NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELI JK- HISTORISCH 1887. No. 49. Zaterdag 19 Maart Eerste Jaargang. VERSCHIJNT G. M. Klemkerk, te Goes F. P. D'huy. te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Het voorstel Schaepman. Buitenland. ZEEUW, elken MAANDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. f0,65 Enkele nommers-0,02'/2 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regal meer 10 cent. Zij die zich legen 1 April a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschij nende nommers gratis. DE UITGEVERS. Op de hoofdstukken van de Grondwet volgen nog enkele artikelen die men addi- tioneele artikelen noemt. Zij komen ook voor aan het eind van het grondwetsont werp dat minister Heemskerk, onder den dwang der liberale meerderheid, aan de Kamer heeft aangeboien. Nu zijn b. v. bij Hoofdstuk III, waarin o. a. staat wie de kiezers voor de Tweede Kamer zijn, die latere artikelen noodig, die bepalen door welken wetgever dat kiesrecht zal be paald worden. De heer Schaepman diende een voorstel in om te bepalen, dat Hoofdstuk III tegelijk met enkel* van die latere artikelen die er bij behooren zou behandeld worden. Want wordt b. v. het nie\we artikel 80 aangeno men waarin bepaald wordt wie kiezers zullen zijn, dan kunnen daarna de liberalen beslissen dat het aangenomen kiesrecht langzamerhand zal uil gebreid worden, ep dan komt de 2aak van het kiesrecht op dé lange baan. Wat heeft men er aan, als de Kamer nu zegt: »Het kiesrecht moet uit gebreid worden," en over veertian dagen het kiesreglement verwerpt. Dan beteekent de eerste aanneming niets. En dit wilde de Sheer S. voorkomen door voor te stellen kiesrecht en kiesreglement dadelijk samen te behandelen. De liberale heeren v. Houten en Sanders, op wier vroe ger uitgesproken instemming de heer S. zich beriep, gaven den voorsteller gelijkdoch de minister, die altijd kijkt waar de meerder heid zit, was lang niat met het voorstel ingeno men. En vooral uit wat de heer Borgesius zei bleek voldoende dat de liberale meerderheid niet gezind was de rechterzijde ter wille te zijn. De liberalen houden eenvoudig onder elkander vergaderingen, laten de natie on kundig van wat zij uitvoeren en komen met aangesloten meerderheid tegen elke recht matige eisch onzer vrienden in verzet. De gevolgen van deze tergende houding zjjn te berekenen. Bij tweede lezing wordt twee derden der stemmen vereischt, dus 58 stemmen. De grondwetsherziening, bij eerste lezing doorgedreven, mag de rechter zijde niet helpen aannemen. Dat zou be ginselloos zijn. En hoewel de liberalen dit weten, draven zij maar voort, roepende als kleine kinderen dat zij toch hun zin moe ten hebben. Af en toe zeggen zij dit ook aan den minister. Borgesius zei het dui delijk: Wij (heeren liberalen) zijn warm voor deze grondwetsherziening, pas op, mi nister Heemskerk! dat gij er niet koud voor zijt. De heer Schaepman heeft zijn voorstel dan ook maar ingetrokken. Maar instem ming heeft zijn dreigerpont, door den drang van het beginsel gewettigd, en door de partijtirannie der liberale koninkjes noodza kelijk gemaakt. Hij zei namelijkDurft gij, o liberalen het bestaan, aan het eind het kiesreglement naar uwen zin door te drijven, nadat gij straks met uwe meer derheid het kiesrechtartikel er door gedre ven hebt, dan zijn wij bij eerste lezing de dupe, maar dan zullen wij oppassen dat wij het bij tweede lezing niet zijn. Het recht tot afstemming is ons wapen, door de grond wet ons gegeven, wij zullen het gebruiken. Men moge dan aan het land gaan verkon digen dat wij weder de schuld dragen van het mislukken der grondwetsherziening, het zal dan toch in Nederland, dat onbaatzuch tigheid eert, blijken dat zij die alles ver langd hebben, dus gij o liberalen de schuld dragen van het mislukken der grondwets herziening.» Deze bedreiging was noodig. Een lid der rechterzijde had er reeds op gezinspeeld, maar toen hielden de liberalen zich van den domme. Nu is het hun duidelijk gezegd. Nog is het tijd. Zij kunnen het gevaar nog bezweren. Maar blijven zij bij hun meeningwij alles, gij niets wij zullen den buit deeleD, gijlieden moogt toezien, dan komt op hun onbuigbaar hoofd de mislukking der grondwetsherziening neer. Het gaat niet aan. De liberalen zijn meerderheid in de Kamer, «naar minder heid bij het volk. Minderheid zelfs bij de welgestelden, bij de tegenwoordige kiezers. Want nog 6000 kiezers stemden er meer op onze vrienden dan op de liberalen. Dat zij dan ook in de Kamer nog meerderheid zjjn, ligt aan de onrechtvaardige inrichting der kiesdistricten, die zij in het leven ge roepen hebben, en die zij door verwerping van Lohman's en Heemskerks voorstellen getoond hebben niet te willen opheffen. Heldt, de woordvoerder. De liberalen zijn eens denkend in hun afkeer van de antirevolutionaire staatkunde, maar zjj loopen toch niet allen even hard op het gebied van beginselen. Bovenstaand beeld van het voetpad, waarop zij achter, elkander als ganzen wandelen, gaat ook hier op. Heel aan het eind van de lijn wandelt de heer Buteux, terwijl voor hem uit de -mannen uit Thorbecke 's school deftig aan stappen. Aan dezen gaan weder de deftige be schermers van Heldt, vooraf, terwijl ver voor hen uit de gestalte van v. Houten zichtbaar wordt, die vroe ger de eerste in de lijn, thans no. 2 geworden is achter Heldt, den algemeen stem rechtman. Heldt is de voorman der partij. Tot voor eenige jaren niet begeerd, ge minacht zelfsdaarna vertroeteld als de Benjamin der partij. Thans de voorlooper, de baanbreker, de woordvoerder, de kampvech ter, wien de geheele liberale pers eerbiediglijk den tol harer hulde brengt, naar wien de libera len in de Kamer gaarne als naar hunnen leider luisteren en met wien de minister Heems kerk gaarne, bijna uitsluitend van gedachten wisselt. De algemeen-stemrechtman regeert het land, hij wiens leus is: De Koning wikt, de Kamer beschikt. En de gansche liberale partij, die straks artikel 80 aan neemt, waarin de deur voor algemeen stem recht wordt opengezet, gaat met hem mee. Waaiiijk, de volgelingen van den onverge- lijkelijken Thorbecke zijn geducht achteruit gegaan, door thans op te trekken onder- de vanen vart het algemeen stemrecht. "Van Thorbecke naar Heldt is een reuzenstap naar heneden. 't Is de onverbiddelijke logica van het hellend vlak der liberale beginselen, wier uitgangspunt is niet Gods Woord, maar de Rede, niet het gezag, maar de Revolutie. De socialist kan tevreden zijn. Zendt het nieuwe kiezerscorps eens een der hunnen naar de Kamer, wie weet of Heldt dan geen generaal af wordt, en Orol de leider der liberalen Die hoos wordt heeft ongelijk. De liberalen wagen zich maar niet op het doornig pad der beginselen. Liever be wandelen zij de slijkerige paden der be ginselloosheid. Als in nevelen gehuld wan delen de heeren daar achter elkander voort. De nieuwsgierige natie ziet slechts schim men in de duisternis, en verneemt slechts nu en dan een schellen kreet van harts tocht, die zelfs de heldere stem van een eenling als Van Houten overschreeuwt Duidelijk bereiken soms kreten ons oor uit liet anti-clericale gezelschap als daar zijn: Hei heien Neen neenen wij protesteeren l en dergelijke nietszeggende kreten die duidelijk verraden hoe ontzaglijk diep het beginsel bij de heeren reeds inzonk en hoe weinig er op de edelmoedigheid van deze dwepers met den Nederlandschen Leeuw te rekenen valt. Bijna geene redevoering kan door onze vrienden uitgesproken worden, of zjj worden door de liberalen op bitsen toon in de rede gevalten. Blijkbaar zijn de heeren boos, om de taaie vasthoudendheid van de «elericalen», die gee onbeduidende veranderingetjes maar een terugkeer tot den strijd der beginselen als het eene noodige tot het onderhouden van den band tusschen kiezers en Kamer leden begeeren. Zelfs de voorzitter weet zich niet altijd te ontdoen van het gevoel van weerzin dat hem aangrijpt, wanneer onze vrienden de man nen van de jongste stembusbeloften tot kleur bekennen willen dringen. Zoo wilde aan vankelijk de voorzitter den heer Lohman telkens beletten, aan het eind van elk hoofd stuk zijne principiëele bezwaren te zeggen. Maar deze onvermoeide strijder, die van zijn grooten leermeester Groen v. Prinsterer de volharding en vasthoudendheid schijnt geërfd te hebben, hield vol, tot eindelijk zelfs er kende liberalen hem gelijk en den voorzit ter ongelijk gaven. De rede van Dinsdag van den heer Schim - melpenninck uit Goes werd ook telkens on derbroken, en het krevel worden van den heer Goeman Borgesius, den hartstochtelijken opwinder van liberalistische hartstochten, be- wjjst genoeg dat de heer Schimmelpenninck waarheden uitsprak, die voor een liberalis tisch gemoed, dat op verschalken uit is, moeieljjk te verduwen waren. De heer Lohman zei dan ook terecht, dat dit boos worden bewijs was van der liberalen on gelijk niet alleen, maar ook dat zij hun ongelijk gevoelen. Qui se fache a tortDie boos wordt heeft het pleit verloren. Opdat zij niet te verontschuldigen zijn. In 1878 heeft de liberale partij in haren overmoed de schoolwet aangenomen, en wel met een luchthartigheid die aan b ios opzet denken deed. Thans, doch te laat, wenschen zelfs de vriendjes dat deze ongelukswet nooit gekomen ware. Zoo gaat het ook nu. De liberale partij, weer tijdelijk opper machtig, doet ook thans weer, als ware er geen Rechterzijde, en achter deze geen breede zoom van ontevredenen, die de partij tirannie dezer averechtsche grondwetsher- zieners met weerzin aanzien. Ook thans herleeft de leus van den Fran- schen gezant, doch helaas in een Nederland- sche Tweede Kamer Bij u, over u, zonder uh En nu) zullen zij hun zin))weer wel door drijven. Maar toch f; zullen j zij niet onge- waarschuwd op hol gaan. Eerst waarschuwde Keuchenius. Toen bij herhaling Lohman. Toen jSchimmelpen- ninck uit Goes. Toen Schaepman. Ver geefs I Alle voorstellen van onze zijde wer den verworpen. Borgesius liet zelfs uit zijn mond vallen, dat hij Hoofdstuk III wel wilde aannemen, zonder het kiesreglement. Ea nu verklapte deze prater wel een der ge heime afspraken van de heeren, die tegen woordig zoo dikwijls geheime vergaderingen houden maar een onzer vrienden de heer Godin de Beaufort, heeft zich daaraan niet gestoord, en een voorstel ingediend, om, kon het zijn, althans hoofdstuk III (het kiesrecht) voor de tweede lezing te redden. Goede trouw is er bjj de liberalen wel niet veel, maar wie weet Er zijn nog enkele mannen onder hen als Farncombe Sanders en v. Houten. Wie weet, zij moesten nog eens inzien, dat niets toegeven met het eigen belang hunner partij in strijd is. Godin de Beaufort stelde 1 nieuwe arti kelen voor, regelende het kiesrecht, de,kie zers, de herziening der kiezerslijsten en de verkiezingen. Een grondbelasting van min stens f10 geeft met enkele andere antece denten recht om kiezer te zijn. De heer Schimmelpenninck uit'fGoes'ver- dedigde dit voorstel. Zal echter de Kamer ér in treden Wij hopen het. Onze vrien den zijn onuitputtelijk in het zoeken van bevredigende oplossingen. Zij deze laatste poging met gelukkigen uitslag bekroond. Daar geschiedt niets bij geval, doch bij ver werping van dit tegemoetkomend voorstel rest onzeh vrienden toch nog deze troost, dat de liberalen niet te verontschuldigen zullen zijn, wanneer door hun onwil de grondwetswijziging mislukt. Het is nu geen schoolwet. Zondag 43 Maart 1880 is de ongeluksdag die door het Russische volk niet licht zal vergeten worden. Keizer Alexander II die ."'middags om 2 uur een wapeninspectie zou houden, werd door een dynamietbom doo- delijk getroffen, en bezweek na eenige uren onder de hevigste smarten. Sinds dien noodlottigen dag heeft de Russische regee ring getracht, door uitzetting, verbanning en ter dood brenging van de nihilisten de grondslagen van den Czarentroon te bescher men. Alexander III ondervond eehter in deze zeven jaren zijner regeering (188087) dat de revolutie zich niet door kogels en uitzettingen bezweren laat. Laatstleden Zondag, weder op Zondag 13 Maart, zou weer een aanslag op het leven van een Russischen keizer plaats hebben. De aanslag kon, menschelijkerwijs gesproken, niet mislukken. Evenals zijn vader zou de Czaar op een Zondag 13 Maart hebben moeten sneuvelen. Doch de Berlijnsche politie mocht het gebeuren dat zij den aanslag ontdekte en de Petersburgscbe politie waarschuwde. Deze wist hare maatregelen zoo goed te nemen dat van den geheelen aanslag niets kwam, ,je

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1887 | | pagina 1