CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND.
turen,
ftoes.
shoek
LER.
6 7.
ft
1887. No. 66.
Donderdag 5 Mei.
Eerste Jaargang.
£TRA
II
als buiten
iren,
Prijzen
POET,
OOI,
enneisje
VERSCHIJNT
F. P. D'huy. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Eert den Koning.
MARGARETHA.
Binnenland
rant gratis.)
partij hppen
rar7ryg?bfrimiab«sap
)EN:
derskooktoe-
Vlechtwerk,
'etroleum-
enz.
)ES.
n
J
o e s te con-
AM, Kapelle
5T
ïierikzee.
irweg Goes.
ierikzee
's mid 3,30
12,—
1/&-
ZEEUW,
lil. en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
r.ijj per drie maanden franco p. p. f0,95
1 nkele nommers- 0,02 y2
UITGAVE VAN
G. M. Klemkerk, te Goes
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De Goesche Courant volgt den in het
hedendaagsche stelsel der liberale partij goed
passenden regel, van zoo min mogelijk
liefst nooit op het terrein an beginse
len te komen. Met alle locale liberale blaad
jes heett zij gemeen dat zij zoo weinig mo
gelijk aan de politiek doet, en alleen ai en
toe eens een onbeduidende opmerking ten
beste geeft over onze antirevolutionaire ka
merleden. Nu zou men zulk een onbedui
dende opmerking kunnen laten voor hetgeen
zjj is; maar wijl zij in den regel bezijden
de waarheid is, moeten wij er wel acht op
slaan. Vooral wijl het christelijke, het or
thodoxe, het antii evolutionaire publiek, dat
de Goesche Courant maar al te veel leest,
gelooft en steunt, op die wijze een scheve
voorstelling krijgt van wat de antirevolutio
nairen bedoelen.
Onze vrienden in de Kamer hebben her
haaldelijk er op gewezen dat de liberalen
in Nederland, al van 4848 af, de maciit des
Konings trachten te besnoeien. Zeer terecht
zei de heer Lohman daarvan: «Daaraan
herkende men of iemand al dan niet libe
raal was, of hij de almacht der Tweed
Kamer al dan niet hoog stelde. Niets mocht
geschieden door den Koning persoonlijk;
alles moest bij slot van rekening in en door
de Tweede Kamer beslist worden. Dit heeft
men verkregen door begrootingen af te
stemmen van eiken Minister die niet voor
de meerderheid verkiest te buigen.»
Zou dit duidelijk genoeg zijn? Mocht de
Goesche Courant dit feit dat de libera
len de macht van den Koning naar de
Tweede Kamer overgebracht hebbennog
willen tegenspreken, en bepaaldelijk meenen
dat de liberalen van j'87 beter zijn dan
hunne vaders van '48,dan zij tot opfrissching
van haar geheugen jherinnerd aan wat de
liberale partij eenstemmig in de Tweede
FEUILLETON.
IV.
«De mensch», zoo eindigde dit traktaatje,
«die Gods gebod overtreden heeft, hadden
dood verdiendGod heeft hem echter genade
bewezen en Zjjn eenigen Zoon voor hem in
den dood gegeven 1 En gij, o mensch 1
hebt met al Uw deugd en braafheid vergeten,
Uwen God te verheerlijken en Hem de
hulde van Uw hart toetebrengen. Het
boek, waaruit gij Hem en Uwe verplichting
jegens Hem zoudt hebben kunnen leeren
kennen, hebt gij terzijde laten liggen en
U over Zijn wil en wet niet bekommerd.
Zeg mij, zijt gij verschoonbaar? En nu
ben ik nog maar aan het oppervlakkige
blijven hangen; veel meer had ik U te
zeggen, maar gij kunt dit nu niet dragen.
Ga, lees eerst de Schrift, U van God ge
geven. Bid om geopende oogen des verstand j,
opdat gij dat verstaan moogt, en kom dan,
dan spreken wij elkander nader.»
Dit eenvoudige woord was door Margaretha
begrepen. «Ja,» zeide zij bij zich zelve,
«Hij heeft recht op mijne hulde en mijne
liefde, en ik heb Hem niet gedienden
wederom bleef zij in gepeins verzonken
zitten, tot haar man te huis kwam.
David bemerkte aanstonds, dat er wat
gaande was bij zijne anders zoo opgeruimde
vrouw. Toen zij hem het bezoek van den
Kamer gedaan heeft bij de herroeping van
het amendement Lohman.
Toen art. 59 aan deordj was waarin be
paald wordt dat de koning geen verdrag
mag sluiten, dan nadat de Kamers het
hadden goedgekeurd, wenschte de heer Loh
man aan het slot te lezen
»Deze goedkeuring wordt niet vereischt,
indien de Koning zich de bevoegdheid tot
het sluiten van het verdrag bij de wet
voorbehoudt.»
De liberale partij, na daarin eerst te
hebben toegestemd, liet 's anderen daags
een dergelijke toevoeging schrappen en er
voor in de plaats stellen:
«Deze goedkeuring wordt niet vereischt,
indien de wet den Koning tot het sluiten
van het verdrag heeft gemachtigd».
Zou men het verschil tusschen deze libe
ralistisch getinte toevoeging en de daaraan
voorafgaande kunnen inzien
Of is het niet groot genoeg, als de libe-
ralist den Koning machtigen wil, waar de
antirevolutionair hem de votkomen vrijheid
laat
Wij hopen hierop terug te komen.
En nu het amendement Huber, dat volgens
de Goesche Courant den Koning in zijn macht
zou verkort hebben.
De Goesche Courant moest begrij pen, dat
indien dit waar ware, de liberalen in de Ka
mer dit den heer Huber wel zouden verweten
hebben, of, zonder iets te zeggen, met het
amendement zouden zjjn meegegaan. Neen,
dat amendement was niet tegen de macht
des Konings, maar tegen de willekeur van
ministers gericht, en verlangde dat het be
stuur van de provincie «geheel vrij zou zijn
in de uitoefening van zijn politierecht en het
vaststellen van reglementen en verorde
ningen betreffende het provinciaal huishou
den» en de Koning niet als mede-wetgever
zou optreden. Nu schreef de wet op de eene
plaats koninklijke inmenging voor, en op
predikant en een gedeelte van zjjn gesprek
met haar had medegedeeld, trachtte David
haar gerust te stellen door haar te zeggen,
dat zij zich deze dingen niet zoo zwaar
moest aantrekken; dat de dominé wel als
predikant zijn plicht moest doen, en hij dat
ook heel braaf vond, maar zij er zich niet
zoo zeer aan moest storen. Margaretha
trachtte zich dan ook zoo veel in haar vermo
gen was, alles uit het hoofd te stellen en elke
treurige gedachte over haar eigen waren
toestand op zijde te zetten. Dit gelukte
haar echter slechts ten deele. Zoolang David
bij haar was, toonde zij hem een blij gelaat
en was vroolijk en opgeruimd; maar nau
welijks was zij alleen, of de meest veront
rustende gedachten kwamen weder bij haar
op en overweldigden haar schier geheel.
In de benauwdheid van haar hart greep
zij naar den Bijbel en sloeg de Evangeliën
op. Hoe trof haar de geschiedenis van de
geboorte des Heeren, die hulde door herders,
door wijzen, door ouden van dagen, ja door
profeten en profetessen Hem gebracht. Hoe
troffen haar Zijne woorden in de bergpre-
dikatie, en hoe viel het: »Zalig zijn zij
die treuren, want zij zullen vertroost worden,»
als balsem in het bedroefd gemoeden hoe
zeer voelde zjj zicfj aangetrokken tot dien
barmhartigen Heer, die ook debarmhartigen
zalig sprak en hun beloofde, dat hun
barmhartigheid geschieden zou. Zij meende
zulk een barmhartige te zijn; immers kon
de andere plaats niet, zonder dat nu
iemand uitgezonderd de Goesche Cou
rant daarbij aan verkorting van 's Konings
rechten dacht. Nu wilde de heer Huber de
losse schroeven voor vaste inruilen, en partij
kiezen. De provinciën vrij in hun bestuur.
Nu spreekt de Grondwet natuurlijk nog van
Koninklijke goedkeuring. Maar weet de
Goesche Courant dan niet, hoe deze konink
lijke goedkeuring altijd feitelijk beheerscht
wordt door ministeriëele raadgevingen? Niet
tegen koninklijke goedkeuring maar tegen
ministeriëele willekeur, die zich achter haar
verschuilt, was het amendement Huber
gericht.
De liberalen wilden bij deze gelegenheid
poseeren als beschermers en stutters van de
macht des KoningsFoei, die verwaten
anti-revolutionairen I Foei, die ondragelijke
Huber 1 Neen, dat woord Koninklijk»
moest daar met vette letter staan in dat
artikel 1311
Dat nu de Goesche Courant dit plan niet
doorzag, is mogelijk, maar de leepsten der
liberale Kamerleden wisten heel goed dat
het hun om dat woord niet te doen
was. De liberale erflaters hebben voor
zich zeiven niet veel meer te verliezen, licht
dat zij door afstemming van Huber's voorstel
nog wat voor hun nageslacht veroveren.
Krijgen de provinciale en gedeputeerde
Staten mettertijd nog eens een clericale
meerderheid, dan is artikel 131 voor het
liberale nageslacht een bolwerk. Of dan de
minister zijn eigen zwaard in de schaal
werpt, of dat van den Koning, hun om
het even. Niet om het kroontje op het
gevest, maar om den degen zeiven is het
hun te doen.
Neen 1 Als daar de Koning zelf een ver
drag moet sluiten, waarbij naar Lohman's a-
mendement, Z. M. zich zijn recht mag
voorbehouden, dan moet dat koninklijk
stempel er af, en dan moet er behendig
-/ij het leed van haren naaste niet aanzien
zonder er in te deelen en het zooveel in
haar vermogen was, te lenigen.
Zjj las al verder en verdeibij elke blad
zijde steeg hare bewondering voor dien Jezus,
Die het land doorging, goeddoende. Die
geene tranen kon zien, zonder ze te drogen,
geene wonde zonder die te heelendie doo-
ven de ooren en blinden de oogen opende,
dooden opwekte en melaatschen te hulp
kwam; die daarbij onvermoeid was in het
leeren en vermanen en met het uiterste ge
duld de scherpste tegenspraak verdroeg en
die op de zachtmoedigste wijze beantwoordde.
Langzamerhand begon bij dat heerlijke
beeld de zon van hare eigene goedheid en
deugd te tanen. Langzamerhand begon zij
aan zich zelve te ontvallen en te erkennen
dat, als die Heiland na zulk een leven zoo
had moeten lijden en sterven, hare gebrek
kige deugd wel geen de minste aanspraak
op eenige zaligheid maken kon. Eiken mor
gen als haar man naar zijn kantoor was
en Margaretha Kaar huiswerk verricht had
tastte zij op nieuw naar haren bijbel en
verdiepte zich op nieuw in het lezen van alles,
wat die lieve Jezus gedaan en -gesproken
had en toen de leeraar na eenige weken
wederkwam, was hij verwonderd over de vor
deringen, die Margaretha sedert zijn eerste
bezoek in alle opzichten gemaakt had.
Hij kon haar au den ganschen weg des
heils uitleggen en verklaren, en toonde haar
dat van de Tweede Kamer voor in de plaats
geschoven worden. Dan moet de Koning
niet mee regeeren zooals in Artikel 131
maar dan moet hij gemachtigd worden.
Alleen wanneer 's Konings optreden een
wassen neus is, of eigenlijk een optreden
van 's Konings minister, dan moet de ko
ninklijke macht duidelijk omschreven wor
den. Zoo wordt dan het volk misleid.
Nog zjj aan de Goesche Courant mee
gedeeld dat vóór het voorstel Huber gestemd
hebben 5 liberalen, 15 antirevolution uren
en 4 katholieken, en dat deze laatsten alleen
daarom tegenstemden, wijl de minister weder
met heengaan had gedreigd en zij voor
zich dit niet durfden op zich nemen, wat
de Goesche Courant zeker bij aandachtige
lezing van het Bijblad wel zal kunnen wil
len inzien en toestemmen.
Dat moest ieder voeten.
De opbrengst der belastingen op binnen-
en buitenlandsch gedisteleerd (Jenever, Bran
dewijn, enz.) heeft in 1886 de ontzaglijke
som opgebracht van f23.394.213.015 dat is
23 millioen, 394 duizend, 213 gulden en
1 Va cent.
Toch was de opbrengst nog 117 duizend
gulden minder dan het vorige jaar.
't Is ijselijk 1
Het Comité voor de tentoonstelling van voe
dingsmiddelen te Amsterdam vestigt er de aan
dacht op dat er zulk goed voedsel uit Ne
derland naar Engeland wordt gevoerd.
Voedsel dat buiten Zeeland niemand lust,
als daar zijn slijkmosselen, kreukels, kokhanen
en strandkrabben. Het Comité raadt den
menschen buiten Zeeland aan, deze dieren
eens te proeven, opdat daardoor wat meer
van ons degelijk voedsel in ons eigen land
blijve en genuttigd worde.
aan, hoe die Heiland niet voor Zijne zonden
had moeten lijden en sterven, want Hjj
was onschuldig en heiligmaar voor onze
zondenhij toonde haar aan hoe noodig
het dus was, dat de mensch tot inzicht
kwam van zijne groote schuld voor God, daar
anders de Zaligmaker hem onmogelijk
dierbaar kon worden en hij Hem de ver
schuldigde hulde van zijn hart njet kon
toebrengen. De Heere wil uwè bewon
dering niet, Mevrouw 1 Hij wilaiw hart, en
dat hart kunt gij Hem niet' geven, tenzij
gij weet en gelooft wat Hij voor u gedaan
heeft en hoe Hij uwe arme ziel kocht met
Zijn dierbaar bloed. En Margaretha?
ach, zij dacht niet meer aan eigene deugd
en eigene braafheid; slechts ééne gedachte
vervulde hare ziel, en wel deze, dat zij nu
drieëndertig jaren geleefd had, zonder dat er
een waarachtige zucht, een woord van lof
en dank tot Hem was opgegaan; drie en
dertig jaren geleefd; zonder dat zjj Hem
ooit had gedankt. Die drie en dertig jaren
lang een leven van dagelijksche zielesmart,
van dagelijksch lijden en sterven voor haar
geleefd had. «Heere! wees mij arme zondares
genadig» rees uit het diepste harer ziel op
tot den Heere», en het: «Dochter 1 wees
welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven»,
werd door den mond des leeraars over haar
door ootmoedig berouw neêrgebogen hoofd,
met voile vrijmoedigheid uitgesproken.
(Wordt vervolgd.)