NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND- CHRISTELIJK- HISTORISCH 1887. No. 67. Zaterdag 7 Mei. Eerste Jaafl?r9an9' VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES: Binnenland. Kerk- en Schoolnieuws. ZEEUW, eiken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. F; ij:: per drie maanden franco p. p. f0,95 Kr: kele nommers-0,02l/2 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De huishouding der provincie. Volgens minister Heemskerk's voorstel moest dit artikel 131 der grondwet aldus luiden »Aan de Staten wordt de regeling en het bestuur van de huishouding der pro vincie overgelaten. »Zij (de Staten) maken de verordenin gen die zij voor het provinciaal belang noodig oordeelen. »De verordeningen behoeven de goed keuring des Konings. De heer Huber (een antirevolutionair) stelde voor die laatste uitdrukking te doen vervallen. Te doen vervallen dus deze woor den »De verordeningen behoeven de goedkeu ring des Konings.» Het voorstel, ook door zes liberalen ge steund, werd verworpen. Van dat voorstel nu beweerde de Goesche Courant dat het in strijd met der anti revolutionairen gepraat over den eerbied voor het Koninklijk gezag dat gezag aanrandde. Dat hier geen sprake was van een dergelijke aanranding meenen wij te voren reeds te hebben aangetoond. De heer Huber sprak slechts uit, namens de antirevolutionaire kamerclub, dat de provinciale staten gten mederegeering noodig hebben, waar het geldt de uitoefening van hun politierecht, en de vaststelling hunner verordeningen. In éen woord dat iedere provincie vrij zij in de regeling van haar eigen huishouden. Waar nu de Goesche Courant dit abusie velijk een inbreuk op 's Konings macht noem de, heeft zij zeker de liberale partij geen dienst gedaan. Wat toch is het geval Voordat de heer Huber zijn voorstel in diende, had de heer Goekoop [een liberaal] ook voorgesteld die koninklijke goedkeuring uit het voorstel te lichten, en de provinciale staten in het maken hunner verordeningen vrij te laten, mits onder waarborgen bij de wet te stellenDit laatste draadje aan des vogeltjes poot daargelaten, was het li berale voorstel aan het antirevolutionaire gelijk. Na lang praten kwam het tot een vergelijk, waarbij de minister in de grond wet de bepaling opnam dat de Koning zijne goedkeuring aan een provinciale verordening niet mag weigeren dan met duidelijke op gaaf van redenen, na voorlichting door den Raad van State. Zoo 's Konings macht hier aangerand werd, naar de Goesche Courant beweert, hebben de liberalen hier zeker een koninklijk veertje uitgetrokken. En zoo zouden wij hetzelfde kunnen beweren van twee andere liberale voorstellen, namelijk le van het voorstel v. d. Loefï, waardoor de macht des Konings om besluiten van pro vinciale of gedeputeerde staten te vernietigen, aan regeling bij de Wet werd onderworpen. En 2e het voorstel van v. Delden (even eens liberaal), waarin bepaald werd dat in dien het bestuur eener gemeente door den gemeenteraad verwaarloosd wordt, niet meer de Koning, aan de hand der gemeentewet, maar een speciale Wet in het bestuur dier gemeente zal voorzien. Hetzelfde had men ook van het voorstel van Kerkwijk (ook een libera d) kunnen zeggen. Maar dan moet men, wat de Goesche Courant hier jnist deed, één factor weglaten, namelijk de auto nomie der gemeenten en der provinciën, dat wil zeggen het heilig recht dat gemeenten en provinciën vrij zijn in de besturing harer eigene huishouding. (Zie Tel.) Vrij wat beter. Met instemming lazen wij in de Graaf schapper «En zoo is de Kamer nu tot het 5e Hoofdstuk genaderd en zal zij wel hoe lan ger hoe meer tot de conclusie moeten ko men, dat men verstandig en vaderlandslie vend gehandeld zoude hebben, met het voorstel de Geer aan te nemen, en de natie de langdradige en dikwijls vervelende dis- cussiën te sparen, gevoerd over onderwer pen, die eindigen met toch niet of zeer weinig verbeterd te worden.» Goes, 6 Mei '87. J. Th. van der Horst, bode bjj de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente alhier hoopt morgen den dag te vieren waarop hij vóór 25 jaren als zoodanig be noemd werd. Wij maken melding van dit feit, opdat deze dag niet onopgemerkt voorbijga. Ook in deze zeer ondergeschikte betrekking werd de Ned. Herv. Gemeente i.i waarheid gediend, en als zoodanig brengen wij dan ook bij dezen gaarne den jubilaris den lof voor zijne trouwe plichtvervulling over. Met ingang van 5 Mei 1887, is de district-veearts te Dordrecht, tijdelijk ont heven van het toezicht in de gemeenten gelegen in Walcheren, Noord- en Zuid-Be veland en Zeeuwsch-Vlaanderen, en is dat toezicht als werkkring opgedragen aan den te Goes als standplaats aangewezen tijdelijk buitengewonen districts-veearts E. L van Mervennée. Wolfertsdijk, 5 Mei 1887. Heden morgen ten 9 ure hield de Gemeenteraad openbare vergadering. Het getal luisteraars beperkte zich ditmaal tot 5 personen. Alle leden waren op hun post. De notulen werden goedgekeurd. Een brief werd gelezen van den Geoneente-0 ïtvanger inhoudende dat f145 is ontvangen voor vergunningsrecht. Voorts een schrijven van den Minister én van Ged. Staten inzake het raadsbesluit vroeger genomen om zonder aanbeveling een Secretaris te benoemen. Uit dit schrijven bleek zeer duidelijk dat de Burgemeester te voorbarig is geweest en verkeerd heeft ge handeld om daarop art. 70 der Gemeente wet toe te passen. Hij had den Raad in de gelegenheid moeten stellen te benoemen. Tengevolge van dit schrijven stelde de Burgemeester voor bedoeld besluit in te trekken, om vernietiging te voorkomen. De heer Jacob meende dat intrekking on- noodig was en tot niets kon leiden. Ten slotte staakten de stemmen zoodat in eene volgende vergadering dit punt opnieuw zal worden behandeld. Een brief werd gelezen van Ged. Staten met aanmerking tegen het gewijzigde artikel 15 van het reglement van orde, waarin de vorige vergadering op voorstel van den Burgemeester een besluit werd genomen om in dit artikel een formulier van eed voor een tijdelijk benoemden Secretaris in te lasschen. Ged. Staten zijn van oordeel dat dit onnoodig isdaar art. 100 der Gemeente wet in art. 83 der Grondwet is geschreven zoowel voor een tijdelijk benoemden Secre taris als voor eene définitieve benoeming. Tengevolge van dit schrijven besloot de meerderheid van den Raad het besluit in te trekken. Thans stelde de Burgemeester voor den tijdelijk benoemden Secretaris te beëdigen en nam bereids de Gemeentewet in de hand om het formulier te lezen. De heer Philipse vond bezwaar iemand te beëedigen die zonder voorkennis of medewerken van den Raad voortdurend het Secretariaat blijft waarne men. Spreker wil wel mede werken om een tijdelijk Secretaris te beëedigen, indien deze door den Raad is of wordt benoemd. De vacature kan zoodoende wel drie jaren duren. De heer Jacob deelde dit gevoelen en verklaarde zich tegen debëediging. De heer de Kater zegt dat artikel 95 der Gemeentewet geen termijn aangeeft wanneer een aanbeveling of benoeming moet plaats hebben, wat wel het geval is bij benoeming van Raadsleden of van een Wethouder. Spreker oordeelt dat dit aan het dagelij ksch bestuur geheel afhangt, daar dit college geheel met den Secretaris moet werken, zoodat de Raad er hoegenaamd niets mede te maken heeft. Na verdere discussiën werd ten slotte het voorstel van den Burgemeester verworpen met 4 tegen 3 stemmen, zoodat van af 20 Februari tot heden het Secretariaat wordt waargenomen door een onbeëedigd persoon. De heer Verschuure vroeg den Voorzitter of Burgemeester en Wethouders nog geen aanbeveling hadden gemaakt, waarop ont kennend werd geantwoord. De heer Jacob vroeg of er met enkele dagen geen uitzicht voor was. De heer Verschuure deed dien tengevolge het volgende voorstel «De Gemeenteraad van Wolfertsdijk.» «Overwegende: dat Burgemeester en Wethouders steeds nalatig blijven, om, in gevolge art. 95 der Gemeentewet een aan beveling op te maken tot het benoemen van een Secret:iris,» besluit: «Aan den heer Commissaris des Konings in deze provincie te verzoeken, naar aan leiding van art. 127 der Gemeentewet, een aanbeveling te willen opmaken, opdat de raad daardoor in gelegenheid worde gesteld tot het benoemen van een Secretaris. De heer de Jager ontkende dat B. W. nalatig waren, het was een zaak van onder zoek. De heer Philipse merkte den vorigen spreker op dat zij gewoon waren zachtjes te werken dit bleek ook wel met deze zaak in drie maanden tijds niet klaar te zijn met naar de bekwaamheid van 4 h 5 sollicitan ten te onderzoeken, is verregaande. Spre ker zegt dat B. W. er letterlijk niets aan doen en de benoeming op de lange baan schuiven. Hij zal voor het voorstel van den heer Verschuure stemmen. De heer de Kater (Wethouder) zeide dat de verstand houding van B. en W. met den raad niet goed was. De heer Philipse erkende dit ten volle. Spreker oordeelt dat dit aan B. St W. ligt, doch niet aan hen. Telkens wanneer spreker of de meerderheid van den raad komen zien naar stukken die op de secretarie voor hen als leden van den raad ter inzage moeten liggen, worden ze achter de tafel gehouden of door den Burgemees ter eenvoudig geweigerd mede te deelen met de opmerking aat ze aan hem Burge meester zijn gericht óf die zijn geheim 1 Is dat een handelwijze van B. en W. Zijns inziens moeten alle stukken ter tafel worden gebracht die betrekking hebben op de gemeente, vooral wanneer de Raad dit verlangt, alleen familiebrieven mag de Burgemeester achterhouden; zij worden B. en W. beschouwd als een nul. Het voorstel van den heer Verschuure werd in omvraag gebracht en aangenomen met 4 tegen 3 stemmen; tegen stemden de beide Wethouders en de heer Kallemein. Tot leden van het stembureau voor de verkiezing van den Raad in Juli zijn benoemd de heeren C. Philipse en C. Jacob, de overige raadsleden als plaatsvervangers. Gedurende de maand April 11. werden per Stoomvaartmaatschappij «Zeeland» 5475 passagiers vervoerd, namelijk: van Londen naar Vlissingen 2676; van Vlissingen naar Londen2199, Het goederen-vervoer over die maand beliep 2135 ton, zijnde samen gesteld als volgt: van Londen naar Vlis singen: 336; van Vlissingen naar Londen :1799 Wjjst het personen-vervoer op een vooruit gang van ongeveer 200 passagiers over beide richtingen, vergeleken met April 1886, ten opzichte van het goederen-vervoer valt hoegenaamd geen toeneming te bespeuren, hetgeen vooral vooral met het oog op den met 4 Juni a. s. te openen dagdienst ver van moedgevend is. De heer Viruly Verbrugge heeft als amendementen op het achtste hoofdstuk der Grondwet (defensie) voorgesteld te bepalen, dat de wet, behalve den verplichten krijgs dienst, tevens de organisatie der strijdkrach ten regelt en verder een geheel nieuw ar tikel van den volgenden inhoud: De dienstplichtigen te land komen in ge wone tijden jaarlijks éénmaal tezamen, om, gedurende niet langer dan zes weken ge oefend te worden, tenzij de Koning het raadzaam mocht oordeelen dat samenkomen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten. Dé Koning kan een deel der dienst plichtigen, door de wet te bepalen, doen samenblijven. «Dienstplichtigen kunnen echter, geheel of gedeeltelijk, tot eerste oefening hoogstens 12 maanden onder de wapenen gehouden worden." Het gerechtshof te's Gravenhage heeft gisteren beëedigd mr. J. H. C. Horch, als subsistuut officier bij de rechtbank te Zie- riksee. Het hoofdbestuur der Hollandsche maatschappij verzond een adres aan den minister naar aanleiding van de Goësche trichinenziekte, met verzoek om maatregelen tegen uitbreiding dier ziekte te nemen. Vroedvrouwen. De Min. van Binn. Zaken brengt ter kennis van belanghebben den dat in Juli te Utrecht het examen zal worden afgelegd (vermeld m art. 16 der wet van 25 Dec. 1878, Staatsblad no 222, en art. 12 van het Koninklijk besluit van 12 Febr. 1879 Staatsblad no 36) ter ver-$ krijging van een getuigschrift als vroedvrouw Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Nieuwenhoorn, A. Wunder, te Noordgouwe. Bedankt voor Heinkenszand door S. v. Hoek te Kapelle. Ned. Geref. Kerk (doleerende). Beroepen te Rotterdam, J. Vonk te Olde- broek en W. Ringnalda te Harmeien.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1887 | | pagina 1