CMRISTELIJK-
NIEIJ WSBL AD
HISTORISCH
VOOR ZEELAND.
1886. No. 18.
Dinsdag 30 November.
Eerste Jaargang.
VERSCHIJNT
F. P. D'huy, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTEXTIEN
Een lezenswaardig artikel.
Keuchenius.
Kiesrecht.
ZEEUW,
elken MAANDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f0,65
Enkele nommers-0,0272
UITGAVE VAN
G. M. Klemkerk, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met I la-
nuari op ons blad abon-
neeren ontvangen de in dit kwartaal nog
verschijnende nummers g r a t is.
Het onverdacht liberale blad de Am
sterdammer, een jeugdig, flink geredigeerd
blad, dat het oudemannengebrom zijner
liberale geestverwanten tegen Heemskerk
moede is, hekelt in een niet malsch artikel,
getiteld: Nog altijd Heemskerk, de schreeu
werigheid, de holheid, de ledigheid, de ka
rakterloosheid, de lamlendigheid der liberale
partij. Deze welverdiende geeseling van een
geestverwant zal de liberalen zeker wel over
vallen. Ons verrast het woord van de Am
sterdammer niet. 'tWas te begrijpen dat
zij het stilzwijgen moest verbreken. Immers
hoe zou een jongeling het in een oude
mannenhuis kunnen uithouden, waar men
wel knort, doch geen zaken doet!
Wjj nemen het artikel van de Amster
dammer over. Snijdend maar waar is haar
aanhef:
«De liberale party loeft in de laatste
dagen van groote woorden en de woor
den worden nog bjj den dag gronter.
Oorverdoovend dreunt de Turksche trom.
Heemskerk, klinkt het, in allerlei to
nen, voor en na.
Heemskerk moet weg, Heemskerk ma
ken wij af, als hij ons niet geeft wat
wij ons zelt niet hebben willen of dur
ven verschaffen.
Hoe slecht Heemskerk wel is, slecht
natuurlijk in politieken zin men zou
het niet kunnen gelooven, als men het
niet dagelijks las.
Nu stemmen wij zonder voorbehoud
toe, dat mr. Heemskerk een onduldbaar
man is als minister eener liberale meer
derheid. Bovenal in een tijd van drin
gend geeischte hervorming. Heemskerk
is als eerste minister de verpersoonlijking
van handigheden en kunstgrepen, als
Staatsman en hervormer het toonbeeld
van een conservatief. Maar mr. Heems
kerk is dat niet sedert eenige weken of
maanden geworden. Hij was dat, zoo
lang men hem een portefeuille heeft zien
dragen.
Hjj deed zich als zoodanig kennen
twintig jaar geleden, toen hij de Kamer
ontbond en zijn gekleurde proclamatie
als strooibillet onder de kiezers rondblies,
en hij toonde nog van gelijken aard te
zijn, ten dage dat hij de Kamer naar
huis zond, na met de kerkelijken als ka
binetformeerders een loopje te hebben
genomen.» Red.)
Vervolgens betoogt het liberale blad dat
de halfheid en gemakzucht der liberalen
hun Heemskerk heeft bezorgd. Soort zoekt
soort. Uit straf voor hunne Heemskerk-
achtigheid raakten zij aan Heemskerk vast
en kunnen nu niet van hem ontslagen ko
men. Het blad zegt:
«Heemskerk hij is onze straf.
Helaas,onze welverdiende straf!
Wij hebben, op echte Heemskerksehe
manier, jaren lang gedaan wat wij kon
den om de staatkundige ontwikkeling der
natie, ook de natuurlijke ontwikkeling
der staatkundige partijen, tegen te hou
den wij hebben ons geoefend in Heems-
kerk's kunstjes, ons gevormd naar Heems-
kerk's model, de Heemskerk-bacillus zit
ons in het bloed. En nu klagen wij
steen en been, gevoelen ons zwakker dan
zwak, en roepen vruchteloos om genezing.»
In korte woorden bespreekt nu de Am
sterdammer hare houding bij de ontbin
ding, toen hare geestverwanten in plaats
van naar gezond polititiek leven, slechts
naar eene kamermeerderheid jaagden, onver
schillig hoe men er aan kwam. 't Gevolg
is dat de liberale partij krank en geraakt
bleef.
«Toen wij bij de jongste verkiezingen
voor de Tweede Kamer, na Heemskerk's
zoo toegejuicht kunststuk, om door kamer
ontbinding de grondwetsherziening te
verzekeren, die ontbinding afkeurden, en
den staf braken over een verkiezing,
waarbij men geen ander motto kende dan
«anti-clerikaal.» is ons dat door niet wei
nigen hoogst kwalijk genomen. Wij
pleegden verraad, heette het, aan onze
partij
De weinige sedert verloopen maanden
hebben ons genoeg gerechtvaardigd. Wij
gelooven althans niet, dat vele liberalen
op dit oogenblik die kamerontbinding nog
van harte bewonderen, en waarschij n-
lijk zullen er nog minder partijgenooten
gevonden worden, oppervlakkig genoeg
om voorbij te zien, dat er met een zoo
genaamde meerderheid, welke niet op een
gemeenschappelijke politieke basis staat,
weinig eer valt in te leggen.
De kerkelijken mochten niet regeeren,
en wij liberalen konden niet regeeren.
Deze beide negaties vormen den Heems
kerks-toestand, de politieke verlamming,
waartegen geen kruid, gewassen schijnt.
Nu wordt in den laatsten tijd de patiënt
zeer ongeduldig en druk. Hij spreekt
geen enkele krachtige uitdrukking om
der wereld te verkondigen, dat hij ziek
is, niet door eigen schuld. Wat hij ech
ter zorgvuldig verzwijgt, is, dat hij wil
lens en wetens het gezelschap van Heems
kerk heeft gezocht.»
De liberale partij zou getoond hebben
karakter te bezitten, als zij het ministerie
naar huis gezonden had. Zij was gewaar
schuwd maar zjj wist wel wat zij deed.
«Toen de liberale partij meerderheid
was geworden, had zij Heemskerk aan
stonds de portefeuille behooren te ontne
men. Hem die te laten moest reeds ver
loochening van beginselen zjjn, als zij op
het bezit van beginselen aanspraak wilde
maken. Geen dag langer had zij het
wanbeleid van den heer Sprenger van
Eyk mogen dulden, in zoo kritieken tijd
zij, liberale meerderheid, hoe kon zij, haat
eer handhaven en Bloem bij de Schat
kist laten dutten, v. d. Bergh de zorg
voor Handel en Nijverheid opdragen, en
du Tour Justitie toevertrouwen
Zij wist wel wat zij deed. Zij gevoelde
maar al te goed hoezeer zij zich zelf ver
nederde en in gevaar bracht. Aan waar
schuwingen heeft het haar niet ontbro
ken. Maar zij wilde, zij durfde niet
anders.
Zij moest niet regeeren, want zoodra
zij aan den arbeid toog, zou zij uit el
kaar vallen. Liever den Heemskerk-toe
stand, dan de ontbinding der partij.
Jammerlijke vrees en kortzinnigheid
Immers in de ontbinding dezer eenheid
ligt de ontwikkeling, en al ware zij daarin
niet begrepen, aan die ontbinding te ont
komen zou toch onmogelijk blijken.»
Deze woorden zijn hard, maar zegt ons
o anti-cleralengeeft gij dezen spelbreken-
den Amsterdammer in uw hart geen gelijk
In een zijner jongste redevoeringen deed
de heer Keuchenius aan den minister eenige
mededeelingen, waaruit bleek dat de heer
K. beter is ingelicht omtrent wat er in Indië
thans omgaat, dan de minister. De gou
verneur-generaal had namelijk den heer
Brunner, redacteur van het Bataviaasch
Handelsblad, geschorst, omdat hij ter
waarschuwing voor de regeering in zijn
blad had gezegd, dat er in Soekaboemi (op
Java) bedenkelijke dingen gebeuren. De
heer Keuchenius, goed ingelicht als hij altijd
is, sprak o. a.
«"Wanneer de regeering door den gou
verneur-generaal naar waarheid is ingelicht,
moet ook zij vernomen hebben, dat daar
reeds 38 loodsen waren opgericht, voorzien
van korans en wapenen, waar de Maho-
medanen hunne samenzweringen beraamden.»
De minister antwoordde: Mij is van het
bestaan van 38 loodsen, met wat er in is,
niets gebleken.-»
Daarop hernam de heer Keuchenius dat
hij zeer goed ingelicht was, niet door den
afgezetten redacteur, maar door anderen,
die het zeer goed wisten.
En wat zei de liberale pers? Zij lachte,
(of zij het meende, weten wij niet!) over
die 38 loodsen met wapenen die alleen in
het «zotte» brein van dien zonderlingen
spokenziener Keuchenius bestaan konden.
Maar daar kwam de heer Brunner zelf
het bericht bevestigen. Zal nu de liberale
pers bijdraaien? Jongens, het gaat toch
zoo moeielijk. als men eerst, gerugsteund
door een minister die het weten kan, iemand
uitgelachen heeft, dan tot zoo iemand te
zeggen: Vergeef mij, maar je hebt toch
geiijk gehad. Tot die verloochening van
zich zelve kwam de liberale pers niet. Zij
kon wel niet ontkennen, wat de liberale
heer Brunner daar zei, maar Keuche
nius had dan toch nog erg overdreven
Keuchenius heeft bij deze, van veel
oppervlakkigheid en weinig denkkracht ge
tuigende, uitlatingen van het Nederlandsche
«denkend deel» eenvoudig gezwegen. Hij
kon dan ook gerust de berichten uit Indië
afwachten.
Helaas, had de heer Keuchenius maar
gelogen! Want zie hier, o slecht inge
lichte minister! o oppervlakkige liberale
perso arm bedreigd Indiëo krank
Nederlandsch gezag! het volgende bericht
dat een liberaal blad, het Vaderland, u hier
lezen laat, met aanvankelijke erkenning van
Keuchenius' gelijk:
«Naar aanleiding van het
geen in de laatste dagen is gezegd
en geschreven over de beweging in het
Soekaboemi'sche, ontvingen wij van be
trouwbare zijde een schrijven, waarin de
juistheid wordt bevestigd der bewering,
dat door fanatieke Mahomedanen een
kamp was opgericht, vol met wapenen
en korans. Intusschen moet het zeker
zijn, dat het administratief onderzoek naar
de Soekaboenii'sche beweging op grond
van het artikel in de «Javabode», niet
geleid heeft tot ontdekking van dit kamp.
Het is eerst later op den berg Salak in
het Tjampeasche ontdekt, na het opstootje
op Tjampea van 20 Mei, lang na het ver
trek van den heer Brunner.
Ook in een schrijven uit Indië in ons
blad van 4 Aug. voorkomende wordt van
een dergelijk kamp gewag gemaakt. De
heer Keuchenius sprak van 38 loodsen,
waarschijnlijk op gezag van het «Bat.
Hblad». Overigens hangt er over deze
geschiedenis een geheimzinnige sluier.»
Die laatste uitdrukking moet zeker dienen
om de eer der partij te redden. Die sluier,
ziet udekt de geschiedenis, maar meest
die onzer kortzichtigheid.
Ons dunkt, die sluier is een komplementje
aan Keuchenius, wat wij dezen helderzienden
oud-Middelburger, bij de vele affronten die
de «liberale» pers hem aandoet, zoo van
harte gunnen.
Minister Heemskerk is wel wat laat, doch
nog net op tijd met eene wijziging van
Art. 76 in zake Kiesrecht komen aandragen.
Het liberale Vaderland meent dat zij er
nog al mee door kan. De Amsterdam
mer is er evenwel beslist tegen. Art. 76
der Grondwet luidt:
«De leden der Tweede Kamer worden
gekozen door de meerderjarige ingezetenen,
Nederlanders, in het volle genot der burger
lijke en burgerschapsrechten, en betalende
in de directe belastingen een som, die
overeenkomstig met de plaatselijke gesteld
heid, doch niet beneden het bedrag van
f20, noch boven dat van f160, in de
kieswet zal worden vereischt.»
De minister stelt voor het volgende:
«De leden der Tweede Kamer worden
rechtstreeks gekozen door de meerderjarige
mannelijke ingezetenen tevens Nederlanders,
die de door de kieswet te bepalen kenteeke-
nen van geschiktheid en maatschappelijken
welstand bezitten. Van de uitoefening
van het kiesrecht zijn uitgesloten zij wien
dat recht bij rechterlijke uitspraak is ont
zegd zij die in gevangenschap of hechtenis
zijn zij die bij rechterlijke uitspraak de
beschikking over hunne goederen hebben
verloren; zij die in het burgerlijke jaar
voorafgaande aan de vaststelling der kiezers
lijsten, van een instelling van weldadigheid
onderstand hebben genoten en aan hun
aanslag in de belastingen niet hebben
voldaan.»
De liberalen weer vroom
Te Zutfen moet weer gestemd worden
voor de provinciale staten. Men kan het
aan de Zutfensche Courant al dadelijk
merken. Natuurlijk geheel zonder erg,
plaatst zij heden een zeer vroom inge
zonden stuk, geteekend: Een Kiezer, die
de mededeeling doet, «dat de liberale partij
in de hervormde kerk gelukkig zoo heel
liberaal zal doen en een orthodox predikant
zal beroepen, maar geen aanhanger van dr.
Kuyper. Dan blijft er vrede.» En hij voegt
er heel vromelijk bij :«Hoe geheel anders zou
het zijn, wanneer de partij van dr. Kuyper
hier de meerderheid kreeg.» Eu eindigt