IAPIJ-
'CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
Y00R ZEELAND.
je Delft.
1887. No. 79.
Dinsdag 7 Juni.
Eerste Jaargang.
Jij
V-
behoorenöe bij fJDE ZEEÜW van Zaterdag 4 Juni 1887.
B.
f 2,50.
f 3,00.
f 4,00.
en f 2,50
Hollovvay
Moerdeelen
Inis.Deelen.
»zn. Co,
VERSCHIJNT
PRIJS DER AD VERTE ATI EN
Ingezonden Stukken.
H;
izonderd 's Zon-
;d, terwijl voor
lente entegen
iets meer alge-
n meer bedroe
den, welke van
ever afhangen,
iloosheid, slechte
Irkend teekenen
welke men spoe-
verking van dat
rengen. De Pil-
eenen heilzamen
(idingen, en over
zijne koloniën,
en worden zij
genezen nadat
;hen, die jaren
n en leverkwa-
door deze Pillen
en een goede
^en ofschoon zij
genoten.
li
gekomen van
luim.
ZEN.
lburg.
Middelburg en
.00 9,15+10,00
,35f 2,30 3,30
Zondags boven-
0 40,00f 11,00
13.30 4,30f 5,30
[lags bovendien
h» waarbij aan
eersluis wordt
5,52
6,2
6,9
6,22
6,31
6,39
6,46
6.51
7,1
7,8
7,21
7,31
7,43
7.52
5,5
5,7
),34
,44
de
jgea
7,39
7,49
7,56
8,9
8,19
8,27
8,84
8.39
8,49
8,56
9,9
9,19
9,31
9.40
9,46
10,53
11,15
11,23
S7
9K ZEEUW,
UITGAVE VAN
BIJVOEGSEL
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redakteur 1
Laat mij door middel van uw blad een
kort verslag mogen geven van het behan
delde op de Pastoraal Conferentie van gisteren
onder voorzitterschap van ds. Westerhuis te
Terneuzen. Op deze samenkomst waren
predikanten en ouderlingen enz. der chr.
geref. kerken in Zeeland tegenwoordig.
Laat mij mogen beginnen met het inder
daad flinke referaat van ds. Schock uit
Mieuwdorp. Spre'.er behaudelde een der
nieuwigheden, die misschien zoo oud zijn
als de wereldhet somnabulisme. (Het
■woord beteekent slaapwandeling en-doelt op
zekere eigenaardige verschijnselen die in den
slaap-wakenden toestand en den magneti-
schen slaap worden waargenomen.) Hij
beantwoordde de vragen, wat somnambu
lisme is; of'tgeneeskundig baat geeft; en
of een christen daar die baat zoeken mag.
Er is een magnetisch somnambulisme en
een natuurlek. De verschijnselen bij het
eerste zijn van physischen (lichamelijken),
psychischen (zielkundige n) en pneumatische»
aard. In 't eerste geval wordt loomheid
gewerkt en ivolstrekte werkeloosheid der
zintuigen. In 't tweede geval komt men
tot psychisch zien, enz. De organen van
den geest treden in werking. Inwendig
gezicht, daarna gevoel, intellectueel (ver
standelijk) vermogen, geheugen. Er treedt
een sympathetische of antipathetische le
vensverhouding tusschen den magnetiseur
en zijn sujet, dat alles ziet, tot zelfs de
verborgenste kranke deelen van het lichaam.
In de hoógere graden dezer clairvoyance
(helderziendheid) zgn de mededeelingen des
te juister. Zoo ontdekte eens jeen in mag-
netischen slaap gebracht sujet een worm in
den 12vingerigen darm van de patient, die
om geneeskundige hulp kwam. De pneu-
mathische wafting openbaart zich in profe-
teeren, hemelsche verrukking, extase. De
helderziende ziet en denkt zeer heerlijke
dingen, en zwemt als het ware in onge
kende genietingen. Verborgenhed.n worden
meegedeeld, en men spreekt in vreemde
talen. Een en ander wordt gevolg geacht
van de werking van geesten. Het spiritisme
toch is de vrucht, volgens dr. N. Moser, van
het magnetisme in zijn hoogste ontwikke
ling. hoewel het er ook geheel onafhankelijk
van voorkomt. Is 't een verhoogde toestand?
Spreker ontkent dit. Er zijn vele hypothe
sen (onderstellingen) daaromtrent. Men
onderstelt een magnetische vloeistof in de
geheele ruimte, dus ook in de menschen
aanwezig. Of geestelijke invloeden. Of een
etherische stof die alles doordringt en het
verband tusschen ziel en lichaam bewerkt;
die elk dualisme tusschen geest en stof opheft,
en dus de betrekking tusschen persenen op
alle afstanden, hoe ver ook, daarstelt. Weer
anderen spreken van polarische wetten en
verhoudingen. Kortom, het zijn alle hypo
thesen, die de H. S. niet geeft of waarmede
zij in strijd zgn.
Spreker behandelt verder het hypnotisme
en suggescisme. Gelijk ijzer door het stri
ken met een magneet, zelf magnetisch
wordt, zoo kan ook de magnetiseur zijn
sujet in zijn sfeer opnemen. Het dierlijk
magnetisme brengt een organische over
eenstemming tusschen twee. Het is voor
namelijk de zenuwsfeer die uit de hersenen
hare polariteit krijgt. Pscyhische verschijn
selen zijn ook droomen, hallucunatiën, visi
oenen (wakend slapen) enz. Een en ander
kan in verband staan met een zieke ver
beelding. Goëthe sprak dan ook van bloed
zuigers als het beste middel tegen Spiritisme.
Is men na droomen zich nog wel eens vol
komen bewust wat men gedroomd heeft,
eene clairvoyante, somnambuliste of slaap
ster echter nooit. Zjj staat onder den in
vloed van gelooven, wil of verbeeldings
kracht van een ander. Bewijs genoeg zegt
spr. dat deze toestand geen verhoogde,
I maar een nderdrukte is. Opmerkelijk is
dan ook dat in dien toestand altijd vrouwen
gebracht worden, die lichtgeloovig zijn en
een levendiger verbeelding hebben dan de
mannen.
Dat magnetisch somnambulisme genees
kundige hulp geeft wordt niet ontkend.
Vele magnetiseurs erkennen echter zeiven
dat dit slechts zelden het geval is, ja dat
het soms de kwaal verergert. Ook heeft
het schadelijke gevolgen. Donato heeft in
Den Haag en Amsterdam veel kwaad ge
daan. Eén jongeling zelfs, door hem ge
hypnotiseerd en geheel onder den invloed
van zijnen wil gebracht, moest in het krank
zinnigengesticht opgenomen worden. Er
dreigen ook gevaren van zedelijken aard.
De magnetiseur kan zijn sujet vroom of
slecht, onverschillig of verliefd doen zijn.
Het sujet verbeeldt zich dier te zijn, of van
glas of was. In dergelijk catalaptisch sta
dium doet het sujet alles werktuigelijk.
Dit is zonde.
Zij die met deze kunst dwepen hebben
eene godonteerende opvatting omtrent de
Schrift en zijne uitlegging. Van Adam af
tot den schrijvër der Openbaring zien zij
éen reeks van clairvoyanten (helderzienden).
De gereformeerde leer is bij deze averecht-
sche bijbeluitleggers het meest in minachting.
De Christen vooral heeft zich van deze
geneeswijze te onthouden. Hij bevordere
haar niet en zoeke er geene genezing. De
Satan heett veel macht. Een genezing door
hem bewerkt, onder Gods toelating, kon
wel eens een zegen als die der kwakkelen
zijn, waaraan Israël door zjjne «lustgraven»
steeds wierd herinnerd. Een geheeswgze,
die den mensch in ohbewusten toestand
brengt, hem aan den doodblootstelt, hem
langzaam doodt, en ongeschikt maakt voor
elke andere levensverrichting is misdadig.
Indien deze geneeswijze door inwerking
van geestelijke machten (boesheden) ver
oorzaakt wordt, is zü door het intreden in
de «verborgen dingen» een verzoeken van
God en dus zonde. Bovendien is het bren-
TJXJl UCU.
De uitkomst heeft geleerd dat de Staats
school aan dat doel niet beantwoordde, en
dit heeft de wording gegeven aan de
bijzondere school, en opm rkelijkvan de
waarheid hiervan hield de minister Thorbecke
zich dan ook dermate overtuigd, dat hij
openlijk de wenschelijkheid uitsprak, dat
het bijzonder onderwijs overal verspreid
ware. en de Staatsschool slechts tot aanvul
ling zoude dienen.
En wat zien wij thans gebeuren Terwijl
de heer Schaepman een amendement op
art. 194 der Grondwet in de Kamer inge
diend heeft, onder meerdere, bevattende eene
bepaling dat de kosten van het Lager On
derwijs vérstrekt aan kinderen van bedeel
den of minvermogenden om schoolgeld te
betalen, aan iedere school welke door zoo
danige kinderen wordt bezocht, en dus
ook aan de bijzondere school, uit de
openbare kassen zouden worden vergoed,
wordt dit voorstel door de liberalen
«De geheele organisatie is in den kortst
mogelijken tijd ingevoerd, door middel
van geheime stukkenik mag zelfs zeg
gen met geweld. Wanneer iemand zich
verzette, werd hij als scheurmaker ver
oordeeld zelfs van zijn ambt als opziener
ontzethij werd buiten de kerk gezet.
Tegenstand werd niet geduld.»
Adres aan Dr. Molenaar in den Haag.
«Onder andere herinner ik hier aan een
zeer merkwaardig adres van den predikant
Molenaar in 1827, die bij den Koning
opkwam met een uitermate beseheiden
request, waarbij hij Wroeg dat toch de
rechten der kerk zouden erkend worden.
Wat was het antwoord van den Koning
Het blijkt dat de predikant Molenaar al
spoedig zijne excuses gemaakt heelt,
want hem werd duchtig de les gelezen
over zijne revolutionaire handelwijze om
voor de kerk op te komen. Maar, zegt
de Koning, nu gij van uwen kant zoo
een feit dat ieder toestemtdoch waar
over de lieer L. geen oordeel uitspreekt.
«Wanneer ten gevolge van vrije keuze
der gemeente personen in den kerkeraad
komen, die hechten aan de oude belijde
nis en die beweren, dat alleen de leden
die de belijdenis erkennen, gerechtigd
zijn als bestuurders in de kerk op te
treden, dan worden zij niet alleen als
bestuurders afgezet of vervallen verklaard
van hun ambt, maar men verklaart bo
vendien m. i. ten onrechte, maar dat
doet er niet toe dat zij hebben opge
houden leden der kerk te zijn!»
gen van een sujet in een doodsgevaarlijken
toestand, waarin hij sterven kan, onverant
woordelijk, wijl wij hem of haar dan in
een toestand brengen, waarin hij, zoo hg
er in stierf, God niet kan ontmoeten.
Van de overige referaten noem ik u slechts
dat van ds. Westernuis te Terneuzen. Hij
sprak over den strijd tusschen Voetius en
Coecejus. Hij zei ongeveer
Voetsius werd in 1588 teHeusden gebo
ren. Hij kreeg zijn eerste opleiding van
zijn vriend Odulfus. Na drie jaren gewijd,
te hebben aanzijn propadeutischè vorming,'
mocht hij de lessen van Gomaris enArmi-
nius aan de Hoogeschool te Leiden volgen.'
Gomarus trok hem zeer aan. Hij noemde
hem ,den Magnus Theologus. Reeds als
student wilde hg hem verdedigen. Over
zijne haastigheid en eigendunkelijkheid in
het uitspreken van een oordeel over zijne
professoren beklaagt o. a. Bertsius zich,
doch wij moeten reken'ng houden met het
jaartal, waarin zulks geschiedde. Het was
tijdens deremonstrantsche troebelen. Voetius'
vlijt en kennis worden door vriend en vij
and zeer geroemd. In 1611 verliet hij de
hoogeschool en werd predikant te Vlijmen
daarna in 1617 gelgktij lig te Rotterdam
en te Heusden beroepen, trok hij naar zgn
geliefde geboorteplaats; was in 1618 afge
vaardigde voor de prov. Z. Holland op de
synode van Dordt; en werd in 1634 pro
fessor aan de Hoogeschool te Utrecht.
Daar ontwikkelde hg zich in zijn volle
kracht. Hg leerde daar en beleefde het
verband tusschen de godzaligheid en de
wetenschap. Onafgebroken streed hg daar.
Onder anderen 25 jaar lang tqgen Maresius,
en tegen Carthesius wiens verderfelijke groild-
stelling hg wel zou hebben willen uitroeien.
Bekend is zgn strgd met Coccejus. Voetius
was scholastiek gevormd. Een vereerder
van Calvgn. Wel kon hg de leer wel eens
wat te spitsvoudig uitpluizen, doch zgn
wandel was godzalig. Groen van Prinsterer
noemt hem een hervormer der kerk,'
ver genueg van ueveuter ai woont, vv at in
Middelburg voor den goeden gang van zaken
kwaad was, schijnt te Deventer niet te hinde
ren. Ons is dit wel. Wij waren nooit voor het
denkbeeldallereerst disfriclsvertegenwoor-
digers in de uoMcs vertegenwoordiging te
brengen't Is een beperking van het recht
der kiezers.
Maar nu Deventer met de candidatuur
Dijckmeester kwam, waar blijft gij nu, o
Middelburgsche liberalen, met het nuttig
heidsargument voor uwen Arie Smit en
Buteux
Hier blijkt weer. Men meet met twee
maten en men gelooft het zelve niet.
Ministerieele woorden en geruchten.
Men weet, dat honderd aanzienlijke man
nen bij adres zich tot Z. M. den Koning
hebben gewend om krachtige en afdoende
maatregelen ter verbetering van den deso-
laten boedel in Indië, speciaal in Atjeh.
Men weet eveneens, dat de minister van
De goddelooze barmhartigheid van
den tijdgeest.
Sinds den ontzettenden brand in de Opéra-
Comique te Parijs, waarbij meer dan 100
slachtoffers werden geveld, hebben in ver
schillende gemeenteraden van Europa's
grootste steden, ook in Den Haag en Rot-