CHRIST ELI JK-
NIEÏÏWSBLAD
HISTORISCH
Y00R ZEELAND.
Lelde
1888. No. 48.
Zaterdag 14 Januari.
Tweede Jaargang.
r l no
in alle bladen,
1 - haovehfihtieaM
reizen ^an waarbij aar»(l
VERSCHIJNT
F. P. D'liuy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIENj
Politieke Praatjes.
'bii'ilp-buo as»
jptralJiiSaOS ojix nobad
ab ;id tiabaUag lanaih ai
'RITÈN™ mc:r
- .-ƒ> ri ;f tn it «ft i<v*ï* j oöA
MgbÜ
fcgOil J
téchappnen. l«a >«i tod
- - - -M
jé oh
a mo
«P
ai\mi J '.i yd iamfq-igïovo
ran eene militant
uil» b-i't!' «ognf&lno lai&fcghd
ajabjjj; 0:1a "lOov
pama/ jiw i««M
i ajljiriaitiul ansa
|uw 'i//; I ,rnoil Jati «dXeew
aoiyid i>i|/laïlo)a rift/j
.na^aidJno asom
irlof kunnen voor
■.t-Indiëpremie
1 jfianogqo gnigmooTOvesiil
iriaqiliiil na nobï
l>7 .o bul 0-b m.b
,ldb ai'UJja-ma ,JlpÜ tuit
Hf.A .1# 'ia)aa;iiiii:iiiaua<{
van 7.i:ii korps. 'iU
ïLSa_si tiktó-aaa-ausa'i:g>uo9
J' ocba
jJj-Sr.aisawj «i-
v
-• ai
6-p'
L 4''u
Iriio neHuJri si ariw 4ad at
Hl ntitl ui ni&üid isaoo
V v ujj-b (lalotioa. abtad
[(Prijscourant gratis.),i
Pillen en ZRti. .;m
pré genezing! 'i'ibnosiii
r.i. Verkoudheden, Hoest;
'getuigschriften k tuitten
Iktvn dn liéaaii+ "ta ^'ovlvl'j'i 'r?
i>le
'Or«
u. m. u. m.
ihbiuKfir rom
•j»H .Ti Uur
*■■'>0}# flfUtiuhsd
'o.aiav
nm 12,30 3,45
1— 415
J U e> i:>7
r-Wöensd. en Zat.
7,30 2,20
7,50 2,40
mi
tn de kracht te bewij-
iddelën b< zitten in gè- 'f
beginhéhde terihg j ëtt1'*
rst en dei' longen. De
i'st en op dén rug ge-
r' dé huid, wordt opge-
|k ïh de longen overger 't
i onmiddelijke aanraking
de bloed kortten de lalted
ladelijk maakt of' ver--''
ndslag - zijn van teringtu/
en longziekte. Alle
worden aldus gemakke-
tamborstige, wiens aaém-
Lochti'gwé'd'er bijna ver-
door Hollo way; s Zalten
Lj .die ;mgde den kprfep, j
ptigen kuch genezen, en
ven waarvan bronchitis
i Jus JlO'.Hl :'JQÜ at Jodiq
t'.vO;ii-lqA i n-c; ;i
t'é
il'l JOJ
iK, te- G o eis belast zich
19»') ."IflQ
[SM® VAN
prijs.
ihrift is voldoBnde.) 11)3
'r-;ti-.-ioJii uv/'yxsj
ssclien Middelburg en
^8 - 9,15+10, -
nm! 1 ,'40+, 'i ,30,3,30+,
nngfiisaixia/ all
40,—^+,llv^t>^
,2.30+, 3,30, 4,-3<ü+;6,7»y«
Wfl^t .-Wgelega-
leggep aan de Keerslms
Hl iV>ü ,V .'1 .gij (iJSJV
a g o. ccj'wloB
langenMiddelburg.
■eku'ron; ;iinéamd
m. 5, Zeilm. 6.30,
4 3,30, 5. 6.30 8. lO.l^i
30, 7,15, 8,45, 10,16:
4.15, 5,45, 7,15 8,45, lij
ww.ljj
9V
6— 10,'jO
100/ +-01! jj£$uurb(ii;il
DË ZËËUW,
elren MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,02 5
UITGAVE VAN
G. M. Rlemkerk, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Dirk. Goeien avond. Ik zie dat gij al
begonnen zijt. Dat spijt mij.
Willem. Treed binnenVriend 1 Wij
waren nog niet begonnen. Ik zei alleen
maar dat ik er tegen op zie, de vier laatste
artikelen van ons flinke anti-revolutionaire
Program te bespreken. Het zal er van
afhangen, of gij daarmee zult kunnen in
stemmen.
Dirk. Begin al vast maar. We kunnen
wel eens zien.
Willem. Laat ik u dan zeggen, wat er
in art. 18 staat Het handelt over de
Koloniën. Wat daarover instaat, komt op
het volgende neer
lo. De Staat, dat wil zeggen, de Regee
ring, de Kamers en dus ook het volk van
Nederland, tracht zooveel mogelijk van onze
Indien te plukken en met de opbrengsten
van den arbeid en van den grond den zak
van den Staat of van bijzondere personen
te spekken.
Jan. Dat is waar. Ik heb daar in den
laatsten tijd veel over gelezen in de stukken
van een Nederlandschen planter op Java.
Hij heet Ottolander geloof ik. Hij klaagt
onze regeering aan, dat zij de Javanen zoo
hard laat werkenen dat zij hen dwingt
om voor ons land koffie te plantenen dat
zij maar f 14 betaalt aan die menschen
voor 150 Amsterdam'che ponden koffie, die
zij leveren.
Dirk. Dat is genoeg betaald, dunkt mij.
Ik meen dat zulks op 60 cent daags komt.
Kan een Javaan daarvan niet leven?
Jan. Leven Nu ja. Maar gij vergeet
dat onze regeering er wel viermaal zooveel
van maakt. Is dit een verhouding? En
moeten wij in de eerste plaats vragen
«Kan de man leven?» Of dienen wij te
vragen of de belooning billijk is.
Dirk. Over de billijkheid van het leven
kan men niet oordeelen, als men het Indische
volk niet kent.
Willem. Ja maar, wacht eens even,
Toegegeven dat f 14 plantloon voor een
picol koffie genoeg is, vindt gij het dan billijk,
dat de Javanen gedwongen worden koffie
te planten voor onze regeering en dan tegen
een prijs door onze regeering bepaald, waar
zelfs in magere jaren als het vorige, geen
centje bij kan.
Jan. Ik heb ook gelezen dat er Javanen
zijn, die soms drie achtereenvolgende jaren
een koffieland bewerkten, zonderdat zij
er vrucht van zagen. Die verdienden in
die drie jaren toen niets. Dat was al werk
voor niemendal geweest. En wat de
zaak nog erger maakt dat zij in geen
drie jaren vruchten konden oogsten was
een gevolg van de dwaze commando's on
zer regeering, die notabene aan deze land
bouwers ging zeggen, hoe zij den grond
bebouwen moesten. En of deze boeren het
al beter wisten, het hielp niet.
Willem. Wij zullen hierover niet verder
uitweiden, maar zeker is het, dat er in die
gouvernements-kofïiecultuur iets niet in den
haak is. Nu zegt het artikel van ons Pro
gram niet wat. Dat moet de toekomstige
regeering maar uitmaken. Maar onze ko
loniën te bezitten alleen om er van te trek
ken, dat gaat toch niet op.
Dirk. Neen, dat is nu wel zoo, maar
als de Staat van zoo iets afstand doet, wij
hebben het aan de suiker gezien, dan lijd^
de Staat de schl, en de suikerondernemers
worden millionnairs. Is dat dan goed
Willem. Er staat immers in ons artikel
dat dit ook niet deugt. Ook particulieren
mogen Indië niet uitzuigen. Dat was ook
de fout met Biliton, dat rijke tin-eiland.
Particulieren deelden daar den buit. Hebt
gij nooit gehoord dat, vooral door bewerking
van mr. Keuchenius, de Kamer daarover
eens hare afkeuring heeft uitgesproken
Jan. Ja, die mr. Keuchenius verstaat
artikel 18 van ons Program wel.
Willem. In de tweede plaats dringt
artikel 18 aan tegenover Indië op een Staat
kunde van zedelijke verplichting. Het geeft
de volgende wenken: lo. De Staat neme
weg alle belemmering voor de vrije predi
king van het Evange'ie. 2o. De Staat steune
aanvankelijk bij het lager onderwijs alle
bijzondere eerste stappen van de Europeaneu.
3o. De Staat handhave zijn christelijk karak
ter tegenover het mohamedanisme. De Staat
handele op gebied van arbeid en recht en
bezoldiging, enz., naar den eiseh der Chris-
telijk-historische beginselen.
Dirk. Dit laatste beaam ik zeer. Vooral
in Indië moet er christelijk geregeerd wor
den. Anders wordt Mahomed er baas.
Willem. Art. 19 brengt ons weder naar
Nederland. Daarin wordt gewenscht dat de
verhouding tusschen de verschillende standen
beantwoorde aan de eischen van Gods Woord.
Jan. Wat flink dat Kuijper en de
anderen er dit artikel ook bij gedaan heb
ben. 't Is noodig met het oog op de socialisten.
Dirk. Vergeet niet, dat dit artikel er
in 1878 al in stond. Het Program is bij na
tien jaren oud. Bovendien was de grond
gedachte van dit artikel reeds aanwezig,
lang voordat er socialisten in ons land waren.
Groen en na hem Kuijper hebben zich in
dien geest dikwijls genoeg uitgelaten maar
vergeefs. Had men toen, naar Groen ge
luisterd, de zoogenaamde sociale quaestie
zou nu niet zoovelen verbitteren, en de
natie verdeelen.
Willem. Goed gezegd, Dirk. Had de
Staat naar Gods Woord en Wet geregeerd,
ook jegens armen en minvermogenden; en
meer acht gegeven op de maatschappelijke
ellendenhet zou in ons land met het
socialisme niet zoo'n vaart genomen hebben.
Maar de Staat is lichtzinnig geweest. En
toen Kuijper in 1875 inde Tweede Kamer
aandrong op de invoering van een wetboek
op den Arbeid, toen lachte de gansche keur
bende van liberalen den onnoozelen droomer
uit, en de roomschen betitelden hem met
den schoor,en naam van luchtreiziger, on
ruststoker en Judas, wijl hij toen reeds op
recht ook voor den werkman naar den eiseh
van Gods Woord aandrong.
Jan. Wat zegt artikel 20?
Willem, lo De Staat mag geen Staats
kerk invoeren of in stand houden. 2o De
Staat mag zich niet met de inwendige zaken
der kerkgenootschappen inlaten. 3o Schrap
ping van artikel 171. Dit is het artikel,
waarin staat dat de Staat traktement, pen
sioenen, enz. uitkeert aan de predikanten
der kerkgenootschappen die in 1848 reeds
bestonden. Waaruit volgt dat de christelijke
gereformeerde predikanten van dit voorrecht
uitgesloten zijn.
Dirk. Maar, mag ik eens vragen, is dit
wel artikel 171
Jan. Ik dacht dat het artikel 168 was.
Willem. Het is artikel 168 der oude
Grondwet. Maar wij hebben nu een nieuwe
grondwet met een paar nieuwe artikelen.
En nu is het traktementenartikel datvroe-
I ger 168 heette, 171 geworden,
j Jan. Goed, dat ik het weet. Ik hoor de
vrienden nog wel eens spreken van schrap
ping van artikel 168. Dit moet dan worden
schrapping van art. 171.
Willem. Artikel 20 vraagt schrapping
van dit artikel, deels om het onrecht den
chr. gereformeerden, enz. aange laan te her
stellen, deels ook om haar beginsel te ver
wezenlijken de Staat moet zich niet met
de kerk inlatende Kerk moet voor zich
zeiven leeren zorgen. Maar het artikel zegt
er bij «na uitbetaling aan de rechthebbenden
van het rechtens verschuldigde.» Hierin
onderscheiden de antirevolutionaren zich
van den bond »Marnix" die onverwijld dit
artikel wil schrappenzonder in te staan
voor de gevolgen.
Dirk. Komt de bestendiging van het
onrecht den chr. gereformeerden aangedaan
niet daardoor ook op onze rekening?
Willem. In geenen deele; wijl wij niet
weten, wat onze Kamerleden nog «achter
de schermen» uitrichten. Misschien hebben
zij in stilte, in de sectiën der Kamer, deze
zaak reeds meer ten algemeenen nutte; en
met inachtneming van het recht, vooruit
gebracht, dan Marnix zal durven gelooven.
Jan. Ik vrees dat die mits in artikel
20 de zaak op de lange baan schuift, oin
Hubers en Beelaertsen hunnen zin te geven.
Willem. Gij zijt stekelig, JanLet toch
eens op uw woorden. Denk eens na.
Hubers en BeelaertsenWil dat zeggen
dat er een luchtje aan die heeren is Dat
zij als eerlijk man nog niet onverwijld op
dat punt met de anderen gelijken tred
kunnen houden, moet u niet zoo spoedig
laken. Een eerlijke overtuiging eerbiedig ik.
Beelaerts is net zoo goed antirevolutionair
als de anderen. Hem ontbreekt het licht
in artikel 20. Wij moeten vooral van onze
vrienden niet zoo spoedig het ergste denken.
Dat leert gij uit de Standaard, toch ook
niet, is het wel? Dr. Kuijper wordt ook
ontzaglijk gelasterd. Maar eilieve! is het
niet een gevolg van onze zonde?
Noem den naam Beelaerts en bij som
migen treedt de figuur op van een ket-
tersch monster. Zeg «Kuijper», en anderen
van tegengestelde richting krijgen een vi
sioen van een draak. Dit moest alzoo niet
zijn
Jan. Dus gij kiest partij voor Beelaerts?
Willem. Wel neen, maar ik veronderstel
bij al mijne vrienden, en vooral bij onze
politieke kampvechters eene eerlijke over
tuiging. Ik doe eenvoudig niet mee, met
die onverantwoordelijk felle bestokers van
onzen leider dr. Kuyper. Zij meenen anti
revolutionair te zijn, door Kuyper tegen te
werken. Groen zou het hun anders zeggen.
«Kuyper is de leider», zoo sprak hij. En
al keuren wij niet alles onvoorwaardelijk
goed wat hij zegt of doethem verguizen
willen wij ook niet.'t Zou zonde zijn. Maar
ook voor onze Hubers en Beelaertsen, voor
zoover zij eerlijk zijn, pleit ik gaarne ver
zachtende omstandigheden. Zelfs voor een
dweepziek politicus als dr. Bronsveld heb
ik nog respect, zoolang de mogelijkheid der
inneming van een eigen standpunt nog
niet is uitgesloten.
Dirk. Zelfs tegenstanders hebben wij te
eeren. Hoeveel te meer dan onze afwijkende
vrienden, niet waar
Willem. In artikel 21 staat, dat de
anti-revolutionaire partij zich niet bij een
andere partij laat inde lenen samenwerking
met andere partijen slechts dan aanvaardt,
als die kan verkregen worden door een
voorat wel omschreven program. Bij eerste
stemming hebben wij, ook volgens artikel
20, onzen eigen candidaat «gemeenlijk» te
steunenbij herstemming mogen wij han
delen naar omstandigheden.
Jan. Dat zal ik in mijn oor knoopen.
Bij eerste stemming zal dus bjj ons in
het district Middelburg op een anti-revolu
tionair gestemd worden. Mochten wij soms
een herstemming dan hebben, tusschen een
liberaal en een roomsche, dan stemmen wij
den man, van wien wjj het minste kwaad
zullen hebben te duchten, als hij soms ge
kozen mocht worden.
Willem. Juist. En zeg dit maar voort
aan al uwe vrienden. Want daarmede
wordt de bewering van zeker radicaal schrij
ver in het Groninger Weekblad gelogen
straft als zou men hier de radicalen aan
het lijntje willen hebben. Ook de radicalen
moeten een eigen candidaat stellen. Hun
hulp vragen wij niet bij eerste stemming.
En wat de roomschen aangaat, het is lastig
dat die menschen geen Program hebben,
zooals wij. Maar dit is zeker. Mocht ergens
in Nederland een roomsche in herstemming
komen, wiens staatkundige denkbeelden
overeenkomen met die van de hh. Schaepman,
Reekers en v. Berckel, de anti-revolutionai
ren zouden hem niet in den steek laten.
Roomschen als Haffmans daarentegen, die
alles goedvinden, zoo de Roomschen er maar
wel bij varen en die, behoudens kerkelijke
sympathieën, het vaderland niets kunnen
toonen, dat naar beginsel zweemt, zullen
onzen steun nooit hebben. Van roomschen
a la Haffmans, walgt elk oprecht anti
revolutionair gemoed, ook zelfs bjj de buiten-
sporigste aandoening der lachspieren.
Jan. Ik dank u zeer voor uw onderricht
waarde vriend
Dirk. En ik ook. Ik heb heel wat van
je geleerd. Ik hoop er veel nut van te
hebben.
Willem. Het vereiscbt geen dank,
vrienden Ik zou alleen u willen aanraden,
onderzoekt veel in het Woord Gods, wat
de eischen eener gezonde Staatkunde zijn.
De profetieën van Jeremia zullen u daar
heel wat in leeren. En wanneer gij door
genade te weten komt, dat gerechtigheid
een volk verhoogt, sluit udan aan bij hen
die tot deze gerechtigheid wenschen terug
te keeren.
De antirevolutionaire partij worde meer
en meer gebouwd uit hen, die Christus
aanvaardden voor hun levensdeel, en Hem
ook voor den Nederlandschen Staat, als den
Werkmeester erkennen van de anti-revolu
tionaire beginselen. Welterusten 1
INKOMSTENBELASTING.
In no. 655 meent het Weekblad Zeenwsch
Vlaanderen Westelijk deel, Daar aanleiding
van een zendbrief der «liberale Unie», zij
nerzijds ook een lans te moeten breken
voor eene inkomsten-belastingdie progres
sief is. Als voorbeeld hoe billijk en recht
vaardig zulk een belasting zoude zjjn, stelt