Bek, (g) esche Hoot CMRISTELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH VOOR ZEELAND. ['ER IJ E N, 1888. No. 58. Dinsdag 14 Februari. Tweede Jaargang. ruiming. Ieblevene en, zwarte Sitsen, [s, Servetgoederen, enz. enz. ANTELS, assen, traat, Goes. i. Bergervoet. ienstmeid oorbootdienst ORDEN-VLAKE. ogendienst. cbe Stoomtjalk I VERSCHIJNT chelde. uitgave van G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Is Invoerrecht wenschelijk lARTIJ POERUIMD. Fabrieksmerk. ellen aan. o e s bij den Heer te letten. eene bekwame chen de 30 en 40 jaar, bij te Kruiningen. A G E L IJ K S .Vlake vm. 6 en 9. nam. 3. u. s. vm. 7.35, nam. 1. en 4.45. oorden: vm. 7,15ennm. 1.15. den onmiddellijk na aankomst eer 2 u. vm. en 5,36 u. nam zal van en naar het Spoor luist rijden. GOES naar ROTTERDAM Februari 's morg. 3.u. ROTTERDAM naar GOES Februari 's morg. 6.30 u. GOES naar ROTTERDAM Februari 's midd. 12,u. an ROTTERDAM Februari 's morg. 5,30 u. n te Rotterdam bij den F. DE LANGE,op *tHa- bij M. BOUWMAN, bij J, BOS, e Directie. te Rotterdam Nieuwe Pakkenbrup;. EU W, elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prij: per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers-0,02» nm 30 insdag, 0 ,50 u. m. u. m. 12,30 3,45 1,— 4,15 Woensd. en Zat. 7,30 2,45 7,50 3,05 10,30 16,- 12,30 6,20 12,5Q en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. {Ingezonden.) Het is opmerkelijk wanneer wij de rede neeringen nagaan, waarmede de bestrijders van een invoerrecht op de tarwe optreden hoe weinig doordacht en oppervlakkig hunne argumenten zijn. Zoo lazen wij on langs inde Haarlemmer Couran'. van 9 Januari eene berekening volgens welke werd aangetoond dat een invoerrecht van f2,40 op het mud tarwe teweeg zou brengen, dat een huisgezin van vier personen jaar lijks f24- voor deze belasting zou moeten opbrengenterwijl de heer Veegens in een stuk uit het Sociaal Weekblad dezer dagen door de Haarlemmer Courant opgenomen, zich aldus uit. „Ijfc beschermende rechten zullen tot on" midaelijk gevolg hebben dat de geheele be volking, voorzoover zij zich met den landbouw bezig houdt, duurder brood zal eten, en voor de voortbrengselen van nijverheid meer zal moeten betalen. Blijven nu hare inkomsten onveranderd, dan vloeit hieruit voort, dat zij van verschillende artikels, die zij ver bruikt, niet meer dezelfde hoeveelheid als tot dusver zich zal kunnen verschaffen; voor hetgeen nu, na bevrediging zijner nooddruft overblijft, zal een huisvader, daar alles duurder geworden is minder geriefelijkheden kunnen aankoopen dan te voren, kortom «en ieder zal zijne behoeften moeten inkrim pen en eene algemeene vermindering van welvaart zal zich tot groote schade van de nijverheid openbaren; deze nadeelen lig gen voorde hand." Wanneer het invoeren van beschermende rechten in waarheid die nadeelige gevolgen met zich zoude voeren, als de schrijver beweert, dan zeker zoude men zich hiertegen moeten verzettenmaar het komt ons voor, dat de schrijver aan groote dwaling zich schuldig maakt, en wij een gansch andere uitkomst van het invoeren van beschermende rechten zouden durven voorspellen. Om van andere artikelen niet te gewagen, willen wij ons bepalen tot een invoerrecht van de Tarwe waarvan de schrijver reeds bij den aanvang zijner redeneering zich zulke overd.evene voorstelling vormt. Wij beginnen met den schrijver te wij zen op de niet onaanzienlijke bate, welke zoodanig recht in de schatkist zoude afwer penal moge het ook zijn, dat de jaarlijk- sche invoer van meer dan zeven millioenen Hectoliters, eenige vermindering zou onder gaan, de Regeering zou ten gevolge van deze inkomst in staat gesteld worden be lastingen af te schaffen, waardoor de nijver heid zeer zou kunnen worden gebaat. Maar wij willen ons bepalen tot een onderzoek of werkelijk met een invoerrecht van f 2.40 per rouii (hoedanige belasting echter niet zou vereischt worden, daar een invoerrecht van fl,50 voldoende zou kunnen geacht worden, om den landbouwer staande te houdenmaar wij willen ten overvloede die liooge som eens aannemen, om te on derzoeken of hierdoor) eene zóó groote last op de bevolking zou worden g°legd. Wij zullen ons onthouden van alle beschouwingen op gissingen gegrond, en aannemen de officieele cijfers, welke indertijd van regee- ringswege zijn medegedeeld geworden op proefnemingen gegrond, om daarnaar den prijs van het brood te berekenen. Het is bekend toch dat vroeger in deze landen, sedert onheugelijke tijden, eene zoo genaamde gemaalbelasting bestond, welke eerst met Januari 1856, onder het ministerie van Hall is afgeschaft. Bij het bestaan dier belasting achtte de Regeering zich geroepen, daar het brood het hoofdvoedsel voor de bevolking is, toe zicht op dien prijs te houdentenwelken einde de prijs van het zelve maandelijks werd geregeld, door de plaatselijke besturen, overeenkomstig den gemiddelden marktprijs der granen. Het was als zoodanig dan ook, ten einde meer zekere grondslagen te hebben, waar naar dien prijs te berekenen, dat bij de wet •*an 25 Januari 1826 St. no 5 na gedane officieele proefnemingen een voorschrift werd aangegeven, om diensvolgens, den brood prijs vast te stellen. Nu willen wij dit voorschrift volgen, en dus gelegenheid geven daaraan te toetsen den thans bestaanden broodprijs als aan gekondigd in het Dagblad van 2 Ja nuari 11, wat belangt de Haagsche broodfa briek, ten einde hieruit blijke, of eene belasting zelfs van f 2,40 per mud dien last op do bevolking zou brengen, als dc schrijvev zich voorstelt, en welke, volgens den heer Veegens in het Sociaal Weekblad, de grootste nadeelen voor de maatschapi>ij met zich zoude voeren. Wij nemen tot berekening het zoogenaamd kropbrood, 't geen alléén een zekeren maatstaf kan geven, daar het builen zoogenaamd, naar verkiezing geschiedt; wij doen dit te meer daar bet kropbrood, vroeger alihans, algemeen door den werkman gebruikt werd, en nu stelle rnen den prijs der tarwe op f 6.60 De voorgestelde belasting door den schrijver op- 2,40 Maallion volgens opgaaf - 0,47 Brouwersgist- 0,12 Zout- 0,10 Brandstof- 0,43 Arbeidsloon- 0,42 f 10^54 Als bato hiervan af te trekken, voor houts- en turfkolen - 0,22 rest dus f 10,32. welke som dus, volgens officiéél model, aangeeft de kosten vallende op het verbak ken in brood, van een mud tarwedaar hierbij echter niet is gerekend op de noodige winst voor den bakker, willen wij, naar aanleiding van eene opgaaf naai- proefneming te 's Hage, den laatstee post nog verhoogen met f 2,58, waardoor bet het geheele bedrag dus wordt f 12,90. Volgen wij nu die officieele opgave, dan wordt uit het mud graan, berekend op 776/,o pond, 't welk thans op 80 zou kunnen gesteld worden, gebakken 110 N. ponden brood, zoo-lat thans de prijs van het brood zou bedragen per kilo ll8/u cent. Maar ten overvloede willen wij hier nog bijvoegen eene zeer nauwkeurige opgaaf van een bestuur ten platten lande, als volgt Prijs van de Tarwe f 6,60 Belasting als voren gesteld op 2,40 Gist0,10 Maalloon0,60 Zout0,10 Brandstof0,65 Arbeidsloon3, f 14,85 Volgens deze opgaaf zou dus het kilo brood ten platten lande, immers bij den gewonen bakker te staan komen op 13l/a cent. Wanneer men nu echter nagaat dat het brood -voor het ineerendeel der bevolking thans in broodfabrieken gebakken wordt, waar alles in het groot wordt ingeslagen, en dus minder kostdat bereiding aldaar machinaal geschiedt, en ook het bakken mindere kosten aan brandstof vordert, dan volgt hieruit dat de kosten van bereiding aldaar van liet brood niet te laag zijn be rekend. Wanneer men nu ziet dat volgens de eerste officiëele opgaaf van bereiding, het brood slechts zou behoeven te kosten 118/„cent en volgens de duurste bereiding ten platten lande niet meer zoude kosten dan 13'/2 cent het Kilo, en men deze prijzen vergelijkt met den laatst aangekondigde» prijs van het brood der Haagsche broodfabriek van 12 ct. voor het vloer- of kropbrooddan vragen wij vanwaar het schrikbeeld dat i den heer Veegens zoo zeer verontrustte met het oog op den nij veren stand, daar zelfs een belasting als aangegeven van invoer op het vieemde graan geen bezwaar aangaande den prijs van het brood van eenige betee- kenis zou behoeven op te levesen voor de steden; terwijl de verbooging van 1 Va cent per Kilo op het platte land, rijkelijk zou worden vergoed door de meerdere welvaart, welke eene zoodanige belasting door verbete ring van den toestand van den landbouwer ook voor (ien arbeidersstand en den werk man zoude opleveren Men neme' daarbij in aanmerking dat bij bet doen van onze berekeningen wij aan namen dat werkelijk de prijs van het graan met hot volle bedrag van den belasting- prijs zoude verhoogd worden, 't geen in Duitschland al'.hans niet het geval schijnt te zijn geweest, en dus ook hier te lande wel niet te wachten is. En wanneer men nu aanneemt, dat een halt kilo of 5 ons de gemiddelde consumtie van den mensch is, 't geen volgens eene mij verstrekte opgaat van de broodfabriek te 's Hage zelfs minder bedraagt als zijnde de gemiddelde berekening daar voor de stadsbevolking, slechts één kilo voor drie personen, dan mag men vra gen of die belasting zelfs tot een bedrag van f2,40 zoo drukkend zoude zijn voor den werkman, dat de industrie hierdoor schade zou behoeven te lijden door vermin dering der welvaart bij den industriëel. Wij voegen hier nog bij, dat alleen in dezen sprake is van eene -belasting op de Tarwe, terwijl de Rogge, vroeger althans het meest gewone voedsel van den werk man in de steden, onbelast zoude blijven, zoodat, al ware ook éénige verhooging door een invoerrecht van den prijs van het tarwebrood te wachten, zulks voor den werkman nog geen bezwaar behoefde op te leveren En gaan wij nu verder na, dat de ge drukte toestand waaronder de landbouwer lijdt, noodzakelijk ten gevolge moet hebben eene vermindering in het loon zijner arbei ders, welke in Zeeland, bij do meer inspan ning vorderende wijze van bearbeiding der gronden, een niet onbelangrijk getal voor iedere hoeve uitmaaktwaardoor eene verarming van dien zoo nuttigen stand zal veroorzaakt worden, wat voor de armbe sturen ten platten lande geen gering be zwaar zal wordendan vragen wij, na het hierboven aangevoerde of niet met volle recht mag worden aangedrongen op eene billijke belasting op den invoer, althans van de tarwe uit den vreemde. Vooral ook bjj het aanzienlijk bedrag dat deland- bouwers voor zijne landen aan den staat en in Polderlasten verplicht is op te breneren, waardoor de geringe opbrengst welke zijne landen hem thans opleveren, zoo aanzien lijk wordt gedrukt als wel geen andere stand in de maatschappij. 13 Februari 1888. Vrij lagavond vergaderde te Goes de anti-revolutionaire kiesvereeniging «Voor Nederland en Oranje» onderanderen tot het stellen van een candidaat voor het lidmaatschap der Tweeae Kamer. Er was een belangrijke opkomst. De voorzitter dhr. Quist opende de vergadering met gebed nadat gezongen was Ps. 72 1. Hij wees verder op bet doel der bijeen roeping van de leden der vereeniging. Hij herinnerde er aan, dat nu door de wijzi gingen die de kieswet en de kiestabel hadden ondergaan, voor het nieuwe enkel voudige hoofdkiesdistrict Goes voortaan slechts een candidaat voor de Tweede Kamer moest worden aangewezen. Hij stelde de leden in de gelegenheid uit te maken wien van onze twee aftredende leden zij wensch- ten te behouden, terwijl de laden ook vrij waren de aandacht op andere, mits anti revolutionaire candidaten te vestigen. Na mens het bestuur vestigde hij de aandacht op jhr. mr A. F. de Savornin Lobman, ons oudste lid. Over de candidatuur Lohman voerde daarna het woord de hr. Jhr. mr. J. J. Pompe v. Meerdervoort. Deze beval de candidatuur van den heer Lohman met warmte aan. Hij deed dit vooral op grond van vroegere persoonlijke kennismaking. In de 5 jaren dat spreker lid der Tweede Kamer was had bij den heer Lohman leeren waardeeren als mensch, als christen staatsman en als rechtsgeleerde, bijna on geëvenaard in rechtskennis en werkkracht, aan wien wij o. a. de wijziging en verzach ting van de schoolwet te danken hebben. Spreker wees er op dat hoewel hij niet in alles met den heer Lohman gelijkdenkend was, gelijk ook in de natuur geen twee grassprietjes geheel eender zijn, hij toch den staatsman Lohman zeker steeds gaarne zou helpen afvaardigen, die om zijn min zaam karakter, eerlijkheid van overtuiging en zeldzamen staatsinansblik door vriend en tegenstander geëerd werd. Andere candidaturen werden niet be sproken, en bij stemming bleek dat 74 van de 80 aanwezige leden zich voor de candidatuur van dhr. Lohman verklaarden. Van de overige stemmen waren 4 op den heer Pompe en een op dhr. Schimmel- penninck uitgebracht, terwijl een briefje in blanco was. De af deeling Goes stelde dus den heer Lohman candidaat. De eind- candidatuur kan eerst bekend zijn wanneer ook de af- deelingen «Noord-Bevelanden «Thole*" zich zullen verklaard hebben. jzer, Tot afgevaardigden naar de Do j vergadering werden bij acclatPj n)Ut« de heeren Quist en M. de -*- De kiesvereeniging telt aderen. en kantore vaa e s,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1