CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND.
i
1887. No. 9.
Donderdag 20 October.
Tweede Jaargang
VERSCHIJNT
G. M. Klemkefk, te Goes
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES j
E en stuk Menschenleven.
Buitenland,
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
P.ij; per drie maanden franco p. p. f'0,95
Enkele nommers- O 02
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
I
Zoo luidt de titel van een boek, dat de
zer dagen het licht zag en waarop wij de
aandacht vestigen. De schrijver geeft de
levensschets van een werkman. Hij noemt
dien man Travailleur, welk woord hij ver
taalt dooi' Werkezel.
Nu begrijpt ieder dat deze levensgeschie
denis slechts de vlag is die de lading moet
dekken. De lading bestaat int vele, zeer
juiste gedachten, wenken en opmerkingen
over de sociale quaestie. Dat wil zeggen
over wat op maatschappelijk gebied zooal
waar te nemen en te verbeteren valt.
U den geheelen inhoud van dit merkwaar
dige boek mêe te deelen, zij 't ook nog zoo
beknopt, zou een nutteloos werk zijn. Wie
«Travailleur» gelezen en genoten heeft, zou
in onze samengetrokken mededeeling zelfs
de schaduw niet terugvinden van het schoo-
en en ware en goede, dat hij in bedoeld
boekske vond. Daarenboven zouden zij die
«Travailleur» nog niet kennen, door ons
half-werk worden afgeschrokken met hem
kennis te maken. En dit nu zou ons
spijten.
We kunnen echter wel enkele opmer
kingen van Travailleur of liever van den
schrijver, aan onze lezers meedeelen.
Niemand zal het bevreemden, dat allerwe
gen over de sociale quaestie gesproken en
geschreven wordt. Het socialisme is een
teeken des tijds, waarvoor, in Europa noch in
6 FEUILLETON.
DAPPERHEID.
Teleurstelling' en Hoop.
Een tien minuten na het vertrek van
Mary met de kranke vrouw en den kleinen
van haren broeder, naar zij dacht, verscheen
er een deftig heer, door een knecht verge
zeld, op het stationsplein. Nadat hij eerst
goed rondgezien en op en neer gewandeld
had. zond bij zijn knecht naar het eene
einde van het plein, te wijl hij zelf naai
den anderen kant ging. Daarop keerden zij
terug en ontmoetten elkander op dezelfde
plaats van waar zij waren uitgegaan.
«Zend dien kruier bij mij
De knecht ging zijne boodschap doen en
keerde onmiddellijk met den kruier terug.
«Zeg eens vriend, hebt gij dezen morgen
een jonge dame met haren meid hier
gezien
«Ja, mijnheer,» zei de kruier.
•- «Waar vroeg de heer, eenigszins
driftig.
«Wel, hier mijnheer. Zij heeft eene jonge
wouw, die bewusteloos was geworden mede
genomen.»
«Welke jonge vrouw?»
«Wel, uren zegt dat het de vrouw is
van Sergeant Laidman.»
«Sergeant Laidmanriep de heer uit,
terwijl hij een samengevouwen stukje papier
uit zijn vestzak nam, liet. las en in zich
zeiven mompelde
«Dezelfde naam Het zou mij in 't minst
niet verwonderen Ik behoef er niet aan
te twijfelen Hij is dezelfde
«De arme vrouw had een kind bij
zich, mijnheer.» De kruier achtte het
Waarschijnlijk niet overbodig er bij te voe
de andere werelddeelen, iemand de oogen mag
sluiten. Maar in ons werelddeel vooral is
het opmerkelijk, hoe daar in alle landen de
arbeidersquaestie is aan de orde gesteld.
Helaas, dat bij zijn aandrang om erkenning
van de noodzakelijkheid der verbetering,
zoo menig arbeider den werkgever, den ka
pitalist, of hoe hij hem ook noemen moge,
aanziet met een oog, waarin de kokende
hartstocht van de afgunst en de ziedende
passie van den klassenhaat zoo onrustbarend
spreekt.
De vorm, waarin deze schrijver zijne
denkbeelden over de sociale vraagstukken,
inkleedt, is zeer aantrekkelijk. De schrijver
zegt zijne meening over sommige zaken,
en zelden heeft hij het mis.
Wij lezen b. v. zijn oordeel over Enquêtes
en officieele verslagen.
Welke waarde hebben ze, zoo vraagt hij.
voor de werklieden
«Bijv: Uit een verslag over den landbouw,
in een bepaalde streek van ons land blijkt
(lat de oogst over het algemeen goed is
geslaagd. De tarwe, de gerst, de haver,
geven een goed beschot. De opbrengst der
erwten en der aardappelen laat echter iets
te wenschen over.
De algemeene toestand is dus gunstig te
noemen. Maar de ijverige boer, die reeds
een paar dozijn jaren of langer op een
hoeve hard heeft gewerkt, ziet op den
welgeslaagden oogst, de vrucht van zijn
arbeid (door Gods zegeni, beslag gelegd door
gen«en zij werden beide door de jonge
dame meegenomen.»
«Wanneer
«Wel, toen zij wegging mijnheer,» zeide
de kruier.
«Ik dank U, mijn vritnd, ik geloof dat
ik u niet meer noodig heb.»
«Uitsluiting, ontegenzeggelijk,» zeide hij
bij zich zeiven. Nu zal de geheele bezitting
nog op haar broeder overgaan. En zoo is
mijn vooruitzicht op een rijk huwelijk voor
mijn oudsten zoon ook voor het oogenblik
vernietigd Mijn invloed en mijne belangen
evenzeer. Dat de onde Howley ook zoo
dom is geweest, na al mijne vriendschap,
door zijn uitersten wil zijn kind aan het
gevaar bloottestellen, dien zoo gemakkelijk
teniet te doen; 'tis ongerijmd, belachelijk!
Maar van nu af trek ik mijn handen ook
van haar af.»
Indien degenen, die hem vol verontwaar
diging in zijn rijtuig zagen stappen, met
al de omstandigheden waren bekend geweest,
zouden zij gevraagd hebben, of zij zelve
integendeel zich niet aan zijne handen ont
trekken ging.
Maar hoe was Mary zoo onverwachts
aan het station gekomen?
Nauwelijks toch had zij van Sara verno
men, hoe wreed haar broeder door den
heer Ruppert behandeld was geworden of
zij haastte zich, ondanks de voorzorgen van
haar voogd en de bepaling in het testament,
om vergezeld van haar dienstmeisje het huis
te verlaten en in de kazerne naar sergeant
Howley onderzoek te doen. Die naam was
echter bij het regement niet bekend.
«Niet bekend zij meende dat men zich
vergiste. Maar al te goed wist zij immers
dat hij er moest zijn. Hij had het haai
den vorigen dag nog gezegd.
En toch verzekerde men haar het tegen -
den landheer. Alles, tot zelfs het een
voudigste huisraad wordt verkocht, omdat
hij niet de volle pacht kan betalen. Wat
helpt nu de sluitrede van het verslag voor
dien boer die tot den bedelstaf is gebracht
Wie plukt hier de vruchten van den zwaren
arbeid van den boer, zoowel als van den
arbeider
Wie zal niet instemmen met deze woorden:
«Wij weten dat er veel lijden kan worden
voorkomen, als velen der op hoogen trap
arbeidende rangen, en zij die in het geheel
niet arbeiden, Travailleur dat is hier
den werkman wat beschaafder, wat
eerlijker behandelden: en dat zij die het
wel meenen met het volk, zich persoonlijk
wat meer van nabij met de nooden en
behoeften der arme en mingegoede klassen
bekend maakten.»
Een volgende maal wenschen wij met
den inhoud van dat boek kennis te maken.
IH53XS£ÏX2S£SX
Het optreden der anarchisten (mannen
die tegen alle regeering zijn) en socialisten,
wordt met den dag gevaarlijker. Alles wijst
op een uitbarsting die aanstaande ij. De
staatkundige bodem van de meeste landen
van Europa is ondermijnd. Er wordt slechts
verlangd naar de lont, die het opgehoopte
kruit zal aansteken.
In Chicago (Amerika) werden acht anar
chisten ter dood veroordeeld. In bijna alle
deel. Men wist bepaald dat er niemand
van dien naam was.
Howley Weet ge wel zeker dat de naam
Howley was.
Howley, zeker.
Geen Sergeant Howley
Dat was zonderling. Men misleidde haar
toch niet
Op haar woord, dat deden zij niet. Was
zij wel zeker, volkomen zeker, dat hij Howley
heette
Bij die vraag schoot haar te binnen, dat
haar broeder zeker een anderen naam had
aangenomen.
«Wat was hij voor een man? werd haar
gevra igd.
«Slank,» antwoordde zij «men zegt ook
wel, dat hij veel op mij gelijkt, ook heeft
hij vrouw en kind, een kleinen jongen.»
Er was er maar één, die met dezelfde
beschrijving overeenkwam, sergeant Laidman
en indien dit zoo was, dan zou zij hem
zeker aan het station zien, zoo zij er nog
vóór het vertrek van den trein mocht aan
komen.
Door hetgeen zij had vernomen, volkomen
overtuigd, dat sergeant Laidman niemand
anders kon zijn dan haar broeder, reef zij
onmiddellijk naar eene der voorsteden op
korten afstand van het station, huurde daar
op tamelijk afstand van de stad een lieve
en aangename woning, om de waakzaam
heid van haar voogd te ontgaan en op alle
mogelijke gevallen bereid te zijn.
Eindelijk aan het station gekomen, was
het te laat om haar broeder nog te ont
moeten, maar nog vroeg genoeg om zich te
kunnen overtuigen, dat zij zich niet had
bedrogen. Voor het overige vertrouwde
zij op Gods Voorzienigheid.
Met Sara bracht zij de kranke vrouw en
het kind in hare nieuwe woning, waar zij
groote steden van Europa (Parijs, Londen,
Den Hang, Amsterdam,) kwamen daarop
de socialisten bijeen, om hun afkeuring
daarover uit te spieken. Uit Den Haag
vertrekt er binnenkort een motie naar de
vereenigde Staten, waarin de veroordeeling
van deze acht oproermakers een moord wordt
genoemd, die slechts wacht op de wraak
der broeders. Te Parijs had iets dergelijks
plaats. Na afloop trok Louize Michel, «de
bloedige Louize» met hare aanhangers,
wraak schreeuwende door de stad zij sloe
gen daarna bij een herbergier, die hun niet
tappen wou, alles kort en klein, en werden
(althans enkelen hunner; door de politie in
gerekend.
Te Londen kwamen de werkloozen, 4000
in getal andermaal op het Trafalgar-plein
bijeen, en traden thans dreigender op dan
ooit. Zij besloten andermaal hunne klach
ten te gaan brengen bij den lord-mayor.
Deze was afwezig. Een alderman (lid van
den raad) ontving hen. Hij verwees hen
naar de armbesturen, waarop zij begonnen
te schreeuwen, dat zij geen aalmoes ver
langden, maar recht en arbeid. De alder
man keurde ook deze optochten af, wijl er
zich veelal zoo vele luiaards en vagebonden
bij aansloten. Met de politie kwam het
daarna tot een treffen.
Gisteren, na het aanhooren van op
hitsende redevoeringen in het Hijdepark
trok een menigt volks in optocht, met
i-oode en zwarte vlaggen, door de stad. Bij
haar met de meeste liefde verpleegde en
voor het jongsken zorgde. Nu volgde een
lange tijd van bange verwachting.
Hoe echter de afloop der ziekte mocht
zijn, Mary had toch, dewijl de kranke in
hare ijlkoortsen onophoudelijk den naam
van August uitsprak, de voldoening, dat zij
zich waarschijnlijk niet had vergist en in
ieder geval de vrouw van haar broeder had
aangetroffen.
Gelukkig nam de zieke in beterschap toe
en na eenige weken was mejuffrouw How
ley zoo verre hersteld, dat Mary zich aan
hare schrijftafel kun plaatsen, om haar eer
sten, lang uitgestelden, maar opbeurenden
brief aan haar geliefden broeder August
te schrijven. O, met hoeveel vreugde, met
welk een vellicht en dankbaar hart
vatte zij de pen op om hem te melden,
wat er sedert den dag van zijn vertrek en
dat treurig afscheid was voorgevallen.
Beginnende met de eenigszins verontrus
tende mededeeling dat zij, door omgang te
houden met het «nietswaardige schepsel»
dat hij tot vrouw had gekozen, alle recht
op de aanzienlijke nalatenschap van haar
diepbetreurden vader verbeurde, meldde zij
hem verder dat er niet de minste reden
meer bestond, waarom zij hem niet zou
mogen mededeelen, dat haar dierbare schoon
zuster en zijn lieve zoon de beste gezond
heid genoten en bij haar zouden blijven,
totdat hij ze zelf zou komen terugvorderen.
Na de mededeeling van eenige familieom
standigheden en het verzoek om zoo spoedig
mogelijk den dienst te verlaten, besloot zij
met hem te melden, dat zij zich eigenmach
tig tot bestuurster zijner zaken had opge
worpen en niet twijfelde of hij zou bij zijne
terugkomst zijne goedkeuring hechten aan
hetgeen zij gedaan had.
Wordt vervolgd