NIEUWSBL AD
VOOR ZEELAND.
CHRIST ELI JK-
HISTORISCH
1888. No. 103.
Zaterdag 2 Juni.
Tweede Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Onze arme soldaten in Tndie.
De nieuwe minister van
koloniën.
Kerk- en Schoolnieuws.
Rechtszaken.
Landbouw enz.
DE
ElIW,
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p.
Enkele nommers
f 0,95
-0,02^
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 40 cent.
De heer Lely besprak dezer dagen inde
jaarvergadering van het Ned. militairen
Bond het ongelukkig en diep rampzalig lot
onzer soldaten in Indië. De heer Lely
zeide onder meer
«Tijdens mijn ruim zesjarig verblijf in
Indië, waarvan ik bijna drie jaren, telkens
met tusschenpoozen in Atjeh doorbracht,
ben ik in de gelegenheid geweest het leven
van den soldaat én te velde én in garni
zoen gade te slaan, of liever mede te leven.
Vooral heb ik bij ervaring leeren kennen
het algeheéle gemis aan godsdienstige op
wekking en Evangelieverkondiging.
Hij ziet zich geplaatst tusschen menschen
die niet menschen genoemd kunnen worden,
die hun lust zoeken in het hard.t te vloeken,
te moorden en met het heiligste te spotten.
Hij moet zich daaraan gewennen, want hel
Kau niet anderszware diensten en ontbe
ringen moet hij zich getroosten, en wanneer
hij zich niet bespot en uitgelachen wil zien,
op het laatst ook «soldaat» worden, dat is
met hen mede doen.
De Zondag werd er tijdens mjjn verblijf
niet geheiligd. Er werd gevochten, alles
ging zijn gang als op een gewonen dag
alleen te Kotta Radja kenmerkte die rustdag
zich, deordat men op den weg van de
militaire cantine naar Kotta beschonken
soldaten zag waggelen; want een cantine
bezit Kotta Radja, maar een protestantsch
bedehuis, hoe klein ook, vindt men er niet.
Is hel te verwonderen, dat hij, die zich
teleurgesteld ziét en zich het Indische leger
heel anders had voorgesteld, met den grooten
hoop mededoet? Hij toch heeft niemand;
met wien hij kan omgaan, kan nergens heen
dan naar de contine; en hoe menigmaal
wordt er in den drank vergetelheid gezocht.
Hij eindigt met mede te doen, en luistert
niet meer naar de stem van zijn geweten.
Onder al die duizenden militairen, van
welke de helft ongeveer bestaat uit Christe
nen, wordt nimmer hetEvangelie verkondigd.
Zij, die hun leven wagen voor de eer
onzer vlag, leven en sterven daar, zonder
dat ooit om hun geestelijk heil gedacht
wordt.
Niemand trekt zich hunner aan. De
militair heeft niemand met wien hij kan
sprekenhij gevoelt zich door niets gebonden;
zelfs de brieven uit het vaderland, waarnaar
vroeger zoo gretig uitgezien werd, worden
onbeantwoord gelaten er is niemand, die
hem een «tot hiertoe, en niet verder
toeroept.
Veldpredikers vindt men bij ons leger
niet. Predikanten zijn er niet. Zendelingen
arbeiden op de Noordpunt van Sumatra niet.
Ja toch, Roomsch-Katholieke priesters vinden
tiaar sinds het begin van den Atjeh-oorlog
(1873) hun arbeidsveld door geen enkel
Protestant betwist. Aan ziek- en sterf
bedden in het hospitaal te Panteh Perak
vindt men hen den troost van hunnen
Godsdienst aan hunne geloofsgenooten ver
kondigen, terwijl de Protestant daar sterft
vei laten van al wat hem lief en dierbaar
.s, zonder den minsten geestelijken bijstand.»
Zegt zelf, lezersis het lot van den
protestantschen soldaat, daar niet ver
schrikkelijk I
Waarl\jk, wij weten maar half, hoe
treurig het gesteld is met den boedel dien
het ministerie-Mackay van zijn voorganger
heeft overgenomen al moet erkend worden
dat de toestand nog treuriger zou geweest,
zijn zoo de laatste voorganger niet een
ministerie Heemskerk ware geweest.
Moge het de nieuwe regeering gelukken,
ook in dit gemis onzer Indische militairen
te voorzien en het zedenbederf in zijn
voortgang te stuiten.
Over het optreden van den heer Keuche-
nius als minister van koloniën verheugt
zich het Batavasch Handelsblad ten zeerste
en naar aanleiding daarvan schrijft het de
volgende voorspellingen
Met het optreden van den heer Keucheni-
us als minister van koloniën is de Dies
i r a e (dag van afrekening) aangebroken voor
de karakterloozen, die ter wille van hun
loopbaan en hun pensioen, meer dan een
menschetxleven lang, elke poging om een
zaak aan te pakken in het algemeen be
lang, vermeden en onderdrukt, doch daar
entegen elk kwaad verborgén hebben gehou
den, dat door de ambtenaren bedreven werd.
De poel hunner ongerechtigheid, tot dus
ver door onbetrouwbare verslagen en door
ministerieele behendigheden aan de publieke
controle onttrokken, is thans daarvoor toe
gankelijk.
Eindelijk zal aan het licht komen hoe de
Indische bevolking in het geniep gedrukt,
geknepen en beroofd is door een vast aaneen
gesloten partij, welke in Nederland zich al
te goedkoop een schijn vanvrijzinnigheid gaf,
door zich te verheffen op de door haar meer
op het papier dan in werkelijkheid tot stand
gebrachte vermindering der heerendiensten,
en zal het blijken water is van haar valsche
bewering, dat de Javaan liever en beter in
geld dan in arbeid opbrengt.
Nu een nieuwe gouverneur-generaal te
wachten is, geheel onafhankelijk en waar
schijnlijk een tégenstander van de zoogenaamd
liberalen in Nederland, bestaat er eindelijk
kans dat het berooide van den kolonialen
boedel, tot dusver zoo zorgvuldig vérborgen
door valsche, mooi gemaakte begrootingen,
in zijn vollen omvang bekend worde, en dat
men het steeds bedekte en daarom meer en
meer voortwoekerende kwaad kunne peilen.
Daarin kan de redding der koloniën schuilen,
want elke genezing berust op de juiste ken
nis der kwaalen daar deze laatste zeer
diep schuilt, immers hierin is gelegen, dat
Indië geregeerd wordt van buiten af, door
een parlement, dat er weinig van weet, en
daarenboven slecht ingelicht wordt,) is het
m hooge mate verblijdend, dat van de groene
tafel eindelijk eens eerlijk getuigd worde, dat
het verval der koloniën voor een groot deel
te bijten is aan het onvoldoende van het toe
zicht, door eene uitheemsche, buiten Indië
wonende en levende tweede kamer uitge
oefend.
Van wien mag deze getuigenis juister en
vollediger verwacht worden dan van dezen
minister, wiens optreden reeds genoeg blijkt
om den hoofdman van het liberalisme in Indie
Uet bewmd te doen nederleggen.
Het anti-revolutionnaire program, is wat
de koloniën betreft, belichaamd in den hoer
Keuchemus, den onverzettelijken tegenstan
der der begrooting bij do wet, waarvan hij het
ondeugdelijke heeft ondervonden door zijn
onmacht als lid van den Raad van Indiê, om
haar hier te controleeren, en waarvan hij de
gekunstelde onwaarheid zoo herhaaldelijk en
scherp heeft doen uitkomen by de behande
ling der onbetrouwbare cijfer-groepeeringen
van zijn met de oude Kamer in het niet
verzonken voorganger.
1 Juni 1888.
Kruiningen. Door den minister van W
H. en N. is vergunning verleend tot het
plaatsen van eene weegbrug aan het sta
tion Kruiningen.
Wij geven hierachter een nieuwe
lijst, Zomerdienst op de Spoorwegen. De
Zomerdienst is gisteren begonnen.
Herbenoemd tot dijkgraaf van den
Molenpolder de -hr. J. Janse.
Gisteren had in het polderhuis inde
Abdij te Middelburg de opening plaats van
de ingeleverde biljetten ter inschrijving op
de 7e of laatste serie der geldleening van
f200.000; groot f 10.000. Inschrijvers de
hh. L. E. Hendrikse voor 10 aandeelen ad
f990 per obligatie; Van Heel en Co. voor
2 aand. ad f1020; I. Boasson Zn. voor
20 aand. ad. f 1015.12 en 2 aand. ad.
f 1020.11; Fokker Sc Zn. voor 2 aand. ad
f 1012.50 en 8 aand. ad f 1000 Van der Leijé
comp. voor 10 aand. ad f 1020 Van den
Bcoecke, Luteijn en Schouten voor 2 aand. ad
f 1020.12, 1 ad. 1020,10, 1 ad f 1020, 1
ad f 1015, 2 ad f1010 en 3 ad 1005; J.
A. Zip voor 3 aand. ad. f'1060 en 10 aand.
ad. f 1020.76. M. C.
Benoemd tot direcleur van den stoom
tram VlissingenMiddelburg de heer H. de
Volder te Thielt (België).
Yronwepolder. Gekozen tot lid van den
gemeenteraad (vac. de Nood) de heer W.
Pouwer met 44 tegen 28 stemmen.
In het hoofdkiesdistrict Amerongenis
gekozen tot lid der Provinciale staten van
Ütrecht de antir. candidaat jhr. mr. L. van
den Berch van Heemstede met 831 st. Mr.
J. L. baron Taets van Amerongen (lib.) ver
kreeg 635 st. Uitgebracht waren 1482 st.
Ter vervanging van wijlen den heer
P. A. de Jonge, is door de vergadering
van ingelanden van het waterschap Over-
zand, benoemd tot dijkgraaf de heer P. A.
Rijk te Overzand, tot dusver gezworene en
tot vertegenwoordiger in den dijkraad van
het calamiteuse waterschap Ellewoutsdijk
Borssele den heer J. C. Rosseel te Overzand.
In de plaats van den heer P. A. Rijk voor
meld werd als gezworene gekozen de heer
A. de jonge P Az. ingeland, wonende te
Overzand.
Ned. Herv. Kerk.
Op het zestal te 's Gravenhage vaca
ture ds. Moll komen onder onderen Voor
de hh. J. C. Montijn te Schiedam, C. B. Oort-
huijs te Katwijk a/Z en J. H. L. Rooze-
meijer te Arnhem.
Aangenomen naar Axel door C. J.
L. Ruijsch v. Dugteren te Nieuw Vennep;
naar Breskens door W. H. H. Dijkman,
cand. te Rotterdam; naarLinschoten (toez.)
door dhr. P. Snoep, cand.
Bedankt voor Noordeloos en voor
Westmaas door S. Sleeswijk Visser te
Rijsoord voor Wijngaarden door dhr. P.
Snoep, cand. te Goes.
Op het examen voor machinist-leer-
Ifng 2e klasse te Hellevoetsluis behaalden L
v. Boven, van Middelburg en H. P. de Loe-
nen van Vlissingen het hoogste aantal
punten.
De classe Dokkum der Christ. Ger.
kerk heeft deze conclusie aangenomen
«De classe oordeelt, dat ter wille van de
vereeniging met de doleerende kerken het
tegenwoordig reglement kan worden losge
laten, mits door een plaatselijk reglement
de goederen nog beter gewaarborgd worden
De Pinkstercollecte in de chr. geref.
kerken van Zeeland heeft opgebracht te
Neuzen f 49,30 te Zaamslag f 34,65te
Axel f32,12; te Goes f125; te Wolfaarts-
dijk f22,05; Baarland f9,47; Bruinisse
f16; Kamperland f6; Zierikzee (St. D.)
f37,24.
De Amsterdamsche rechtbank deed
gisteren uitspraak in de zaak van de brand
stichting in de Warmoesstraat. De slager
W. kreeg 3 jaar en de dienstbode 1 jaar
gevangenisstraf. De juffrouw werd vrijge
sproken.
De arrondissements-rechtbank te
Rotterdam heeft C. Bontekoe, die zijn 19
jarige beminde met haar aardappelmesje
doodstak veroord jeld tot slechts vijf jaren
tuchthuisstraf.
In haar rapport aan den minister van
waterstaat wijst de landbouwcommissie er
op dat het door het toenemend wereld
verkeer en de toenemende concurrentie
voor den landbouwer meer en meer een»
levenskwestie wordt om door kennis en
vaardigheid uit te munten boven zyne
buitenlandsche mededingers.
De school te Wageningen moge niet geheel
aan aller verwachtingen hebben voldaan,
het middelbaar onderwijs, daar gegeven,
heeft goede vruchten gedragen Deze school
zal bij iedere practische organisatie van
ons landbouwonderwijs moeten behouden
blijven en het uitgangspunt moeten wor
den van de gewenschte hervormingen.
Eenige hervormingen zullen niet achter
wege mogen blijven en het zal bovendien
wenschelijk zyn dat nog enkele scholen
tot stand komen, op de wijze als thans
afdeeling A is ingericht, maar gevestigd
in andere deelen van ons vaderland. Bo
vendien zullen scholen van meer eenvou-
digen aard, zoogenaamd winterscholen,
moeten worden opgericht om in de be
hoeften van technisch onderwijs te voorzien
voor hen, die eene meer geregelde en vol
ledige opleiding voor hunne kinderen niet
kunnen bekostigen.
Doch met eene behoorlijke inrichtiLg van
ons middelbaar landbouwonderwijs kan
niet worden volstaan. Aan den oenen
kant is het noodig dat de gelegenheid worde
in het leven geroepen om ook liooger
landbouwonderwijs te ontvangen, opdat hy,
die zichten volle wetenschappelijk wenscht
te vormen, niet noodig hebbe tot het
verkrijgen der vereischte kundigheden
buitenlandsche universiteiten te bezoeken.
Aan den anderen kant is het dringend
noodig, dat ook voor de meer aanvankelijke
opleiding der landbouwers worde zorg ge
dragen. Ook voor de massa, die geen ge
bruik kan maken van de middelbare scholen,
moet de gelegenheid geopend om zich naar
hare behoeften theoretisch te ontwikkelen
en practisch te bekwamen.
Daartoe zal op de herhalingsscholen ten
platten lande veel meer en beter onderwijs
moeten worden gegeven In de landbouw
kunde.