HISTORISCH
1887. Ho. 10.
Zaterdag 22 October
Tweede Jaargang.
CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
YOOR ZEELAND.
VERSCHUW
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Een stuk Meoschenleven.
Verplicht kosteloos lager
onderwijs.
elken MAANDAG. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
IP. ijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele - 0,02
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
ii
De schrijver van TravaiUeur bespreekt
zoo onder de bedrijven door verschillende
leemten, en spreekt hier en daar zelfs maar
in een noot, waarheden uit, waarover wel
eens mag nagedacht worden.
Van de loodsen zegt hij, dat hun men-
schenlevens en soms millioenen waarde
worden toevertrouwd, en dat zij zeer slecht
betaald worden. Overkomt hun een onge
luk dan zij ti vrouw en kinderen arm.
Schrijver keurt het stelsel van vrijwilligers
(volontairs) af in onze fabrieken. Een heertje
in de werkplaats wordt door den werkman
voor een spion gehouden. Heeft hij echter
een werkpak aan, en brengt hij zijne boter
hammen mee en deelt hij in alle ontberin
gen, dan kan hij op aller welwillendheid
rekenen.
»Als een jongen die niet dadelijk afkom
stig is uit den werkmansstand een ambacht
wii leeren, moet hij hel harde praetische
leven met den werkman meeleven. Geen
opleiding, onder welken vorm ook, hoe goed
ook bedoeld, kan hem geven wat hij daar
op die wijze opdoet. Hij moge bij een
andere wijze van opleiding eenige algemeene
kennis van de handgrepen van het vak
kunnen opdoen, de kennis die noodig is om
de maatregelen naar hun aard, op de rechte
wijze en met voordeel te kunnen gebruiken,
kan alleen op de werkplaats, door het door-
loopen van een leertijd, werden verkregen.
De praetische kennis van een ambacht moet
op de gewone werkplaats en de theoretische
op de school worden aangeleerd. Dit is ook
het voordeeligst. Slaagt zoo'n jongen niet
als opzichter, hij kan toch altijd als werk
man zijn brood blijven verdienen.» Zij die
thans zr aandringen op vak-dagscholen,
mogen trien. Zij handelen, volgens schrij
ver nieten het belang van uen ambachtsman.
Maar nu zegt men De leerjongen wordt
op de werkplaats toch zedelijk bedorven.
Hij leert vloeken en jenever-drinken.
Wie durft daar een heele klasse van
menschen zoo ruw beschuldigen Noem
eens namen, en we zullen zien wat er van
uwe beschuldiging overblijft. Zijn er
zulke onzedelijke werkplaatsen, dan ligt het
aan de patroons die geen opzicht genoeg
houden. Zie maar eens op karweien. Er
woi'den karweien door knechts uitgevoerd,
waarvoor de baas alleen belangstelling toont
door liet inzenden der rekeningen.
Bovendien het moet. Een officier die
nooit een kazerne gezien heelt, een luite
nant ter zee die nooit liet dek van een
schip betrad, een zeeloods die nooit een
overzeesche reis maakte, kunt gij 2e u
denken
Vloeken enz. hoort men in de beschaafde
kringen soms veel erger dan op de werk
plaatsen.
Goed opzicht kan veei voorkomen. De taal,
op de werkplaats gehoord, is soms minder
ruw, dan het snerpende jij en jou, dat den
werkman wel eens wordt toegevoegd door
hen die, ja in afkomst en kapitaal, boven
hem staan, maar niet zelden ook daarin
slechts alleen
Zooals bekend is, was de vader van de
wet op het middelbaar onderwijs, de minis
ter Thorbecke. tegen vakonderwijs op school.
Het verslag eener staats-eommissie in Bel
gië, daartoe in 1851 benoemd, had hem in
die meening versterkt. Ook dit verslag zegt
zeer duidelijk dat de vorming tot werkman,
lotman niet binnen de wanden eener school,
maar op de werkplaats zelve kan en moet
geschieden. Bovendien kan men geen fa
briek oprichten met enkel werklieden er
moeten ook leerjongens onder hen zijn voor
het verrichten van allerlei bezigheden, die
juist hun liet best afgaan.
De wet op 't middelbaar onderwijs in
1863 benadeelde de vakscholen en richtte
burger- dag- en avondscholen op. Toch
waren er in 1874, volgens schr. reeds bur
geravondscholen die dan strijd tegen andere
soorten van scholen, ook ambachtsscholen,
met eere volhielden.
«Een leerlirg van een goed ingerichte
burgeravondschool met driejarigen cursus,
die met goed gevolg het eindexamen heeft
afgelegd, staat hooger in theoretische en
praetische ontwikkeling beide, dan een leer
ling van een praetische ambachtsschool, die
in het bezit is van een diploma voor
theorie en praktijk, dat hij aan een ter
goeder naam bekend staande ambachtsschool
heeft verworven.
Ouders die hunne zonen niet naar de
ambachtsscholen zenden, doen dit op de
volgende gronden
lo. Omdat aan een goed ingerichte bur
geravondschool of soortgelijke inrichting
dezelfde theoretische kennis kan worden
verkregen als aan een praetische ambachts
school.
2e. Omdat de praetische opleiding op de
gewone werkplaats meer waarde heeft voor
het vak, dan die op een ambachtsschool
verkregen.
3e. Omdat de verdiensten van een jongen,
gedurende de drie leerjaren aan de ambachts
school doorgebracht, door het gezin van
een ambachtsman in de meeste gevallen
niet kunnen worden gemist.»
In het radicale Goninger Weekblad komt
een schrijven- voor van iemand, die zich
Dixi teekent («ik heb gezegd.») Daarin
wordt het denkbeeld van verplicht kosteloos
lager onderwijs bestreden, zooals dit in
het artikel van het pogram, door de re
dactie van evengenoemd blad aan de hand
gedaan, wordt ontwikkeld.
Van het lager onderwijs zegt Dixi, dat
het, zelfs in de allerbeste inrichting, noch
kennis, noch ontwikkeling zal aanbrengen:»
Van de onderwijzers zegt hij
„Zij barsten van geleerdheid ja, doch hun
kennis betreft dingen waarin niemand buiten
lien belangstelt. In plaats van ontwikkeld
zijn ze omwikkeld, ingewikkeld, en ver
wikkeld. Waar en op welke wijze zij zaken
moeten behartigen, maken ze zich eenvoudig
bespottelijk. De gelukkige uitzonderingen
zijn te tellen. En zulke lui zouden in
staat zjjn menschen te vormenWas het
onderwijs in overeenstemming met de
praktijk des levens, dan moesten alle
onderwijzers en niemand beter dan juist
z ij kennis en doorzicht toonen in 'het
werkelijk leven."
En van de leerstof heet het
„99 procent van 't geen thans op school
geleerd wordt, bhjkt later ballast te wezen,
die, indertijd met tegenzin geslikt, op
lateren leeftijd als sneeuw voor de zon
verdwijnt."
En den invloed daarvan op de leerlingen
teekent deze radicaal aldus:
„De helderste, levenslustigste schoolleer-
ling is de grootste martelaar. Zjjn aanleg
wordt bedorven, zijn verstand geketend,
zijn gemoedsleven verstikt, in één woord
zijn geest verknoeid en zijn lichaam zwaar
beproefd. De natuurlijkste en flinkste jon
gens en meiden hebben den grootsten
hekel aan zoo'n carricatuur-menschenfa-
briek."
Na armoede en rijkdom kent hij geen
grooter tegenstelling dan tusschen de school
en het leven. Kennis en bekwaamheid
kunnen niet verkregen worden door wat
men thans lager onderwijs gelieft te noe
men. «En dan kosteloos l Voor geld toe
is het te duur. Met geen geld te betalen
is het, wat er door verloren gaat. En dan
verplicht l wie heeft recht zjjn gezond ver
stand in zoo'n knoei winkel te verkwanselen?
En verder heet het:
«Zoolang er menschen geboren worden
met normale geestvermogens, heeft geen
radicale partij het recht, het dogma «schooi»
uit te breiden en verplichtend te stellen.»
«Het beste onderwijs is afwezigheid van
onderwijs dat gegeven wordt.
Onderwijs toch mag niet gegeven, het
moet genomen worden.» Een grondwets
artikel: «Het geven van onderwijs is vrij,»
noemt Dixi beleedigend. Een artikel. «Het
nemen van onderwijs is vrij,» klinkt be
spottelijk. Met het verleenen van dergelijke
vrijheden heeft geen wetgever iets te maken.
Zij waren reeds «natuurwet» voor iemand
aan weigeven dacht.
Na gezegd te hebben dat het openbaar
onderwijs niet neutraal is, zegt deze radi
cale schrijver van de schoolquaestie o. a.
het volgende:
„Er is natuurlijk ook eene schoolk w e s-
t i enatuurlijk, zeg ik, want in onze
verschoolde, verkerkte, verleugende z. g.
m a a tschappij is kwestie over alles wat
er is en wat er niet is.
Laat intusschen elk radicaal van de
daken predikenin de schoolkwestie
is het recht aan de zfjde der
antirevolutionairen.
Laten alle radicalen voor ieders oog
hen helpen den staat het schoolmeester
schap te ontwringen.
Tegelijk de „Kuyperianen" geholpen om
de kerkelijke kwestie op te lossen, waarin
evenzeer het recht aan hunne zijde is."
Het behoeft natuurlijk niet gezegd te
worden, dat wij het met dezen radicaal
niet in alles eens zijn.
Toch geeft hij vele goede opmerkingen
Het ware te wenschen dat sommige libe
ralistische redactietjes, in plaats van te
schimpen op deze frissche zonen van het
liberalisme, wat betere nota namen van
hunne geschritten, al geven ook niet alle
van levenswijsheid bljjk.
Tweeëlei Maten.
Naar aanleiding van het gebeurde met
dr. Smit te Apeldoorn deelt Ventos in de
N. Gron. Crt. het volgende mede
In Aardenburg staat de heer Vorsterman
Van Oven aan het hoofd eener openbare
lagere school.
Deze heer nu verdedigde den lsten Sept
1878 in een openbare vergadering te Oost-
burg 0. a. deze stellingen:
De Bijbel kan op school niet gebruikt worden.
De Bijbel is ongeschikt voor kinderen.
De By bel kan Gods Woord niet zjjn.
De openbare school brengt de kinderen
tot gemeenschap met God.
Onze tjjd wordt niet gekenmerkt door
godsdienst of Christus-haat, maar onze tjjd
kenmerkt zich door een verzet der ontwik
kelden tegen de te weinig ontwikkelde leer
aars der kerkgenootschappen.
De zoogenaamde christelijke «chool levert
geen waarborg tegen polygamie, communis
me, noch socialisme; de openbare wel.
Heeft nu deze heer ook zjjn ontslag ge
kregen Neen, hjj arbeidt nog ongestoord
in denzelfden geest voort.
»Maar,s vraagt \eritas, jis Van Oyen
dan ook geen agitator of, beter gezegd, een
ongeloofs-apostel
»Zeker, maar zjjn handelwjjze is niet
strijdig met de belangen der liberalen
Een kind uit het volk.
Gemoedelijke liberalen juichen de candi-
datuur Levy toe, als die van een zoon uit
het volk.
Maar wat bazelt men toch van zoneti
uit het volk
Verstaat een zoon uit het volk altjjd de
klachten van dat volk leeft en streeft hjj
met dat volk voor zyn diere rechten?
Het moest zoo zjjn. Maar is het in de
Tweede Kamer zoo? Zal daar het rechts
gevoel van den zoon uit het volk Levy
sterker spreken dan b. v. van een anti
revolutionairen baron
Droomers, die dat meenen.
Of liever, zjj weten wel beter.
Of was niet Kappeyne, die ons de onge
lukkige schoolwet bezorgde en het volk,
waaruit hij voortgekomen was, in zjjn rap
port aan den Koning hoonde, niet een
zoon uit het volk?
Welke liberalen waren in de Tweede
Kamer tot nog toe de eersten om onze
klachten af te wjjzen, om onrecht en ver
drukking te bestendigen aan ons goede volk
Het waren de Noordsche liberalen, de
kinderen uit het volk, de heeren Liefiinck,
Buma, Schepel, v. d. Kaay en Goeman Bor-
gesius. Onder hen zijn er die steeds elke
censusvei laging ten gerieve van het »volk»
uit wiens kringen zij waren voortgekomen,
het felst hebben weerstaan.
Slechts Groen v. Prinstereren de zjjnen,
mannen die niet uit den boezem des volks
waren voortgekomen, hebben het volk achter
de kiezers gekend en begrepen, en tot heden
toe voor zijn rechten gepleit.
De liberale partij heeft nog wel meer
«zonen des volkt» in de Tweede Kamer;
menschen van wier bestaan het volk nog
nimmer iets gewaar werd. Dat nu deze
hooge voorname heeren in den laatsten
tijd wat meer populair worden, ligt waarlijk
niet aan eene hartelijker genegenheid, zelfs
voor het census-volk. 't Is slechts een gevolg
van de omstandigheden 1 De anti-revoluti
onaire invloed wordt grooter door dat voe
ling houden met het volk. Bovendien gaat
de liberale firma achteruit. Het volk is in
den laatsten tijd ook wijzer, meer preten
tieus geworden. De heeren moesten nu wel
wat meer met dat volk gaan rekenen. Aan
een zoon uit het volk, die niet verstaat dat
de Zoon des menschen gekomen is, niet om
gediend te worden, maar om te dienen
heeft bet volk van Nederland niets 1