CHRISTELIJK-
HISTORISCH
L"9
Irsü
Goes.
gsche
ik
laïlle
Én
rICAT.
ES Lz,
1887. No. 93.
Zaterdag 9 Juli.
Eerste Jaargang,
NÏEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
:n,
i rekening van
Goes.
flolloway.
en.
[en.
is.
Jonge,
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, Ie Goes
F. P. D'huy. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Binnenland.
het aangaan
van Koloniën
jlt,
en te en tegen
b meer alge-
Imeer bedroe-
li, welke van
er af hangen.
Isheid, slechte
Jnd teekenen
like men spoe-
ring van dat
Igen. De Pil
len heilzamen
Jigen, en over
Ine koloniën,
]n worden zij
fenezen nadat
die jaren
bn leverkwa-
|or deze Pillen
een goede
ofschoon zij
bnoten.
he- en Rood-
Drooge-
|iale Waren.
eerste hy-
|n en Huizen
in eens, in
te bekomen
3H te Mid-
prpen 1885.
I's Heeren-
lam 1883"
In doosjes
25 cents.
60 cents.
ES.
JEID staat
|r de hand-
lel om het
1het ver
liet voldoet
Jidelburg.
rke.
DE
lïï.i.KN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Piij j per drie maanden franco p. p. f0,95
J'r.kele nommers-0,027,
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels,; 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De Kamer onbevoegd.
De zeven zoogenaamde afvalligen heb
ben reeds hun standpunt verdedigd tegen
over de clericale anticlericalendie geen
afwijkende meening in huri gezelschapnoch
in hun stelsel kunnen verdragen. Van Hou
ten herinnerde er aan, dat hij in 1879 er
reeds zoo over dacht en sprak. Enkele an
deren gaven de reden op van hunne ver
anderde meening. Een hunner, de heer
Gildemeesterdeed het op meer gemoe
delijken toon, maar zeide daarom niet min
der de waarheid.
Hij zei o. a. dat de Tweede Kamer,
wijl zij de ware volksvertegenwoordiging
niet is, niet moet willen heerschen na
haar dood.
De kamer niet de ware volksvertegen
woordiging! Maai' mijne heereu dat heeft
Keuchenius altijd gezegd, en gij zei ven
hebt hem als een zanikert .afgescheept. Gij
hebt er niet van willen hooren dat gij ze
delijk onbevoegd waarten zie nu komt
reeds een der meesters uit het gild van
Amsterdam, het district der negen afge
vaardigden, u zeggen dat Keuchenius ge
lijk had.
Och ja, Keuchenius had ook gelijk. Maar
het partijverband, en het leven en de ge
zondheid der meerderheid, en de grondwets
herziening eischten dat men net deed of men
het niet geloofde. De liberalen weten zeer
goed dat in den schoolstrijd het gelijk aan
onze zijde is. Dat de handhaving der chris
telijke wetten o. a. de Zondagswet, ons ernst
is. Dat de mannen der christelijke histo
rische partij door Kamerleden en Pers schan
delijk gelasterd zijn. Dat de Kamers on
voltallig zijn. Dat hunne partijmeerderheid
eene geroofde is, verkregen door districten-
knipping, door handhaving der groote steden
met haar 20 liberale afgevaardigden. Zij
weten het en willen u dat «onder ons» ook wel
toestemmen. Maar de conscientiekreet, die
soms nog gehoord wordt, klinkt te dof, om
nog indruk te maken. Men legt zich te
slapen aan de gestolen wateren.
Maar met dat alles krijgt de oud- afge
vaardigde van Middelburg, mr. Keuchenius,
weer zou ongemerkt gelijk met zijn stan
daard van zedelijke bevoegdheid en treedt,
ook bij wat de Eerste Kamer met art. 194
dreigt te zullen doen, het dwaze epel der
liberale meerderheidsteeds helderder aan
het licht.
Ook een talent!
Het Dagblad, een conservatief blad in
Den Haag, zegt en vleit, naar aanleiding
van de benoeming des Heeren Bastert tot
minister van waterstaat
»De heer Heemskerk, ook in deze nieu
we kabinets-aan vulling zoo uitnemend slagen
de, heeft bij vernieuwing getoond, dat hij
bij zijn vele gaven, ook die voegt van als
Premier te kunnen vinden wat vele anderen
te vergeefs zouden zoeken nieuwe ambtge-
nooten. Nog nimmer onderging een Kabi
net zoovele transformatiën. Een nieuwe
Minister van Koloniën, een nieuwe Minis
ter van Financiën, een nieuwe Minister
van Buitenlandsche Zaken, twee [leesdrie,
zegge drie] nieuwe Ministers van Marine,
een nieuwe Minister van Waterstaatons
dunkt de heer Heemskerk heeft werkelijk
meesterstukken geleverd. Ministers verdwe
nen het Ministerie bleef.»
Het Vaderland, een liberaal blad aldaar,
merkt naar aanleiding daarvan zeer terecht op:
»Ons dunkt de heer Heemskerk zal bij
het lezen dier woorden maar half voldaan
zijn geweest, en zoo iets gebromd hebben,
als«nemen ze nu een loopje met me
Het feit, dat nog nimmer een Kabinet zoo
veel transformatiën onderging is niet zoo
vereerend, dat men het gaarne herinnerd
wil zien. En 'tis waarlijk nog al verdrie
tig, telkens verplicht te zijn nieuwe ambt-
genooten op te scharrelen, omdat de oude
niet kunnen of willen blijven, en dan vaak
bij de mannen, die men het liefst zou willen
hebben, slib te vangen.
»Het groote talent om nieuwe ambtge-
nooten te vinden, staat met een zekere lenig
heid van beginsel in verband, die weinig
staatslieden den premier zullen benijden.
Ministers verdwijnenhet Ministerie blijft,
ja maar hoe 1»
Het liberale blad heeft gelijk. Lenigheid
van beginsel. Juist, dat is het, wat uit de
handelingen spreekt van een minister die
bij de aanbieding der po riefeuilles niet naar
beginselen, slechts naar handen uitziet. Die
niet in de eerste plaats vraagt, ot de op
volger geschiktheid heeft, maar of hij een
hand heeft om de in de hoogte gestoken
porte-feuille te grijpen en een ander lichaams
deel waarop hij, naast hem, zich achter de
groene tafel kan nederzetten. Denk aan
den ongelukkigen Grobbee, den voorganger
van den tegenwoordigen Min. van financien.
Aan denclericalen, hoffelijken ambtgenootvoor
buitenlandsche zaken v. d. Does, die voor den
onhartelijken liberalist v. Karnebeek plaats
maakte. Aan den minister van koloniën
Waanders die de 18e eeuw herleven deed
en ruimen moest voor den zeer vrijzinnigen
vooruitstrever v. Eyk.
Wij geven den liberalen groot gelijk dat
zij aan deze «lenigheid in zake beginselenszich
ergeren.
Maar wat dan te zeggen van hun eigene
partij, die deze ergerlijke lenigheid stil
zwijgend aanziet, aanmoedigt, vergoelijkt,
er in berust, ja wat meer 'zegt er op teert
De koekoek laat hare eieren door anderen
uitbroeden, doch dat is dan ook maar een
vogel
De liberale partij evenwel, met hare sinds
8 jaren gevoerde koekoekspolitiek, waarmede
zij een ander, b. v. Heemskerk, haar werk
laat doen, is wel degelijk te bestraffen. Zij
die de groote lenigheid van minister Heems
kerks beginsel kent en, ondanks hare meer
derheid, de regeering aan zoo iemand over
laat, toont aan veel erger kwaal te labo-
reeren, dan aan lenigheidzij lijdt aan
afwezigheid van beginselen. Zij is begin
selloos.
Die 't beter weet, mag het zeggen.
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
Zomervergadering op Donderdag 7 Juli,
's namiddags te één uur. Voorzitter Jhr.
Mr. W. M. de Brauw.
Tegenwoordig zijn 35 leden en de griffier.
De voorzitter opent de bijeenkomst.
Na goedkeuring der notulen van de vorige
zitting deelt de voorzitter mede, dat tot
voorzitter enondervoorzitterzijn benoemd res
pectievelijk in de eerste afdeeling de heeren
Hoogenboom en Kakebeeke; in de tweede
afdeeling de heeren Dronkers en A. Smit,
en in de derde afdeeling de heeren Fransen
van de Putte en van der Have.
Daarna wordt overgegaan tot de benoeming
van een buitengewoon lid der Staten be
doeld in art. 89 der prov. wet. De voor
zitter benoemt tot stemopnemers de heeren
Pompe van MeerJervoort, Snijders, Bolier
en van Deinse. Er is één briefje meer in
geleverd dan liet aantal tegenwoordige leden
bedraagt. De uitslag der stemming is, dat
de lieer J. M. Kakebeeke 19 stemmen ver
krijgt, en dus de meerderheid heeft. Op de
vraag van den voorzitter of de heer Kake
beeke die benoeming aanneemt, antwoordt
deze daarop bevestigend onder dankbetuiging
voor het bewijs van vertrouwen door de
vergadering hem geschonken. Er waren
bovendien nog uitgebracht 7 stemmen op
den Heer Hennequin, 3 op den heer Fokker,
2 op de heeren Fransen van de Putte en
van Lijnden ieder, en 1 op de heeren Van
Uije Pieterse en Dronkers ieder, terwijl een
briefje in blanco was.
Achtereenvolgens komen nu in behande
ling de navolgende voorstellen van gedepu
teerde staten
a. het voorstel tot wijziging van de gren
zen van de werken tot zeewering of oever
verdediging van den calamiteuzen Stad-
Philippinepolder. De grenslijn gaat volgens
voorstel door het midden |der kruinen van
bedoelden polder en den in 1884 aangelegden
zeedijk van den Vergaertpolder. Zij deelt
den hoek, door beide middenkruinlijnen ge
maakt, groot 87° 58', midden door.
Algemeen rapporteur der afdeelingen om
trent dit voorstel is de heer Walter. Met
algemeene stemmen wordt dit voorstelaan-
genomen.
b. Het voorstel tot wijziging van de
grenzen van de werken tot zeewering of
oeververdediging van de calimateuze Mar-
garetha-, Kleine Huissens en Eendrachtpol-
ders. De grenslijn gaat diensvolgens door
het snijpunt van het midden der Kruinen
van den zeedijk van den Eendrachtpolder
en van den in 1876 aangelegden zeedijk
van den van Lijndenpolder. Zij deelt den
hoek, door beide midden-Krnuilijnen gevormd
groot 92o4'midden door.
Algemeen rapporteur is de heer Hammacher.
Ook dit voorstel wordt met algemeene stem
men aangenomen.
c. Het voorstel omtrent de oprichting
van een waterschap Damespolder, in 1885
bedijkt en gelegen voor en ten westen van
den van der Duijnspolder en ten zuiden van
den spoorwegdam door de Oosterschelde,
onder de gemeenten Woensdrecht en Rilland-
Bath. Die opriihting moet plaats hebben
gemeenschappelijk door de Staten van Zee
land en die van Noord-Brabant, waartoe
volgens art. 97 der prov. wet door die Sta
ten machtiging des Konings moet gevraagd
worden.
Algemeen rapporteur is de heer Lants-
heer. Zonder hoofdelijke stemming wordt
dit voorstel aangenomen.
d. het voorstel omtrent de aanvraag van
den Gemeenteraad van Philippine om een
renteloos voorschot voor wegsverbetering,
houdende inwilliging van die aanvraag tot
een bedrag van ten hoogste f30200, ten
behoeve van bestrating met keien van den
weg van de kom dier gemeente bij de haven
tot den grindweg langs het kanaal van
Ter Neuzen.
Algemeen rapporteur is de heer Stevens.
De heer Stevens het woord gevraagd
hebbende liciit het voorstel nog nader toe
hoewel er geene bezwaren in de afdeelingen
tegen het voorstel waren gemaakt. Aan die
to lichting knoopt hij echter de wensche-
lijkheid vast, dat gedeputeerde staten ook
zooveel doenlijk eigener beweging zullen
bevorderen de wegsverbetering van Philip
pine naar het vierde district, opdat alzoo
langs Philippine over Nederlandsch grond
gebied tusschen het vierde en vijfde district
een zoo lang gewenscht en goed comminu-
catie-middel moge tot stand komen.
De lieer Buteux lid van gedeputeerde
Staten beantwoordt den wensch van den
heer Stevens en is van meening dat de po
gingen tot wegsverbetering van Philippine
naar het vierde district allereerst moeten
uitgaan van de onmiddellijk belanghebben
den. Eerst dan zouden gedeputeenie Sta
ten daaromtrent een voorstel aan de Staten
kunnen doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel van gedeputeerde Staten aangenomen.
e. het voorstel omtrent het adres van
het algemeen bestuur der Zuiderzee-veree-
niging om subsidie. Ter bestrijding van de
kosten van onderzoek tot afsluiting van de
Zuiderzee vraagt dat bestuur subsidie ook
aan de staten dezer provincie. Het voorstel
van gedeputeerde staten is dat verzoek niet
in te willigen, omdat daarbij het provinci
aal belang niet genoegzaam betrokken is.
Algemeen rapporteur is de heer A. Smit;
zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel van gedeputeerde staten aangenomen.
f. het voorstel tot toekenning van een
subsidie voor de ambachtsschool te Zierikzee
gedurende 5 jaren ad. f300 per jaar.
Algemeen rapporteur is de heer B. V. van
der Bilt.
De heer de Smidt bestrijdt het voorstel,
omdat bij het al of niet bestaan van am
bachtsscholen het provinciale belang niet,
betrokken is. De heer Bybau verdedigt
het voorstel.
Het voorstel wordt alsnu aangenomen
met 3 stemmen tegen.
g. het voorstel tot het verleenen van sub
sidie ter voorziening in de behoefte aan ge
nees- en verloskundige hulp in dit gewest,
zulks ten behoeve van de gemeenten Hoede-
kenskerke (met Baarland en 's Gravenpolder)
ad f300,in het jaar Hontenisse ad f200,
in het jaar; Graauw ad f150,in het jaar
en Hoofdplaat mede ad f150,in het jaar,
onder beding dat het rijk mede gelijke sub
sidie verstrekke.
Algemeen rapporteur is de heer van der
Beke Calienfek
De heeren Callenfels en de Smidt bestre
den het voorstel als zijnde de voorziening
in die behoefte niet een provinciaal belang.
De heeren Berdenis van Berlekom en Heijse
verdedigen het voorstel.
Het voorsel wordt aangenomen met 30
tegen 7 stemmen.
h. de verantwoording van gedep. Staten
wegens de enkel provinciale en huishoude-
delijke inkomsten en uitgaven over het
dienstjaar 1885.
Algemeen rapporteur is de heer de Smidt.
Deze verantwoording wordt met algemeene
stemmen goedgekeurd.
i. het voorstel tot wijziging der begroo
ting van de enkel provinciale en huishoude
lijke inkomsten en uitgaven voor 1887. Die