che Boot CHRISTELIJK- NIEIJWSBLAD HISTORISCH YOOE ZEELAND. lelde. DERVOET, ergervoet. 1888. No. 70. Dinsdag 13 Maart Tweede Jaargang. DEN-VLAKE. Stoomtjalk inkel te Goes ren, Sterkedran- ren, Tabak )otdienst idienst. VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: Onze schuld aan Indië. Buitenland. Fabrieksmerk. aan. bij den Heer ten. u. m. u. m. ïm 12,30 3,45 1,— 4,15 W oensd. en Zat. 7.30 2,45 7,50 3,05 10,30 11 6,— 12,30 6,20 12,50 DE JRHANDEN Veevoederskooktoe- Wiegen, Vlechtwerk, cules, Petroleum - n, enz. enz. r lage Prijzen. itraat, GOES. adres aldaar voor wante Artikelen. LIJKS evm.6en9. nam. 3. u. 7.35, nam. 1. en 4.45. i: vm. 7,15 ennm. 1.15. middellijk na aankomst u. vm. en 5,36 u. nam an en naar het Spoor rijdep ingenMiddelburg. kuren ;m. 5, Zeilm. 6.30, 8, 3,30, 5. 6.30 8. 10.15. 30, 7,15, 8,45, 10,16 .15, 5,45, 7,15 8,45,11 isclieu Middelburg eu ssingen. |20f,8,-,9,15f,10,- nm l,40f,2,30, 3,30f f,9,—'10,\M— 30f, 3,30, 4,30f,6,— izen aan waarbij aan q wordt aangelegd. eggen aan de Keersluis naar ROTTERDAM 's morg. 10.30 u. TERDAM naar GOES art 's morg. 5.30 u. naar ROTTERDAM aart 'smidd. 1,u. OTTERDAM rt 's morg. 4,u. s Rotterdam bij den E LANGE, op 'tHa- I. BOUWMAN. BOS, irectie. -{.otterdam Nieuwe tkeubrug. EEW, elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers-0,02s UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. {Ingezonden.) De groote Bismarck, de man die met onverdroten ijver, in de laatste dagen voor het behoud van den vrede in Europa heeft geijverd, gevoelde het onhoudbare, van een staat te willen besturen, zonder van een .vast standpunt uit te gaan, alleen in God te zoeken, en sprak als zoodanig in het Duitsche parlement, deze zoo belangrijke woorden „Elke staat moet, wil hij van zijn voort bestaan verzekerd zijn, of zijn recht van bestaan, waar het bestreden wordt bewijzen, op Godsdienstigen grondslag staanvoor mij zijn die woorden bij Gods genade daarom geen holle klanken, maar ik zie daarin de erkenning, dat de vorsten den scep ter- door God hun toebetrouwd, naar Gods w i 1 z waaien willenals den wil van God kan ik echter datgeen alléén erkennen, wat in het Christelijk Evangelie geopenbaard isen ik geloof in myn recht te zjjn, onder Christelijke Staat, zulk een te verstaan, die zich tot taak heeft gesteld, de leer van het christendom in practijk in het werkelijke leven te brengen; slaagt men ook niet altijd daarin, zóo ver te komen-, toch geloof ik, dat het in praktijk brengen der Christelijke leer de taak der Regee ring blijft." Zoo sprak de man, wiens staatsmans- wijsheid en diep inzicht, thans door geheel Europa geëerbiedigd wordt. En wanneer wij nu aan deze het staatsbeleid onzer liberale regeling in Indië toetsen, hoe zeer vinden wij het dan in strijd met de begin selen van dien staatsman. En behoeven wij ons dan wel te verwonderen over de rampen en tegenspoeden, die ons daar tref fen, en waarin wij op eene kennelijke wijs bewaarheid zien, wat het Bijbelboek zoo treffend leert«Die mij eeren zal ik eeren, maar die mij versmaden zullen licht geacht •worden.» Java, dat men met recht vroeger noemde de parel aan Neêrland's kroon, en als de kurk wel eens beschouwde waarop Nederlar.d dreef; dat bij afwerpen van millioenen schats, tevens een welvaart deed kennen, die de verbazing van den vreemdeling wekte, terwijl het de bevolking in welvaart en ontwikkeling zag toenemen onder de heil zame werking van een bestuursstelsel, door den genialen Gouverneur-Generaal Van den Bosch in [werking gebracht, een man bezield met liefde voor de bevolking, en een hel deren blik in 's lands belang, dat Java is thans een lastpost voor Nederland geworden, dat zijn ondersteuning behoeft, in stede van zooals vroeger, schatten af te werpen. En behoeft men zich hierover wel te verwonderen? Is dit niet een natuurlijk gevolg van de liberale regeeringswijs Hoe heeft Nederland beantwoord aan de zege ningen dit onder een beleidvol bestuur, de zoo viuchtbare bodem van Java opbracht? Heelt men zich beijverd de kennis van het Christendom, in ruil voor dit alles, onder de bevolking te verspreiden, uit er kentelijkheid aan God door wien wij dit alles genoten Heeft men zich beijverd de bevolking, verzonken in den nacht van heidendom en islamisme, met de zegeningen van het christendom bekend te maken, en dus te beantwoorden aan deszelfs roeping als Christen Staat? Men heeft scholen opgericht op Java, tot beschaving en ontwikkeling van den Inlan der, en zelfs schatten hieraan verspild, maar heett zich zorgvuldig onthouden aan dat onderwijs,die bezielende kracht toe te voegen, die alleen het christelijk onderwijs geven kon. Thorbecke, zich hierover eens uit latende, zeide, dat hij dat onderwijs, tot beschaving van den inlander, beschouwde als een droppel in den emmer en dat er wel een eeuw kon verloopen, eer dat onder wijs de bevolking kon doordringen; dat het beginsel van den Islam zich hiertegen verzettedat, als een afgesloten geheel was en dat zoolang dat beginsel, niet door den geest van het christendom verbroken was. alle pogingen van beschaving hierop moesten alstuiten, terwijl dat onderwijs slechts dienen kon, om wapens te smeden, waarmede men wellicht later ons zelfs zou bestrijden. Zoo sprak de man, die als geschiedvor- scher toonde de kracht van den Islam te kennen. En desniettegenstaande is de regeering op den ingeslagen weg blijven voortgaan, en vaardigde zelts de minister van Bosse een besluit uit, op 3 Mei 1871, waarbij alle ondersteuning, welke vroeger van Rijkswege plaatsvond, aan instellingen, waar zendelingen of particulieren zich met het geven van christelijk onderwijs aan de bevolking bezig hielden, werd verboden. Terecht moest men zich verwonderen over zóódanig besluit, daar nergens bleek van eene vijandige ot oproerige stemming bij de bevolking tegen het christendom, en de zendelingsscholen zelf meei bezocht wor den dan de Staatsscholen, en men ook zonen van inlandsche hoofden onder de bezoe kers dier zendingsscholen kon tellen. Terwijl de zendingsscholen in de Mir.ahasse in den bloeiendsten toestand verkeerden, en bewij'en leverden van de groote kracht tot beschaving, die het christendom bezitpro fessor de Vrieze, Indië doorreizende, als zijnde belast met den gang van het onder wijs gade te slaan, was bij het zien van die inrichtingen in verbazing opgetogen, en zeirle dat dit de ware wijs was, om de bewoners van Java te beschaven, en welvaart onder de bevolking te verspreiden. Dat dit besluit ten nadeele van die en ook andere christelijke inrichtingen, die tot dien tijd, van Staatswege onderstand genoten, strekken moest, laat zich begrijpenen dat zulks, gevoegd bij de belemmeringen welke onze Christen-zendelingen vaak moeten ver duren, zeer ten nadeele werkt voor ons overwicht op eene bevolking die van zijn vroegste jeugd in priesterscholen godsdienst onderwijs ontvangt, laat zich gemakkelijk gevoelen, daar de gedachte bij velen veld wint, dat de Staat geen Godsdienst bezit. Het liberalisme, dat alleen door uitwen dige middelen de bevolking tracht te be schaven,meent dat te kunnen bereiken, «Ween door het 'doen verhoogen van dagloonen door den Staat, in het afschaffen van Heerendiensten, zonder op die wijze echter de ware volkswelvaart te ontwikkelen. DE LAAT >TE OOGENBLIKKEN VAN KEIZER WILHELM. De dood van den Duitschen Keizer is nog spoediger gevolgd dan men eerst verwachtte, de geneesheeren hadden reeds plan gemaakt om Vrijdagmorgen te negen uur nog een bulletin uit te geven. Nadat de keizer Donderdagavond eenigszins rustiger was ge worden, bleef te vijf uur plotseling de pols weg, de geneesheeren meenden, dat het einde reeds was gekomen, maar de pols kwam weer terug. Nu las de opperhofpre- diker Kogel gebeden voor, die uit bijbel teksten bestonden. De keizer hoorde klaar blijkelijk toe en viel hier en daar met het juiste woord in. Toen de groothertogin van Baden hem vroeg, of hij de woorden van den geestelijke verstond, antwoordde hij bevestigend. Spoedig daarop begon de keizer, tot niet geringe verbazing van zijne omgeving, met prins Wilhelm te spreken, en wel over den politieken toestand, als voortzetting van een, enkele dagen geleden door hem met den prins gevoerd, gesprek. De keizer sprak met volkomen helderheid over de gebeurtenissen in Frankrijk over de inrichting van het Fransche leger, ook ot r Rusland, hij zeide, dat er geen oorlog met Rusland zou komen, enz. De groot hertogin van Baden verzocht haren vader zich niet, door veel spreken, te vermoeien, waarop de keizer met luide stem antwoordde ik heb nu geen tijd meer om moede te zijn. Te acht uur 's avonds verliet hij nog eens het bed, geheel zonder hulp kleedde hij zich aan, en later weer uit. Toen de keizer weer te bed was gegaan, deed zich het verval van krachten duidelijk bemerken. Te vier uur des nachts meende men, dat liet einde nabij was. Men zond om vorst Bismarck, graaf Moltke en den hof prediker Kögel. Een moeielijke doodsstrijd was niet waar te nemen. Men meende, dat het overlijden in den loop van den dag zou plaats hebben, en daarom verlieten vorst Bismarck en graaf Moltke, tusschen zeven en acht uur, het paleis. Alle leden der keizerlijke familie waren met de keizerin om het sterfbed van den Keizer vereenigd, toen deze te half negen voor altijd de oogen sloot. Kort daarna vertoonde zich de keizersstandaard op het paleis halfmasttegen negen uur werden de rouwvlaggen aan alle openbare gebouwen uitgestoken spoedig werden ook de meeste groote winkels gesloten, en zoo was de treurmare weldra door de geheele stad bekend. Bij het balsemen van het lijk moest na tuurlijk een lijkopening plaats hebben. De geneesheeren vonden toen den steen in de blaas, die den Keizer bij zijn leven steeds zulke bijna ondragelijke pijnen had veroor zaakt. De steen had de grootte van een duivenei. De beide lijfartsen hebben ieder de helft daarvan behouden als aandenken aan den beroemdste hunner patiënten. De bijzondere nalatenschap des Keizers wordt op 60 a 70 miljoen mark geraamd. De deelneming is algemeen. In de straten van Berlijn vertoont zich niemand zonder uiterlijk teelten van rouw. De meergegoeden zijn allen in het zwart gekleeddearmeren en de kinderen dragen rouwrosetten. Omtrent de ontmoeting van Keizer Fre- derik met Koning Humbert van Italië, in de nabijheid van Genua, meldden oogge tuigen De vorstelijke personen omarmden elkaar, zichtbaar diep bewogen, in den ziekenwagen, staande, gedurende langen tijd, terwijl het gevolg daarbuiten stond met ontbloot hoofd. De Keizer onderhield zich daarop schriftelijk met Koning Humbert, en overhandigde ook een papier aan den heer Crispy, den eersten minister des konings van Italië, waarop hij zijn innigen dank betuigde voor de deelne ming van het volk van Italië. Keizer Frederik stond wel is waar nog rechtopmaar zijn gelaat is bleek als was. Toen de spoortrein wegreed, bedekte Koning Humbert het gelaat met zjjn zakdoek en zeide met bewogen stem tot den heer Crispi«Ach hij is ziek, zeer ziek I» De Kroonprins van Duitschland, thans Keizer Frederik, is gisteren te middernacht te Charlottenburg aangekomen. De over brenging van het lijk van Keizer Wilhelm naar den Dom heeft waarschijnlijk morgen plaats. Vrijdag ot Zaterdag zal de bijzetting plaats hebben in het koninklijk mausoleum. Keizer Frederik en de prins regent Luit- pold van Begeren, na Pruisen de grootste en machtigste staat in het Duitsche rijk, hebben de volgende telegrammen gewisseld «ln het oogenblik van de diepste smart wegens het verlies, dat ik geleden heb, vertrouw ik op uwe vriendschap bij de zware zorgen, welke thans op mij overgaan. Friedrich.» De prins-regent antwoordde onmiddellijk: «Diep getroffen door uw zoo roerend telegram, is het mij eene dringende behoefte, u en der Keizerin mijn innigste deelneming in het onherstelbaar verlies te betuigen en u te verzoeken, uwe trouwe vriendschap te doen voortduren. 12 Maart 1888. De heeren J. H. Geselschap, Dr. Jj van der Beke Callentels en I. C. Reesse, uitmakende het bestuur van de school met den Bijbel te Vlissingen, doen mededeeling, dat indien niet binnen drie maanden de thans tot f1100 geklommen schuld dier school gedekt en haar voortbestaan door jaarlijksehe contributiën verzekerd is, de school zal moeten worden gesloten. Ten einde dit te voorkomen, doet genoemd be stuur een beroep op de medewerking van de vrienden van de school met den Bijbel. Naar wij vernemen staat de benoeming van de heeren Van Houten, Huber, Ruys van Beerenbroek, baron De Vos van Steen- wijk en De Ruyter Zylker, leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal tot ridders van de orde van den Nederl. Leeuw, in verband met hun medewerking als rap porteurs aan het tot stand brengen van de wijzigingen in het wetboek van strafvorde ring en ile overige wetten, strekkende tot invoering van het strafwetboek. V. Het was den 4n Maart 25 jaren ge leden, dat de heer Van Kerkwijk beëedigd werd als lid der Kamer. Die afgevaardigde had onafgebroken zitting voor Zierikzee. Vrijdag vierde de heerViruly Verbrugge datzelfde jubilé. Te Amsterdam is tot lid der Prov- Staten van Noord-Holland gekozen de heer mr. C. M. J. Willeumier (lib.! met 4829 stemmen gekozen; de heer W. Hovy (antirev.) bekwam 2335 stemmen. Benoemd tot griffier bij het Kan- tongeregt te Woerden Mr. Jentink te Ter- neuzen, en te Terneuzen Jhr. Mr. Coenen van 's Gravesloot, te Utrecht,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1