CHRIST ELIJK- NÏEUW SBL AD HISTORISCH YOOR ZEELAND. 1888. No. 57. Zaterdag II Februari. Tweede Jaargang VERSCHIJNT F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: Een verblijdend bericht Lohman's rede te Middelburg. DE EEW, elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. P.ijs per drie maanden lraneo p. p. f0,95 Enkele nommers-0,02s UITGAVE VAN G. M. Klemkerk, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dezer dagen brachten wij in een onzer Politieke praatjes enkele bezwaren in het midden, tegen Marnix' onstaatkundig denk beeld van «onverwijlde» schrapping van artikel 168. De Roeper heeft dit bezwaar weggenomen door de mededeeling dat Marnix ook «overgangsmaatregelen wil.» Ook wil «dat de tegenwoordige titularissen levenslang hun tractement ontvangen. Ook wil «dat men termijnen van zoo of zooveel jaren kon nemen, waarin percents gewijs de rijksgelden voor de Kerkgenoot schappen worden ingehouden.» Ook wil «dat dezulken, die réchten meenen te bezitten, de handhaving van dat recht langs den rechterlijken weg moeten zoeken.» Dit alles verklaart de Roeper. Zeer terecht antwoordde hierop de Pro- teslantsche Noordbrabanter Maar dan wit Marnix precies hetzelfde wat het Program wil; wat door verschil lende antirevolutionairen mekracht is verdedigd, en watdoch slechts indien allen zich tegen onze volbloed-synodalen vereenigen, misschien spoedig verkrijgbaar zou zijn! Waartoe trekt men toch steeds op tegen eigen vrienden, en staat men zich zeiven in den weg? Ons dunkt, na het optreden van «Een dracht maakt macht» moest Marnix toch eindelijk inzien, dat het Synodaal gezel schap zich onwel begint te gevoelen, en dat, waar geen wezenlijk verschil is, twee dracht verlamt 1» Juist. Eendracht maakt macht. Zoo luidde het antwoord dat hierop door de heeren Brummelkamp en Mulder in de Bazuin van heden gegeven werd. In een kalm geschreven artikel deelen deze bestuurs leden van Marnix mede, dat zij hun lid maatschap van Marnix hebben opgezegd, wijl zij geene vrijheid meer vinden zich van hunne anti-revolutionaire broeders af te scheiden, of tegenover hén positie te nemen. Wij wenschen dit schrijven waarin de zoo zeldzame Zeeuwsche rondheid van Mulder en de broederlijke gulheid van professor Brummelkamp, zoo duidelijk uitkomen, latei- in zijn geheel op te nemen. Voorloopig volsta de mededeeling van dit merkwaar dige f it, dat een goeden, een overstelpenden indruk maakt, tegenover de lafhartige be- ginsellooze houding van Bronsveld en Bui tendijk en zoovele clericale broeders, die enkel om linn stantstractement te kunnen behouden, het vrije onderwijs, de vrijheid in al hare vormen, het staatsbelang, aile rechten en christelijke historische beginselen prijsgeven. Waarlijk, voor den terugkeer van eiken oprechten broeder, die openlijk zijn ongelijk erkent, met schuldbelijdenis, tot de broeders terugkeert, verblijden wij ons; zulken zijn ware broeders. Die op eene andere wijze tracht binnengeloodst te worden, dien reke nen wij onder de valsche broeders. Voor hen hebben wij ons te wachten, veel meer dan voor de «nationale» partij van Buitendijk. De heeren Brummelkamp en Mulder zeg gen van onze leiders en wij zeggen het hun na: «Leide de Heere, en gebruike Hij hen nog lang tot bevordering van zijn Souverein Rijk, te midden der rijken dezer wereld. (Slot.) Spreker ging daarna over tot de bespre king van het Program van Actie. De Volksinvloed. Wij willen dat het volk zich weer kan uitspreken. Kiesrecht is niets dan een middel. De liberalen hebben gemeend dat het is een recht dat aan elk staatsburger toekomt en het algemeen stem recht ligt op de lijn van het liberalisme, en waar men dus een lijn trekt daar wordt het gevoel van onrecht opgewekt. Het is immers zeer noodig dat iedere kring zich uitspreekt en opkomt voor zjjn eigen be langen. Het voorrecht kiezer te zijn is daarin gelegen dat z ij n e belangen in hoofdzaak worden behartigd. Een boer b. v. heeft geen verstand van buitenlandsche politiek, maar als men hem 'laat kiezen over zijne belangen, dan zal hfj zich niet laten misleiden. Het streven moet dan ook zijn de verschillende klassen zich over hare eigene belangen te doen uitspreken. Wjy mogen die belangen niet door de meerder heid laten overstemmen. Het stemrecht willen wij verbinden aan de gezinshoofden. Beschermende rechten. Ik kan niet ont kennen dat het my voorkomt dat de libe ralen alleen de belangen van den handel behartigen. Dat b. v. al ons graan naar Amerika gaat is voor een Nederlander nu juist geen aangenaam vooruitzicht, tenzij hij het graan naar Amerika volgen wil. Men heeft het transport zoo goedkoop mo gelijk gemaakt. Amerika betaalt geen grond belasting of heel weinig en kan dus con- curreeren met ons land. De fout der libe ralen ligt daarin, zij zitten vast op een dogma en als iemand zegt ik ben voor bescher ming, dan ziet men zoo een aan voor een domkop. Landsverdediging. Ook daarover een enkel woord met name over de plaatsvervanging. De toestand welke thans bestaat is slecht. Met het leger kan men ons land niet ver dedigen, hoewel het zeer veel geld kost. Wanneer wy de plaatsvervanging afschaffen dan zou men voor 't zelfde geld een veel grooter leger kunnen hebben. Immers de kiezers van vroeger waren niet gewoon het geweer te dragen. Wat zou er gebeurd zijn in ons land als wij in oorlog kwamen; dan bleven de kiezers thuis en men zou een groot deel van den minderen man in den pan hakken of doodschieten. Men zou de verdediging moeten overlaten aan den minderen man. Wat zoudt gij zeggen als een huisvader, wiens huis in nood verkeerde tot zyn dienstknecht zeide, hier hebt gij een geweer en f'20 of f30, verdedig, nu mijn huis, en hij ging zelf op een zolder kamertje zitten? Gij zoudt zulk eenen man een lafaard noemen. En wy doen hetzelfde. In de middeleeuwen ging de adel voorop en dat behoort ook zoo, en moet weder zoo worden. Arbeiders. Toen dr. Kuyper heeft aan gedrongen op een wetboek voor den arbeid, heeft men er mee gelachen. Men wil maar niet zien dat een groot aantal van ons volk, slaven van den arbeid zijn ge worden. De liberalen zien dat ook r.iet in. Wat zal men dan doen Aan de Ministri- ëele Bureaux zal men nu gaan zeggen hoe het gaan moet. Maar over die dingen mogen niet oordeelen zij die bovenaan staan, maar wel zij die kennis hebben van die belan gen. Men zou de boeren zeer treffen door b. v. allen arbeid aan kinderen beneden de 12 jaar te verbieden. Daarom willen wij Kamers van arbeid. Kerk. Is het verstandig een teere quaestie aan te raken Mij dunkt van ja. Wij mogen toch geen struisvogelpolitiek volgen. Het is hier wel is waar de plaats niet ons in kerkelijke quaesties te verdiepen en die uit den weg te ruimen, maar wij vragen alleen is het rechtvaardig dat voor een groot deel der kerkelijke behoeften door den Staat wordt voorzien. Uit de Staatskas krijgen b. v. de Roomschen en de Hervorm den, maar de Chr. Geref. niets. Is men van meening dat de godsdienstige arbeid der kerk aan den Staat ten goede komt, dan vragen wij doet dan de Chr. Ger. Kerk niet even goed haren arbeid Zegt men ja, maar de Staat betaalt alleen de Herv. kerk, dan hadden zij daar maar aan moeten blijven. Dan vraag ik waarom betaalt men dan de Roomsch-Katholieke kerk die hier ook niet bij behoort Zegt men als ik alle kerken moet subsidiëeren dan loopt de schatkist leeg. Dan zeg ikwaarom dan de eene wel en de andere niet? Ik kom straks hierop terug. Men heeft de anti-revolutionaire partij voorgesteld als een kerkelijke partij. Men heelt gezegd zij willen de Gereformeerde kerk maken lot Staatskerk I Dan zeg ik dat weet gij wel beter. In geen land ter wereld is de Gereformeerde kerk ooit Staatskerk geweest. In Engeland heeft men de Anglikaansche, in Duitschland de Luthersche. Neen het Gereformeerde be ginsel moet noodzakelijk leiden tot een vrije kerk, omdat men uitgaat van de stelling, dat het geloof een genadegave Gods is, wel maakt dat beginsel flinke burgers, maar daardoor kan men nooit een Staats kerk krijgen. Wie staan tegenover ons? De liberale partij die thans vele programma's heeft, waarin veel is dat met het onze overeen komt. Men behoeft niet te denken dat de liberalen een volk is, waarmee niet te eggen of te ploegen is. Dat zegt zij wel van onszelf in de Tweede Kamer, daar durft men zeggen dat het een ramp zou zijn als wij aan de regeering kwamen. Het zou ons toch niet in het hoofd komen alle liberale ambtenaren, waaronder zeer flinke zijn, op zij te zetten, wij zouden de onderwijzers niet wegzenden. Wij willen de liberale partij de schroef aanzetten, maar niet zeggen wij kunnen die vele krachten niet gebruiken dat zou dwaasheid zijn. Maar van de andere zijde komt het ook niet te pas om te zeggen «wat niet libe raal is, is niet bruikbaar.» Want onder dat andere hoopje is toch ook wel wat dat zeer goed bruikbaar is. De liberalen staan tegenover de Clerica- len zeer boosaardig. Het komt omdat de liberale partij in zichzelf is een clericale. Niet dat zij zoo op Kerk en Godsdienst gesteld zijn, dat kan men 's Zondags wel beter zien. De Libeialen hebben een kerk noodig en daarom hebben zij thans, wat al in vroeger e.iuwen is gewilu, doch pas in onze eeuw is gelukt, de Ned. Herv. Kerk tot staats kerk gemaakt, en gezegd daarin kunt gij prediken wat gij wilt. Men heeft er zoo veel mogelijk voor gezorgd dat er een libe rale prediking was. Men wilde wel Dominé's Men heeft in die kerk gekregen een twist tusschen broeders. De doleerenden hebben gezegd -. wij houden ons aan God en zijn Woord en gaat de dominé niet mee dan doen wij het maar zonder hem. Nu had de liberale partij moeten zeggen Kijk, dat zijn flinke menschen, die hebben niet op met de Domine's. Maar wat zien wij Zij sluiten zich bij de Domine's aan, n.l. aan die, ^jvelke blijven in de Herv. Kerk. Stel u eens voor dat de Synode Orthodox was en de liberalen hadden gezegd wij scheiden ons af enz., dan had men gezegd dat het Class. Bestuur en al dat zootje niets was. Zij kie'err thans de Domine's omdat zij bang zijn van de werking van Gods Woord in ons volk. De strijd die daardoor is ontstaan, wil ik niet bedekken met den zoogenaamden mantel der liefde, die eigenlek niets is dan haat, maar ik wil de zaak in zien. Welk is de werking der kerkelijke quaestie op politiek gebied Deze is naar mijne meening zeer verkeerd. Immers de Regee ring moet zich in alles houden aan de Grond wet en kan niets doen dan de tractemen- ten uitbetalen, en doet zij meer dan gaat zij buiten haar boekje. Niet de Regeering maar de Rechter moet uitspraak doen in deze zaak. Ik zie niet in waarom men in de Antirevolutionaire partij daar zoo'n schibbolet van maakt. De Grondwet gelast dat moet worden uitbetaald, hoewel het te wenschen was dat die uitbetaling wat beter werd geregeld. De Waalsche Kerkte Leeuwar den bestaat al in geen jaren meer en toch wordt het tractement uitbetaald. Wanneer er scheiding of splitsing komt dan keert men uit aan wie het soms niet toekomt, en wat wellicht later zal moeten worden teruggegeven. Als nu de Nieuwe Grondwet komt, is het de vraag of art. 168 dan niet zal moeten gewijzig 1 worden. Is het nu billijk dat een groot deel der Natie, dat be staat uit ongeloovigen en Joden betalen moet voor een kerk die zegt te steunen op Jezus Christus Men heeft wel eens gezegd dat de kerkelijke quaestie is een finantiëele, en tot op zekere hoogte is dat ook zoo. Was het daarom dan niet wenschelijk dat wat bij elkander behoort zich vereenigde, gelijkgezinden met gelijkge zinden en dan ook zelf betaalde Men heeft gezegd dat de Gereformeerden revolutie maken en altijd strijden, en dat is ook zoo, want wij hebben altijd tegen de wereld en tegen ons zelf te strijden. Daarom verlangen wij een vrije kerk en eerst als men dien weg volgt zal er vrede komen. Men heeft ons beschuldigd een verbond te hebben gemaakt, een geheim verbond met de roomsch katholieken. Wij hebben dat tegengesproken, er heeft nooit zulk een verbond bestaan. Toch heeft men ingezien dat het wenschelijk kan zijn eenige overeenkomst te hebben. Die kerk heeft een macht over geheel de wereld, die heeft zij toch, al werken wij niet mee, en als men nu in sommige zaken samengaat dan heeft dit altans dit voor, dat men elkander zoo eens nu en dan kan in de kaart kijken. Want én roomsch katholieken én anti revolutionairen verlangen een vrije school en waarom zouden wij dan elkander niet helpen? Van onzen kant is niets gezegd toen men enkelvoudige districten wilde, ook al wisten wij dat dit ten gunste van Rome zou zijn en ons wellicht plaatsen kon kosten. De Radicale partij is nieuw, wij zullen daarvan niet veel merken, zij zullen als het op vechten aankomt de liberalen stemmen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1888 | | pagina 1