re. CHRIST ELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH VOOR ZEELAND. 6. 1887. No. 25. Zaterdag 26 November. Tweede Jaargang. appij ;che 1 ■er, VERSCHIJNT F. P. D'huy. te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Aan de nieuwe kiezers. Onze schuld aan lndië. Invoerrechten I ii itaire gratis in. op de ioeging», eens, in bekomen te Mid- ibnrg en 5fl0,_ I0 3,30f, en Zat. 45 15 30 z elren MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95 Enkele nommers-0,025 UITGAVE VAN G. x\L Kleinkerk, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Waarde Vrienden lijn derde ot laatste brief bevat nog shts enkele wenken, waarmede sommigen er wel hun voordeel zullen kunnen doen. lij weet nu hoeveel gij betaalt wegens arwaarde uwer woning. 'lij weet nu hoeveel gij betaalt in de fondbelasting. Gij weet nu, zoo gij ten minste vrijgezel zijt, of de kamer, die gij huurdet, minstens evenveel aan huurwaarde doet als de huur waarde van een geheel huis. waarvoor men kiezer wordt. En of het huis waarvan uwe kamer deel uitmaakt minstens tweemaal zoo hoog belast is als dat van een ander, die door zijn huurwaardesom kiezer wordt. Nu zoudt gij kunnen vragen Waarom koos de wetgever die huur waarde van f 24 in gemeenten beneden de 3000 zielen. En f28 in gemeenten beneden de 5000 zielen. En f33 in gemeenten be neden de 8000 zielen. En ik antwoord u: Eenvoudig, wijl dat de sommen zijn, waarop niemand remissie, dat wil zeggen vermindering van personeele belasting krijgt. Heeft nu bijvoorbeeld uw buurman een huis dat een geschatte huur waarde heeft van f20, zoodat hij fl. voor huurwaarde betaalt dan wordt hem vermin dering van personeele belasting gegeven, en uw buurman wordt geen kiezerf 24 huurwaarde is het laagste bedrag, waarop geen korting meer van de belasting wordt toegestaan. De nieuwe kiezers betalen allen liunne belasting voluit. Die dus op zijn belasting biljet achter de woordenremissie 1 i een bedrag in geld ziet staan, dat in deze kosten van de hoofdsom is afgetrokken, zulk een is geen kiezer. Nog iets. Gij vraagt mijIk heb stukken land in verschillende gemeentenmaar in geen van die gemeenten betaal ik f 40 grondbe lasting. Bea ik nu kiezer Zeker zijt ge nu kiezer. Als de grondbe lasting in al [die gemeenten samen maar f10 bedraagt. B. v. Gij hebt land in de gemeente Kapelle. Grondbelasting f3. Ook hebt gij land in de gemeente Wemeldinge; grond belasting f5. En gij hebt land in de ge meente Biggekerkegrondbelasting f 2. Gij betaalt dus in het geheel f3 -f- t5 f2 f10. Dus zijt gij kiezer. Mits gij het maar aan den burgemeester der gemeente waar gij woont, opgeeft. Dit moet binnen 3 weken geschieden. Daartoe hebt gij, grondeigenaren, of eigenaars van huisjes 1 even uw aanslagbiljet te laten zien met voldaan geteekend. Dat houdt de burgemeester een poosje, maar gij krijgt het weer terug. Zijt gij uw aanslagbiljet kwijt, dan krijgt gij voor 225 cent bij den ontvanger een nieuw. Mijn vriend Graaf, die aangeslagen is te Goes en te Iiloetinge, verzuimde dit ten vorigen jare. En het gevolg was dat hij geschrapt werd van de kiezerslijst. Dus weest gewaarschuwd Eindelijk geldt hierbij nog, dat de man ook kiezer wordt door den aanslag in de grondlasten van zijne vrouw of van zijne kinderen (als hij van dat bezit vruchtge bruik heeft); en dat ook gemeenschappelijk bezit aan alle eigenaars kiesrecht geeft, als maar elks deel in den aanslag minstens tien gulden is. Nog iets aan de vrijgezellen. Die soms denktzou ik ook kiezer worden, die doe een aanvrage bij den burgemeester, die dit door de schatters laat onderzoeken. Hij kan echter wel te huis blijven, als hij niet minstens 9 maanden achtereen zijne kamers bewoond heeit. De oproeping door den burgemeester geschiedt nu door geheel Zeeland op 1 December. En 3 weken na dien datum gaat de burgemeester aan het werk. Dus moet de huurder op 1 Maart reeds in zijne tegenwoordige woning ge woond hebben. En hiermee heb ik mijn taak volbracht- Ik wil u alleen nog zeggen dat van het kiesrecht verstoken blijven a. die het kies recht of het beheer over hunne goederen door een vonnis verloren hebbenb. zij. die in het burgerlijk jaar, voorafgaande aan de vaststelling der kiezerslijsten onderstand van een instelling van weldatigheid of van een gemeentebestuur hebben genoten. Of onder deze laatsten (bedeelden ge- heeten) ook de rijke lui behooren, die op de openbare scholen en meisjesscholen, voor hunne kinderen, eeH heel laag- schoolgeld betalen en voor wie door de belastingbeta lende burgers, b. v. de voorstanders van christelijk onderwijs, jaarlijks vier maal zooveel moet bijgepast worden, als voor dat onderwijs door henzelven betaald wordt Of zij ook uitgesloten zijn, vraagt gij. Ik zou het niet denken, hoewel ik beken, dat het rechtvaardig zou zijn. Maar de liberale rechtvaardigheid komt altijd met de nachtschuit, als zij nog komt. Uw aanstaande medekiezer Nov. 1887. A. TERPEN. Kiezers! vóór den LAATSTEN November moet gij uwe Grondbelasting betaald hebben. Dus nog DRIE DAGEN. Denkt er aan, anders zijt gij geen kiezer. Koen, Elout, Keuchenius, Schaepman, Ottolander. Welk eene ontzaglijke wereld van ge dachten roepen die namen ons te binnen 1 Van Koen tot Ottolander loopt één lange, lange reeks van jaren. Helaas! van hoeveel ellenden ook Ellenden en teleurstellingen, voornamelijk van wege de zonden des Nederlandschen volks Nederland en Indië, hoe ver liggen die beiden van elkander verwijderd op aardrijks kundig, helaas! hoe ver ook op zedelijk gebiedWaar in de eeuw der zoogenaamde verbroedering de teederste banden zelfs wor den stuk gereten, en de bodarn van het door God verordineerd gezag al meer wordt losgewoeld, kan daar de band tusschen onze kwijnende Oost en het kranke Moederland wel hecht blijven? De teekenen zijn reeds aanwezig. Wij hebben te vreezen. Van Koens trouwhartige, heroïeke leus Ende desespereert. niet (Verliest den moed niet), kent Koens zwakke nakroost zelfs den klank niet meer. Koen zei: Desespereert niet. Wie echter mannen als Elout en Keuchenius, v. Dedem en Ottolander hoort, die moet wel désespereeren. Kamerleden en ministers hebben eenige dagen geleden de schoonerede van Schaepman beluisterdvan den «papist», die den Calvinist (want dat was Koen) verheerlijkte, zonder zich over het gemis van eigen bezieling te schamen, dat een roomsch priester hen in het steken der loftrompet over den echten geus moest voorgaan! Maar dit is het ergste niet. Zij hebben den redenaar bewonderd en toegejuicht; hem, die nochtans hun zulke harde waarheden zeide. En daar is het bij gebleven. Zij lieten de zaak zooals zij was. Zij hebben verbaasd gestaan over het schitterende redenaarstalentterwijl als van lluweelen lippen het Wee u hun tegenklonk, over de vernedering en verwaarloozing van onze eens zoo schoone Oost, gekocht als zij is met het bloed van Koen en de zijnen. Of wat zegt gij lezer, van deze schoone woorden uit Schaepmans rede, waarin hij Koen zei ven sprekende invoert: „Kon Koen thans spreken, hij zou nog zeggen Mijn volk, er kan in Indië wat grootsch worden verricht. Ik heb gedaan wat ik vermocht. Waar staat, na 2L/2 eeuw, dat grootsche door u gewrocht Hebt gij getracht de bloedvlek uit te wisschen? Hebt gij tdoor liefde hersteld wat ik misdreef „Maak nog Indië tot een Nederlandsch rijk. Denk aan den kleinen man, uw jongeren broeder, bovenal uw broeder, denk er aan dat gij niet veroveren, maar beschaven moet, dat gij zijt zegebrengers, niet eige naren, maar rentmeesters. Denk er aan dat gij niet uit Indië moet halen wat er uit te krijgen is, maar alleen wat u toekomt naar recht en billijkheid, doch dat gij allereerst Indië groot hebt te maken. Wilt gij een volk zijn dat niet alleen het koningschap verwierf door Rubens kunst, maar souverein zijn als koloniaal rfjk, denk er dan aan Insulinde te maken tot een waarachtig menschelijk, christelijk rijk. Desespereert nietTrek de begane misslagen niet in consequentie. Daar valt in Indië iets groots te verrichten, maar wees dan, mijn volk, zelf groot." Maar wat baten al deze Naftali's woorden als het nuchtere woord van hen die Indië van nabij kennen, met minachtend schouder ophalen wordt bear.twoord! Antirevolutionaire vrienden! trilt daar in uw hart niet een snaar van verontwaar diging, als gij jaar aan jaar leest van klachten over onze ïndiën, van wenken en waar schuwingen aan een twintigjarige ervaring ontleend, waarmede onze Staatsman Keu chenius regeering en onderdanen wil dienen, en die telkens dooi- een regeering die het g 'vaar ziet en het niet erkennen wil, worden gewezen van de hand. Het gaat in Indië slecht. Het wordt tijd dat wij er elkander op wijzen. Wij hopen in enkele volgende nummers den heer Ottolander, een man die in Indië woont en die Indië kent, te laten spreken. Aan een onzer landbouwers vroeg ik dezer dagen, of hij niet dacht dat invoer recht, op onze granen bijvoorbeeld, den kwijnenden landbouw zal kunnen opheffen. De man antwoordde ontkennend. Hij noemde het een dweasheid, die den land bouw niet tea goede komt, den kleinen boer of pachtboer met een kluitje in het riet stuurt, en zoo het vrachten oplevert, slechts den pachter eenige winsten biedt. Daarop vroeg mijn vriend de landbouwer mij, of ik er soms voordeel in zagwaarop ik hem wees op de mogelijkheid dat dan de graan prijzen zouden stijgen. Een goedige glim lach was het antwoord; en na eenig naden ken zeide bij Hoor eens! als dit nog kon, dat de graanprijzen stegen, ten gevolge der invoer rechten, en tie landbouwer ietwat meer voordeel trok uit zijn land, dan zou het meer ontvangen geld grootendeels of geheel in den zak van den pachtheer, van den grondbezitter terecht komen. Éu zijn de pachten verlaagd, heel wat verlaagd zelfs voor sommige achteruitgaande landbouwers. Maar dan? Denkt gij dat bij meerdere verdiensten, de pachten zoo laag zouden blijven? De tering naar de nering 1 is een oud Hollandsch spreekwoord. In slappe tijden lage pachten. Goed. Maar dan ook bij meerdere inkomsten hoogere pachten. En wat heeft onze lanibouwer dan met zijn invoerrecht gewonnen? Maar bovendien zoo ging hij voort is de stijging der graanprijzen bij de in voering van invoerrechten zeer onwaar schijnlijk. Zie bijvoorbeeld eens naar België. Daar heeft men in den jongsten zomer het voorstel Dumont aangenomenen nu heeft men daar invoerrecht op vleesch. Is nu het vleesch in België goedkooper ge worden? Het mocht wat. Het vl esch bleef op den tegenwoordigen prijs, en de Nederlanders die vleesch invoerden, moesten hun vee goedkooper dan vroeger leveren. Het vleesch blijft nu in België op den ouden prijs, ja het zal er nog wel een weinigje goedkooper kunnen worden. Zoo ook in Duitscnland. Ook daar zijn de inlandsche producten, zelfs ondanks de hoogste invoerrechten, steeds in prijs ge daald. En hoe kan het ook andersOm nu maar eens bij onze granen te blijven. Gesteld, de prijs der tarwe is in ons land f7. Nu brengen Engelsch Indië en vooral Amerika veel meei graan voort dan zij noodig hebben. Zij moeten dus uitvoeren en hunne waren bij ons en anderen ter markt brengen. Zij kunnen het toch niet weggooien! Gesteld nu dat er een invoerrecht in ons land wordt vastgesteld, zoodat de Ame- rikaansche leverancier f2 per mud of i00 kilogram invoerrecht betaalt. Zal nu de binnenlandsche tarwe van f7 op f9 komen? O, neen! In Duitschland heeft men het gezien. De vreemdeling moest, om met den prijs der binnenlandsche tarwe te kunnen concurreeren, bij de eerste levering onder het invoerrecht, zijne waren van de hand doen, tot den prijs die vóór invoering der graanrechten voor de binnenlandsche tarwe betaald werd. En daar nu het hooge in voerrecht den werkelijken prijs van het graan meer en meer doet dalen, daalt daardoor natuurlijk niet alleen de buiten- landsche, doch ook de binnenlandsche markt. In onze Tweede Kamer werd ten vorigen jare aangetoond dat het roggebrood te Keu len, waar graanrechten geheven worden, duurder is dan te Amsterdam, waar men die invoerrechten niet heeft. Dit geeft te denken; zegt mijn vriend de landbouwer.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1887 | | pagina 1