekelijks en in algemeen gangbare Nederlandsche munt uit te be talen. Uitgezonderd hiervan zijn inwonende dienstboden. Op het eerste gezicht lijkt dit artikel zeer onschuldig. Wat toch is voor een stedeling natuurlijker dan dat zijn geld wekelijks uitbetaald wordt in Nederlandsche munt? En toch, wat in de steden plaats vindt, gebeurt niet op dezelfde wijze op het platteland. De boerenarbeiders gaan 's Zaterdagsavonds menigmaal met de helft minder naar huis dan zij ver diend hebben. Waarom omdat de boer afgehouden heeft het geld van de tarwe, ot van de boter ot eieren, die de arbeider in de verloopen week heeft gekocht. Moet nu de boer 's Zaterdagsavonds den arbeider zijn volle loon geven en moet dan de arbeider zijn baas het geld voor het ge kochte teruggeven? Dat loopt op een spelen uit. Als de lui de wet veertien dagen gehouden hadden, dan zouden zij weer tot hun oud gebruik terugkeeren. En dat gebruik is niet kwaad. Immers het is geen verphchting die de landbouwer zijn onder geschikten oplegt en daarbij het is geen afzetterij, waaraan de boer zich schuldig maakt, want de regel is, dat de arbeider onder de markt betaalt. In den oogsttijd is de boer gewoon de arbeiders te betalen, als de oogst afgeloopen is. Het zcu ook te vermoeiend zijn, als de baas eiken Zaterdag het stuk moest gaan opmeten, dat de werklui die week gesneden hadden. Is de oogst afgeloopen, dan krijgt elke werkman zijn bedongen geld, verminderd met de huur van zijn aardappelland, dat hij tegen veel lageren prijs krijgt dan anderen, en soms ook verminderd met de voorschotten. Wat dunkt u lezer, als de wet van D. N. er door mocht gaan, zou de toestand van den arbeider niet slechter worden Vele boeren zouden tot de arbeiders zeggen Ziezoo, het oud gebruik is opgehevenik moet je voortaan ir, geld uitbetalen, koopt dus voortaan je -waren waar je wilt, maar koopt ze bij mij, dan betaalt ge de markt. In den oogsttijd zouden de boeren zeker den arbeiders een vierkanten ofrechthoeki- gen blok graan om te snijden geven, want landmeters zijn ze niet. Uf anders lieten ze hen 's Zaterdagsmiddags uitscheiden. In allen gevalle de boer zou er weinig otgeen schade, wel last van hebbende arbeider daarentegen last en schade beiden- En nu hebben we nog slechts dat eerste artikel besproken met het oog op den landbouw. Maar wat is er in *t algemeen tegen te zeggen, als een winkelier zijn knecht voor een deel met boodschappen uitbetaalt Na tuurlijk niets, mits ze hem niet worden opgedrongen en hij ze niet slechter krijgt en niet hooger moet betalen dan in andere winkels. Het gaat in de wereld eenmaal zoo de goe den moeten het vaak met de kwaden be- koupenmaar als men een wet maakt om een kwaad der werkgevers te stuiten en men brengt er de arbeiders in een veel slechtere positie mee, wie helpt men dan de bazen of de knechts Eri nog in een ander opzicht is dat le artikel niet voor uitvoering vatbaar. Vele werklui, die 's winters weinig of niets te verdienen hebben en ook in den zomer verzuimd heb ben te sparen, moeten borgta, bedelen of stelen, willen ze niet van koude en honger omkomen. Maar wie zal hen borgen Wie wil een arbeider groote sommen leenen En dat doet «en winkelier toch immers, die een heelen winter niet betaald wordt Natuur lijk niemand anders dan hun baas. Hij heelt het heft in handen en daarom kan en wil hij ze borgen, maar wie wil het anders doen Wie heeft dan waarborg genoeg, dat hij zijn geld terugkrijgt? Bij den boerenarbeider gaat het evenzoo, ot hij werk heeft of geen, hij haalt trouw elke week zijn boter, en als het meel opraakt, zijn tarwe. De winkelier, de boer houdt 's zomers een gedeelte van zijn loon in, ter afbetaling van het geborgde. Wordt ooit het voorstel van D. N. wet, dan is dat laatste uit, dan moeten de boer en de winkelier hun onder- hoorigen wekelijks in gangbare Nederland sche munt het volle bedrag van bet bedon gen loon uitbetalen. Maar als het laatste uit is, is dan het eerste ook niet uit Zul len de winkelier, de boer nog borgen in den winter En zoo zij daarmede ophou den, zal dan de arbeider zich 's winters niet ellendiger moeten behelpen Ook in dat opzicht is dit le artikel slecht voor vele werklui. Maar het kwaad zit hem ook daarin niet, of de arbeiders bet volle bedrag van hun loon wekelijks en in algemeen gangbare Nederlandsche munt uit betaald krijgen. Het zit hierin, dat sommige werkgevers hun werkvolk dwingen hun inkoopen bij hen te doen en dat zij vaak hun arbeiders meer doen betalen, dan de anderen. Dat zij derhalve op twee wijzen van hun onder - hoorigen willen trekken. Dit kwaad wordt echter niet weggenomen door dit artikel hetwelk de positie der arbeidets nog slech ter maakt. Art. 2 luidthet loon mag niet worden uitbetaald op plaatsen, waar sterke drank wordt verkocht. Alle mensch van goeden wille zal van harte met dat artikel instem men Het heeft dus geen breedere bespre king noodig. Art. 3 daarentegen eischt meerdere be schouwing: «Alleen bij schade toegebracht door de schuld van den arbeider, kan van het loon een deel worden gekort en afge houden door den werkgever. Over de vraag of de «chade is toegebracht door de schuld van den arbeider en over de hoegrootheid van het bedrag der schade wordt beslist door eene commissie, bestaande uit een gelijk aantal werkbazen uit het vak, gekozen door den werkgever, en werklieden uit het vak, gekozen door den betrokken arbeiderdeze kiest buiten haar midden een voorzitter, die als zoodanig mede stem heeft.» Uit dit artikel blijkt dus, dat de werk baas een deel van des arbeiders loon kan afhouden en wel als deze zijn baas door schuld schade toegebracht heeft. Zulke schade wordt nu over 't algemeen niet (betaald, of slechts voor een deel. Een winkelknecht, die door zijn onvoorzichtig heid een aantal flesschen omwerpt, wordt weggestuurd of moet een gedeelte der schade of niets betalen. Hij is eenvoudig niet bij machte alles te betalen. Een bediende, die 's avonds vergeet, de gaskraan af te sluiten, zoodat hij de oorzaak is van eene gasontploffing, ervaart het even eens zoo. Zou hij de schade kunnen betalen, die zijn heer er door lijdt Een boeren arbeider, die zijn ploeg te diep in den har den grond laat gaan en door ziju weinige bedrevenheid de oorzaak wordt, dat zijn baas de ploeg moet doen repareeren, kan bij de schade altijd betalen En als de arbeiders de schade moeten betalen, waarom de knechts dan niet, want art. 1 bepaalt uitgezonderd de inwonende dienstboden. Mocht ooit dit art. wet worden, dan zouden de werkbazen in hun vuistje kunnen lachen, zij zouden hunne inwonende dienst boden eerder door arbeiders vervangen en de schade aan werktuigen toegebracht, me nigmaal vergoed zien. De arbeiders integen deel zouden menigmaal platzak naar huis kunnen. Zij zouden voorzichtiger, meer na denkend, oplettender worden, zeer zeker, maar wie zal altijd kunnen uitmaken, of de schade door de schuld van den ar beider is voortgebracht En dan die commis sie Ik denk, dat die handen vol werk zal hebben, of anders, dat er dag uit dag in op eene en dezelfde plaats commissiën zallen ontstaan. Om niet eens te spreken van hare samen- stellling. Een commisssie optredende als scheidsrechter. Zoo'n ding komt zeker in hel stelsel van Domela Nieuwenhuis te pas, maar ook daarin alleen. We zullen niet ontkennen, dat er behoefte is aan regeling van de verhouding tusschen werkbazen en werklui, dat er behoefte is aan een wetboek op den Arbeid, aan kamers van Arbeid enz. De antirev. partij is reeds voor meer dan tien jaar met een wetboek van arbeid voor den dag gekomen. Maai' als commissiën als vrederechter moeten optreden dan kan de boer, maar misschien nog meer de arbei der er z\jn muts naar gooien. Er zijn werkelijk ook idealistische socia listen. De artikels 4 en 5 verplaatsen U in het hart der kwestie ziedaar de artikels die vooraan moeten staan; zij luiden: «Het is den werkgevers vurboden eeniger- lei dwang hetzij direct, hetzij indirect op hunne arbeidens uit te oefenen, ten einde hen te bewegen tot het aankoopen van waren en winkels, hetzij direct, hetzij indirect door hen gedreven. Ingeval de werkgevers zelve [op personen, die tot hen in eenigerlei dienstbetrekking of in betrekking van bloedverwantschap of zwagerschap staan, een winkel drijven of in eene winkelnering zijn betrokken, mogen de waren in die winkels niet hooger ver kocht worden dan wordt bepaald in een ta rief, vast te stellen door den burgemeester der gemeente, in overeenstemming met de prijzen in andere winkels der plaats.» Het vierde artikel is eigenlijk de spil, waar heel de wet om draait. Gevoegelijk had de wet uit dit eene artikel met een enkele straf bepaling en een overgangsbepaling kunnen volstaan. Immers, ook het 5e artikel is onuitvoerbaar. Laat de burgemeester eens een tarief maken in overeenstemming met de prijzen in andere winkels der plaats, als er geen andere winkels in de plaats zijn. En zijn er winkels, laat hij dan eens over eenstemming brengen tusschen de prijzen wanneer de waren in de verschillende winkels verschillend geprijsd zijn. Dan zul len wij ook wanneer dit laatste niet zoo is, toch nog burgemeesters met waren kennis moeten hebben. Schoon vooruitzicht voor den Minister vanBinnenl. zaken! En daarenboven, wat een onmogelijke zaak is dit niet. Laat een werkbaas zelf of een onder geschikte van hem óf een broer óf een zwager óf een neet, een winkel drjjven of in een winkelnering betrokken zijn. Laat dat zoo wezen. Waarom moet dan de vrijheid dier winkeliers beperkt worden in bet prjjzen hunner waren Waarom moet de neef van een tarief voorzien worden, omdat de oom werkgever is Waarlijk dit artikel heett een zeer wijde strekking. Het tast de persoonlijke vrijheid van de burgers, van handelaren aanhet tast hen aan in hunne nering, in hun inkomen. Reeds om het beginsel, dat hierin steekt, gezwegen nog van de onuitvoerbaarheid, is dat artikel ten hoogste vefwerpenswaard. De artikelen 6, 7 er. 8 bevatten straf bepalingen, waarover we voorloopig het zwijgen zullen toedoen. Alleen wenschen we nog een enkel woord te zeggen over de overgangsbepaling. Zij luidt«De schul den van arbeiders, ontstaan tengevolge van bet inkoopen van winkelwaren in den winkel der werkgevers, worden van Staatswege afbetaald in dier voege, dat twee derden van de geboekte schuld zal worden vergoed.» Verbeeld je lezer, je buurman heeft 60 gulden schuld bij zjjn baas; daar komt de Staat en laat buurman's baas 40 gulden brengen waarmee buurman van zijn schuld af is. Hoe zoudt gij er over denken,J als ge wist, dat uw buurman beter zijn schuld kan af betalen, dan gij, die het met minder moet doen, omdat ge geen schulden maakt Waarom moeten hier de schuldmakers een geschenk hebben uit 'sRijks kas? Is het om een ongelukkige te helpen, een behoef tige te steunen, hetzij zoo. Maar in dit geval Domela Nieuwenhuis heeft een rede ge houden in de kamer, die hem fiasco heeft doen maken. Hij heeft nu een wetje ingezon den, dat hem naar onze meening nog grooter fiasco berokkenen zal. Hij zal later alleen kun nen zeggen, dat hij wat gedaan heeft voor de goede zaak. Het behoeft echter den leden

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1