CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND.
1887. No. 13.
Zaterdag 29 October.
Tweede Jaargang
VERSCHIJNT
F. P. D'huy. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Buitenland.
BE
ELREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Pxip per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers- 0,02
UITGAVE VAN
G. M. Klemkerk, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Men weet hoe het in Frankrijk spookt,
over den knoei-handel in ridderorden, waar
aan hooggeplaatste officieren schuldig zijn,
en waarin ook de naam van Wilson wordt
genoemd, den schoonzoon van president
Grevy. Nu heeft die heer op allerlei wijze
getracht zich van allen blaam te zuiveren.
Of het hem gelukken zal, is een andere
vraag. Hij is ook lid der Kamer, en heeft
zich tegenover Jzijn kiezers moeten verdedi
gen. En de vergadering, waarin liij zulks
deed, is een merkwaardig staaltje van der
franschen opgewondenheid en nieuwsgierig-
heid. - 5000 personen stonden voor de
deur, terwijl 100 verslaggevers aanwezig
waren. De heer Wilson werd telkens uit
gejouwd eu heeft zich niet kunnen op de
been houden, tegenover de luide bewijzen
van afkeuring, maar is, ontdaan en bleek,
gevlucht door een achterdeur; alhoewel hij
volhoudt dat hij 't gewonnen heeft. Wat
hij verder doen zal is een raadsel.
De oude Gladstone houdt in Engeland
zooveel redevoeringen, en ook zijn mede
strijders, dat de Engelsche pers die voor
geen kleintje vervaard is, er genoeg aan
krijgt-
iNatuurlijk is de verwarring in Ierland
koren op zijn molen, en hoewel het riiet
recht duidelijk is, hoe door zijn stelsel alle
bezwaren zouden uit den weg geruimd
gorden met dit ongelukkige land, het is
zeker dat de weg, door het thans aan het
roer zijnde ministerie Salisbury, volstrekt
I niet tot het doel leidt, mair verbittering,
ellende en een zee van rampen, misschien
wel een bloedige revolutie, tengevolge zal
I hebben.
4 Men weet dat Frankrijk alles behalve
in zijn nopjes was. toen onlangs de Ita-
liaansciie minister Crispi een bezoek bij den
ijzeren kanselier, Yon Bisrn \rck is gaan
afleggen. Op een feestmaal nu te Turijn,
waaraan n. b. 569 personen aanzaten heeft
Jrispi gezegd dat al Frankrijks beweging
onder grond was. Italië zeide: hij wenscht
iet Frankrijk evenals met Duitschland niets
an vrede. De kieschheid verbood hem,
eide hij, de merkwaardige woorden van
orst Bismarck te herhalen maar bij zijn
fscheid zeide hij tegen zijn bezoeker «Wij
ebben Europa een dienst bewezen.» Zijn
;de werd stormachtig toegejuicht. Iedere
riend des vredes verheugt zich in deze
ansluiting.
28 Oct. '87.
Morgen, 29 October, hoopt Dr. A.
iuyper zijn 50en geboortedag te vieren,
e gespannen kerkelijke toestanden en treu-
ge sterfgevallen in zijn familie maken, zegt
Delvenaar, een feestelijke viering van
zen dag óngewenscht. Maar toch zul-
i dit zeggen wij ook genoemd blad
velen dien dag behoefte gevoelen om
k te geven dat de jubilaris wel zeer
vijanden, maar ook warme, trouwe
f-nden heeftvrienden, die, al gaan ze
in alles mee wat hij in zijn veelzijdigen
zich ten Ideaal stelt, toch objectief
kunnen zijn om in hem dankbaar
(jdeeren den man, die met ongemeen
;en onwankelbaren moed ons volk
irug geroepen van de vergiftige bron-
n Liberalisme en Conservatisme in
Kerk, School en Maatschappij -die. met
onbuigzame wilskracht de banier der Chris-
telijke-historische richting heeft omhoog
gehevenden man in wien wij na Groen
van Prinsterers dood den providentieelen
leider onze partij beschouwen, wien wij
toewenschen dat hij, door goed en kwaad
gerucht heen, voortga met deo si rijd voor
het Goddelijk gezag en de rechten des
volks, hopende dat hem in de trouw zijner
medestanders aan de door hem verdedigde
beginselen, in de trouw van ons Christen
volk vergoeding geschonken worde voor al
de bittere en vergiftige pijlen, die tegen hem
worden gericht. Moge hem gegeven worden
nog vele liefelijke vruchten van den strijd
te aanschouwen.
Goes. Tot lid van de Commissie voor
de Oeconomische spijsuitdeeling werd jongst
leden Donderdag gekozen de heer I. D.
Fransen v. d. Putte.
De Commissie voor de Oeconomische
spijsuitdeeling alhier zond weder haurjaar-
lijksche aanvraag aan haar Goesche stad-
genooten óm giften tot het kunnen uitdeelen
van warme spijs. Zij doet haar circulaire
verzeld gaan van een kort verslag over het
afgeloopen jaar; in welk verslag een woord van
nagedachtenis aan het gewezen lid F. S. A.
Knilel wordt gewijd en de toestand der finan
ciën wordt bloot gelegd.
Uit dit verslag blijkt, hoe nuttig de com
missie werkt en hoe veel omvattend haar
belangeloozt arbeid is, en als zij onze aan
beveling nog behoeft, wekken wij de lezers
van ons blad gaarne op, door milde bij
dragen dit uitnemend werk te steunen, en
de zorgen van hen die aan het hoofd staan,
zooveel mogelijk te verlichten.
De AI. C. verneemt dat mr. W. A.
v. Hoek ontslag genomen heeft als lid van
Middelburg' s gemeenteraad.
Te Alkmaar is tot lid der 2e kamer
gekozen de heer mr, J. A. Levy (1) met 1306
stemmen. De heer jhr. mr. C. Hartsen
(a en k) had er 988, dr. J. M. Smit 16.
Vergadering van den gemeenteraad te
Goes, op Donderdag 27 Oct.
Voorzitter dhr. Burgemeester. Afwezig
met kennisgeving dhr. Quist. De notulen
werden gelezen en goedgekeurd. De Voor
zitter deelt mede dat nog is ingekomen een
schrijven van 't B. A. met verzoek om wij
ziging der begrooting van 't Burgerlijk
Armbestuur. Dit wordt gesteld in handen
van B. en W.
Op aanvrage worden geschrapt van het
kohier voor den hoofdelijken omslag de adres
santen Brouwer, Luykx, v. d. Does, Geense,
Van Liere, Doorenbos en d' Hontmej. Werri
wordt van de 8e naar de 5e klasse terug
gebracht J. Remijn blijtt in de 4e, C. De
Fouw en J. Dirksen in de le.
Wordt uit een tweetal, de hh. J. M.
Kakebeeke en J. J. Ramondt, eerstgenoemde
met algemeene «temmen benoemd tot Voor
zitter van het Burgerlijk Armbestuur. Op
verzoek wordt eervol ontslag verleend aan
den heer N. A. M. v. d. Thoorn, als lid
der plaatselijke commissie van toezicht op
het lager onderwijs.
De uitgifte van grond aan D. Boel, wordt,
naar den wensch van Gedeputeerde Staten
wat nader omschreven. Besloten wordt den
grond in pacht te geven voor 7 jaren, in
gegaan 1 Sept. jl.
P. Buitendijk had verzocht een stuk grond,
groot 1 >/2 cA. aan den Oostsingel van de
gemeente te mogen overnemen. Het dage
lijks bestuur heeft een onderzoek ingesteld
en zich vergewist dat B. jdezen grond voor
zijn doel, het bouwen van woningen, be
paald noodig heeften stelt dus voor dien
grond voor f 10 aan B. af te staan, behou
dens rechten van derden. Aldus besloten.
De rekening van ontvangster, en uitgaven
van het gasthuis over 1886 wordt vastge
steld op f 13389,85 in ontvang en f12144,685
in uitgaaf, met de conclusie der financiëele
commissie, die B. en W.daargelaten of zij
het met het rapport dier commissie eens
zijn, met beslistheid overnemen, inhoudende
de wenschelijkheid dat, waar de eischen
van den dienst het mochten toelaten, geen
betalingen geschieden, dan op mandaten van
den verantwoordelijken ambtenaar, den se
cretaris-penningmeester.
De heer LambreclHsen wijst er op dat
de fin, comm. niet zoo zeer het oog heelt
gehad op de kleine posten als wel op de
groote, als daar zijn tractementen. boter-
leveranlie enz. De heer Ramondt acht zich
verplicht op te merken dat de boterrekening
is ingericht zooals destijds de fin. comm.,
waartoe spreker en de hr. Den Boer be
hoorden, in 1886 is aangegeven. Men
wenschte namelijk een staat waarop de be
trokken leveranciers bij wijze van kwitantie
konden teekenen. De hr. Lambrechtsen
achtte dit geen wijze van betalen, gezwegen
nog van de ontduiking der zegelwet,
waartoe zij aanleiding geeft. De hr. de Jonge
merkt aan dat de boterleverantie wekelijks
plaats heeft er. de leverancier ook wekelijks
op betaling rekent. Een betaling per termijn
is onbillijk. Waartoe den leverancier zoo
lang op zijn geld te laten wachten. De
voorzitter wenscht de heeren op dit terrein
niet te volgen, huiverig als hij is om te
treden in de zaken van inwendig bestuur.
Laten wij bij die kleinigheden, als boter-
levering enz. niet stilstaan en eenvoudig de
conclusie aannemen. Alzoo besloten.
De begrooting van het gasthuis voor 1888
die nu aan de orde komt, blijkt een ge
schiedenis achter zich te hebben. De fi-
nantieele commissie heeft namelijk bij het
onderzoek der begrooting opgemerkt dat
het gemeente-subsidie zoo zwaar wordt.
Van f356 in 1886 klom het nu tot f 1255,54
dat door het batig slot het geluk heeft niet
grooter te zijn. De administratie van het
gasthuis zal dienen te bezuinigen. De commis
sie voorziet bij voortgang ep die wijze tel
kens grootere tekorten. Nu was de nota
der fioantiëele commissie aan het gast-
huishestuur toegezonden, met een nota van
den heer Wethouder Ramondt, die zich
met de uitspraak der finantiëele commissie
niet kon vereenigen, en er op wees, dat
bij de aflossing der leening van het gast
huis door de gemeente, bezittingen van
het toenemen door belegging van prove-
niers-inkoopgelden en door vermindering
van schuld. Hij zou daarom willen voor
stellen de inkoopsgelden te bestemmen
voor jaarlijksche schuldaflossing of wel, zoo
daartegen geene bezwaren zijn, voortaan
alle inkoopsgelden geheel tot schuldaflossing
te bestemmen.
Met dit idéé vereenigde zich het gast-
huisbestuur in een schrijven waarbij het
de fin. comm. opmerkte dat niet zuiniger
kon geraamd worden.
De fii.antieele cómmissie nam dus hare
conclusie terug en bepaalde zich alleen bij
het voorstel dat de raad het gasthuisbestuur
uitnoodigt de meest mogelijke zuinigheid te
betrachten, teneinde verdere rijzing van
het gemeente-subsidie te voorkomen.
Met het gevoelen van dhr. Ramondt, in
zake de inkoopsgelden kan zij echter niet
medegaan.
Ofschoon B. en W. de overbodigheid van
den wenk inzien, willen zij dien echter wel
overbrengen. Met het denkbeeld van den
heer Ramondt gaan zij echter niet mede,
wijl de buitengewone aflossing door de
inkoopsgelden van proveniers alleen het bur-
gelijk armbestuur ten goede komen zou.
Dit bestuur toch betaalt de rente van de
geldleening ten behoeve van het gasthuis uitge
trokken. Zij stellen uus voor, in de beleg
ging van proveniersgelden geen verandering
te brengen.
De hr. Lambrechtsen betreurt de wijze
waarop B. en W. in deze zaak gehandeld
hebben, wijl de taak der commissie er door
verzwaard werd niet alleen, maar nu ook
hun oorspronkelijk voorstel moet vervallen.
Het zou onheusch zijn het nu nog te hand
haven. Had men aan hei eerste voorstel
gevolg gegeven, dan zou het gasthuisbe
stuur door den Raad zjjn vermaand gewor
den. Spreker hoorde met spijt den wenk der
fin. comm. oyerbodig noemen, en herhaalt
de opmerkingen uit het rapport dier comm.
Er wordt niet gezegd door het gasthuisbe
stuur waaraan de stijging der uitgaven te
wijten is spr. heeft echter geen bezwaar meer
tegen de quaestie van aflossing.
Dhr. Ramondt zegt: de fin. comm. maakt
geen bedenkingen op de rekening. De
zuinigheidsquaestie is dus gebaseerd, niet
op de uitgaven, maar op de raming. Nu
zijn de ontvangsten verminderd met f 1800.
Het subsi ie is slechts verhoogd met f900.
Dit duidt niet op een soort weelderige
inrichting. Echter erkent spr. de raming
is ruim. Maar is 't wenscheljjk een be
grooting zoo nauw te ramen? De gasthuis-
begrooting houdt bovendien verband met die
van de gemeente. Wij moeten zekerheid
hebben dat in den loop van het jaar geene
verhooging van subsidie kan gevraagd
worden, wat bij een post van f 1200 moei
lijkheden voor de gemeente zou kunnen
veroorzaken. Men denke aan 1872, toen de
gasthui-begrooting met f1800 was over
schreden. Zelfbehoud zou dus een bestuur
reeds nopen hare raming niet te krap te
nemen. De post vuur en licht is f280
huoger geraamd dan er vroeger voor uit
gegeven werd. Waarom altijd zoo hoog?
Antw.wijl het bestuur te rekenen heeft
met de mogelijkheid van een strengen win
ter, enz. Spreker toont aan, dat het subsidie in
1888 niet hooger zal zijn dan nu. Toch wenscht
spr. er op te wijzen dat de subsidie eigen
lijk ontstaat uit den post voor schuldaf
lossing, en wijst op het zeker merkwaardige
feit dat, op grond van vroegere besluiten,
het gasthuis door de gemeente gesubsidieerd,
en door het burgerlijk armbestuur aan geld
geholpen moet worden en toch zijn be
zittingen kan vermeerdei en. Op een op
merking van dhr. Lambrechtsen herneemt
Spr. dar hoe meer bestedelingen er zijn
hoe beter, wijl er verscheidene uitgaven zijn
die even noodzakelijk zijn voor velen als
voor weinigen.
De hr. De Jonge zegt dat ook na deze