CHRISTELI JK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND.
(888. No. 96.
Dinsdag 15 Mei.
Tweede Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, Ie Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Boete op het Christelijk Onder
wijs.
DE ZEEUW,
elken MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,02s
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
En om de wordensgeschiedenis van ons
tegenwoordig Kabinet èn om de rede, waar
mede de beide Kamers geopend werden,
mogen wij als een van de eerste daden van
het Ministerie verwachten: Afschaffing van
de boete op het Christelijk onderwijs.
Niets staat zoozeer den bloei van het
Christelijk Onderwijs in den weg als juist
deze boete, die Godonteerend is en ons
volk voor Zijn aangezicht onophoudelijk
aanklaagt. Waarin die boete bestaat?
Laat ons dat door een eenvoudig voor
beeld duidelijk aanwijzen.
Jansen en Pietersen wei ken beiden bij
denzelfden baas, verdienen beiden evenveel
geld en hebben beiden een even talrijk kroost.
Beiden verlangen ook degelijk onderwijs
voor hunne kinderen; dat is lieteenige wat
wij hun kunnen medegeven, zeggen zij.
Maar terwijl Jansen een tamelijk lucht
hartig man is, die geen hooger goed kent,
dan de wereld en hare begeerlijkheden, is
Pietersen een van dat degelij c slag ouder-
wetsche Christenen, die de Gereformeerde
waarheid niet alleen met hart en ziel belij
den, maar haar ook met hart en ziel
verdedigen.
Maar goed 1 Jansen en Pietersen verlangen
dan degelijk onderwijs voor hunne kinderen.
Beiden moeten echter erkennen, dat zij dat
onderwijs onmogelijk zelf betalen kunnen,
want wel klaagt moeder niet, maar de
Zaterdag is voor haar toch altijd o, zoo'n
gewemehte dagschoon hare blijdschap altijd
bitter zijbitter, omdat hij wel geld brengt,
maar ook aandringt om ieder dubbeltje nog
één keer meer om te keeren alvorens het
uit te geven.
Jansen zegt: «vragen is schande als men
het niet noodig heeft, maar riet zou ook
schande zijn niet te vragen, als men het wel
noodig heeft.» Hij gaat dus naar den Bur
gemeester en verzoekt vriendelijk, dat de
gemeente de kosten van het onderwijs zijner
kinderen drage.» Waar zendt ge uwe
kinderen ter school?» vraagt de Burge-
inetster. «Ik wil ze maar doen bij Meester
Neutraal» antwoordt Jansen. «Nu goed,
zend ze dan maar,» zegt de Burgemeester;
«ge verdient te weinig om schoolgeld te
betalen.
En Jansen Degeeft zich naar huis, ver
heugd dat zijne kinderen gratis onderwijs
zullen ontvangen op de Openbare School.
Onze vriend Pietersen schelt eenige dagen
later ook bij den Burgemeester aan met
hetzelfde verzoek. «Daar ge in dezelfde
omstandigheden verkeert als Jansen,» zegt
de Burgemeester tot hem, zal de gemeente
ook voor uwe kinderen het onderwijs be
kostigen. Ge zult ze toch ook bjj Meester
Neutraal doen?»
«Vraag excuus, Burgemeester» antwoordt
Pietersen, «ik wilde ze gaarne op de Chris
telijke School hebben bij Meester Overtui-
ging.»
«O neen, dan betaalt de gemeente geen
cent voor uzegt de Burgemeester haas
tig «wel als ge ze zendt naar de openbare
school. Dat doet Jansen ook.«Dat ver
biedt mijn geweten mijbij den doop mijner
kinderen heb ik beloofd ze te zullen en te
laten opvoeden in de vreeze des Heeren
antwoordt Pietersen. «Maar onthoudt de
gemeente mij ondersteuning, omdat ik de
Doopsbelofte wensch te houden, terwijl
Jansen ondersteuning krijgt, omdat hij de
Doopsbelofte gebroken heeft, zooals hij zelf
rondweg erkent
Nu begint de Burgervader eene lange
redeneering: met vele lange en rare woorden
doorspektmaar die in goed Hollandseh
wil zeggen Ja, Pietersen daarom krijgt gij
geen ondersteuning, voor geen cent.» En
Pietersen gaat bedroefd naar buis. Hij krijgt
nu ondersteuning van eenige Christenen,
maar elke week moet hij nog zjjnen kinde
ren een kwartje medegeven terwijl Jansens
kinderen voor niets gaan, prijzen krijgen
(en mooie ook) en nog elk jaar een uit
stapje mogen doen onder de hoede van
meester Neutraal.
Zeg zelf, waarde lezer, is er in ons land
geen boete op het Christelijk onderwijs
En moet die er niet zoo spoedig moge
lijk af
Maar hoe moet het dan zegt ge mis
schien. Ja, dat weet ik niet rechtMaar
er zijn knappe lui genoeg, die't wel weten.
Ik heb hooren vertellen, dat er in '78 tege
lijk met het volkspetitionnement den koning
acht verschillende plannen zijn aangeboden
om het onrecht weg te nemen. Ik heb zoo
wel eens gedacht als er eens in elke gemeente
eene schoolcommissie benoemd werd, tot
ondersteuning van armen in de kosten van
't onderwijs; maar eene onzijdige commissie.
Als Jansen dan kwam, dan konden zij
vragen: «Hoeveel verdient gij?» «Zooveel.»
«Goed»Hoeveel kinderen hebt gij»
«Zooveel».
«Nu dan behoeft ge niet te betalen, de ge
meente betaalt voor u.»
Maar dat moest dan ook gezegd worden,
als Pietersen kwam vragen. Dan kon hij
b. v. elke maand zooveel halen, als hij voor
't onderwijs zijner kinderen betalen moest
op de Christelijke school.
Maar misschien praat ik als een blinde
over de kleuren. Ik ben geen bestudeerd
man; maar zooveel weet ik toch wel, dat
het schande is een Christen als een ver
schoppeling te behandelen; en, lieve lezer,
zooveel weet gij zeker ook.
(N. Zw. Crt.) Jan Kijk-uit.
14 Mei 1888.
Donderdag (Hemelvaartsdag) werd te
Groede de 19e samenkomst van het
Zeeuwsche Jongelings Verbond gehouden in
een der lokalen van de Christelijke school al
daar. Vertegenwoordigd waren 9 afdeelingen.
Als nieuwe afdeeling is toegetreden de
vereeniging te Kloetinge. De vereeniging
te Breskens had zich te. uggetrokken, doch
naar het schijnt uit misverstand, zoodat ver
wacht mag worden dat deze vereeniging
zich weer zal aansluiten. De vereeniging
te Nieuwvliet zal deze zaak ook behandelen
die dan op een volgende samenkomst kan
worden toegelaten. Uit de rekening en
verantwoording van den Penningmeester
bleek, dat er een voordeelig saldo in kas
was van f 11.2972-
Wegens periodieke aftreding werd met
algemeene stemmen tot Secretaris van den
Bond herkozen K. Le Cointre.
Van den Belgischen Bond was eene uit-
noodiging ontvangen tot bijwoning van haar
vergadering te Charleroi op 20 en 21 Mei
a. s. waarvan geen gebruik zal worden ge
maakt. Ook was een schrijven ontvangen
houdende kennisgeving van de oprichting
van een Ned. Luth. Jongelings Verbond te
Amsterdam.
Over het le punt van het Program had
een langdurige gedichtenwisseling plaats.
Zij was ingezonden door de Goesche ver
eeniging Openb. 3:Ub en luidt: Ligt het
oprichten van Gymnastiek- en scliermver-
eenigingen op den weg der Christelijke
Jongelingsvereeniging. Dit punt, ingeleid
door de Jonge, was ontstaan door de beweging
die er op dat gebied tegenwoordig heerscht.
Vooral in Goes waar niet minder dan een
8 tal van dergelijke vereenigingen of clubs
bestaan van allerlei schakeering. Zijns in
ziens moet de vraag ontkennend beantwoord
werden. Wel is hij een voorstander der
gymnastiek en kunnen de leden zich onder
ling hierin oefenen, ook dat is goed. Maar
hij meent, en meer andere sprekeis zijn
van meening dat het oprichten niet op den
weg van de Jongelingsvereeniging ligt. Ook
onze vereenigingen zijn daarvoor te gering in
ledental, te meer daar men te kort schiet
in de noodzakelijke werkzaamheden der
vereeniging die voorop moeten staan. Als
de zang, en goede bijbelbespreking enz. onze
krachten vorderen, dan mogen zeker
zulke zaken niet op den voorgrond
treden. Het oprichten van zulke af
deelingen wordt door Plezier warm ver
dedigd. Hei is gezond en 't is gebleken
dat men in Goes gaarne buitelt en springt
en waar de wereld hiervoor nu de gelegen
heid opent waarom zouden ook wij dit niet
doen
Het kan een middel zijn om de jongelingen
te lokken. Fey zegt dat dit laatste wel
goed is als men dan maar niet aan die
brug blijlt staan, terwijl de Jonge meent
dat de vereenigingen toch niet alles op hun
vork kunnen en mogen nemen. Want dan
zou onze vereeniging ook wel zweminrich
tingen, visscherijen enz. enz. kunnen gaan
oprichten. Ook daartegen zou Plezier geen
bezwaar maken wanneer er maar tijd en
geld voor was. Wanneer hij Rotschild tot
zijn neef had en over diens geld kon beschik
ken zou hij nog veel meer voor onze jon
gelingen willen beschikbaar stelleD.
Ten slotte wees de heer Liithelm er nog
op dat aan de gymnastiek ook gevaren zijn
verbonden, vooral wanneer er een goed
onderwijzer ontbreekt. Hij zou dan nog de
voorkeur geven aan de Heil-gymnastiek
doch dit vereischt een nauwlettend onder
zoek naar de oorzaken.
Punten 2 en 5 als van dezelfde strekking
worden te zuamgevoegd ingezonden door
Goes en Middelburg ten doel hebbende om
de uitgave van het tijdschrift «Excelsior»
onder redactie van de heeren Hoogenbirk en
Wormser te verzekeren
De inleiders de Jonge en le Cointre dezer
beide punten deden uitkomen dat die tegen
woordig het eenige degelijke tijdschrift is
voor jongelingen.
Dat het tot hiertoe betrekkelijk weinig steun
geniet en aan de nette uitvoering en dege-
lijken inhoud groote onkosten verbonden
waren. Mocht er dit jaar weer een tekort
zijn dan zal vermoedelijk deze uitgave ge
staakt worden, hetgeen zeker te betreuren
zou zijn. Feij meent dat wij niet geroe
pen zijn de flnantieele ondernemingen van
uitgevers te steunen. Dat de prijs S5-eI te
hoog was, ook in verhouding met wat andere
landen ons bieden en de redactie's van
zulke bladen moesten dan ook maar geen
eischen stellen en uit lietde tot de zaak
hun gaven daaraan wijden. Hiertegen
wordt aangevoerd dat niet het belang
van uitgever en redactie op den voorgrond
treedt, want die hebben daar waarlijk zulk
een blaadje niet voor noodig maar het is
voor onze jongelingen zelf nuttig.
Ook gaat de vergelijking met het buiten
land niet op, daar de oplagen veel grooter
zijn dan in ons land. Algemeen ismen van
oordeel dat het abonnementental moet ver
meerderen en zoo mogelijk door vrijwillige
bijdragen het tekort gedekt. Ook wordt
de wensch uitgesproken dat de pr(js mocht
verlaagd worden waardoor toch zeker het
aantal abonnés aanmerkelijk zou stijgen.
Punt 3. Hoeveel geld besteedt de wereld-
ling in den dienst der zonde en hoeveel
geld en kracht besteden de Christelijke
Jongelingsvereenigingen in den dienst van
Gods Koninkrijk ingezonden door Groede.
Uit de inleiding bleek dat deze vereeni
ging beschuldigd was van op geld gegrond
te zijn, omdat de leden een vaste contributie
moeten betalen. Er wordt ook wel voor
andere Christelijke doeleinden geld verzameld.
Zij heeft o. a. een Suppletietonds ten be
hoeve van het Christelijk onderwijs. Deze
vereeniging behoeft zich echter dit verwijt
niet aan te trekken. Men moet ook voor
den arbeid op christelijk gebied geld hebben.
Het ware te wenschen dat men in vele
gevallen losser van het geld was waar het
den arbeid in den dienst van God geldt.
Al is het niet direct voor den dienst der
zonde dan wordt er nog zooveel uitgegeven
voor ons eigen genot (denk slechts aan
bier, sigaren en tabak) dat er wel wat
meer aan den arbeid op christelijk gebied
kan gedaan worden.
Punt 4. Mede ingezonden door dezelfde
vereeniging luidt: In Zeeland zijn in verge
lijking met andere provinciën maar weinig
christelijke scholen. Is daarop de aandacht
der christelijke jongelingsvereenigingen wel
gevestigd? In de toelichting werd ook ge
wezen op het groote verschil b. v. in het
liberale Friesland. Daar zijn veel meer chris
telijke scholen dan in Zeeland. Vlissingeti
meende dat de jongelingsvereenigingen zich
deze zaak niet kunnen aantrekken en dit
aan anderen moet worden overgelaten. De
jongelingsvereenigingen moeten hun krach
ten ten behoeve der jongelingen aanwenden.
Hierop werd geantwoord dat niet de op
richting van scholen gevraagd werd maar
wel de steun. En dien vooral kunnen
de leden der Chr. Jong. Vereeniging
door middel van hun leden bieden.
Bijv. door behulpzaam te zijn bij het hou
den der Unie Collecte., en door on
derlinge bespreking van het nut en de noodza
kelijkheid dier scholen. Van waar het ver
schijnsel dat er zoo weinig christelijke scholen
in Zeeland zijn
In deze streek wordt gedaan wat men kan
maar bijv. in het orthodoxe Walcheren?
Is het niet omdat men te weinig doordron
gen is van de noodzakelijkhe:d? Zeker is
de valsche toestand voor een deel daarvan
de oorzaak, omdat er openbare onderwijzers
in de openbare scholen een zoogenaamd
christelijk onderwijs geven ende re: