CHRIST ELIJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH VOOR ZEELAND. 1887. No. 94. Dinsdag |2 Juli Eerste Jaargang, l/v VERSCHIJNT F. P. D'huy. te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: BELEEFD VERZOEK. Gemeenteraadsverkiezing. Binnenland. Kerk- en Sehoolnieuws. M li-.iEN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. IVip per drie maanden franco p. p. f 0,95 Enkele nommers- 0,02 y2 UITGAVE VAN G. M. Klemkerk, te Goes en van 1 5 regels j 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onzen abonnés in Zuid- en Noord-Beveland, Staats-Vlaanderen, en elders, behalve dien op Walcheren, wordt beleefd verzocht het abonnementsgeld van dit blad over te maken, het welk bedraagt: Voor hen die zich i Januari abon neerden, en sinds«de Zeeuw»driemaal ontvingen, f 1,60voor hen, die zich 1 Januari abonneerden, en steeds 2 ex. van «de Zeeuw» ontvangen, f 1,30. Dit is evenz' o voor hen, die sinds Januari niet voldeden. Hun die per jaar wenschen te be talen, wordt verzocht dit te kennen te geven, als ze dit nog niet ge daan hebben. Den 15en April zal bij diegenen, die f 1,60 of f 1,30 verschuldigd zijn, en niet per jaar verlangen te betalen, over het bedrag worden beschikt. Dit alles geldt niet den abonné's in Walcheren; dezen gelieven alle opgaven en betalingen te doen aan den Uitgever F. P. D'HUIJ te Middel burg. doch alle overige abonnés aan den Uitgever G. M. KLEMKERK. Goes, 1 Juli 1887. Dat een gemeenteraad een tweede-ka mertje in het klein zou zijn is een meen ing, waartegen de kiezers met woord en daad moeten opkomen. Ook op 19 Juli aanstaande. Over geheel ons land zijn liberale kies verenigingen dwaas genoeg geweest, de aftredende antirevolutionaire leden niet her kiesbaar te stellen. Onder anderen te Goes tegenover den heer Quist, stelden zij een der hunnen candidaat. Dit bewijst, dat ook bij deze heeren het be sef nog niet genoegzaam is doorgedrongen dat een gemeenteraad geen tweede kamer is. Een ander is de taak van de Tweede Kamer, een ander die van de Provinciale Staten, een ander die van den Gemeente raad. In de Tweede Kamer moeten nationale, in de Provinciale Staten provinciale, in den Raad gemeentelijke belangen behartigd wor den. Jhr. de Jonge van Zierikzee was een poos gemeenteraadslid (en wethouder,) lid der provinciale staten en tweede- kamerlid. Drieërlei was toen zijne roeping. Hij co itroleerde de uitgaven der gemeente Zierikzee, behartigde de belangen van wa terschappen, enz. in Zeeland en onderhan delde met partijen en regeering over de belangen der geheele natie. Drie onderschei dene plichten vervulde hij in dezen. En dat begrepen de liberalen in hunne goede dagen ook zeer goed, want jarenlang was de heer De Jonge wethouder in een libera len gemeenteraad, en zonden liberale kie zers hem naar Middelburg als lid van Zee- lands staten. En wat nu den gemeenteraad betreft, behoorde het altijd zoo te wezen dat in de eerste plaats niet naar kleur of godsdiensti ge richting van den candidaat gevraagd werd, maar naar den ernst zijner gezindheid om de belangen der ingezetenen te behar tigen. Vooral in de tegenwoordige kwade jaren is een raadslid, dat de beurs der belasting schuldigen bewaakt, geld waard, hij moge jood, roomseli-katholiek of doleerend zijn. Een antirevolutionair die in den raad liet «recht voor allen» niet beoogde, is niet ver kieselijk, een liberaal die de hooge uitgaven voor openbaar onderwijs door verhoogd school geld tempert, daarentegen wel. Een Kamer lid helpt wetten maken, en de beginselen verdedigen volgens welke de wetgeving zal worden geleid. Een raadslid daarentegen moet slechts de wetten uitvoeren. Of zij goed zijn of kwaadof hij wil of niet, dat doet er niet toe. Hij heeft slechts uit te voeren. Alleen hij moet't doen naar rechten billijkheid, practisch, degelijk en met een open oog voor de draagkracht der belasting betalende burgers. Vatten wij de eischen die men een raads lid stellen moet, samen, dan komen wij tot de volgende 'lo. Men moet weten of de candidaat zal medewerken om de zorg voor het openbaar onderwijs niet verder uit te strekken dan de wet eischt. 2o. De candidaat moet willen bezuinigen op de algemeené uitgaven, en rekening houden met de draagkracht der ingezetenen. 3o. De candidaat mag, overeenkomstig het beginsel van recht en billijkheid, geen subsidiën verleenen die niet kunnen geacht worden van algemeen belang te zijn. 4o. Hij zij iemand van wien men ver wachten mag dat hij in den raad getuige tegen alle sloving der Zondagsrust, en alle schending der openbare eerbaarheid. Kunnen de kiezers en de kiesvereeni- gingen, onder biddend opzien tot God, er toe besluiten, zich alleen met zulke mannen in te laten, onverschillig of zij liberaal of orthodox, roomsch of antirevolutionair heeten, dan zullen zij het algemeen belang geen schade doen, en voor het uitbrengen van hun stem, een goed geweten hebben bij de menschen. De openbare school en de goede genius. Gelijk ie verwachten was is het voor stel der liberale Unie, uitsprekende den wensch, dat het wetsontweup-Schaep- man tot herziening van hoofdstuk tien dei- Grondwet worde verworpen, aangenomen mee 63 tegen 6 stemmen. De voorzitter, de reform-jood Levy, hield bij die gelegenheid een redevoering die be wijs gaf van le liefde voor het openbaar onderwijs2e wrevel tegen de 7 liberalen 3e afkeer van de kerkelijken 4e wantrou wen in de kracht van het beginsel dei- openbare school5e vrees voor de kracht van het christelijk onderwijs6e geestendienst. Dit laatste moge vreemd klinken toch is het zoo. De jood, tot in wiens talmud zelts toe de aanroeping van eenig schepsel verboden wordt, is door den schrik over de wijziging van artikel 194 het spoor zoo bijs ter geraakt, dat hij op het standpunt dei- spiritisten, of althans op dat van Rome is terechtgekomen. Zijn door en dooronjood- -sche uitroep: Moge een goede genius ons land bewaren getuigt het. Deze uitdrukking teekent. De ope bare school toch is onafhankelijk van de regeering. De regeering wacht slechts op het votum der eerste kamerdeze zal op haar beurt weer luisteren naar de eischen van de liberale Unie. Deze wordt weêr geinspireerd door den jood Levy die op zijn beurt weêr rekent op de hulp van een genius (een geleigeest der Ouden). Zod regeeit een Israëliet het land en blijft de openbare school met hare christe lijke deugden op de. been door de goede zorgen var. den jood Levy, wiens chris tendom de heidensch- roomsch- spritituis- tische opvatting van huldiging der geniussen meebrengt. Zullen regeering en Eerste Kamer, naai de profetie, dat wie voor den Koning dei- Joden niet buigt, het ten laatste voor de Joden moet doen, op dezen eisch van Levy a- ht geven Dan beware de Almachtige God de openbare school voor de leidingen van Levy's genius; en opene de oogen der natie voor de twijfelachtige zegeningen van dusdanig duurgekocht staatsonderwijs. «—nmr—mbmwmiwm— osei PROVINCIALE STA l EN VAN ZEELAND. Vervolg Aan de orde is verder e de begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1888, met een voorstel betreffende de hef fing van 30 opcenten op de grond- en 22 opcenten op de personeele belasting ten be hoeve der provincie, welke begrooting in ontvang en uitgaaf geraamd wordt op. f347388,285 Algemeen rapporteur is de heerjSuijders. De heer Snijders vraagt bij den post van uit gaaf «kosten van instandhouding van den Stoombootdienst op de VVester-Schelde» het woord. Hij zegt verleden jaar in de najaarsvergadering toen hij op het wen- schelijke wees van eene betere verbin ling van de aanlegplaats der provinciale booten (buitenhaven) en het locaal station te Vlis- singen (bij het kanaal)daaromtrent te zijn gerustgesteld door de toen afgelegde ver klaringen door de leden der staten, de heeren Smit en van Uije Pieterseburgemeester en wethouder van Vlissingendat de ge meente Viissingen den concessionaris van den tram kon dwingen den tr. na naar de buitenhaven te doen rijden en dat dit ook- wel gebeuren zou. De heer Snijders ver neemt echter daarvan tot heden nog niets. Daarom vraagt hij gedeputeerden Staten of zij geene middelen kunnen beramen die betere verbinding tot stand te brengen tot tijd en wijle de tram er heen zal rijden. Er worden toch in het jaar ongeveer 45.000 personen met de prov. booten aan de'bui tenhaven medegenomen en aangebracht. Het publiek zou het dus zeer gerieven een gelegenheid te hebben om van de plaats van aankomst der booten spoedig trein, tram of barge te kunnen bereikenwant nu moet men daarvoor 12 minuten loopen, bij regen en wind en vooral in den winter zeer lastig. Hierover wordt liet woord verder gevoerd door de heeren Pompe, van Uye Pieterse, Smit, Stevens en Hammacher. De heer Buteux deelt namens gedeputeerde staten mede, dat zij dien toestand niet zoo erg vinden en dat het bovendien niet op den weg ligt van gedeputeerde^ staten daarin te voorzien. Het voorstel van den heer Snijders wordt aangenomen niet 24 tegen 11 stemmen. De heer Pompe verklaart nog naar aan leiding van een opmerking in de afdeeling gedaan dat de provincie van de geldleenin- gen niet meer moest aflossen dan noodig was, dat hij integendeel voorstander was van die grootere aflossingen. De begrootiug wordt nog in uitgaaf mef een bedrag van f1000, vermeerderd. Een gevolg van liet aangenomen voorstel tot subsidiëering van gemeenten voor genees- en verloskundige hulp. De begrooting wordt daarop goedgekeurd met algemeene stemmen. Ten slotte vraagt de heer Hennequin nog het woord en wordt door hem aan het ge deputeerd college de vraag gedaan, waar om de provinciale ponton niet met 1 Mei gereed was, zooals de voorwaarde vau aan besteding bepaalt en wanneer die ponton nu in gebruik zal komen voorts of de aan besteding van de nieuwe prov. Stoomboot «Walcheren» en van de nieuwe mac.dne in de «Oosterschelde» het best en voordeeligst kon geschieden bij de maatschappij «de Schelde» en of men ook anderen heeft doen mededingenen eindelijk of er termijnen van aflevering van boot en machine zijn bepaald en of die termijnen zullen in acht genomen worden. De heer Heijse verklaarde dienaangaande namens gedeputeerde Staten,; dat de ponton binnen 10 dagen in gebruik zal komen, dat dit nog niet eerder kon, omdat het rijk de dukdalven, waaraan de ponton moet vast- gerneerd worden, niet eerder in gereedheid had gebracht, voorts dat het gedeputeerd college met nauwgezetheid de aanbesteding van boot en machine had doen plaats hebben dat termijnen voor aflevering zijn bepaald, welke, tenzij bij onvoorziene omstandigheden streng zullen worden gehandhaatd. De interpellant dankt daarna den heer Heijse voor de gegeven inlichtingen. Ten slotte wordt op voorstel des voorzit ters bepaald de eerstvolgende bij eenkomst te houden op aanstaanden dinsdag 12 Juli des namiddags te één uur ter ver kiezing van een lid der Eerste Kamer van de Staten Generaal ten gevolge der periodieke aftreding van den heer mr. Moolenburgh. De bijeenkomst werd hierop door den voorzitter gesloten. Uit het jaarverslag der Vereeniging tot opneming en christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders blijkt, dat op 1 Febr. 1886, in de inrichting Yeldwijk te Erinelo o/d Yeluwe, 52 mannen en 63 vrouwen waren opgenomen, waarvan 3 man nen en 2 vrouwen zijn overleden, en, als geheel of ten deele hersteld, 17 werden ontslagen. In Juni 11. waren aanwezig 43 mannen en 50 vrouwen. Het getal der leden klom tot 2879, met 121 corporaties; het bedrag der giften en contributies is gestegen tot f10,850, terwijl de laatste serie van f50,000, der leening groot f 200,000 tot voltooiing der inrichting thans wordt uitgegeven.De verpleeggelden bedragen nu le kl. a f1600 en b f '1200 2e kl. a f900, b f600 en 3e kl. i300. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Scherpenisse, door ds. J. M. Conradi te Nissevoor Rozenburg door ds. Pb. Peter te Serooskerke,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1887 | | pagina 1