CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND-
1887. No. 82.
Dinsdag 14 Juni.
Eerste Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. Klemkerk, te Goes
F. P. D'huy. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Het artikel over het onderwijs
in de nieuwe Grondwet.
Binnenland.
ZEEUW,
liLi.EN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,95
Enkele nommers-0,0272
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Eindelijk heeft dan toch de jaren
lange strijd over het ondeiwijs in
onze Staten Generaal eenige tastbare
vrucht afgeworpen.
Terwijl vroeger de liberalen, wan
neer zij geperst werden om ons
recht te doen in zake onderwijs, zich
ten slotte altijd verschuilden achter
Art, 194 der Grondwet, dat de be
voorrechting van en de zorg voor het
openbaar onderwijs gebiedend voor
schreef, is hun thans dit bolwerk
ontn nnen en staan openbaar- en
bijzonder lager onderwijs thans als
«gelijke monniken met gelijke kap
pen» in de nieuwe Grondwet te
prijken.
Dit verblijdt ons.
Vooreerst ter wille van het recht.
'tls toch beneden critiek, zooals
de liberalen nu lange jaren van hun
overmacht hebben misbruik gemaakt
om de natie een school op te dringen
die voor het grootstejdeel des volks;
en zelfs van de kiezers werd afge
keurd afgekeurd niet alleen met
woorden, maar ook door daden.
Door het geheele land toch staan
overal de christelijke scholen opge
richt, die het aan overheid en volks
vertegenwoordiging met luider stem
me toeroepen: Wij verlangen van
de opvoeding onzer kinderen niet de
neutrale maar de christelijke school.
Maar welke moeite men zich ook
én in de pers én in de Kamers ge
geven heeft om voor de rechten van
dit groote deel des volks dat de
openbare school niet wil, op te komen
'twas bij de liberalen altijd aan een
doovemans deur geklopt. In het
gunstigste geval zou men u wel recht
hebben willen doen maai de Grond-
w et, zij stond in den weg.
Nu is dan dit struikelblok weg
genomen, en kan de vrijheid van
onderwijs een schoone werkelijk
heid worden.
Maar niet alleen om het recht,
ook om der wille van ons volk en
vaderland juichen wij de gevallen
beslissing toe.
De tijden toch, waarin wij leven,
zijn zorgwekkend. De nieuwe be
ginselen, die men in tegenoverstelling
van de beginselen des Christendoms is
gaan huldigen en naar wier toepassing
op allerlei gebied men streeft, om
alzoo te komen tot dien meer, zoo
niet geheel, volmaakten toestand der
maatschappij dien men zich droomt
die beginselen beginnen nu al
meer vloek dan zegen te verspreiden.
Het fundament waarop het leven
der volkeren alleen veilig rusten kan
het geloof in God van Wien men
afhankelijk en aan Wien men ver
antwoordelijk is, wordt ondermijnd
en weggenomen; en daarvoor stelt
men ia de plaats het geloof, dat er
voor ons geen andere wereld bestaat,
dan die waarvan we door onze
zintuigen kunnen kennis krijgen.
Van deze allerdroevigste stelling
blijven de gevolgen niet uit. Van
die zichtbare en tastbare wereld te
leven, ziedaar het hoofddoel van het
menschelijk bestaan.
Ieder moet zorgen dat hij het in die
wereld zoo goed mogelijk heeft. En
ziedaar van zelf reeds de grond ge
legd om dien strijd van het socialisme
tegen de bezittende klassen, die zich
in alle landen van Europa openbaart,
en nog onlangs in België zulke
schrikwekkende toestanden in het
leven riep.
«Waarom wij arm en gij rijk?»
«gij genietende en wij arbeidende
zoo vraagt men zich af; en omdat
men niet meer gelooft in God, uit
eerbied voor Wien men van onge-
rechtige daden wordt teruggehou
den, deinst men ten laatste voor niets
meer terug en rust men niet voor
men het door eigen machtsontwik
keling zoover heeft gebrachtdat
men de toestanden in de maatschap
pij kan omkeeren, en zelf op het
kussen kan gaan zitten, waarvan
men de anderen heeft afgejaagd.
Tegen de voortplanting nu van
die ontzettende begrippen die
alle beschaafde staten met onder
gang bedreigen moesl de school,
de plaats waar het volk der toekomst
wordt gevormd een dam op
werpen. Regeering en volksverte
genwoordiging en alle ernstige man
nen moesten samenwerken om het
volksleven zijn wortelen, diep te doen
inslaan in het geloof in God den
Almachtigen Schepper, den Wetge
ver en Rechter der wereld. Daarin
en daarin alleen ligt een waarborg voor
een gezond volksleven.
Maar onze liberalen hebben het
anders begrepen. Zij zijn zoo be
vreesd voor den godsdienst op school,
dat hun een rilling door de leden
gaat, als ze in een slapeloozen nacht
het zich eens voorstellen dat alle
openbare scholen door christelijke
zullen zijn vervangen; of zelfs maar
de meerderheid der scholen christe
lijk is geworden.
Het is nu lange jaren hun cau-
chemar geweest Neerlands vclk
opgevoed op christelijke scholen
Dan was het toppunt van onver
draagzaamheid bereiktdan zouden
Roomsche en Jood en Protest., Luthe
raan en Hervormde elkaar zelfs op
straat niet meer met rust laten en
een burgeroorlog met al
zijn ellende stond voor de deur.
Zulke dwaze taal heeft men laten
hooren. Men had maar éen harts
tocht, dat was de gemengde school.
Zij het kruidje roer mij niet waar
aan zelfs geen liberaal mocht raken,
op straffe van den naam van liberaal
te verbeuien.
Wee den onverlaat die zijn schen-
nige hand naar dat heiligdom durfde
uitsteken
Tot onze niet geringe vreugde
hebben zeven liberalen den hoogen
moed gegrepen met de rechterzijde
mede te werken om aan de bevoor
rechting van de godsdienstlooze
Staatsschool in de nieuwe Grondwet
een einde te maken.
Wij betreuren het alleen dat niet
meerdere liberalen daartoe hebben
medegewerkt.
Hoe gaarne hadden wij gezien dat
ook de Heeren Buteux en Smit, af
gevaardigden voor Middelburg, waren
opgekomen voor de rechten van dat
groote volksdeel dat nu al
zoo langen tijd door woord en daad
heeft getoondWij willen voor
onze kinderen de christelijke volks
school Maar neen met uitzon
dering dier zeven Heeren was de
liberale partij een gesloten phalanx
gelijk die haar afgod te beschermen
had tegen de pijlen der overzijde.
Toch heeft zij ditmaal eens niet
de overwinning behaald: hetgeen
wel pijnlijk is voor haar gevoel, maar
haar tevens een flauw denkbeeld kan
geven, wat het voor de rechterzijde
moet zijn geweest, zoo lange jaren
den strijd voor het recht in zake
onderwijs te hebben gevoerd, en
altijd door de overmacht van het
liberalisme te zijn overvleugeld.
Wij hopen nu dat de Eerste Ka
mer aan het dus geamendeerde Art.
194 haar goedkeuring niet zal ont
houden, en gedachtig aan hetgeen
de heer Pi arisen v. d. Putte onlangs
over het onderwijs heeft gezegd, zal
willen medewerken om nu reeds in
de Grondwet en straks in de orga
nieke wet, in zake onderwijs, bepa
lingen te doen opnemen, waardoor
gel ij k recht voor allen
wordt verzekerd, en niet langer van
overheidswege die school woidt be-
moeielijkt, die alleen, door den grond
slag waxrop haar onderwijs en op
voeding rusten, ons een degelijkea
waarborg biedt, voor het heil van
ons dierbaar vaderland.
Examens.
Hoezeer examens tegen alle gegronde
verwachting in kunnen afloopen, daarvan
geeft iemand in het jongste nommer van
De Schoolwereld, een voorbeeld.
Van de 22 leerlingen der Rijkskweekschool
voor onderwijzers te Haarlem, slaagden bij
de jongste examens voor de onderwijzersacte
slechts 10. Onder de 12afgewezenen bevond
zich een die 4 jaar lang no. 1 in zijn klasse
geweest was, een die het laatste jaar steeds
no. 2 zat en een ander die 't laatste jaar
no. 5 was. Daarentegen slaagde degene, die
no. 22 van de klasse en zeer zwak van gestel
was, zoodat hij weinig kon studeeren.
Een ander rijkskweekeling, die verleden
jaar verwijderd werd omdat hij voor de
tweede maal in de derde klasse moest blij
ven zitten verkreeg thans de acte van de
Commissie te Middelburg.
V LODGERS.
Wij hebben alvast een vrucht van de be
raadslagingen over de grondwetsherziening;
de taal verrijkt met een nieuw woord. De
heeren beraadslaagden druk over de rechten
van zekere vreemde wezens, die zij Lodgers
noemen. Bij ons heetten die lieden tot dus
ver personen, die op kamers wonen. Was
dit te omslachtig, men had het samen kun
nen trekken in gekamerden.
Spectator.
In de 1.1. Vrijdag gehouden gemeen-
raadsvergadering te Ierseke waren alle leden
aanwezig. Na lezing der notulen had de
beëediging van het nieuw gekozen lid J.
Lemson plaats. Na zijne beëediging vraagt
en verkrijgt -de heer Lemson het woord en
zegt ongeveer het volgende:
«Ik ben mij zeiven bewust, dat ik niet
in alles de sporen van mijn voorganger zal
kunnen drukken, aangezien een jaren lange
ervaring der gemeente-administratie niet te
mijnen dienste staat. Daarom vraag ik met
bescheiden vrijmoedigheid U, Voorz. dezer
Verg, en U, medeleden van den Raad, steeds
Uwe voorlichting met de verzekering mij
nerzijds, dat bescheiden terechtwijzingen door
mij steeds dankbaar zullen worden aanvaard.
In het besef mijner onbekwaamheid kon ik
zoo even niet dan met een kleine huivering
den naam van een heilig en rechtvaardig
God aanroepen, kon ik ook de gedachte niet
onderdrukken, mijzelven althans de vraag
stellende Wie is tot deze dingen bekwaam
Geve Hij, die betuigt: «Indien gij in Mij
blijft en Mijne woorden in u blijven, zoo
wat gij wilt, zult gij begeeren en het zal
u geschieden», het ons allen te ervaren, dat
Zijne bekwaammakende genade tot alles
genoeg is, zoodat wij gemeenschappelijk aan
het stoffelijk en zedelijk welzijn der gemeente
mogen werkzaam zijn. Zoo zij het.»
Onder de ingekomen stukken behoor
de een schrijven van dhr. G. Schip
per, dat hij de benoeming tot lid van
het B. A. jniet aanneemt. In zijne plaats
werd gekozen dhr. Joost Sandee, Janz., aan
wien van deze benoeming kennis zou ge
geven werden. Er werd besloten bij de ad
vertentie betreffende de verbouwing van het
post- en telegraatkantoor te voegen, dat de
raming f6060 bedraagt.
Tot Wethouder werd gekozen dhr. Van
Oeveren met 4 stemmen. Op J. Sinke waren
2, op Lemson was 1 stem uitgebracht. Na
dikwijls herhaalde stemming werd tot
Ambtenaar v. d. Burg; Stand gekozen dhr.
Sauer.
Na afloop eener geheime zitting werd nog,
op voorstel van dhr. Sauer, besloten den
gemeente-architect van een instructie te
voorzien, die in een volgende vergadering
zal behandeld worden.